De HEERE is Koning, eeuwig en altijd. (Psalm 10:16)

De HEERE is Koning, eeuwig en altijd. (Psalm 10:16)


Jezus Christus is geen tiran die goddelijk recht opeist maar Hij is werkelijk Gods gezalfde! “Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou” (Kolossenzen 1:19). God heeft Hem alle macht en gezag gegeven.

Als de Zoon des mensen is Hij nu het Hoofd over alles in Zijn kerk. Hij regeert over de hemel, de aarde en de hel met de sleutels van leven en dood aan Zijn riem. Sommige prinsen mochten zich blij koning noemen omdat het volk dat wilde en dit is zeker het geval voor onze Heere Jezus Christus en Zijn kerk. Als we zouden stemmen of Hij Koning van Zijn kerk zou moeten zijn, dan zou elk gelovig hart Hem kronen. En we moeten Hem heerlijker kronen dan we al doen! Niets zou ons teveel moeten kosten als we Christus konden verheerlijken. Lijden zou een genoegen zijn en verlies zou winst zijn, als we daardoor Zijn voorhoofd met meer blinkende kronen zouden kunnen kronen en Hem heerlijker zouden kunnen maken in de ogen van de engelen en de mensen. 

Ja, Hij zal regeren. Lang leve de Koning! Alle eer aan U, Koning Jezus! Kom, reine zielen die de Heere liefhebben. Kniel aan Zijn voeten. Bedek Zijn pad met de lelies van je liefde en de rozen van je dankbaarheid. Breng de koninklijke kroon en kroon Hem als Heer over alles.

Onze Heere Jezus is Koning in Sion omdat Hij overwonnen heeft. Hij heeft de harten van Zijn volk bestormd en ingenomen, Hij heeft hun vijanden verslagen die Hem in wrede slavernij vasthielden. In de Rode Zee van Zijn eigen bloed, heeft onze Verlosser de Farao van de zonde verdronken. Zal Hij geen Heer en Koning zijn? Hij heeft ons verlost van de heerschappij van de zonde en van de zware vloek van de wet, zal de Bevrijder dan niet gekroond worden? Wij zijn Zijn deel wat Hij uit de handen van de vijand genomen heeft met Zijn zwaard en met Zijn boog, wie zal dan dat wat Hij veroverd heeft uit Zijn hand rukken?

Alle eer aan Koning Jezus! We leven graag onder Uw zoete heerschappij! Regeer eeuwig in ons hart, o heerlijke Vredevorst.

Jezus Christus is geen tiran die goddelijk recht opeist maar Hij is werkelijk Gods gezalfde! “Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou” (Kolossenzen 1:19). God heeft Hem alle macht en gezag gegeven.

Als de Zoon des mensen is Hij nu het Hoofd over alles in Zijn kerk. Hij regeert over de hemel, de aarde en de hel met de sleutels van leven en dood aan Zijn riem. Sommige prinsen mochten zich blij koning noemen omdat het volk dat wilde en dit is zeker het geval voor onze Heere Jezus Christus en Zijn kerk. Als we zouden stemmen of Hij Koning van Zijn kerk zou moeten zijn, dan zou elk gelovig hart Hem kronen. En we moeten Hem heerlijker kronen dan we al doen! Niets zou ons teveel moeten kosten als we Christus konden verheerlijken. Lijden zou een genoegen zijn en verlies zou winst zijn, als we daardoor Zijn voorhoofd met meer blinkende kronen zouden kunnen kronen en Hem heerlijker zouden kunnen maken in de ogen van de engelen en de mensen. 

Ja, Hij zal regeren. Lang leve de Koning! Alle eer aan U, Koning Jezus! Kom, reine zielen die de Heere liefhebben. Kniel aan Zijn voeten. Bedek Zijn pad met de lelies van je liefde en de rozen van je dankbaarheid. Breng de koninklijke kroon en kroon Hem als Heer over alles.

Onze Heere Jezus is Koning in Sion omdat Hij overwonnen heeft. Hij heeft de harten van Zijn volk bestormd en ingenomen, Hij heeft hun vijanden verslagen die Hem in wrede slavernij vasthielden. In de Rode Zee van Zijn eigen bloed, heeft onze Verlosser de Farao van de zonde verdronken. Zal Hij geen Heer en Koning zijn? Hij heeft ons verlost van de heerschappij van de zonde en van de zware vloek van de wet, zal de Bevrijder dan niet gekroond worden? Wij zijn Zijn deel wat Hij uit de handen van de vijand genomen heeft met Zijn zwaard en met Zijn boog, wie zal dan dat wat Hij veroverd heeft uit Zijn hand rukken?

Alle eer aan Koning Jezus! We leven graag onder Uw zoete heerschappij! Regeer eeuwig in ons hart, o heerlijke Vredevorst.

Lees ook Jesaja 6:1-5.