Het Evangelie is het goede nieuws dat de enige ware God, de rechtvaardige en genadige Schepper van het universum, omgezien heeft naar hopeloos zondige mannen en vrouwen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden, God in het vlees, om Zijn toorn over de zonde te dragen. Hij stierf plaatsvervangend aan het kruis en toonde Zijn macht over de zonde en de dood in de opstanding uit het graf. Iedereen die zich van zijn zonde afkeert en alleen op Jezus vertrouwt als de Redder en Heer, zal eeuwig met God verzoend worden.
Het Evangelie is het goede nieuws dat de enige ware God, de rechtvaardige en genadige Schepper van het universum, omgezien heeft naar hopeloos zondige mannen en vrouwen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden, God in het vlees, om Zijn toorn over de zonde te dragen. Hij stierf plaatsvervangend aan het kruis en toonde Zijn macht over de zonde en de dood in de opstanding uit het graf. Iedereen die zich van zijn zonde afkeert en alleen op Jezus vertrouwt als de Redder en Heer, zal eeuwig met God verzoend worden.
De eerste term, het Evangelie, is de belangrijkste. We willen de inhoud van deze term niet als bekend veronderstellen, want zonder een juiste kijk op het Evangelie heeft de gemeente geen missie, geen goed nieuws om te verkondigen. Wat zo tragisch is, er worden tegenwoordig zoveel valse Evangeliën verkondigd. Wanneer echter het Bijbelse Evangelie trouw verkondigd wordt, delen we de “kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft” (Rom.1:16). Wat een verantwoordelijkheid en wat een voorrecht!
De Bijbel bevat rijke beelden en gevarieerde beschrijvingen van het Evangelie. Het is daarom moeilijk elk aspect van het Evangelie in één hoofdstuk te behandelen. Tegelijkertijd zijn er een aantal waarheden die de kern van het Evangelie vormen. In dit hoofdstuk wil ik de volgende zes fundamentele waarheden van ons geloof en de missie van de gemeente behandelen:
-
- Gods karakter
- Overtreding en zonde
- Christus’ volbrachte werk
- Onze persoonlijke reactie
- De dringende eeuwigheid
- Levensverandering
We zullen deze kernwaarheden overdenken aan de hand van Efeze 2:1-10. Hier zien we, in tien verzen, de schoonheid van het Evangelie, en ook de implicaties van het Evangelie voor ons leven, onze gemeenten en onze missie in deze wereld.
Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u gered – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade bent u gered, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen (Ef.2:1-10, EV).
We beginnen deze beknopte samenvatting van het Evangelie door de apostel Paulus, waar het Evangelie begint en eindigt: met God.
1. Gods karakter
Het Evangelie stelt God in het middelpunt. Paulus begint door de zondigheid van de mens te benadrukken, maar dit gedeelte kantelt bij vers 4: “Maar God, Die rijk is in barmhartigheid…” Let op alles wat God gedaan heeft in dit gedeelte:
- Hij heeft ons gered vanwege Zijn grote liefde (vers 5);
- Hij heeft ons met Christus levend gemaakt (vers 5);
- Hij heeft ons met Hem opgewekt (vers 6);
- Hij heeft ons in Christus in de hemelse gewesten gezet (vers 6);
- Hij heeft zich voorgenomen om ons in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade te bewijzen (vers 7).
God is duidelijk Degene Die handelt. Wij, aan de andere kant, zijn vooral passief. Wij hebben onszelf niet gered, maar we zijn gered (vers 5,8). Dit is ons van buitenaf overkomen. Ja, deze redding komt door het geloof, maar om het punt niet te missen, legt Paulus de nadruk op Gods rol: “en dat niet uit u, het is de gave van God” (vers 8).
God redt ons en Hij doet dat op grond van Zijn karakter. Verschillende aspecten van Zijn karakter zien we in Efeze 2:1-10: Zijn heiligheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid, toorn, liefde, genade, enz. Maar deze eigenschappen lijken te botsen: Gods toorn wordt hier in één adem genoemd met Gods barmhartigheid en grote liefde (vers 3-4). Hoewel we soms de neiging hebben bepaalde eigenschappen van God te minimaliseren, vereist trouw aan het Evangelie een volledige en Bijbelse beschrijving van Gods karakter.
We moeten zowel Zijn liefde als Zijn toorn verkondigen. We moeten zowel Zijn gerechtigheid als Zijn genade verkondigen. We mogen nooit vergeten Zijn absolute, onvervalste heiligheid te verkondigen, zodat ze God zullen vrezen als ze hun vertrouwen op Hem stellen. Als we een heerlijk beeld hebben van God, zullen we een heerlijk beeld hebben van het Evangelie. Maar als we een gering beeld hebben van God, zullen we ook een gering beeld hebben van het Evangelie.
Er is dan zelfs het gevaar dat we God zien als het middel tot één of ander doel. Tegenwoordig wordt er een (zogenaamd) Evangelie aangeprezen dat God misbruikt als een middel tot werelds plezier. “Geloof in God,” zeggen ze, “en je kunt krijgen wat je wilt.” Soms wordt dit het welvaartsevangelie genoemd en het verspreidt zich snel in Amerika, Afrika en Azië. We moeten dit valse Evangelie tegenspreken. In plaats van te zeggen: “Kom naar God en krijg gezondheid en rijkdom,” moeten we zeggen: “Kom naar God… en krijg God!” Hij is Degene Die we willen. Hij is Degene Die we nodig hebben: de God Die Zichzelf in de Bijbel geopenbaard heeft.
Wanneer we een glimp te zien krijgen van Gods heerlijke karakter, zullen onze ogen ook geopend worden voor onze overtreding en zonde.
2. Overtreding en zonde
In het licht van het feit dat God heilig, rechtvaardig, liefdevol en genadig is, zou je verwachten dat de mens vervuld is met nederigheid, dankbaarheid en liefde. Maar onze reactie is precies het tegenovergestelde: opstand. Kijk hoe Efeze 2:1-10 onze toestand omschrijft buitenom Gods genade in Christus:
- We waren dood in overtredingen en zonden (vers 1);
- We leefden overeenkomstig de wereld (vers 2);
- We volgden de aanvoerder van de macht in de lucht (d.w.z. de duivel) (vers 2);
- We leefden in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en onze gedachten te doen (vers 3);
- We waren van nature kinderen des toorns (vers 3).
Onze zondige toestand is dus verschrikkelijk. Denk na over deze eerste zin “dood in overtredingen en zonden” (vers 1). We worden geboren met een zondige natuur en deze neiging tot zonde openbaart zich in talloze zonden en overtredingen tegen God. Een zonde is elke aanval tegen God, terwijl een overtreding verwijst naar een specifieke schending van een gebod in de wet. Deze verwerping van God is niets nieuws.
We zijn net als Adam en Eva in Genesis 3. Ook al zegt God dat we niet van die boom moeten eten, willen we het toch. We verwerpen Zijn gezag als Schepper. Dit is de God Die de stormwolken wenkt, en ze komen. De God Die de wind opdraagt te waaien en de regen gebiedt te vallen en onmiddellijk doen ze wat Hij van hen vraagt. Dit is de God Die tegen de bergen zegt: “Jullie gaan tot hier” en tegen de zeeën: “Jullie stoppen hier” en ze gehoorzamen. Alles in de hele schepping is gehoorzaam aan de Schepper, tot we bij de mens komen. Jij en ik zijn zo brutaal om God aan te kijken en te zeggen: “Nee.”
Degenen die zo leven, en dat geldt een ieder van ons buitenom Christus, zijn “dood” in zonden en overtredingen (vers 1). Als er niets verandert, zullen we eeuwig dood zijn (Rom.6:23). Het probleem van de mens is niet dat zijn leven niet helemaal lekker loopt, dat hij het verprutst heeft, dat hij eens iets verkeerd gedaan heeft of dat hij ergens een verkeerde keuze heeft gemaakt. Nee, het probleem van de mens is dat hij, in de kern van zijn wezen opstandig is tegen God en zonder God is hij dood. Niet een beetje dood of soort van dood, maar dood.
Iemand vroeg eens aan Francis: “Wat zou je doen als je iemand in de trein zou ontmoeten en je had maar een uur om met hem over het Evangelie te spreken?” Schaeffers antwoord zal je verbazen:
Ik zou 45-50 minuten besteden aan het negatieve, om hem echt zijn probleem te laten zien, dat hij moreel dood is. In de overige 10-15 minuten zou ik het Evangelie preken. Ik geloof dat veel van onze evangelisatie vandaag niet duidelijk is, omdat we gewoon te snel naar het antwoord willen, zonder dat de mensen beseffen wat de echte oorzaak van hun ziekte is namelijk, werkelijke morele schuld voor God (en niet alleen psychologische schuldgevoelens).2
In onze inspanningen om de mensen met het Evangelie te bereiken, kunnen we de ernst van de zonde niet verbloemen. Voor veel ongelovigen, en zelfs voor veel gelovigen, is zonde niet zo’n groot probleem. Mensen denken: “Zo slecht ben ik ook weer niet” of “God zal mij daar zeker niet voor straffen”. Maar de Schrift schetst een ander beeld. De vrouw van Lot werd door één daad van ongehoorzaamheid veranderd in een zoutpilaar (Gen.19:26). God droeg Mozes op een man te executeren, omdat hij op de sabbatdag hout gesprokkeld had (Num.15:32-36). Uzza werd door God met de dood bestraft, omdat hij de ark aanraakte (2Sam.6:6-7). Zowel Ananias als Saffira werden (onmiddellijk) gedood, omdat ze gelogen hadden (Hand.5:1-11). Als deze voorbeelden extreem klinken, komt dat omdat we een beeld van de zonde hebben dat op de mens gericht is.
De ernst van de zonde wordt bepaald door Degene tegen Wie we zondigen. Eén zonde tegen de oneindig, heilige God is oneindig ernstig en heeft oneindige scheiding van God als gevolg. Het was één zonde die de veroordeling over alle mensen bracht (Rom.5:12) en wij hebben duizenden zonden gedaan! Dit is een oneindig ernstig probleem voor iedereen op deze aarde. We zijn dood in zonden en we kunnen onszelf niet redden. Gelukkig is er Iemand anders!
3. Christus’ volbrachte werk
Omdat we dood zijn en onszelf niet kunnen redden, hebben we God nodig Die ons leven geeft. Maar dat dwingt ons de spanning te erkennen die er is in Gods
karakter. God is rechtvaardig, Hij zal zondaren straffen (Rom.2:12). Tegelijkertijd is Hij barmhartig en wil Hij zondaren redden (1Tim.2:3,4). Dit leidt tot de grote vraag in de Bijbel: hoe kan een rechtvaardige God opstandige zondaren redden als ze terecht Zijn toorn verdienen?
Dit wordt niet vaak als de grote vraag van de Bijbel gezien of zelfs niet als een belangrijke vraag. Er zijn niet veel mensen die ’s nachts wakker liggen, omdat God zo goed is voor zondaren. In plaats daarvan wijzen ze met hun vinger naar God en vragen ze zich af hoe Hij zondaren kan straffen of hoe Hij liefdevol kan zijn en toch mensen naar de hel kan sturen. Maar, als een rechter vandaag een crimineel die schuldig was aan verraad, onschuldig zou verklaren, zouden we hem (terecht) in een oogwenk uit de rechtbank sturen. Gerechtigheid vereist dat de schuldigen en de onschuldigen dienovereenkomstig behandeld worden. Dus hoe kan een rechtvaardige God ons zien, schuldig in onze zonde, en ons onschuldig verklaren? Hoe kan Hij zowel rechtvaardig als barmhartig zijn? We vinden het antwoord in Jezus Christus, in Wie Hij is en wat Hij gedaan heeft.
Wie Jezus is
De Schrift stelt ons Jezus voor als volkomen God (Joh.1:1-3) en tegelijkertijd als volkomen mens (1Tim.2:5). Zowel Zijn godheid als Zijn mensheid zijn nodig voor onze redding.
Ten eerste wordt Jezus in termen van Zijn godheid terecht de Zoon van God genoemd (Joh.11:27;20:31). Hij ontvangt aanbidding (Matt.14:33). Hij geneest zieken (Matt.4:23-24). Hij vergeeft de zonden (Mark.2:5). Hij heeft het recht om te oordelen (Joh.5:22-24). Hij geeft de doden het leven (Joh.11:17-44).
Dat Jezus Gods Zoon is, is vandaag een belangrijk onderwerp in evangelisatie, zeker onder moslims. Veel mensen dringen erop aan om niet naar Jezus te verwijzen als de Zoon van God, omdat deze waarheid aanstootgevend is voor moslims. Maar, we mogen niet het Evangelie verwateren om het voor bepaalde mensen acceptabeler te maken. Trouw aan het Evangelie is onze prioriteit. Onder moslims en onder alle religies en bevolkingsgroepen op aarde verkondigen we dat Jezus de Zoon van God is. Wij moeten uitleggen wat dat betekent. Jezus is God in het vlees en Hij is naar ons toe gekomen.
Ik zat eens met twee mannen in Zuidoost-Azië. Beiden hadden een verschillende religie en ze probeerden mij te overtuigen dat alle religies fundamenteel hetzelfde zijn. Ik reageerde daarop: “Het is alsof je God bovenop een berg ziet en wij staan onderaan de berg. Jij neemt dit pad, ik dat pad, maar we eindigen allemaal op dezelfde plek.”
“Precies, je begrijpt het!” zeiden ze.
“Maar wat als ik je vertel dat God bovenop de berg niet wil wachten tot jij en ik de top bereikt hebben, maar naar ons toe komt?”
“Dat zou geweldig zijn.”
“Dat is wat God gedaan heeft in Jezus,” zei ik, “en dit maakt Hem volkomen uniek.”
We moeten Jezus verkondigen zoals Hij is, God in het vlees (Joh. 1:1-3,14). Maar we moeten ook verkondigen wat Hij gedaan heeft.
Wat Jezus heeft gedaan
God is volkomen heilig en rechtvaardig. Dit betekent dat we moeten doen wat Hij ons opdraagt. Hij kan Zijn verwachtingen niet zomaar naast Zich neerleggen en de zonde onder het tapijt vegen. Hoe kan iemand dan vergeving van zonden ontvangen en rechtvaardig gerekend worden voor zo’n God? Het antwoord komt als we drie aspecten overdenken van wat Jezus gedaan heeft.
Ten eerste zijn de vereisten van Gods wet voor ons vervuld door Jezus. Jezus heeft het leven geleefd dat wij niet konden leven, een leven van volkomen en zondeloze gehoorzaamheid aan de Vader. Hij werd volkomen door de zonde verleid, maar Hij heeft volkomen gezegevierd over de zonde (Hebr.4:15). Jezus voldeed aan de eisen van Gods wet.
Ten tweede, hoewel Hij geen zonde had, stierf Jezus de dood die wij verdienden te sterven. Hij stierf voor onze zonden als onze plaatsvervanger. Jezus stierf in onze plaats. Dit is de schoonheid van het kruis. Want aan het kruis drukte God de volheid van het oordeel over de zonde uit. Tegelijkertijd, verdroeg God, door Christus, de volheid van het oordeel tegen de zonde. Zo maakte God redding mogelijk voor zondaren. Hij volbracht alles wat nodig was voor hun redding. Is God dus rechtvaardig tegenover zonde? Absoluut, kijk maar naar het kruis. Is God liefdevol tegenover zondaren? Absoluut, kijk maar naar het kruis. Aan het kruis worden Gods gerechtigheid en liefde volkomen ten toon gesteld.
Ten derde leefde Jezus niet alleen het leven dat wij niet konden leven en stierf Hij niet alleen de dood die wij verdienden te sterven, maar ook overwon Hij de vijand die wij niet konden overwinnen. De dood kon Jezus niet vasthouden, want op de derde dag stond Hij op uit de dood. Het graf was verslagen. Jezus leeft!
Op grond van wat Jezus gedaan heeft in Zijn leven, sterven en opstanding wordt de redding daarom alleen in Hem gevonden. Steeds weer zien we in Efeze 2:5-7 de uitdrukkingen “met Christus” of “in Christus.”
Het Evangelie is het goede nieuws dat iedereen gered kan worden in en door Jezus Christus. In een wereld vol religies staat Jezus alleen, Hij steekt boven alles uit. De toereikendheid van Christus volbrachte reddingswerk moet ons leiden tot een andere vraag, namelijk: hoe wordt deze vraag toegepast aan onze ziel voor onze redding? Dit leidt tot het volgende punt.
4. Persoonlijke reactie
Het Evangelie vereist van ons een persoonlijke reactie. Deze reactie wordt samengevat in Efeze 2:8: “Want uit genade bent u gered, door het geloof.” Gods genade is de grond, of de onderliggende reden, voor onze redding en geloof is het middel waardoor we het ontvangen. Maar heb je je ooit afgevraagd waarom God het geloof gekozen heeft als de juiste reactie op Zijn reddende genade? Waarom niet liefde? Of nederigheid, vreugde of wijsheid? Waarom heeft God geloof bestemd als het enige middel tot redding?
Omdat geloof het anti-werk is.
Geloof is het besef dat je niets kunt doen, dat je met geen enkele hoeveelheid liefde, vriendelijkheid, vreugde of gehoorzaamheid Gods redding kunt verdienen. Je kunt alleen vertrouwen op wat Hij gedaan heeft voor jou. Geloof is de houding van het hart, die precies tegenovergesteld is aan steunen op jezelf. Daarom vervolgt Paulus: “en dat niet uit u, het is de gave van God.” Dit was een waarheid waarmee mijn zoon van acht worstelde toen ik hem ’s avonds instopte: “Papa, ik snap het niet. Het lijkt zo makkelijk. Na alles wat ik heb gedaan in mijn zonde tegen God, mag ik God gewoon om vergeving vragen en mijn vertrouwen op Jezus stellen?”
Het is begrijpelijk dat hij moeite heeft dit Bijbelse concept van genade te begrijpen, want van nature hebben we het gevoel dat we iets moeten doen om Gods gunst te verdienen. Maar, en zo heb ik ook mijn zoon verzekerd, redding is een geschenk dat wij ontvangen, geen beloning die we verdienen. We ontvangen dit geschenk door het geloof.
Het zou echter een misverstand zijn als we onszelf als volkomen passief zouden zien in het ontvangen van Gods genade. Het Evangelie is niet alleen informatie, het is een uitnodiging. Het is een uitnodiging die vraagt om een beslissing. Het Evangelie is niet alleen een verklaring van wat Christus gedaan heeft. Het is ook een oproep die beschrijft hoe wij moeten reageren. Het communiceren van het Evangelie is het roepen van mensen tot geloof. Dit is in het bijzonder belangrijk als we nadenken over de missie van de gemeente in onze omgeving en onder de volken.
Mensen kunnen niet reageren op een boodschap die ze nooit gehoord hebben. Het is tragisch dat er meer dan vier miljard mensen zijn in deze wereld die nog nooit het Evangelie van Jezus Christus gehoord hebben. Ze zullen het niet horen, tenzij wij het hun vertellen. De eeuwigheid dringt voor deze boodschap.
5. De dringende eeuwigheid
Wanneer we de boodschap van het Evangelie verkondigen, staat de eeuwigheid op het spel. Aan de ene kant is de hemel, een heerlijke werkelijkheid voor iedereen die vertrouwt op Christus. Gelovigen zullen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade ervaren “in de komende eeuwen” (vers 7). Aan de andere kant is de hel een vreselijke werkelijkheid voor iedereen die niet vertrouwt op Christus. Dit zijn degenen die sterven als “kinderen des toorns” (vers 3). Zij zullen het eeuwige oordeel van God onder ogen moeten zien.
Er zijn tegenwoordig maar weinig mensen die over de hel spreken als de bestemming waar mensen in hun zonde naar toe gaan. Dit is vreemd, vooral omdat Jezus juist zoveel over de hel sprak. Onze Redder sprak over bewuste “vreselijke pijn” (Luk.16:22-24), “buitenste duisternis” (Matt.22:13) en een “onuitblusbaar vuur” (Mark.9:44), om een paar voorbeelden te noemen. Zo sprak ook Paulus over de “straf van het eeuwig verderf, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht” (2 Thess.1:9). Dit zijn ernstige waarheden en schokkende beelden.
Sommige mensen vragen zich af of de Bijbelse taal over de hel letterlijk of alleen maar symbolisch is bedoeld. Maar zelfs als de Bijbel hier symbolen gebruikt, verwijzen deze symbolen naar iets wat echt is. De schrijvers van de Bijbel beschrijven geen winterretraite of zomervakantie. Brandend vuur en rokende zwavel zijn symbolen voor een verschrikkelijke plek, een plek die mensen nooit zullen verlaten.
En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij hebben dag en nacht geen rust (Openb.14:11).
De puritein Thomas Watson zei hierover:
Zo is het in de hel: ze willen sterven, maar ze kunnen niet sterven. De goddeloze zal altijd sterven, maar nooit dood zijn. De rook van de oven blijft voor eeuwig en altijd opstijgen. O! Wie kan het verdragen om zo eeuwig op de pijnbank te liggen? Het woord “eeuwig” breekt het hart.4
Watson had gelijk. De werkelijkheid van de hel breekt ons hart. Tenminste, zij zou ons hart moeten breken. Want wie kan bevatten wat het betekent dat het oordeel eeuwig is? Zo zegt Jonathan Edwards het:
Wanneer je vooruit kijkt, zie je een lange eeuwigheid, een grenzeloze voortduring die je gedachten zal opslokken en je ziel zal verbazen. Je zult volkomen wanhopen aan enige bevrijding, verzachting of rust. Je zult zeker weten dat je lange eeuwen moet verslijten, miljoenen en miljoenen eeuwen, vol worsteling en met deze almachtige en genadeloze wraak. Als dat voorbij is, als je zo eeuwen hebt doorgebracht, zul je beseffen dat dit nog maar een stipje is van alles wat nog komt.5
We kunnen niet onwetend of onverschillig zijn tegenover deze werkelijkheden. Dit is geen spelletje. Als we zeggen: “Dit was een hels kabaal” missen we het gewicht van wat we zeggen. Er wacht een werkelijke en eeuwige toorn op zondaren voor een heilige God. God zal hen voor eeuwig en altijd verteren. Hebben we nog meer reden nodig om ons te haasten dan dit? Ongeacht hoe ouderwets of wreed het concept van de hel ook lijkt voor de wereld. We moeten dit Evangelie delen.
Wat we vandaag het meest nodig hebben is een brede verkondiging van de waarheden die het minst acceptabel zijn voor het vlees.
Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van Gods karakter: Zijn absolute soevereiniteit, Zijn onuitsprekelijke heiligheid, Zijn onbuigzame rechtvaardigheid en Zijn onveranderlijke geloofwaardigheid. Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van de toestand van de natuurlijke mens: zijn totale verdorvenheid, zijn geestelijke gevoelloosheid, zijn onverbeterlijke vijandigheid tegenover God. Het feit dat hij al veroordeeld is en dat zelfs de toorn van een zonde-hatende God nu al op hem rust.
Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van het verontrustende gevaar waarin zondaren zich bevinden: het onbeschrijfelijk vreselijke lot dat hen wacht. Het feit dat ze, wanneer ze doorgaan op hun pad, zeker zullen lijden onder het loon van hun ongerechtigheid. Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van de aard van de straf die de verlorenen wacht: de verschrikking daarvan, de hopeloosheid daarvan, de onverdraaglijkheid daarvan en eindeloosheid daarvan.6
Laten we bidden dat God ons helpt om het Evangelie te verkondigen, ook als het niet populair is.
6. Levensverandering
Als laatste, nadat we verschillende aspecten van het Evangelie overdacht hebben, blijft er nog één vraag over: wat brengt het Evangelie voort in degenen die het door geloof ontvangen? Niets minder dan levensverandering. Deze verandering vindt niet alleen plaats in de eeuwigheid, zij begint nu al in dit leven. “Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (Ef.2:10). Het Evangelie leidt tot een radicaal nieuw leven.
De Schrift beschrijft redding als kruisiging met Christus (Gal.2:20), met als gevolg dat we een hele, nieuwe schepping worden (2 Kor.5:17). Redding is niet zomaar een beslissing of een oppervlakkige verklaring. Je kunt niet zomaar wat woorden uitspreken, beweren dat je christen bent en vervolgens weer verder leven als voorheen. Daarom moeten we het Evangelie nauwkeurig verkondigen, zowel hier als over de hele wereld. Het Evangelie dat mensen oproept te sterven aan hun zonde en zichzelf en te vertrouwen op Christus als Redder en Heer.
Het levensveranderende karakter van het Evangelie betekent dat het niet ons doel is om geloofsbeslissingen te tellen. Christus heeft ons geroepen om discipelen te maken (Matt.28:19). Laten we daarom trouw zijn aan deze taak. Laten we het aan God overlaten om de vrucht van onze bediening te oordelen. Laten we ondertussen het Evangelie van Jezus Christus geloven en verkondigen.
We kunnen het Evangelie als volgt samenvatten:
Het Evangelie is het goede nieuws dat de enige ware God, de rechtvaardige en genadige Schepper van het universum, omgezien heeft naar hopeloos zondige mannen en vrouwen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden, God in het vlees, om Zijn toorn over de zonde te dragen. Hij stierf plaatsvervangend aan het kruis en toonde Zijn macht over de zonde en de dood in de opstanding uit het graf. Iedereen die zich van zijn zonde afkeert en alleen op Jezus vertrouwt als de Redder en Heer, zal eeuwig met God verzoend worden.
Dat is goed nieuws!
Discussievragen
- Wat betekent het dat God het doel van het Evangelie is?
- Wat ontbreekt er in onze uitleg van zonde, als we er slechts naar verwijzen als iets wat onze relaties met anderen verstoort?
- Welk Bijbels spanningsveld wordt door het Evangelie verhelderd?
- Wat maakt geloof (zoals de Bijbel het definieert) de juiste reactie op Gods genade?
- Hoe moeten de werkelijkheden van de hemel en de hel onze evangelisatie beïnvloeden?
De eerste term, het Evangelie, is de belangrijkste. We willen de inhoud van deze term niet als bekend veronderstellen, want zonder een juiste kijk op het Evangelie heeft de gemeente geen missie, geen goed nieuws om te verkondigen. Wat zo tragisch is, er worden tegenwoordig zoveel valse Evangeliën verkondigd. Wanneer echter het Bijbelse Evangelie trouw verkondigd wordt, delen we de “kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft” (Rom.1:16). Wat een verantwoordelijkheid en wat een voorrecht!
De Bijbel bevat rijke beelden en gevarieerde beschrijvingen van het Evangelie. Het is daarom moeilijk elk aspect van het Evangelie in één hoofdstuk te behandelen. Tegelijkertijd zijn er een aantal waarheden die de kern van het Evangelie vormen. In dit hoofdstuk wil ik de volgende zes fundamentele waarheden van ons geloof en de missie van de gemeente behandelen:
-
- Gods karakter
- Overtreding en zonde
- Christus’ volbrachte werk
- Onze persoonlijke reactie
- De dringende eeuwigheid
- Levensverandering
We zullen deze kernwaarheden overdenken aan de hand van Efeze 2:1-10. Hier zien we, in tien verzen, de schoonheid van het Evangelie, en ook de implicaties van het Evangelie voor ons leven, onze gemeenten en onze missie in deze wereld.
Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u gered – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade bent u gered, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen (Ef.2:1-10, EV).
We beginnen deze beknopte samenvatting van het Evangelie door de apostel Paulus, waar het Evangelie begint en eindigt: met God.
1. Gods karakter
Het Evangelie stelt God in het middelpunt. Paulus begint door de zondigheid van de mens te benadrukken, maar dit gedeelte kantelt bij vers 4: “Maar God, Die rijk is in barmhartigheid…” Let op alles wat God gedaan heeft in dit gedeelte:
- Hij heeft ons gered vanwege Zijn grote liefde (vers 5);
- Hij heeft ons met Christus levend gemaakt (vers 5);
- Hij heeft ons met Hem opgewekt (vers 6);
- Hij heeft ons in Christus in de hemelse gewesten gezet (vers 6);
- Hij heeft zich voorgenomen om ons in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade te bewijzen (vers 7).
God is duidelijk Degene Die handelt. Wij, aan de andere kant, zijn vooral passief. Wij hebben onszelf niet gered, maar we zijn gered (vers 5,8). Dit is ons van buitenaf overkomen. Ja, deze redding komt door het geloof, maar om het punt niet te missen, legt Paulus de nadruk op Gods rol: “en dat niet uit u, het is de gave van God” (vers 8).
God redt ons en Hij doet dat op grond van Zijn karakter. Verschillende aspecten van Zijn karakter zien we in Efeze 2:1-10: Zijn heiligheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid, toorn, liefde, genade, enz. Maar deze eigenschappen lijken te botsen: Gods toorn wordt hier in één adem genoemd met Gods barmhartigheid en grote liefde (vers 3-4). Hoewel we soms de neiging hebben bepaalde eigenschappen van God te minimaliseren, vereist trouw aan het Evangelie een volledige en Bijbelse beschrijving van Gods karakter.
We moeten zowel Zijn liefde als Zijn toorn verkondigen. We moeten zowel Zijn gerechtigheid als Zijn genade verkondigen. We mogen nooit vergeten Zijn absolute, onvervalste heiligheid te verkondigen, zodat ze God zullen vrezen als ze hun vertrouwen op Hem stellen. Als we een heerlijk beeld hebben van God, zullen we een heerlijk beeld hebben van het Evangelie. Maar als we een gering beeld hebben van God, zullen we ook een gering beeld hebben van het Evangelie.
Er is dan zelfs het gevaar dat we God zien als het middel tot één of ander doel. Tegenwoordig wordt er een (zogenaamd) Evangelie aangeprezen dat God misbruikt als een middel tot werelds plezier. “Geloof in God,” zeggen ze, “en je kunt krijgen wat je wilt.” Soms wordt dit het welvaartsevangelie genoemd en het verspreidt zich snel in Amerika, Afrika en Azië. We moeten dit valse Evangelie tegenspreken. In plaats van te zeggen: “Kom naar God en krijg gezondheid en rijkdom,” moeten we zeggen: “Kom naar God… en krijg God!” Hij is Degene Die we willen. Hij is Degene Die we nodig hebben: de God Die Zichzelf in de Bijbel geopenbaard heeft.
Wanneer we een glimp te zien krijgen van Gods heerlijke karakter, zullen onze ogen ook geopend worden voor onze overtreding en zonde.
2. Overtreding en zonde
In het licht van het feit dat God heilig, rechtvaardig, liefdevol en genadig is, zou je verwachten dat de mens vervuld is met nederigheid, dankbaarheid en liefde. Maar onze reactie is precies het tegenovergestelde: opstand. Kijk hoe Efeze 2:1-10 onze toestand omschrijft buitenom Gods genade in Christus:
- We waren dood in overtredingen en zonden (vers 1);
- We leefden overeenkomstig de wereld (vers 2);
- We volgden de aanvoerder van de macht in de lucht (d.w.z. de duivel) (vers 2);
- We leefden in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en onze gedachten te doen (vers 3);
- We waren van nature kinderen des toorns (vers 3).
Onze zondige toestand is dus verschrikkelijk. Denk na over deze eerste zin “dood in overtredingen en zonden” (vers 1). We worden geboren met een zondige natuur en deze neiging tot zonde openbaart zich in talloze zonden en overtredingen tegen God. Een zonde is elke aanval tegen God, terwijl een overtreding verwijst naar een specifieke schending van een gebod in de wet. Deze verwerping van God is niets nieuws.
We zijn net als Adam en Eva in Genesis 3. Ook al zegt God dat we niet van die boom moeten eten, willen we het toch. We verwerpen Zijn gezag als Schepper. Dit is de God Die de stormwolken wenkt, en ze komen. De God Die de wind opdraagt te waaien en de regen gebiedt te vallen en onmiddellijk doen ze wat Hij van hen vraagt. Dit is de God Die tegen de bergen zegt: “Jullie gaan tot hier” en tegen de zeeën: “Jullie stoppen hier” en ze gehoorzamen. Alles in de hele schepping is gehoorzaam aan de Schepper, tot we bij de mens komen. Jij en ik zijn zo brutaal om God aan te kijken en te zeggen: “Nee.”
Degenen die zo leven, en dat geldt een ieder van ons buitenom Christus, zijn “dood” in zonden en overtredingen (vers 1). Als er niets verandert, zullen we eeuwig dood zijn (Rom.6:23). Het probleem van de mens is niet dat zijn leven niet helemaal lekker loopt, dat hij het verprutst heeft, dat hij eens iets verkeerd gedaan heeft of dat hij ergens een verkeerde keuze heeft gemaakt. Nee, het probleem van de mens is dat hij, in de kern van zijn wezen opstandig is tegen God en zonder God is hij dood. Niet een beetje dood of soort van dood, maar dood.
Iemand vroeg eens aan Francis: “Wat zou je doen als je iemand in de trein zou ontmoeten en je had maar een uur om met hem over het Evangelie te spreken?” Schaeffers antwoord zal je verbazen:
Ik zou 45-50 minuten besteden aan het negatieve, om hem echt zijn probleem te laten zien, dat hij moreel dood is. In de overige 10-15 minuten zou ik het Evangelie preken. Ik geloof dat veel van onze evangelisatie vandaag niet duidelijk is, omdat we gewoon te snel naar het antwoord willen, zonder dat de mensen beseffen wat de echte oorzaak van hun ziekte is namelijk, werkelijke morele schuld voor God (en niet alleen psychologische schuldgevoelens).2
In onze inspanningen om de mensen met het Evangelie te bereiken, kunnen we de ernst van de zonde niet verbloemen. Voor veel ongelovigen, en zelfs voor veel gelovigen, is zonde niet zo’n groot probleem. Mensen denken: “Zo slecht ben ik ook weer niet” of “God zal mij daar zeker niet voor straffen”. Maar de Schrift schetst een ander beeld. De vrouw van Lot werd door één daad van ongehoorzaamheid veranderd in een zoutpilaar (Gen.19:26). God droeg Mozes op een man te executeren, omdat hij op de sabbatdag hout gesprokkeld had (Num.15:32-36). Uzza werd door God met de dood bestraft, omdat hij de ark aanraakte (2Sam.6:6-7). Zowel Ananias als Saffira werden (onmiddellijk) gedood, omdat ze gelogen hadden (Hand.5:1-11). Als deze voorbeelden extreem klinken, komt dat omdat we een beeld van de zonde hebben dat op de mens gericht is.
De ernst van de zonde wordt bepaald door Degene tegen Wie we zondigen. Eén zonde tegen de oneindig, heilige God is oneindig ernstig en heeft oneindige scheiding van God als gevolg. Het was één zonde die de veroordeling over alle mensen bracht (Rom.5:12) en wij hebben duizenden zonden gedaan! Dit is een oneindig ernstig probleem voor iedereen op deze aarde. We zijn dood in zonden en we kunnen onszelf niet redden. Gelukkig is er Iemand anders!
3. Christus’ volbrachte werk
Omdat we dood zijn en onszelf niet kunnen redden, hebben we God nodig Die ons leven geeft. Maar dat dwingt ons de spanning te erkennen die er is in Gods
karakter. God is rechtvaardig, Hij zal zondaren straffen (Rom.2:12). Tegelijkertijd is Hij barmhartig en wil Hij zondaren redden (1Tim.2:3,4). Dit leidt tot de grote vraag in de Bijbel: hoe kan een rechtvaardige God opstandige zondaren redden als ze terecht Zijn toorn verdienen?
Dit wordt niet vaak als de grote vraag van de Bijbel gezien of zelfs niet als een belangrijke vraag. Er zijn niet veel mensen die ’s nachts wakker liggen, omdat God zo goed is voor zondaren. In plaats daarvan wijzen ze met hun vinger naar God en vragen ze zich af hoe Hij zondaren kan straffen of hoe Hij liefdevol kan zijn en toch mensen naar de hel kan sturen. Maar, als een rechter vandaag een crimineel die schuldig was aan verraad, onschuldig zou verklaren, zouden we hem (terecht) in een oogwenk uit de rechtbank sturen. Gerechtigheid vereist dat de schuldigen en de onschuldigen dienovereenkomstig behandeld worden. Dus hoe kan een rechtvaardige God ons zien, schuldig in onze zonde, en ons onschuldig verklaren? Hoe kan Hij zowel rechtvaardig als barmhartig zijn? We vinden het antwoord in Jezus Christus, in Wie Hij is en wat Hij gedaan heeft.
Wie Jezus is
De Schrift stelt ons Jezus voor als volkomen God (Joh.1:1-3) en tegelijkertijd als volkomen mens (1Tim.2:5). Zowel Zijn godheid als Zijn mensheid zijn nodig voor onze redding.
Ten eerste wordt Jezus in termen van Zijn godheid terecht de Zoon van God genoemd (Joh.11:27;20:31). Hij ontvangt aanbidding (Matt.14:33). Hij geneest zieken (Matt.4:23-24). Hij vergeeft de zonden (Mark.2:5). Hij heeft het recht om te oordelen (Joh.5:22-24). Hij geeft de doden het leven (Joh.11:17-44).
Dat Jezus Gods Zoon is, is vandaag een belangrijk onderwerp in evangelisatie, zeker onder moslims. Veel mensen dringen erop aan om niet naar Jezus te verwijzen als de Zoon van God, omdat deze waarheid aanstootgevend is voor moslims. Maar, we mogen niet het Evangelie verwateren om het voor bepaalde mensen acceptabeler te maken. Trouw aan het Evangelie is onze prioriteit. Onder moslims en onder alle religies en bevolkingsgroepen op aarde verkondigen we dat Jezus de Zoon van God is. Wij moeten uitleggen wat dat betekent. Jezus is God in het vlees en Hij is naar ons toe gekomen.
Ik zat eens met twee mannen in Zuidoost-Azië. Beiden hadden een verschillende religie en ze probeerden mij te overtuigen dat alle religies fundamenteel hetzelfde zijn. Ik reageerde daarop: “Het is alsof je God bovenop een berg ziet en wij staan onderaan de berg. Jij neemt dit pad, ik dat pad, maar we eindigen allemaal op dezelfde plek.”
“Precies, je begrijpt het!” zeiden ze.
“Maar wat als ik je vertel dat God bovenop de berg niet wil wachten tot jij en ik de top bereikt hebben, maar naar ons toe komt?”
“Dat zou geweldig zijn.”
“Dat is wat God gedaan heeft in Jezus,” zei ik, “en dit maakt Hem volkomen uniek.”
We moeten Jezus verkondigen zoals Hij is, God in het vlees (Joh. 1:1-3,14). Maar we moeten ook verkondigen wat Hij gedaan heeft.
Wat Jezus heeft gedaan
God is volkomen heilig en rechtvaardig. Dit betekent dat we moeten doen wat Hij ons opdraagt. Hij kan Zijn verwachtingen niet zomaar naast Zich neerleggen en de zonde onder het tapijt vegen. Hoe kan iemand dan vergeving van zonden ontvangen en rechtvaardig gerekend worden voor zo’n God? Het antwoord komt als we drie aspecten overdenken van wat Jezus gedaan heeft.
Ten eerste zijn de vereisten van Gods wet voor ons vervuld door Jezus. Jezus heeft het leven geleefd dat wij niet konden leven, een leven van volkomen en zondeloze gehoorzaamheid aan de Vader. Hij werd volkomen door de zonde verleid, maar Hij heeft volkomen gezegevierd over de zonde (Hebr.4:15). Jezus voldeed aan de eisen van Gods wet.
Ten tweede, hoewel Hij geen zonde had, stierf Jezus de dood die wij verdienden te sterven. Hij stierf voor onze zonden als onze plaatsvervanger. Jezus stierf in onze plaats. Dit is de schoonheid van het kruis. Want aan het kruis drukte God de volheid van het oordeel over de zonde uit. Tegelijkertijd, verdroeg God, door Christus, de volheid van het oordeel tegen de zonde. Zo maakte God redding mogelijk voor zondaren. Hij volbracht alles wat nodig was voor hun redding. Is God dus rechtvaardig tegenover zonde? Absoluut, kijk maar naar het kruis. Is God liefdevol tegenover zondaren? Absoluut, kijk maar naar het kruis. Aan het kruis worden Gods gerechtigheid en liefde volkomen ten toon gesteld.
Ten derde leefde Jezus niet alleen het leven dat wij niet konden leven en stierf Hij niet alleen de dood die wij verdienden te sterven, maar ook overwon Hij de vijand die wij niet konden overwinnen. De dood kon Jezus niet vasthouden, want op de derde dag stond Hij op uit de dood. Het graf was verslagen. Jezus leeft!
Op grond van wat Jezus gedaan heeft in Zijn leven, sterven en opstanding wordt de redding daarom alleen in Hem gevonden. Steeds weer zien we in Efeze 2:5-7 de uitdrukkingen “met Christus” of “in Christus.”
Het Evangelie is het goede nieuws dat iedereen gered kan worden in en door Jezus Christus. In een wereld vol religies staat Jezus alleen, Hij steekt boven alles uit. De toereikendheid van Christus volbrachte reddingswerk moet ons leiden tot een andere vraag, namelijk: hoe wordt deze vraag toegepast aan onze ziel voor onze redding? Dit leidt tot het volgende punt.
4. Persoonlijke reactie
Het Evangelie vereist van ons een persoonlijke reactie. Deze reactie wordt samengevat in Efeze 2:8: “Want uit genade bent u gered, door het geloof.” Gods genade is de grond, of de onderliggende reden, voor onze redding en geloof is het middel waardoor we het ontvangen. Maar heb je je ooit afgevraagd waarom God het geloof gekozen heeft als de juiste reactie op Zijn reddende genade? Waarom niet liefde? Of nederigheid, vreugde of wijsheid? Waarom heeft God geloof bestemd als het enige middel tot redding?
Omdat geloof het anti-werk is.
Geloof is het besef dat je niets kunt doen, dat je met geen enkele hoeveelheid liefde, vriendelijkheid, vreugde of gehoorzaamheid Gods redding kunt verdienen. Je kunt alleen vertrouwen op wat Hij gedaan heeft voor jou. Geloof is de houding van het hart, die precies tegenovergesteld is aan steunen op jezelf. Daarom vervolgt Paulus: “en dat niet uit u, het is de gave van God.” Dit was een waarheid waarmee mijn zoon van acht worstelde toen ik hem ’s avonds instopte: “Papa, ik snap het niet. Het lijkt zo makkelijk. Na alles wat ik heb gedaan in mijn zonde tegen God, mag ik God gewoon om vergeving vragen en mijn vertrouwen op Jezus stellen?”
Het is begrijpelijk dat hij moeite heeft dit Bijbelse concept van genade te begrijpen, want van nature hebben we het gevoel dat we iets moeten doen om Gods gunst te verdienen. Maar, en zo heb ik ook mijn zoon verzekerd, redding is een geschenk dat wij ontvangen, geen beloning die we verdienen. We ontvangen dit geschenk door het geloof.
Het zou echter een misverstand zijn als we onszelf als volkomen passief zouden zien in het ontvangen van Gods genade. Het Evangelie is niet alleen informatie, het is een uitnodiging. Het is een uitnodiging die vraagt om een beslissing. Het Evangelie is niet alleen een verklaring van wat Christus gedaan heeft. Het is ook een oproep die beschrijft hoe wij moeten reageren. Het communiceren van het Evangelie is het roepen van mensen tot geloof. Dit is in het bijzonder belangrijk als we nadenken over de missie van de gemeente in onze omgeving en onder de volken.
Mensen kunnen niet reageren op een boodschap die ze nooit gehoord hebben. Het is tragisch dat er meer dan vier miljard mensen zijn in deze wereld die nog nooit het Evangelie van Jezus Christus gehoord hebben. Ze zullen het niet horen, tenzij wij het hun vertellen. De eeuwigheid dringt voor deze boodschap.
5. De dringende eeuwigheid
Wanneer we de boodschap van het Evangelie verkondigen, staat de eeuwigheid op het spel. Aan de ene kant is de hemel, een heerlijke werkelijkheid voor iedereen die vertrouwt op Christus. Gelovigen zullen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade ervaren “in de komende eeuwen” (vers 7). Aan de andere kant is de hel een vreselijke werkelijkheid voor iedereen die niet vertrouwt op Christus. Dit zijn degenen die sterven als “kinderen des toorns” (vers 3). Zij zullen het eeuwige oordeel van God onder ogen moeten zien.
Er zijn tegenwoordig maar weinig mensen die over de hel spreken als de bestemming waar mensen in hun zonde naar toe gaan. Dit is vreemd, vooral omdat Jezus juist zoveel over de hel sprak. Onze Redder sprak over bewuste “vreselijke pijn” (Luk.16:22-24), “buitenste duisternis” (Matt.22:13) en een “onuitblusbaar vuur” (Mark.9:44), om een paar voorbeelden te noemen. Zo sprak ook Paulus over de “straf van het eeuwig verderf, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht” (2 Thess.1:9). Dit zijn ernstige waarheden en schokkende beelden.
Sommige mensen vragen zich af of de Bijbelse taal over de hel letterlijk of alleen maar symbolisch is bedoeld. Maar zelfs als de Bijbel hier symbolen gebruikt, verwijzen deze symbolen naar iets wat echt is. De schrijvers van de Bijbel beschrijven geen winterretraite of zomervakantie. Brandend vuur en rokende zwavel zijn symbolen voor een verschrikkelijke plek, een plek die mensen nooit zullen verlaten.
En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij hebben dag en nacht geen rust (Openb.14:11).
De puritein Thomas Watson zei hierover:
Zo is het in de hel: ze willen sterven, maar ze kunnen niet sterven. De goddeloze zal altijd sterven, maar nooit dood zijn. De rook van de oven blijft voor eeuwig en altijd opstijgen. O! Wie kan het verdragen om zo eeuwig op de pijnbank te liggen? Het woord “eeuwig” breekt het hart.4
Watson had gelijk. De werkelijkheid van de hel breekt ons hart. Tenminste, zij zou ons hart moeten breken. Want wie kan bevatten wat het betekent dat het oordeel eeuwig is? Zo zegt Jonathan Edwards het:
Wanneer je vooruit kijkt, zie je een lange eeuwigheid, een grenzeloze voortduring die je gedachten zal opslokken en je ziel zal verbazen. Je zult volkomen wanhopen aan enige bevrijding, verzachting of rust. Je zult zeker weten dat je lange eeuwen moet verslijten, miljoenen en miljoenen eeuwen, vol worsteling en met deze almachtige en genadeloze wraak. Als dat voorbij is, als je zo eeuwen hebt doorgebracht, zul je beseffen dat dit nog maar een stipje is van alles wat nog komt.5
We kunnen niet onwetend of onverschillig zijn tegenover deze werkelijkheden. Dit is geen spelletje. Als we zeggen: “Dit was een hels kabaal” missen we het gewicht van wat we zeggen. Er wacht een werkelijke en eeuwige toorn op zondaren voor een heilige God. God zal hen voor eeuwig en altijd verteren. Hebben we nog meer reden nodig om ons te haasten dan dit? Ongeacht hoe ouderwets of wreed het concept van de hel ook lijkt voor de wereld. We moeten dit Evangelie delen.
Wat we vandaag het meest nodig hebben is een brede verkondiging van de waarheden die het minst acceptabel zijn voor het vlees.
Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van Gods karakter: Zijn absolute soevereiniteit, Zijn onuitsprekelijke heiligheid, Zijn onbuigzame rechtvaardigheid en Zijn onveranderlijke geloofwaardigheid. Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van de toestand van de natuurlijke mens: zijn totale verdorvenheid, zijn geestelijke gevoelloosheid, zijn onverbeterlijke vijandigheid tegenover God. Het feit dat hij al veroordeeld is en dat zelfs de toorn van een zonde-hatende God nu al op hem rust.
Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van het verontrustende gevaar waarin zondaren zich bevinden: het onbeschrijfelijk vreselijke lot dat hen wacht. Het feit dat ze, wanneer ze doorgaan op hun pad, zeker zullen lijden onder het loon van hun ongerechtigheid. Wat we vandaag nodig hebben is een schriftuurlijke uiteenzetting van de aard van de straf die de verlorenen wacht: de verschrikking daarvan, de hopeloosheid daarvan, de onverdraaglijkheid daarvan en eindeloosheid daarvan.6
Laten we bidden dat God ons helpt om het Evangelie te verkondigen, ook als het niet populair is.
6. Levensverandering
Als laatste, nadat we verschillende aspecten van het Evangelie overdacht hebben, blijft er nog één vraag over: wat brengt het Evangelie voort in degenen die het door geloof ontvangen? Niets minder dan levensverandering. Deze verandering vindt niet alleen plaats in de eeuwigheid, zij begint nu al in dit leven. “Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen” (Ef.2:10). Het Evangelie leidt tot een radicaal nieuw leven.
De Schrift beschrijft redding als kruisiging met Christus (Gal.2:20), met als gevolg dat we een hele, nieuwe schepping worden (2 Kor.5:17). Redding is niet zomaar een beslissing of een oppervlakkige verklaring. Je kunt niet zomaar wat woorden uitspreken, beweren dat je christen bent en vervolgens weer verder leven als voorheen. Daarom moeten we het Evangelie nauwkeurig verkondigen, zowel hier als over de hele wereld. Het Evangelie dat mensen oproept te sterven aan hun zonde en zichzelf en te vertrouwen op Christus als Redder en Heer.
Het levensveranderende karakter van het Evangelie betekent dat het niet ons doel is om geloofsbeslissingen te tellen. Christus heeft ons geroepen om discipelen te maken (Matt.28:19). Laten we daarom trouw zijn aan deze taak. Laten we het aan God overlaten om de vrucht van onze bediening te oordelen. Laten we ondertussen het Evangelie van Jezus Christus geloven en verkondigen.
We kunnen het Evangelie als volgt samenvatten:
Het Evangelie is het goede nieuws dat de enige ware God, de rechtvaardige en genadige Schepper van het universum, omgezien heeft naar hopeloos zondige mannen en vrouwen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden, God in het vlees, om Zijn toorn over de zonde te dragen. Hij stierf plaatsvervangend aan het kruis en toonde Zijn macht over de zonde en de dood in de opstanding uit het graf. Iedereen die zich van zijn zonde afkeert en alleen op Jezus vertrouwt als de Redder en Heer, zal eeuwig met God verzoend worden.
Dat is goed nieuws!
Discussievragen
- Wat betekent het dat God het doel van het Evangelie is?
- Wat ontbreekt er in onze uitleg van zonde, als we er slechts naar verwijzen als iets wat onze relaties met anderen verstoort?
- Welk Bijbels spanningsveld wordt door het Evangelie verhelderd?
- Wat maakt geloof (zoals de Bijbel het definieert) de juiste reactie op Gods genade?
- Hoe moeten de werkelijkheden van de hemel en de hel onze evangelisatie beïnvloeden?