Moeten vrouwen een ‘hoofdbedekking’ dragen in de eredienst? 1 Korinthe 11: 5-6 lijkt antwoord te geven; Bidden of profeteren als vrouw met ongedekt hoofd is haar tot oneer. Dat is net zo onfatsoenlijk als je hoofd kaalscheren, zo lijkt er te staan. Maar geldt dit ook nog voor nu? En specifiek voor de eredienst? En hoe kan vers 10 Bijbelgetrouw worden uitgelegd, waar het gaat over het hebben van een macht op het hoofd, om der engelen wil?

Moeten vrouwen een ‘hoofdbedekking’ dragen in de eredienst? 1 Korinthe 11: 5-6 lijkt antwoord te geven; Bidden of profeteren als vrouw met ongedekt hoofd is haar tot oneer. Dat is net zo onfatsoenlijk als je hoofd kaalscheren, zo lijkt er te staan. Maar geldt dit ook nog voor nu? En specifiek voor de eredienst? En hoe kan vers 10 Bijbelgetrouw worden uitgelegd, waar het gaat over het hebben van een macht op het hoofd, om der engelen wil?


In Gods scheppingsorde vertegenwoordigd de man Gods beeld en de vrouw het beeld van Christus (1 Korinthe 11:7). Zoals Christus de heerlijkheid van God is in de hemel, zo is de man de heerlijkheid van God op de aarde en de vrouw de heerlijkheid van de man. Zo wordt de hemel op de aarde zichtbaar in de vrijwillige onderwerping van de vrouw aan de man en de vrijwillige onderwerping van beide aan Christus zoals Christus zich vrijwillige onderwerpt aan de Vader.

Dat is voor Paulus de reden dat de vrouw haar hoofd moet bedekken tijdens het bidden en profeteren. De reden voor hoofdbedekking is dus niet tijd of cultuurgebonden. Paulus baseert zich op de schepping, gezagsorde en de engelen die eeuwen en culturen overstijgen. Ook wanneer dit gedeelte enkel een principe benadrukt en niet de methode, moeten we ons afvragen hoe we dit principe vandaag dan nog weergeven, want de weergave van deze scheppingsorde en onderwerping is hoe dan ook noodzakelijk volgens Gods Woord.

Juist de bedekking van het hoofd laat veelzeggend zien hoe het is om op aarde in de onderwerping van de vrouw aan de man een weerspiegeling te geven van wat er in de hemel gebeurt in de onderwerping van Christus aan God.

Uitbeeldend wat er in de hemel gebeurt, laten vrouwen op aarde en aan de wereld om hen heen en aan de hemelse gewesten zien dat ze zich onderwerpen aan God en Zijn scheppingsorde, in tegenstelling tot de gevallen en opstandige engelen. Zo naderen ze tot God en spreken namens God alsof ze zelf geen hoofd meer hebben, maar afhankelijk van hun man en uiteindelijk van hun hemelse Hoofd.

Alleen voor de vrouw

De man kan dit prachtige beeld niet weergeven. Mannen kunnen hun hoofd niet bedekken en laten zien dat ze zelf geen hoofd meer hebben omdat ze daarmee ook hun hoofd verbergen voor de vrouw, terwijl de man op aarde juist het hemelse Hoofd moet weerspiegelen wat niet bedekt is.

Zo mag een vrouw dus de rol vervullen en Christus’ onderwerping aan God uitbeelden, in het naderen tot God in gebed en het spreken namens God in profeteren met bedekt hoofd. Ze is daarmee als het ware onthoofd en laat zien dat ze zich onderwerpt aan Christus als haar nieuwe, levengevende, besturende hoofd.

Zo vervullen de man als vertegenwoordiger van God (beeld van God en Zijn heerlijkheid) en de vrouw als vertegenwoordiger van Christus (heerlijkheid van de man) hun door God gegeven rollen in het weergeven van de hemel op de aarde in de gemeente terwijl de opstandige wereld en de engelenmachten toekijken.

Onderwerping noodzakelijk

Gezien het unieke en uiterlijke karakter van dit gebod in tegenstelling tot andere instellingen, geboden en opdrachten in het Nieuwe Testament geloof ik dat we het eerder mogen zien als een vorm van aanbidding en getuigen naar de wereld en de engelen dan een noodzakelijke vrucht van heiligmaking. De onderwerping aan Christus die de hoofdbedekking weergeeft is echter wel een noodzakelijke vrucht van heiligmaking waarin zowel mannen als vrouwen moeten groeien.

Met deze beweegreden zou ik je zeker willen aanmoedigen om je hoofd te bedekken tijden het bidden of profeteren, ook wanneer je alleen bent en enkel de engelen toekijken. Maar wanneer je er bij wilt horen of de mooiste hoed wilt hebben, dan kun je het beter laten omdat dat zeker het tegenovergestelde weergeeft aan de wereld om je heen en engelen die toekijken.

Laat het een uitdrukking zijn van je onderwerping aan God, je afhankelijkheid van Hem als je Hoofd en je afwijzen van je eigen hoofd; je eigen gedachten, verlangens en meningen.

Laat het zo zijn: “Niet mijn hoofd maar Uw Hoofd zal nu spreken wanneer ik tot U komt in gebed of namens U spreek.”

Lees hier een verdiepende verklaring van 1 Korinthe 11:2-16

In Gods scheppingsorde vertegenwoordigd de man Gods beeld en de vrouw het beeld van Christus (1 Korinthe 11:7). Zoals Christus de heerlijkheid van God is in de hemel, zo is de man de heerlijkheid van God op de aarde en de vrouw de heerlijkheid van de man. Zo wordt de hemel op de aarde zichtbaar in de vrijwillige onderwerping van de vrouw aan de man en de vrijwillige onderwerping van beide aan Christus zoals Christus zich vrijwillige onderwerpt aan de Vader.

Dat is voor Paulus de reden dat de vrouw haar hoofd moet bedekken tijdens het bidden en profeteren. De reden voor hoofdbedekking is dus niet tijd of cultuurgebonden. Paulus baseert zich op de schepping, gezagsorde en de engelen die eeuwen en culturen overstijgen. Ook wanneer dit gedeelte enkel een principe benadrukt en niet de methode, moeten we ons afvragen hoe we dit principe vandaag dan nog weergeven, want de weergave van deze scheppingsorde en onderwerping is hoe dan ook noodzakelijk volgens Gods Woord.

Juist de bedekking van het hoofd laat veelzeggend zien hoe het is om op aarde in de onderwerping van de vrouw aan de man een weerspiegeling te geven van wat er in de hemel gebeurt in de onderwerping van Christus aan God.

Uitbeeldend wat er in de hemel gebeurt, laten vrouwen op aarde en aan de wereld om hen heen en aan de hemelse gewesten zien dat ze zich onderwerpen aan God en Zijn scheppingsorde, in tegenstelling tot de gevallen en opstandige engelen. Zo naderen ze tot God en spreken namens God alsof ze zelf geen hoofd meer hebben, maar afhankelijk van hun man en uiteindelijk van hun hemelse Hoofd.

Alleen voor de vrouw

De man kan dit prachtige beeld niet weergeven. Mannen kunnen hun hoofd niet bedekken en laten zien dat ze zelf geen hoofd meer hebben omdat ze daarmee ook hun hoofd verbergen voor de vrouw, terwijl de man op aarde juist het hemelse Hoofd moet weerspiegelen wat niet bedekt is.

Zo mag een vrouw dus de rol vervullen en Christus’ onderwerping aan God uitbeelden, in het naderen tot God in gebed en het spreken namens God in profeteren met bedekt hoofd. Ze is daarmee als het ware onthoofd en laat zien dat ze zich onderwerpt aan Christus als haar nieuwe, levengevende, besturende hoofd.

Zo vervullen de man als vertegenwoordiger van God (beeld van God en Zijn heerlijkheid) en de vrouw als vertegenwoordiger van Christus (heerlijkheid van de man) hun door God gegeven rollen in het weergeven van de hemel op de aarde in de gemeente terwijl de opstandige wereld en de engelenmachten toekijken.

Onderwerping noodzakelijk

Gezien het unieke en uiterlijke karakter van dit gebod in tegenstelling tot andere instellingen, geboden en opdrachten in het Nieuwe Testament geloof ik dat we het eerder mogen zien als een vorm van aanbidding en getuigen naar de wereld en de engelen dan een noodzakelijke vrucht van heiligmaking. De onderwerping aan Christus die de hoofdbedekking weergeeft is echter wel een noodzakelijke vrucht van heiligmaking waarin zowel mannen als vrouwen moeten groeien.

Met deze beweegreden zou ik je zeker willen aanmoedigen om je hoofd te bedekken tijden het bidden of profeteren, ook wanneer je alleen bent en enkel de engelen toekijken. Maar wanneer je er bij wilt horen of de mooiste hoed wilt hebben, dan kun je het beter laten omdat dat zeker het tegenovergestelde weergeeft aan de wereld om je heen en engelen die toekijken.

Laat het een uitdrukking zijn van je onderwerping aan God, je afhankelijkheid van Hem als je Hoofd en je afwijzen van je eigen hoofd; je eigen gedachten, verlangens en meningen.

Laat het zo zijn: “Niet mijn hoofd maar Uw Hoofd zal nu spreken wanneer ik tot U komt in gebed of namens U spreek.”

Lees hier een verdiepende verklaring van 1 Korinthe 11:2-16

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →