Wat moet ik doen als iemand op het station mij om geld vraagt? Bijna iedere keer als ik met de trein reis word ik aangesproken door een man. Elke keer is het een andere. Vanavond ook weer: ‘heeft u kleingeld? Ik heb 5 euro nodig voor onderdak.’ Eten geven was geen optie, want dat zou hij op de opvang wel krijgen, zei hij. Ik weet dat ik, alles wat ik heb, van God heb ontvangen. Dan voel ik me egoïstisch om deze man geen 5 euro te geven, dus ik heb het gegeven. Later kwam hij terug: ‘ik heb nog één euro nodig’. Die heb ik niet gegeven. Puur uit angst. ‘Wat wil deze man?’ Mijn ouders (ik ben 17) vonden het (zacht uitgedrukt) niet fijn dat ik het contact niet direct had afgekapt. Mijn ouders vinden het niet fijn dat ik inga op zulke vragen. Ze zijn ongerust over mij, iedere keer als ik weer naar school moet met de trein. Dit vind ik heel begrijpelijk en zou ik zelf ook hebben als ik in hun schoenen stond. Achteraf denk ik ook: In Nederland hoeft er Niemand te bedelen, omdat er overal een uitkering voor is. Waren er in de tijd van de Bijbel ook ‘neppe’ bedelaars? Hoe weet ik of iemand het echt nodig heeft? Help ik hem niet verder van de pad? Want hij gaat hier waarschijnlijk drugs van kopen.

Wat moet ik doen als iemand op het station mij om geld vraagt? Bijna iedere keer als ik met de trein reis word ik aangesproken door een man. Elke keer is het een andere. Vanavond ook weer: ‘heeft u kleingeld? Ik heb 5 euro nodig voor onderdak.’ Eten geven was geen optie, want dat zou hij op de opvang wel krijgen, zei hij. Ik weet dat ik, alles wat ik heb, van God heb ontvangen. Dan voel ik me egoïstisch om deze man geen 5 euro te geven, dus ik heb het gegeven. Later kwam hij terug: ‘ik heb nog één euro nodig’. Die heb ik niet gegeven. Puur uit angst. ‘Wat wil deze man?’ Mijn ouders (ik ben 17) vonden het (zacht uitgedrukt) niet fijn dat ik het contact niet direct had afgekapt. Mijn ouders vinden het niet fijn dat ik inga op zulke vragen. Ze zijn ongerust over mij, iedere keer als ik weer naar school moet met de trein. Dit vind ik heel begrijpelijk en zou ik zelf ook hebben als ik in hun schoenen stond. Achteraf denk ik ook: In Nederland hoeft er Niemand te bedelen, omdat er overal een uitkering voor is. Waren er in de tijd van de Bijbel ook ‘neppe’ bedelaars? Hoe weet ik of iemand het echt nodig heeft? Help ik hem niet verder van de pad? Want hij gaat hier waarschijnlijk drugs van kopen.


Toen de Heere Jezus hier op aarde het land doorging terwijl Hij goed deed, wist hij dat er soms misbruik gemaakt zou worden van Zijn zegeningen. Op een dag kwamen er tien melaatsen naar Hem toe, en Jezus ontfermde zich over hen. Maar van die tien genezen melaatsen misbruikten negen de zegen van Jezus en vervolgden hun leven zonder God te verheerlijken (Lukas 17:11-19).

Steeds weer roept Jezus ons op om weg te geven wat vergaat om te ontvangen wat eeuwig blijft (Lukas 9:24). Je zou je vergissen wanneer je probeert in te schatten of iemand het zou misbruiken of niet, want misschien is het de Heere Jezus zelf die voor je staat en om je liefde vraagt (Mattheüs 25:31-46). En als je het niet zeker weet kun je altijd beter het zekere voor het onzekere nemen. We moeten ons nooit zorgen maken om te veel te geven, wel om te weinig te geven (Mattheüs 25:46). Want God zal alles vergoeden (Mattheüs 6:3-4).

Als Jezus ons oproept om afgezet te worden door onze vijanden, dan nog veel eerder door degenen die op straat om geld vragen. Als iemand je om een broek vraagt, geef hem dan ook je jas. Als iemand je om een euro vraagt, geef hem er dan twee (Mattheüs 5:38-42).

Probeer het maar eens een week, niet om jezelf beter te voelen, maar om zo Jezus’ liefde uit te delen. Zeg het erbij: “Dit geef ik je namens de Heere Jezus. Hij heeft mij gezegend, zodat ik nu jou kan zegenen.”

En let er op dat je als vrouw voorzichtig mag zijn en gepaste afstand mag houden als je alleen bent. Loop door als je bang bent dat diegene meer wil dan geld alleen.

Geestelijk welzijn boven fysiek welzijn

Zo hebben we ook het welzijn op het oog van degene die je om iets vraagt, daarom zijn er nog meer situaties waarin je beter niets kunt geven. Als je weet dat iemand er alcohol of drugs van zal kopen, vertel diegene dan over Jezus en Zijn vrede die alle verstand te boven gaat, over Zijn gewilligheid om te bevrijden uit deze slavernij.

Zoals onze hemelse vader ons niet geeft wat ons zal beschadigen, zo geven ook wij geen steen als iemand daarom vraagt. We geven een brood als iemand om een steen vraagt, en zeker geven we een brood wanneer daarom gevraagd wordt (Lukas 11:11-13).

Maar zolang je niet zeker weet of je liefdegave misbruikt zal worden en iemand zal beschadigen, mag je vrijmoedig en namens Jezus geven waar om gevraagd wordt, Hij zal zorgen dat het niet voor niets is. Laat daarbij duidelijk weten dat het een zegening is van Jezus, niet van jezelf, zodat God verheerlijkt wordt.

Denk nooit: “Hij heeft het er zelf naar gemaakt.” Als Jezus dat over ons gedacht zou hebben, dan waren we eeuwig verloren. Laat Zijn vrijgevige liefde zien. Laat Zijn gezindheid in je zijn. Hij gaf zijn hemelse heerlijkheid op om ons eeuwig te zegenen (Filippenzen 2:5-11). Want u kent de genade van onze Heere Jezus Christus,  dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden. (2 Korinthe 8:9) Doe hetzelfde, volg Hem na.

Want ook in Nederland, waar inderdaad veel geregeld is, zijn er mensen die tussen bepaalde maatschappelijke programma’s vallen en daardoor toch op straat komen te staan, of soms in financiële nood terecht komen. Geef daarom blijmoedig, namens Jezus.

Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen, en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek. Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. (Spreuken 11:24-25)

Toen de Heere Jezus hier op aarde het land doorging terwijl Hij goed deed, wist hij dat er soms misbruik gemaakt zou worden van Zijn zegeningen. Op een dag kwamen er tien melaatsen naar Hem toe, en Jezus ontfermde zich over hen. Maar van die tien genezen melaatsen misbruikten negen de zegen van Jezus en vervolgden hun leven zonder God te verheerlijken (Lukas 17:11-19).

Steeds weer roept Jezus ons op om weg te geven wat vergaat om te ontvangen wat eeuwig blijft (Lukas 9:24). Je zou je vergissen wanneer je probeert in te schatten of iemand het zou misbruiken of niet, want misschien is het de Heere Jezus zelf die voor je staat en om je liefde vraagt (Mattheüs 25:31-46). En als je het niet zeker weet kun je altijd beter het zekere voor het onzekere nemen. We moeten ons nooit zorgen maken om te veel te geven, wel om te weinig te geven (Mattheüs 25:46). Want God zal alles vergoeden (Mattheüs 6:3-4).

Als Jezus ons oproept om afgezet te worden door onze vijanden, dan nog veel eerder door degenen die op straat om geld vragen. Als iemand je om een broek vraagt, geef hem dan ook je jas. Als iemand je om een euro vraagt, geef hem er dan twee (Mattheüs 5:38-42).

Probeer het maar eens een week, niet om jezelf beter te voelen, maar om zo Jezus’ liefde uit te delen. Zeg het erbij: “Dit geef ik je namens de Heere Jezus. Hij heeft mij gezegend, zodat ik nu jou kan zegenen.”

En let er op dat je als vrouw voorzichtig mag zijn en gepaste afstand mag houden als je alleen bent. Loop door als je bang bent dat diegene meer wil dan geld alleen.

Geestelijk welzijn boven fysiek welzijn

Zo hebben we ook het welzijn op het oog van degene die je om iets vraagt, daarom zijn er nog meer situaties waarin je beter niets kunt geven. Als je weet dat iemand er alcohol of drugs van zal kopen, vertel diegene dan over Jezus en Zijn vrede die alle verstand te boven gaat, over Zijn gewilligheid om te bevrijden uit deze slavernij.

Zoals onze hemelse vader ons niet geeft wat ons zal beschadigen, zo geven ook wij geen steen als iemand daarom vraagt. We geven een brood als iemand om een steen vraagt, en zeker geven we een brood wanneer daarom gevraagd wordt (Lukas 11:11-13).

Maar zolang je niet zeker weet of je liefdegave misbruikt zal worden en iemand zal beschadigen, mag je vrijmoedig en namens Jezus geven waar om gevraagd wordt, Hij zal zorgen dat het niet voor niets is. Laat daarbij duidelijk weten dat het een zegening is van Jezus, niet van jezelf, zodat God verheerlijkt wordt.

Denk nooit: “Hij heeft het er zelf naar gemaakt.” Als Jezus dat over ons gedacht zou hebben, dan waren we eeuwig verloren. Laat Zijn vrijgevige liefde zien. Laat Zijn gezindheid in je zijn. Hij gaf zijn hemelse heerlijkheid op om ons eeuwig te zegenen (Filippenzen 2:5-11). Want u kent de genade van onze Heere Jezus Christus,  dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden. (2 Korinthe 8:9) Doe hetzelfde, volg Hem na.

Want ook in Nederland, waar inderdaad veel geregeld is, zijn er mensen die tussen bepaalde maatschappelijke programma’s vallen en daardoor toch op straat komen te staan, of soms in financiële nood terecht komen. Geef daarom blijmoedig, namens Jezus.

Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen, en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek. Een zegenende ziel wordt verzadigd, en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen. (Spreuken 11:24-25)

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →