Evangelisatie is de verkondiging van het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest met als doel mensen te overtuigen zich te bekeren en in Christus te geloven.

Bekering is de door God bewerkte persoonlijke reactie van individuen op het Evangelie, waarin ze zich afkeren van hun zonde en zichzelf (bekering) en vertrouwen op Jezus als Redder en Heer (geloof).


Evangelisatie is de verkondiging van het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest met als doel mensen te overtuigen zich te bekeren en in Christus te geloven.

Bekering is de door God bewerkte persoonlijke reactie van individuen op het Evangelie, waarin ze zich afkeren van hun zonde en zichzelf (bekering) en vertrouwen op Jezus als Redder en Heer (geloof).


Jaren geleden las ik een onderzoek waarin stond dat het grootste deel van de Amerikanen zich als christen identificeert. Maar, van deze christenen was minder dan de helft wekelijks betrokken bij een gemeente, minder dan de helft geloofde dat de Bijbel correct was en een overgrote meerderheid had geen Bijbels beeld van de wereld om hen heen. Maar dat was nog niet het ergste.

Onderzoekers groeven dieper om erachter te komen hoevelen zich omschreven als “wedergeboren christenen” (alsof er nog andere soorten zijn). Dit waren de mensen die zich persoonlijk aan Jezus hadden toegewijd en geloofden dat ze naar de hemel gingen, omdat ze Jezus als hun Redder hadden aangenomen. Bijna de helft van de Amerikanen viel in die categorie. Maar toch ontdekten deze onderzoekers dat de overtuigingen en levensstijlen van degenen in deze groep “wedergeboren christenen” vrijwel niet te onderscheiden waren van de wereld om hen heen. Bijvoorbeeld, veel “wedergeboren christenen” geloofden dat ze door hun werken een plek in de hemel konden verdienen. Anderen dachten dat moslims en christenen dezelfde God aanbaden. Sommigen dachten dat Jezus zondigde toen Hij als mens op aarde was. Een steeds groter aantal “wedergeboren christenen” omschreef zichzelf als enigszins toegewijd aan Jezus. Wat moeten we met zulke statistieken?7

Sommigen hebben aan de hand van deze data geconcludeerd dat christenen in werkelijkheid niet zo verschillend zijn van de rest van de wereld. Maar ik denk dat die interpretatie van het onderzoek niet juist is. Iets wat in deze statistieken overduidelijk is, is dat er in onze cultuur veel mensen misleid zijn. Ja, er zijn veel mensen, zowel hier als over de hele wereld, die zich cultureel identificeren als christenen, maar Bijbels gezien geen volgelingen zijn van Jezus.

Is dat mogelijk? Volgens Jezus is het zelfs waarschijnlijk:

Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan?  Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! (Matt.7:21-23)

Jezus zei dat er op de laatste dag velen zullen zijn die er geschrokken achter zullen komen dat ze, hoewel ze dachten dat hun eeuwigheid veilig was, uiteindelijk misleid waren. Ze zullen voor Jezus staan op de laatste dag en Hem horen zeggen: “Ik heb je nooit gekend.” Daarom moet een ieder van ons willen weten: hoe leiden we mensen tot echte kennis van Christus? Dat is evangelisatie. Wat betekent het Bijbels een volgeling van Jezus Christus te worden. Dat is bekering.

Hoe we evangelisatie zien beïnvloedt de manier waarop we ongelovigen benaderen die, net zoals wij, de eeuwigheid in de hemel of in de hel moeten doorbrengen. Zo heeft ook ons begrip van bekering gevolgen voor de manier waarop we onze taak van evangelisatie uitvoeren en hoe we de geestelijke toestand beoordelen van degenen die we dienen. Een Bijbels beeld van bekering is voor ons cruciaal om zeker te weten of we eeuwig leven hebben. Als het daarom om evangelisatie en bekering gaat, kunnen we het ons niet veroorloven te denken wat de meeste van onze christelijke vrienden denken of te doen wat in onze eigen ogen eerlijk en goed lijkt. We moeten zien wat Gods Woord zegt om deze concepten, die van cruciaal belang zijn, te begrijpen.

Evangelisatie

We beginnen met een definitie van evangelisatie en zullen deze definitie vervolgens aan de hand van de Bijbel uitleggen.

Evangelisatie is de verkondiging van het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest met als doel mensen te overtuigen zich te bekeren en in Christus te geloven.

Eén van de beste plekken waar we deze waarheid zien is in Jezus’ laatste woorden, voordat Hij opvoer tot aan de rechterhand van de Vader. Hij gaf Zijn discipelen een beknopte samenvatting van hun missie:

Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde (Hand.1:8).

Op grond van Christus’ woorden in dit gedeelte zullen we het concept van evangelisatie overdenken in termen van onze rol, onze boodschap, onze kracht en ons doel.

Onze rol
Het eerste sleutelwoord voor een Bijbels begrip van evangelisatie is verkondiging. Dit is gebaseerd op het feit dat Jezus zei dat Zijn discipelen “getuigen” zouden zijn (Hand.1:8). Evangelisatie houdt altijd verkondiging in. Altijd wordt de boodschap van het Evangelie gecommuniceerd in een taal die zij die verloren zijn, kunnen begrijpen. Helaas is dit één van de gebieden waar de gemeente, zeker in onze cultuur, evangelisatie helemaal verkeerd begrepen heeft.

Sommigen beweren dat ze met hun leven getuigen of door een goed iemand te zijn of door elke dag te glimlachen. Ik hoop dat dit zeker zo is. Maar Jezus vertelde Zijn discipelen niet dat ze de kracht van de Heilige Geest zouden ontvangen om naar mensen te glimlachen. Nee, Jezus gaf de kracht van de Heilige Geest, zodat we zouden spreken. Dat doet een getuige!

Het concept van getuigen komt van het Griekse woord martureo, waar we ook het woord “martelaar” van hebben. De discipelen verloren hun leven niet, omdat ze vriendelijk waren. Ze verloren hun leven, omdat ze spraken. Christenen verliezen vandaag over de hele wereld hun leven, niet omdat ze glimlachen en goede dingen doen. Ze verliezen hun leven, omdat ze het Evangelie verkondigen.

Als we verkondigen, moeten we een taal gebruiken die zij die verloren zijn, begrijpen. In onze eigen cultuur betekent dit dat we niet kunnen steunen op christelijke clichés. Ook kunnen we niet aannemen dat vertrouwde theologische termen als zonde, redding, oordeel goed begrepen zullen worden. In plaats daarvan moeten we deze Bijbelse concepten duidelijk en zorgvuldig uitleggen op manieren die ongelovigen kunnen begrijpen. Als we in een andere cultuur komen, zullen we het Evangelie moeten verkondigen aan hen die een andere taal spreken. Dit is de belangrijkste reden waarom zoveel zendelingen over de hele wereld zo hard werken om de taal te leren, zodat ze het Evangelie kunnen communiceren op een manier die begrijpelijk is voor degenen in een ander cultuur.

Onze boodschap
De verkondiging zal niet veel uitwerken, als we niet de juiste boodschap verkondigen. Volgens onze definitie is evangelisatie de verkondiging van het Evangelie. Zoals we in het vorige hoofdstuk zagen, omvat het Evangelie de volledige boodschap van de heiligheid en liefde van God, de zondigheid van ieder mens, het verzoenende offer en de overwinnende opstanding van Jezus en de noodzaak van bekering en geloof. Helaas is veel wat in onze hedendaagse gemeenten doorgaat als het Evangelie, Evangelie-light of zelfs Evangelieloos.

Gewoon een gesprek over God met iemand, zonder dat je Jezus noemt of de noodzaak tot bekering en geloof in Hem, is geen evangelisatie. Ook is het nog niet per se evangelisatie als Jezus genoemd wordt in het gesprek. Jehova’s Getuigen en Mormonen gaan van deur tot deur om het over Jezus te hebben, maar zij delen niet het Goede Nieuws. Ze delen slecht nieuws, want ze geloven dat we Gods gunst moeten verdienen. Zo’n boodschap is vernietigend. Denk aan onze samenvatting van het Evangelie aan het einde van hoofdstuk 1:

Het Evangelie is het goede nieuws dat de enige ware God, de rechtvaardige en genadige Schepper van het universum, omgezien heeft naar hopeloos zondige mannen en vrouwen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden heeft, God in het vlees, om Zijn toorn over de zonde te dragen. Hij stierf plaatsvervangend aan het kruis en toonde Zijn macht over de zonde en de dood in de opstanding uit het graf. Iedereen die zich van zijn zonde afkeert en alleen op Jezus vertrouwt als de Redder en Heer, zal eeuwig met God verzoend worden.

Misschien kunnen we niet iedere keer als we het Evangelie delen elk aspect van deze definitie behandelen, maar dat maakt gesprekken niet waardeloos. We kunnen verschillende elementen van het Evangelie delen zoals God ons daar de mogelijkheid voor geeft. Maar uiteindelijk moeten we deze kernwaarheden van het Evangelie samenbrengen voor degenen die Christus niet kennen en hen uitnodigen om te reageren.

Onze kracht
Het delen van het Evangelie is dan misschien onze verantwoordelijkheid, maar het is een bovennatuurlijke activiteit. Daarom specificeert onze definitie hierboven dat evangelisatie gedaan wordt “in de kracht van de Heilige Geest”. In Handelingen 1:8 vertelde Jezus Zijn discipelen dat ze kracht zouden ontvangen van de Heilige Geest, met als gevolg dat ze Zijn getuige zouden zijn. Met andere woorden, de Heilige Geest wordt voornamelijk gegeven met het doel het Evangelie te verkondigen.

Natuurlijk is de Geest om allerlei redenen aan ons gegeven, om ons te overtuigen, te troosten, te bemoedigen, te leiden, ons te onderwijzen, enz. Maar de zin “vervuld met de Heilige Geest” verschijnt acht keer, in verschillende vormen, in het Nieuwe Testament en steeds zien we dat deze vervulling leidt tot verbale verkondiging.8 Toen de apostelen vrijgelaten werden door de machthebbers en terugkeerden naar hun geloofsgenoten, verhieven zij hun stem tot God:

En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid (Hand.4:31).

Deze bekrachtiging van alle gelovigen door de Geest om het Evangelie te verkondigen is een voorrecht waar de Oudtestamentische heiligen alleen maar naar verlangd hebben (Joël 2:28-32).9

Dit is zo bijzonder. Jij en ik hebben het voorrecht en de verantwoordelijkheid het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest elke dag te verkondigen! Daarom leeft de Geest in ons. Natuurlijke woorden kunnen het leven van een natuurlijk iemand niet bovennatuurlijk veranderen voor de eeuwigheid. Dit werk kunnen we alleen doen in de kracht van de Heilige Geest.

Ons doel
We kunnen de boodschap van het Evangelie verkondigen, maar alleen de Heilige Geest kan het hart en de gedachten van iemand tot Christus keren. Dat is tenslotte het doel van het Evangelie: mensen overhalen zich te bekeren en in Christus te geloven. Daarom preekte Petrus op de pinksterdag (Hand.2:14-40). Daarom ging Filippus naar de Ethiopische kamerheer (Hand.8:26-40). Daarom nam Paulus de tijd om met de cipier spreken, in plaats van uit de gevangenis te vluchten nadat ze bevrijd waren (Hand.16:25-34). Deze mannen informeerden mensen niet over het Evangelie. Ze overtuigden mensen met het Evangelie.

Evangelisatie moet een oproep tot bekering van zonden en geloof in Christus bevatten. Helaas laten we dit essentiële deel vaak achterwege. Vaak zijn we tevreden met een gesprek over Jezus en wat Hij gedaan heeft, terwijl we het niet afronden door de mensen te laten weten hoe ze moeten reageren. Na de eerste preek van Petrus op de pinksterdag, was de menigte “diep in het hart geraakt” en ze vroegen, “Wat moeten wij doen, mannenbroeders?” (Hand.2:37). Petrus liet hen daar niet naar raden:

Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal. En met veel meer andere woorden legde hij getuigenis af en spoorde hij hen aan met de woorden: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht! (Hand.2:38-40)

Dat is pleiten. In het volgende vers zien we het resultaat: “Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd” (Hand.2:41).

Sommigen schrikken misschien terug van het idee om mensen over te halen, omdat het manipulatief klinkt. Maar dit is een misvatting van Bijbels overtuigen, om minstens twee redenen. Ten eerste, de Heilige Geest voert Gods reddende werk uit. Daarom spreken we niet over manipulatie om een reactie uit te lokken. We verwerpen zulke op de mens gerichte middelen. Ten tweede vereist de urgentie van onze boodschap dat we mensen smeken te reageren. De eeuwigheid staat op het spel. Helaas lijken veel christenen onzeker over deze allerbelangrijkste boodschap.

Douglas Murray schreef hoe hij getroffen werd door de overeenkomsten in verschillende verklaringen van degenen die zich tot de islam bekeerd hadden. Volgens Murray gingen deze verhalen ongeveer als volgt: “Ik had een bepaalde leeftijd bereikt, vaak een jaar of twintig of begin dertig. Ik stond in een nachtclub en ik dacht: het leven moet toch meer zijn dan dit?” Murray merkt op: “Bijna niets in onze cultuur zegt “natuurlijk is dit niet alles.” In plaats daarvan zegt onze cultuur: “Herhaal, herhaal.” In de afwezigheid van zo’n stem gaan ze op zoek en ontdekken de islam.”

Vervolgens vraagt Murray waarom deze zoekers voor de islam kozen en niet voor iets anders. Waarom kozen ze niet voor het christendom bijvoorbeeld? Murray concludeert dat dit komt, omdat de meeste takken van het reguliere christendom hun “vertrouwen zijn kwijtgeraakt in bekeren.” Of we ontkennen het Evangelie, of we zitten er maar wat stil bij, maar het resultaat is hetzelfde: mensen worden niet overgehaald om te geloven.10

Laat het nooit van ons gezegd worden dat we het vertrouwen zijn kwijtgeraakt in het delen van het Evangelie. Onze kracht komt van de Heilige Geest en onze boodschap —juist verkondigd— is zo betrouwbaar als Gods Woord. Laten we daarom moedig en vol liefde mensen overtuigen met het beste nieuws in heel de wereld.

Bekering

De noodzaak om mensen te overtuigen met het Evangelie helpt ons om de twee belangrijkste termen in dit hoofdstuk te verbinden. Evangelisatie moet gericht zijn op bekering. Daarom moeten we weten wat bekering is.

Bekering is de door God bewerkte persoonlijke reactie van individuen op het Evangelie, waarin ze zich afkeren van hun zonde en zichzelf (bekering) en vertrouwen op Jezus als Redder en Heer (geloof).

Aan de hand van deze definitie denken we na over bekering in termen van Gods werk en onze verantwoordelijkheid.

Gods werk
De woorden “door God bewerkt” zijn cruciaal in ons begrip van bekering. Bekering is Gods werk. Dit is een waarheid die vanzelfsprekend voortkomt uit de manier waarop de Schrift ongelovigen beschrijft:

  • slaven van de zonde (Rom.6:17);
  • niet in staat de dingen van God te begrijpen (1Kor.2:14);
  • niet in staat God te gehoorzamen of te behagen (Rom.:7-8);
  • terecht onder Gods toorn (Rom.1:18-23);
  • blind voor het Evangelie (2 Kor.4:3-4);
  • op de vlucht voor God, in plaats van op zoek naar God (Rom.3:10-18);
  • dood in zonde (Ef.2:1);
  • zonder hoop (Ef.2:12).

Kort samengevat: dode mensen kunnen zichzelf niet tot leven brengen. Het leven moet ons gegeven worden. Vanaf het begin tot het einde wordt bekering door God bewerkt. Daarom verzekerde God, toen Hij Zijn volk redding beloofde door een Nieuw Verbond, dat Hij het zou beginnen en zou volbrengen:

Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt (Ezech.36:24-27).

Alleen God kan het hart veranderen. Het is Zijn Geest Die leven geeft. Niet het vermogen, de wijsheid of creativiteit van een mens. Misschien vraag je je nu af wanneer jij dan in beeld komt.

Onze verantwoordelijkheid
Volgens onze definitie is bekering, hoewel door God bewerkt, een persoonlijke reactie van individuen op het Evangelie, waarin ze zich afkeren van hun zonde en zichzelf (bekering) en vertrouwen op Jezus als Redder en Heer (geloof). Deze twee termen, bekering en geloof, zijn onderdeel van de eerste uitnodigingen in de evangeliën: “De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie” (Mark.1:15). Deze termen zijn cruciaal voor ons begrip van bekering.

Je bekeren is het erkennen van je zonden voor een heilige God en daar verdrietig over zijn op zo’n manier dat je je ervan afkeert (2 Kor.7:9-10). God riep daartoe op in Jesaja 45:22: “Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders.” Evenzo zegt Paulus dat in de Thessalonicenzen: “zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen” (1Thess.1:9). Dit is bekering.

Geloven houdt kennis in over Christus, maar gaat verder dan een enkel intellectuele of verstandelijke instemming. Immers, zelfs de demonen geloven, in de zin dat ze Zijn identiteit en autoriteit erkennen (Jak.2:19). Het geloof dat redt, omvat vertrouwen en steunen op Christus en Zijn volbrachte werk (zie het vorige hoofdstuk voor een volledige definitie van het Evangelie).

Bekeren en geloof hebben niet dezelfde betekenis, maar het is belangrijk dat we ze niet van elkaar scheiden als onderdeel van onze reactie op God. Soms wordt geloof gebruikt om de verandering te beschrijven (Hand.11:17;14:23;16:31), terwijl op andere momenten alleen bekering genoemd wordt (Hand.2:38;3:19;5:31; 8:22; 17:30; 26:2). Soms worden beide termen gebruikt: “Ik heb zowel tegenover Joden als Grieken getuigd van de bekering tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus” (Hand.20:21). Degene die zich bekeert, gelooft. En degene die echt gelooft, bekeert zich van zijn zonden. Geloof en bekering zijn twee kanten van dezelfde munt.

Het feit dat de verandering geloof en bekering omvat, houdt in dat bekering noodzakelijkerwijs onderwerping aan Christus’ heerschappij inhoudt. We kunnen Christus’ redding niet ontvangen en blijven doorleven op dezelfde zondige weg van opstand. Dat zou geloof zonder bekering zijn. We vertrouwen op Christus als Redder en onderwerpen onszelf aan Hem als Heer: “Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u gered worden” (Rom.10:9). Voor de duidelijkheid: als we Jezus volgen als Heer, betekent dat niet dat we onmiddellijk nooit meer zondigen, in de verste verte niet! Echte christenen belijden hun zonden en bekeren zich dagelijks (1Joh.1:8-2:2).

Als christen hebben we, echter, niet langer plezier in de zonde, omdat Gods Heilige Geest ons overtuigt van zonde en ons eraan herinnert dat we een nieuwe Meester hebben. Redding houdt in dat we tot Jezus komen als de Redder, Die voor onze zonden stierf en dat we ons onderwerpen aan Hem als de Heer Die over ons heerst.

Sommige mensen horen van de noodzaak zich te bekeren en zich te onderwerpen aan Christus’ heerschappij en maken zich zorgen dat dit Gods rol in de redding ondermijnt. Want, zoals we al vastgesteld hadden, was bekering niet “door God bewerkt”? Hoewel het waar is dat we op God moeten reageren met bekering, is zelfs deze reactie een geschenk van God. Let op de vetgedrukte woorden hieronder voor de nadruk:

Ik heb zeker gehoord dat Efraïm zichzelf beklaagt: U hebt mij gestraft, ik ben gestraft als een ongetemd kalf. Bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn, want U bent de HEERE, mijn God (Jer.31:8).

HEERE, bekeer ons tot U, dan zullen wij bekeerd zijn! Vernieuw onze dagen als vanouds (Klaagl.5:21).

Deze Jezus heeft God door Zijn rechterhand  verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël bekering te geven en vergeving van zonden (Hand.5:31).

En toen zij dit hoorden, waren zij gerustgesteld, en zij verheerlijkten God en zeiden: Zo heeft God dus ook aan de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt (Hand.11:18).

Hij moet met zachtmoedigheid hen onderwijzen die zich verzetten. Misschien geeft God hun eens bekering, zodat zij tot erkenning van de waarheid komen (2Tim.2:25).

Bekering is duidelijk een werk van Gods genade in ons. Maar hoe zit dat met geloof? Is dat iets wat wij in onszelf moeten oproepen? Volgens de onderstaande verzen is geloof ook een geschenk:

Toen zij daar aangekomen waren, riepen zij de gemeente bijeen en deden er verslag van wat voor grote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij voor de heidenen de deur van het geloof geopend had (Hand.14:27).

Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen (Ef.2:8-9).

Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. (Filipp.1:29).

Wanneer God ons het nieuwe leven geeft in Christus, opent Hij ons hart om het Evangelie te geloven.

Implicaties, verhelderingen en vragen

In het licht van onze definities van evangelisatie en bekering wil ik je twee implicaties geven, drie verduidelijkingen en twee vragen.

Implicaties
Allereerst moet het Evangelie aan iedereen verkondigd worden, voordat iemand bekeerd kan worden. Niemand kan gered worden zonder het Evangelie te ontvangen, te begrijpen en het te geloven. Dit maakt de taak van evangelisatie erg dringend. God heeft onze monden en de woorden die we spreken (gesproken en geschreven), bestemd als het middel waardoor het Evangelie verkondigd wordt (Rom.10:14-17). Mensen zullen alleen bekeerd worden als ze het Evangelie horen.

Ten tweede is de inhoud van de boodschap van belang. Het is absoluut essentieel dat we de boodschap zuiver hebben, zeker in het licht van de vervormingen van het Evangelie in onze eigen context en over de hele wereld. Elk “Evangelie” dat de fundamentele waarheden van het Evangelie (zie hoofdstuk 1) ontkent of verzwakt, is niet Bijbels en leidt niet tot Bijbelse bekering. Daarom moeten we het Evangelie duidelijk communiceren in een taal die de verlorenen kunnen begrijpen.

Verduidelijkingen
Misschien heb je nog steeds vragen over de aard van bekering. Gebeurt het plotseling? Weet ik het als het gebeurd is? Is het tijdelijk of permanent? Een paar verduidelijkingen zijn dus nuttig.

Allereerst, bekering is radicaal. De Bijbel gebruikt extreme taal om bekering te omschrijven. Iemand die bekeerd is, is gestorven aan alles wat hij eens was en heeft nieuw leven gekregen in Christus. Hij/zij is gekruisigd met Christus (Gal.2:20), is een nieuwe schepping (2Kor.5:17), is opnieuw geboren (Joh.3:3). Bekering tot Christus is niet vaag of oppervlakkig.

Ten tweede, bekering is waarneembaar. Hoewel niet één gelovige in dit leven volmaaktheid bereikt, is een bekeerd iemand veranderd. Dit is vooral duidelijk in het geloof van de christen in het Evangelie, de liefde voor Gods volk en de groei in heiligheid. Het idee dat iemand tot Christus kan komen en hetzelfde blijft, is Bijbels praktisch ondenkbaar. Maar hoe zit dat met degenen die beweren dat ze christen zijn, terwijl hun leven geen relatie met Christus afspiegelt? Zijn zij gered of niet? Kan iemand zeker zijn van zijn redding? Dit leidt naar de derde verduidelijking.

Ten derde, bekering is permanent. God verliest nooit iemand die echt bekeerd is (Joh.10:30). Hoewel het waar is dat er sommigen zijn die voor een tijd geloven en daarna afvallen, laat hun afval van het geloof zien dat ze nooit echt bekeerd waren (1Joh.2:19). Terwijl God alleen de toestand kent van iemands hart, is het noch Bijbels, noch veilig aan te nemen dat iemand bekeerd is als diegene het geloof is afgevallen, geen tekenen van wedergeboorte toont, of vrijwillig de gemeenschap met het lichaam van Christus heeft verlaten. Wat hij in het verleden ook gezegd of gedaan heeft.

Vragen
Deze onderhandeling over evangelisatie en bekering moet ons leiden tot een aantal vragen.

Allereerst, ken je Christus? Ik vraag je niet of je wel eens een gebed gebeden hebt, in de gemeente naar voren bent gekomen, een kaart ondertekend hebt of in het verleden lid geweest bent van een gemeente. Wat ik je vraag is, ken je Jezus? Heb je je door Gods genade afgekeerd van je zonden en jezelf. Vertrouw je op Christus als de Redder en Heer van je leven? Zo niet, wil je dat nu doen?

Ten tweede, verkondig je Christus? Dit klinkt eenvoudig, maar het lijkt erop dat er maar weinig christenen zijn die dat doen. Christen, je hebt de Geest van God in je (Hand.2). Verkondig dan het Evangelie! Vertel mensen het goede nieuws! Zo worden zij discipelen van Christus!

Discussievragen

  1. “Ik probeer niemand te beledigen. Daarom deel ik het Evangelie door de manier waarop ik leef.” Wat is er mis met deze benadering van evangelisatie?
  2. Wat maakt het zo verleidelijk sommige aspecten van het Evangelie weg te laten? Wat is het gevaar als we mensen niet alle belangrijke elementen van het Evangelie vertellen?
  3. Wat is de rol van de Heilige Geest in evangelisatie en bekering? Wat is onze rol?
  4. Wat is het verschil tussen het presenteren van het Evangelie en het gericht overtuigen van mensen om zich te bekeren en te geloven? Wat is het verschil tussen manipuleren en overtuigen?
  5. Noem drie ongelovigen met wie je regelmatig contact hebt. Hoe kun je bewust het Evangelie met hen delen? Wees specifiek.

Jaren geleden las ik een onderzoek waarin stond dat het grootste deel van de Amerikanen zich als christen identificeert. Maar, van deze christenen was minder dan de helft wekelijks betrokken bij een gemeente, minder dan de helft geloofde dat de Bijbel correct was en een overgrote meerderheid had geen Bijbels beeld van de wereld om hen heen. Maar dat was nog niet het ergste.

Onderzoekers groeven dieper om erachter te komen hoevelen zich omschreven als “wedergeboren christenen” (alsof er nog andere soorten zijn). Dit waren de mensen die zich persoonlijk aan Jezus hadden toegewijd en geloofden dat ze naar de hemel gingen, omdat ze Jezus als hun Redder hadden aangenomen. Bijna de helft van de Amerikanen viel in die categorie. Maar toch ontdekten deze onderzoekers dat de overtuigingen en levensstijlen van degenen in deze groep “wedergeboren christenen” vrijwel niet te onderscheiden waren van de wereld om hen heen. Bijvoorbeeld, veel “wedergeboren christenen” geloofden dat ze door hun werken een plek in de hemel konden verdienen. Anderen dachten dat moslims en christenen dezelfde God aanbaden. Sommigen dachten dat Jezus zondigde toen Hij als mens op aarde was. Een steeds groter aantal “wedergeboren christenen” omschreef zichzelf als enigszins toegewijd aan Jezus. Wat moeten we met zulke statistieken?7

Sommigen hebben aan de hand van deze data geconcludeerd dat christenen in werkelijkheid niet zo verschillend zijn van de rest van de wereld. Maar ik denk dat die interpretatie van het onderzoek niet juist is. Iets wat in deze statistieken overduidelijk is, is dat er in onze cultuur veel mensen misleid zijn. Ja, er zijn veel mensen, zowel hier als over de hele wereld, die zich cultureel identificeren als christenen, maar Bijbels gezien geen volgelingen zijn van Jezus.

Is dat mogelijk? Volgens Jezus is het zelfs waarschijnlijk:

Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan?  Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! (Matt.7:21-23)

Jezus zei dat er op de laatste dag velen zullen zijn die er geschrokken achter zullen komen dat ze, hoewel ze dachten dat hun eeuwigheid veilig was, uiteindelijk misleid waren. Ze zullen voor Jezus staan op de laatste dag en Hem horen zeggen: “Ik heb je nooit gekend.” Daarom moet een ieder van ons willen weten: hoe leiden we mensen tot echte kennis van Christus? Dat is evangelisatie. Wat betekent het Bijbels een volgeling van Jezus Christus te worden. Dat is bekering.

Hoe we evangelisatie zien beïnvloedt de manier waarop we ongelovigen benaderen die, net zoals wij, de eeuwigheid in de hemel of in de hel moeten doorbrengen. Zo heeft ook ons begrip van bekering gevolgen voor de manier waarop we onze taak van evangelisatie uitvoeren en hoe we de geestelijke toestand beoordelen van degenen die we dienen. Een Bijbels beeld van bekering is voor ons cruciaal om zeker te weten of we eeuwig leven hebben. Als het daarom om evangelisatie en bekering gaat, kunnen we het ons niet veroorloven te denken wat de meeste van onze christelijke vrienden denken of te doen wat in onze eigen ogen eerlijk en goed lijkt. We moeten zien wat Gods Woord zegt om deze concepten, die van cruciaal belang zijn, te begrijpen.

Evangelisatie

We beginnen met een definitie van evangelisatie en zullen deze definitie vervolgens aan de hand van de Bijbel uitleggen.

Evangelisatie is de verkondiging van het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest met als doel mensen te overtuigen zich te bekeren en in Christus te geloven.

Eén van de beste plekken waar we deze waarheid zien is in Jezus’ laatste woorden, voordat Hij opvoer tot aan de rechterhand van de Vader. Hij gaf Zijn discipelen een beknopte samenvatting van hun missie:

Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde (Hand.1:8).

Op grond van Christus’ woorden in dit gedeelte zullen we het concept van evangelisatie overdenken in termen van onze rol, onze boodschap, onze kracht en ons doel.

Onze rol
Het eerste sleutelwoord voor een Bijbels begrip van evangelisatie is verkondiging. Dit is gebaseerd op het feit dat Jezus zei dat Zijn discipelen “getuigen” zouden zijn (Hand.1:8). Evangelisatie houdt altijd verkondiging in. Altijd wordt de boodschap van het Evangelie gecommuniceerd in een taal die zij die verloren zijn, kunnen begrijpen. Helaas is dit één van de gebieden waar de gemeente, zeker in onze cultuur, evangelisatie helemaal verkeerd begrepen heeft.

Sommigen beweren dat ze met hun leven getuigen of door een goed iemand te zijn of door elke dag te glimlachen. Ik hoop dat dit zeker zo is. Maar Jezus vertelde Zijn discipelen niet dat ze de kracht van de Heilige Geest zouden ontvangen om naar mensen te glimlachen. Nee, Jezus gaf de kracht van de Heilige Geest, zodat we zouden spreken. Dat doet een getuige!

Het concept van getuigen komt van het Griekse woord martureo, waar we ook het woord “martelaar” van hebben. De discipelen verloren hun leven niet, omdat ze vriendelijk waren. Ze verloren hun leven, omdat ze spraken. Christenen verliezen vandaag over de hele wereld hun leven, niet omdat ze glimlachen en goede dingen doen. Ze verliezen hun leven, omdat ze het Evangelie verkondigen.

Als we verkondigen, moeten we een taal gebruiken die zij die verloren zijn, begrijpen. In onze eigen cultuur betekent dit dat we niet kunnen steunen op christelijke clichés. Ook kunnen we niet aannemen dat vertrouwde theologische termen als zonde, redding, oordeel goed begrepen zullen worden. In plaats daarvan moeten we deze Bijbelse concepten duidelijk en zorgvuldig uitleggen op manieren die ongelovigen kunnen begrijpen. Als we in een andere cultuur komen, zullen we het Evangelie moeten verkondigen aan hen die een andere taal spreken. Dit is de belangrijkste reden waarom zoveel zendelingen over de hele wereld zo hard werken om de taal te leren, zodat ze het Evangelie kunnen communiceren op een manier die begrijpelijk is voor degenen in een ander cultuur.

Onze boodschap
De verkondiging zal niet veel uitwerken, als we niet de juiste boodschap verkondigen. Volgens onze definitie is evangelisatie de verkondiging van het Evangelie. Zoals we in het vorige hoofdstuk zagen, omvat het Evangelie de volledige boodschap van de heiligheid en liefde van God, de zondigheid van ieder mens, het verzoenende offer en de overwinnende opstanding van Jezus en de noodzaak van bekering en geloof. Helaas is veel wat in onze hedendaagse gemeenten doorgaat als het Evangelie, Evangelie-light of zelfs Evangelieloos.

Gewoon een gesprek over God met iemand, zonder dat je Jezus noemt of de noodzaak tot bekering en geloof in Hem, is geen evangelisatie. Ook is het nog niet per se evangelisatie als Jezus genoemd wordt in het gesprek. Jehova’s Getuigen en Mormonen gaan van deur tot deur om het over Jezus te hebben, maar zij delen niet het Goede Nieuws. Ze delen slecht nieuws, want ze geloven dat we Gods gunst moeten verdienen. Zo’n boodschap is vernietigend. Denk aan onze samenvatting van het Evangelie aan het einde van hoofdstuk 1:

Het Evangelie is het goede nieuws dat de enige ware God, de rechtvaardige en genadige Schepper van het universum, omgezien heeft naar hopeloos zondige mannen en vrouwen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden heeft, God in het vlees, om Zijn toorn over de zonde te dragen. Hij stierf plaatsvervangend aan het kruis en toonde Zijn macht over de zonde en de dood in de opstanding uit het graf. Iedereen die zich van zijn zonde afkeert en alleen op Jezus vertrouwt als de Redder en Heer, zal eeuwig met God verzoend worden.

Misschien kunnen we niet iedere keer als we het Evangelie delen elk aspect van deze definitie behandelen, maar dat maakt gesprekken niet waardeloos. We kunnen verschillende elementen van het Evangelie delen zoals God ons daar de mogelijkheid voor geeft. Maar uiteindelijk moeten we deze kernwaarheden van het Evangelie samenbrengen voor degenen die Christus niet kennen en hen uitnodigen om te reageren.

Onze kracht
Het delen van het Evangelie is dan misschien onze verantwoordelijkheid, maar het is een bovennatuurlijke activiteit. Daarom specificeert onze definitie hierboven dat evangelisatie gedaan wordt “in de kracht van de Heilige Geest”. In Handelingen 1:8 vertelde Jezus Zijn discipelen dat ze kracht zouden ontvangen van de Heilige Geest, met als gevolg dat ze Zijn getuige zouden zijn. Met andere woorden, de Heilige Geest wordt voornamelijk gegeven met het doel het Evangelie te verkondigen.

Natuurlijk is de Geest om allerlei redenen aan ons gegeven, om ons te overtuigen, te troosten, te bemoedigen, te leiden, ons te onderwijzen, enz. Maar de zin “vervuld met de Heilige Geest” verschijnt acht keer, in verschillende vormen, in het Nieuwe Testament en steeds zien we dat deze vervulling leidt tot verbale verkondiging.8 Toen de apostelen vrijgelaten werden door de machthebbers en terugkeerden naar hun geloofsgenoten, verhieven zij hun stem tot God:

En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid (Hand.4:31).

Deze bekrachtiging van alle gelovigen door de Geest om het Evangelie te verkondigen is een voorrecht waar de Oudtestamentische heiligen alleen maar naar verlangd hebben (Joël 2:28-32).9

Dit is zo bijzonder. Jij en ik hebben het voorrecht en de verantwoordelijkheid het Evangelie in de kracht van de Heilige Geest elke dag te verkondigen! Daarom leeft de Geest in ons. Natuurlijke woorden kunnen het leven van een natuurlijk iemand niet bovennatuurlijk veranderen voor de eeuwigheid. Dit werk kunnen we alleen doen in de kracht van de Heilige Geest.

Ons doel
We kunnen de boodschap van het Evangelie verkondigen, maar alleen de Heilige Geest kan het hart en de gedachten van iemand tot Christus keren. Dat is tenslotte het doel van het Evangelie: mensen overhalen zich te bekeren en in Christus te geloven. Daarom preekte Petrus op de pinksterdag (Hand.2:14-40). Daarom ging Filippus naar de Ethiopische kamerheer (Hand.8:26-40). Daarom nam Paulus de tijd om met de cipier spreken, in plaats van uit de gevangenis te vluchten nadat ze bevrijd waren (Hand.16:25-34). Deze mannen informeerden mensen niet over het Evangelie. Ze overtuigden mensen met het Evangelie.

Evangelisatie moet een oproep tot bekering van zonden en geloof in Christus bevatten. Helaas laten we dit essentiële deel vaak achterwege. Vaak zijn we tevreden met een gesprek over Jezus en wat Hij gedaan heeft, terwijl we het niet afronden door de mensen te laten weten hoe ze moeten reageren. Na de eerste preek van Petrus op de pinksterdag, was de menigte “diep in het hart geraakt” en ze vroegen, “Wat moeten wij doen, mannenbroeders?” (Hand.2:37). Petrus liet hen daar niet naar raden:

Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal. En met veel meer andere woorden legde hij getuigenis af en spoorde hij hen aan met de woorden: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht! (Hand.2:38-40)

Dat is pleiten. In het volgende vers zien we het resultaat: “Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd” (Hand.2:41).

Sommigen schrikken misschien terug van het idee om mensen over te halen, omdat het manipulatief klinkt. Maar dit is een misvatting van Bijbels overtuigen, om minstens twee redenen. Ten eerste, de Heilige Geest voert Gods reddende werk uit. Daarom spreken we niet over manipulatie om een reactie uit te lokken. We verwerpen zulke op de mens gerichte middelen. Ten tweede vereist de urgentie van onze boodschap dat we mensen smeken te reageren. De eeuwigheid staat op het spel. Helaas lijken veel christenen onzeker over deze allerbelangrijkste boodschap.

Douglas Murray schreef hoe hij getroffen werd door de overeenkomsten in verschillende verklaringen van degenen die zich tot de islam bekeerd hadden. Volgens Murray gingen deze verhalen ongeveer als volgt: “Ik had een bepaalde leeftijd bereikt, vaak een jaar of twintig of begin dertig. Ik stond in een nachtclub en ik dacht: het leven moet toch meer zijn dan dit?” Murray merkt op: “Bijna niets in onze cultuur zegt “natuurlijk is dit niet alles.” In plaats daarvan zegt onze cultuur: “Herhaal, herhaal.” In de afwezigheid van zo’n stem gaan ze op zoek en ontdekken de islam.”

Vervolgens vraagt Murray waarom deze zoekers voor de islam kozen en niet voor iets anders. Waarom kozen ze niet voor het christendom bijvoorbeeld? Murray concludeert dat dit komt, omdat de meeste takken van het reguliere christendom hun “vertrouwen zijn kwijtgeraakt in bekeren.” Of we ontkennen het Evangelie, of we zitten er maar wat stil bij, maar het resultaat is hetzelfde: mensen worden niet overgehaald om te geloven.10

Laat het nooit van ons gezegd worden dat we het vertrouwen zijn kwijtgeraakt in het delen van het Evangelie. Onze kracht komt van de Heilige Geest en onze boodschap —juist verkondigd— is zo betrouwbaar als Gods Woord. Laten we daarom moedig en vol liefde mensen overtuigen met het beste nieuws in heel de wereld.

Bekering

De noodzaak om mensen te overtuigen met het Evangelie helpt ons om de twee belangrijkste termen in dit hoofdstuk te verbinden. Evangelisatie moet gericht zijn op bekering. Daarom moeten we weten wat bekering is.

Bekering is de door God bewerkte persoonlijke reactie van individuen op het Evangelie, waarin ze zich afkeren van hun zonde en zichzelf (bekering) en vertrouwen op Jezus als Redder en Heer (geloof).

Aan de hand van deze definitie denken we na over bekering in termen van Gods werk en onze verantwoordelijkheid.

Gods werk
De woorden “door God bewerkt” zijn cruciaal in ons begrip van bekering. Bekering is Gods werk. Dit is een waarheid die vanzelfsprekend voortkomt uit de manier waarop de Schrift ongelovigen beschrijft:

  • slaven van de zonde (Rom.6:17);
  • niet in staat de dingen van God te begrijpen (1Kor.2:14);
  • niet in staat God te gehoorzamen of te behagen (Rom.:7-8);
  • terecht onder Gods toorn (Rom.1:18-23);
  • blind voor het Evangelie (2 Kor.4:3-4);
  • op de vlucht voor God, in plaats van op zoek naar God (Rom.3:10-18);
  • dood in zonde (Ef.2:1);
  • zonder hoop (Ef.2:12).

Kort samengevat: dode mensen kunnen zichzelf niet tot leven brengen. Het leven moet ons gegeven worden. Vanaf het begin tot het einde wordt bekering door God bewerkt. Daarom verzekerde God, toen Hij Zijn volk redding beloofde door een Nieuw Verbond, dat Hij het zou beginnen en zou volbrengen:

Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt (Ezech.36:24-27).

Alleen God kan het hart veranderen. Het is Zijn Geest Die leven geeft. Niet het vermogen, de wijsheid of creativiteit van een mens. Misschien vraag je je nu af wanneer jij dan in beeld komt.

Onze verantwoordelijkheid
Volgens onze definitie is bekering, hoewel door God bewerkt, een persoonlijke reactie van individuen op het Evangelie, waarin ze zich afkeren van hun zonde en zichzelf (bekering) en vertrouwen op Jezus als Redder en Heer (geloof). Deze twee termen, bekering en geloof, zijn onderdeel van de eerste uitnodigingen in de evangeliën: “De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie” (Mark.1:15). Deze termen zijn cruciaal voor ons begrip van bekering.

Je bekeren is het erkennen van je zonden voor een heilige God en daar verdrietig over zijn op zo’n manier dat je je ervan afkeert (2 Kor.7:9-10). God riep daartoe op in Jesaja 45:22: “Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders.” Evenzo zegt Paulus dat in de Thessalonicenzen: “zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen” (1Thess.1:9). Dit is bekering.

Geloven houdt kennis in over Christus, maar gaat verder dan een enkel intellectuele of verstandelijke instemming. Immers, zelfs de demonen geloven, in de zin dat ze Zijn identiteit en autoriteit erkennen (Jak.2:19). Het geloof dat redt, omvat vertrouwen en steunen op Christus en Zijn volbrachte werk (zie het vorige hoofdstuk voor een volledige definitie van het Evangelie).

Bekeren en geloof hebben niet dezelfde betekenis, maar het is belangrijk dat we ze niet van elkaar scheiden als onderdeel van onze reactie op God. Soms wordt geloof gebruikt om de verandering te beschrijven (Hand.11:17;14:23;16:31), terwijl op andere momenten alleen bekering genoemd wordt (Hand.2:38;3:19;5:31; 8:22; 17:30; 26:2). Soms worden beide termen gebruikt: “Ik heb zowel tegenover Joden als Grieken getuigd van de bekering tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus” (Hand.20:21). Degene die zich bekeert, gelooft. En degene die echt gelooft, bekeert zich van zijn zonden. Geloof en bekering zijn twee kanten van dezelfde munt.

Het feit dat de verandering geloof en bekering omvat, houdt in dat bekering noodzakelijkerwijs onderwerping aan Christus’ heerschappij inhoudt. We kunnen Christus’ redding niet ontvangen en blijven doorleven op dezelfde zondige weg van opstand. Dat zou geloof zonder bekering zijn. We vertrouwen op Christus als Redder en onderwerpen onszelf aan Hem als Heer: “Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u gered worden” (Rom.10:9). Voor de duidelijkheid: als we Jezus volgen als Heer, betekent dat niet dat we onmiddellijk nooit meer zondigen, in de verste verte niet! Echte christenen belijden hun zonden en bekeren zich dagelijks (1Joh.1:8-2:2).

Als christen hebben we, echter, niet langer plezier in de zonde, omdat Gods Heilige Geest ons overtuigt van zonde en ons eraan herinnert dat we een nieuwe Meester hebben. Redding houdt in dat we tot Jezus komen als de Redder, Die voor onze zonden stierf en dat we ons onderwerpen aan Hem als de Heer Die over ons heerst.

Sommige mensen horen van de noodzaak zich te bekeren en zich te onderwerpen aan Christus’ heerschappij en maken zich zorgen dat dit Gods rol in de redding ondermijnt. Want, zoals we al vastgesteld hadden, was bekering niet “door God bewerkt”? Hoewel het waar is dat we op God moeten reageren met bekering, is zelfs deze reactie een geschenk van God. Let op de vetgedrukte woorden hieronder voor de nadruk:

Ik heb zeker gehoord dat Efraïm zichzelf beklaagt: U hebt mij gestraft, ik ben gestraft als een ongetemd kalf. Bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn, want U bent de HEERE, mijn God (Jer.31:8).

HEERE, bekeer ons tot U, dan zullen wij bekeerd zijn! Vernieuw onze dagen als vanouds (Klaagl.5:21).

Deze Jezus heeft God door Zijn rechterhand  verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël bekering te geven en vergeving van zonden (Hand.5:31).

En toen zij dit hoorden, waren zij gerustgesteld, en zij verheerlijkten God en zeiden: Zo heeft God dus ook aan de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt (Hand.11:18).

Hij moet met zachtmoedigheid hen onderwijzen die zich verzetten. Misschien geeft God hun eens bekering, zodat zij tot erkenning van de waarheid komen (2Tim.2:25).

Bekering is duidelijk een werk van Gods genade in ons. Maar hoe zit dat met geloof? Is dat iets wat wij in onszelf moeten oproepen? Volgens de onderstaande verzen is geloof ook een geschenk:

Toen zij daar aangekomen waren, riepen zij de gemeente bijeen en deden er verslag van wat voor grote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij voor de heidenen de deur van het geloof geopend had (Hand.14:27).

Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen (Ef.2:8-9).

Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. (Filipp.1:29).

Wanneer God ons het nieuwe leven geeft in Christus, opent Hij ons hart om het Evangelie te geloven.

Implicaties, verhelderingen en vragen

In het licht van onze definities van evangelisatie en bekering wil ik je twee implicaties geven, drie verduidelijkingen en twee vragen.

Implicaties
Allereerst moet het Evangelie aan iedereen verkondigd worden, voordat iemand bekeerd kan worden. Niemand kan gered worden zonder het Evangelie te ontvangen, te begrijpen en het te geloven. Dit maakt de taak van evangelisatie erg dringend. God heeft onze monden en de woorden die we spreken (gesproken en geschreven), bestemd als het middel waardoor het Evangelie verkondigd wordt (Rom.10:14-17). Mensen zullen alleen bekeerd worden als ze het Evangelie horen.

Ten tweede is de inhoud van de boodschap van belang. Het is absoluut essentieel dat we de boodschap zuiver hebben, zeker in het licht van de vervormingen van het Evangelie in onze eigen context en over de hele wereld. Elk “Evangelie” dat de fundamentele waarheden van het Evangelie (zie hoofdstuk 1) ontkent of verzwakt, is niet Bijbels en leidt niet tot Bijbelse bekering. Daarom moeten we het Evangelie duidelijk communiceren in een taal die de verlorenen kunnen begrijpen.

Verduidelijkingen
Misschien heb je nog steeds vragen over de aard van bekering. Gebeurt het plotseling? Weet ik het als het gebeurd is? Is het tijdelijk of permanent? Een paar verduidelijkingen zijn dus nuttig.

Allereerst, bekering is radicaal. De Bijbel gebruikt extreme taal om bekering te omschrijven. Iemand die bekeerd is, is gestorven aan alles wat hij eens was en heeft nieuw leven gekregen in Christus. Hij/zij is gekruisigd met Christus (Gal.2:20), is een nieuwe schepping (2Kor.5:17), is opnieuw geboren (Joh.3:3). Bekering tot Christus is niet vaag of oppervlakkig.

Ten tweede, bekering is waarneembaar. Hoewel niet één gelovige in dit leven volmaaktheid bereikt, is een bekeerd iemand veranderd. Dit is vooral duidelijk in het geloof van de christen in het Evangelie, de liefde voor Gods volk en de groei in heiligheid. Het idee dat iemand tot Christus kan komen en hetzelfde blijft, is Bijbels praktisch ondenkbaar. Maar hoe zit dat met degenen die beweren dat ze christen zijn, terwijl hun leven geen relatie met Christus afspiegelt? Zijn zij gered of niet? Kan iemand zeker zijn van zijn redding? Dit leidt naar de derde verduidelijking.

Ten derde, bekering is permanent. God verliest nooit iemand die echt bekeerd is (Joh.10:30). Hoewel het waar is dat er sommigen zijn die voor een tijd geloven en daarna afvallen, laat hun afval van het geloof zien dat ze nooit echt bekeerd waren (1Joh.2:19). Terwijl God alleen de toestand kent van iemands hart, is het noch Bijbels, noch veilig aan te nemen dat iemand bekeerd is als diegene het geloof is afgevallen, geen tekenen van wedergeboorte toont, of vrijwillig de gemeenschap met het lichaam van Christus heeft verlaten. Wat hij in het verleden ook gezegd of gedaan heeft.

Vragen
Deze onderhandeling over evangelisatie en bekering moet ons leiden tot een aantal vragen.

Allereerst, ken je Christus? Ik vraag je niet of je wel eens een gebed gebeden hebt, in de gemeente naar voren bent gekomen, een kaart ondertekend hebt of in het verleden lid geweest bent van een gemeente. Wat ik je vraag is, ken je Jezus? Heb je je door Gods genade afgekeerd van je zonden en jezelf. Vertrouw je op Christus als de Redder en Heer van je leven? Zo niet, wil je dat nu doen?

Ten tweede, verkondig je Christus? Dit klinkt eenvoudig, maar het lijkt erop dat er maar weinig christenen zijn die dat doen. Christen, je hebt de Geest van God in je (Hand.2). Verkondig dan het Evangelie! Vertel mensen het goede nieuws! Zo worden zij discipelen van Christus!


Discussievragen

  1. “Ik probeer niemand te beledigen. Daarom deel ik het Evangelie door de manier waarop ik leef.” Wat is er mis met deze benadering van evangelisatie?
  2. Wat maakt het zo verleidelijk sommige aspecten van het Evangelie weg te laten? Wat is het gevaar als we mensen niet alle belangrijke elementen van het Evangelie vertellen?
  3. Wat is de rol van de Heilige Geest in evangelisatie en bekering? Wat is onze rol?
  4. Wat is het verschil tussen het presenteren van het Evangelie en het gericht overtuigen van mensen om zich te bekeren en te geloven? Wat is het verschil tussen manipuleren en overtuigen?
  5. Noem drie ongelovigen met wie je regelmatig contact hebt. Hoe kun je bewust het Evangelie met hen delen? Wees specifiek.