Wat is wedergeboorte en wanneer vind die plaats?
Wat is wedergeboorte en wanneer vind die plaats?
Onmogelijk bij mensen
In zonden en misdaden geboren zijn we geestelijke dood en niet in staat om ook maar één geestelijke beweging te maken richting God. We worden blind voor Jezus’ heerlijkheid geboren (2 Korinthe 4:4). We worden in geboren in de macht van de duisternis (Kolossenzen 1:13), als slaven onderworpen aan de grondbeginselen van de wereld (Galaten 4:3).
Dit is de wanhopige toestand van ons bestaan buitenom Jezus. Ons leven is besmet met een neiging die leidt tot de dood en het verderf. Als kinderen van de toorn is onze vrije wil gebonden door de begeerten van ons vlees (Efeze 2:3) we worden beïnvloed door alles wat in de wereld is, de begeerte van het vlees, de ogen en de hoogmoed van het leven (1 Johannes 2:16). Dat is wat ons drijft, naar het verderf, als er niets veranderd.
Mogelijk bij God
Daarom zegt Jezus: “Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.” (Johannes 3:3)
We moeten opnieuw geboren worden. Ook al hebben we gelovige ouders, zoals Nicodemus. Ook het geestelijke nageslacht van Abraham, brengt nog steeds kinderen naar het vlees voort die vernieuwd moeten worden. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: U moet opnieuw geboren worden. De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is.” (Johannes 3:5-8)
Zoals we geboren zijn kunnen we het geestelijke niet zien, we zijn blind en dood voor het Koninkrijk, we zien haar geestelijke realiteit niet. Daarom moet er iets veranderen voordat we het geestelijke zien en daarvoor zouden kunnen kiezen. Daarom is geloof niet de oorzaak van de wedergeboorte, maar wordt in de wedergeboorte geloof geboren, zoals John Piper het uitlegt. Door de wedergeboorte gaan we het Koninkrijk zien, de heerlijkheid van de Koning en Zijn wil en haar hele geestelijke werkelijkheid. God maakt een nieuwe schepping, Hij geeft een nieuwe hart met een nieuwe wil en een nieuw verlangen (Ezechiël 36:24-27). Wedergeboorte is de geboorte van nieuw leven en nieuw licht, van bekering en geloof. En God is de oorzaak, Hij doet ons opnieuw geboren worden, niet de wil van het vlees, of de wil van een man maar Hijzelf (Johannes 1:12).
Hij is het die de bedekking van ons hart wegneemt zodat het Evangelie wat ons eerst niets deed ons nu bestraalt (2 Korinthe 4:4). Hij is het die ons trekt omdat we anders alleen maar bij Jezus vandaan vluchten (Johannes 6:44). Nee, “…niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is” (Johannes 4:65). Hij is het die ons overzet uit de macht van de duisternis in het Koninkrijk van Zijn Zoon. Hij is het die, hoewel Zijn discipelen planten en water geven, de groei geeft.
Hoe moeten we hiermee omgaan?
Wat kunnen wij er dan nog aan doen dat we verloren gaan? De soevereiniteit van God is voor velen een struikelblok geworden in het komen tot Jezus. We hebben dit heerlijke onderwijs van Gods levendmakende genade misbruikt om passief af te wachten. Maar Gods Woord roept ons daar nergens toe op en het is levensgevaarlijk om zielen die op het punt staan eeuwig verloren te gaan die ruimte van afwachten te bieden.
Ja, God kiest de zijnen uit, maar wij worden niet opgeroepen om uit te zoeken of we uitverkoren zijn. Ja, God stelt ons in staat te komen door ons levend te maken, maar we worden niet opgeroepen om te wachten tot we zeker weten dat we in staat zijn te komen. Als we daarop wachten komen we nooit. We weten pas dat God ons uitgekozen heeft, levend gemaakt heeft, wedergeboorte gegeven heeft, getrokken heeft, wanneer we gekomen zijn en het heerlijke Evangelie in haar volle glans aangenomen hebben.
Denk aan de kreupele man, Jezus riep Hem op om te gaan staan. Kon hij dat? Was hij daartoe in staat? Nee. Hij was kreupel. Bleef hij naar zijn kreupele benen kijken en wachten tot hij iets voelde wat op leven leek? Nee. Maar wanneer Jezus ons gebiedt, geeft Hij ook de kracht om te gehoorzamen. Zijn roep is krachtdadig en doeltreffend. “En hij stond onmiddellijk voor hun ogen op, en nadat hij datgene opgenomen had waarop hij gelegen had, ging hij naar zijn huis, terwijl hij God verheerlijkte.” (Lukas 5:25).
Neem dit woord aan
Wanneer Jezus je oproept om Zijn Evangelie te geloven, leg dan alle leugens weg die je doen twijfelen. Ja, zo lief had Hij de wereld, waar jij onderdeel van bent, dat Hij Zijn leven gaf opdat wanneer je in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leeft.
“Bekeer u en geloof het Evangelie” (Markus 1:15) Je moet dit aangrijpen, dat is Zijn bevel, kijk dan niet naar je kreupele hart, maar naar Zijn krachtige uitgestoken hand en grijp die vast, sta onmiddellijk op en verheerlijk God.
Ja, verheerlijk Hem dan dat Hij jou daartoe in staat heeft gesteld. Laat het dan je getuigenis zijn dat Hij jou gered heeft, dat het Zijn werk was en dat Hij het was die je overtuigd heeft door Zijn Woord dat Hij betrouwbaar is. Want het is waar en betrouwbaar wat Hij zegt. Hij wil je redden! Hij dringt je, “…wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen” (Johannes 6:37).
“Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken…” (1 Timotheüs 1:15)
Onmogelijk bij mensen
In zonden en misdaden geboren zijn we geestelijke dood en niet in staat om ook maar één geestelijke beweging te maken richting God. We worden blind voor Jezus’ heerlijkheid geboren (2 Korinthe 4:4). We worden in geboren in de macht van de duisternis (Kolossenzen 1:13), als slaven onderworpen aan de grondbeginselen van de wereld (Galaten 4:3).
Dit is de wanhopige toestand van ons bestaan buitenom Jezus. Ons leven is besmet met een neiging die leidt tot de dood en het verderf. Als kinderen van de toorn is onze vrije wil gebonden door de begeerten van ons vlees (Efeze 2:3) we worden beïnvloed door alles wat in de wereld is, de begeerte van het vlees, de ogen en de hoogmoed van het leven (1 Johannes 2:16). Dat is wat ons drijft, naar het verderf, als er niets veranderd.
Mogelijk bij God
Daarom zegt Jezus: “Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.” (Johannes 3:3)
We moeten opnieuw geboren worden. Ook al hebben we gelovige ouders, zoals Nicodemus. Ook het geestelijke nageslacht van Abraham, brengt nog steeds kinderen naar het vlees voort die vernieuwd moeten worden. “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. Verwonder u niet dat Ik tegen u gezegd heb: U moet opnieuw geboren worden. De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is.” (Johannes 3:5-8)
Zoals we geboren zijn kunnen we het geestelijke niet zien, we zijn blind en dood voor het Koninkrijk, we zien haar geestelijke realiteit niet. Daarom moet er iets veranderen voordat we het geestelijke zien en daarvoor zouden kunnen kiezen. Daarom is geloof niet de oorzaak van de wedergeboorte, maar wordt in de wedergeboorte geloof geboren, zoals John Piper het uitlegt. Door de wedergeboorte gaan we het Koninkrijk zien, de heerlijkheid van de Koning en Zijn wil en haar hele geestelijke werkelijkheid. God maakt een nieuwe schepping, Hij geeft een nieuwe hart met een nieuwe wil en een nieuw verlangen (Ezechiël 36:24-27). Wedergeboorte is de geboorte van nieuw leven en nieuw licht, van bekering en geloof. En God is de oorzaak, Hij doet ons opnieuw geboren worden, niet de wil van het vlees, of de wil van een man maar Hijzelf (Johannes 1:12).
Hij is het die de bedekking van ons hart wegneemt zodat het Evangelie wat ons eerst niets deed ons nu bestraalt (2 Korinthe 4:4). Hij is het die ons trekt omdat we anders alleen maar bij Jezus vandaan vluchten (Johannes 6:44). Nee, “…niemand tot Mij komen kan, tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is” (Johannes 4:65). Hij is het die ons overzet uit de macht van de duisternis in het Koninkrijk van Zijn Zoon. Hij is het die, hoewel Zijn discipelen planten en water geven, de groei geeft.
Hoe moeten we hiermee omgaan?
Wat kunnen wij er dan nog aan doen dat we verloren gaan? De soevereiniteit van God is voor velen een struikelblok geworden in het komen tot Jezus. We hebben dit heerlijke onderwijs van Gods levendmakende genade misbruikt om passief af te wachten. Maar Gods Woord roept ons daar nergens toe op en het is levensgevaarlijk om zielen die op het punt staan eeuwig verloren te gaan die ruimte van afwachten te bieden.
Ja, God kiest de zijnen uit, maar wij worden niet opgeroepen om uit te zoeken of we uitverkoren zijn. Ja, God stelt ons in staat te komen door ons levend te maken, maar we worden niet opgeroepen om te wachten tot we zeker weten dat we in staat zijn te komen. Als we daarop wachten komen we nooit. We weten pas dat God ons uitgekozen heeft, levend gemaakt heeft, wedergeboorte gegeven heeft, getrokken heeft, wanneer we gekomen zijn en het heerlijke Evangelie in haar volle glans aangenomen hebben.
Denk aan de kreupele man, Jezus riep Hem op om te gaan staan. Kon hij dat? Was hij daartoe in staat? Nee. Hij was kreupel. Bleef hij naar zijn kreupele benen kijken en wachten tot hij iets voelde wat op leven leek? Nee. Maar wanneer Jezus ons gebiedt, geeft Hij ook de kracht om te gehoorzamen. Zijn roep is krachtdadig en doeltreffend. “En hij stond onmiddellijk voor hun ogen op, en nadat hij datgene opgenomen had waarop hij gelegen had, ging hij naar zijn huis, terwijl hij God verheerlijkte.” (Lukas 5:25).
Neem dit woord aan
Wanneer Jezus je oproept om Zijn Evangelie te geloven, leg dan alle leugens weg die je doen twijfelen. Ja, zo lief had Hij de wereld, waar jij onderdeel van bent, dat Hij Zijn leven gaf opdat wanneer je in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leeft.
“Bekeer u en geloof het Evangelie” (Markus 1:15) Je moet dit aangrijpen, dat is Zijn bevel, kijk dan niet naar je kreupele hart, maar naar Zijn krachtige uitgestoken hand en grijp die vast, sta onmiddellijk op en verheerlijk God.
Ja, verheerlijk Hem dan dat Hij jou daartoe in staat heeft gesteld. Laat het dan je getuigenis zijn dat Hij jou gered heeft, dat het Zijn werk was en dat Hij het was die je overtuigd heeft door Zijn Woord dat Hij betrouwbaar is. Want het is waar en betrouwbaar wat Hij zegt. Hij wil je redden! Hij dringt je, “…wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen” (Johannes 6:37).
“Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken…” (1 Timotheüs 1:15)
Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →