Paulus schrijft: “Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.” Hoe wordt Gods kracht in onze zwakheid volbracht?

Paulus schrijft: “Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.” Hoe wordt Gods kracht in onze zwakheid volbracht?


Hoewel we soms zeggen dat we zwak zijn wanneer we het hebben over onze neiging om te zondigen, is dit niet waar Paulus op doelt.

Hoewel Paulus gered is door genade Gods genade, zien we in hem geen passieve houding wat zonde betreft, nee, hij jaagt naar volmaaktheid alsof hij het grijpen kon (Filippenzen 3:12). Hij oefent zijn lichaam op harde wijze en maakt het dienstbaar zodat hij niet verwerpelijk wordt (1 Korinthe 9:27). Zou hij blijven zondigen opdat de genade toeneemt? “Volstrekt niet!” (Romeinen 6:1).

Laat staan dat hij roemt in zondige zwakheden. Nee, de zwakheden die Paulus beschrijft zijn lichamelijke zwakheden. Hij roemt in deze zwakheden: “in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil.”

Hierin worden al zijn aardse krachten gebroken. Hij heeft niets meer om trots op te zijn. Alles wordt hem ontnomen omdat Hij Jezus wil volgen en als gevolg daarvan lijdt hij. En hoewel Hij God gevraagd heeft om verlichting, verzekerd God hem dat Zijn genade genoeg is om Hem hier op aarde te verheerlijken. Hij heeft de aardse en lichamelijke gemakken niet nodig, want juist dan wordt Christus’ opofferende liefde zichtbaar.

Dat is Christus’ kracht: volharden in verdrukking voor de vreugde in het vooruitzicht. Daarom verheugt Paulus zich: “Nu verblijd ik mij in mijn lijden voor u en vervul in mijn vlees wat overblijft van de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van Zijn lichaam, dat is de gemeente” (Kolossenzen 1:24).

Tot deze praktijk roept Paulus’ voorbeeld ons ook vandaag. Volg Jezus en roem in alles wat je lichaam verzwakt en breekt. De genade van de Heere is genoeg, je hebt op aarde niets anders nodig om Hem te verheerlijken.

Ja, ook je ziekte en zwakheid die niet direct het gevolg zijn van het volgen van Jezus wil God het podium maken van Zijn genade en kracht. Laat al je pijn het uitroepen: “Dit leven is maar even, maar eeuwige vreugde wacht op mij, daarom zal ik volhouden.”

Dat is Gods kracht zichtbaar in je zwakheid.

Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER, godvruchte schaar, houd moed:
Hij is getrouw, de bron van alle goed;
zo daalt zijn kracht op u in zwakheid neer;
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER.

Hoewel we soms zeggen dat we zwak zijn wanneer we het hebben over onze neiging om te zondigen, is dit niet waar Paulus op doelt.

Hoewel Paulus gered is door genade Gods genade, zien we in hem geen passieve houding wat zonde betreft, nee, hij jaagt naar volmaaktheid alsof hij het grijpen kon (Filippenzen 3:12). Hij oefent zijn lichaam op harde wijze en maakt het dienstbaar zodat hij niet verwerpelijk wordt (1 Korinthe 9:27). Zou hij blijven zondigen opdat de genade toeneemt? “Volstrekt niet!” (Romeinen 6:1).

Laat staan dat hij roemt in zondige zwakheden. Nee, de zwakheden die Paulus beschrijft zijn lichamelijke zwakheden. Hij roemt in deze zwakheden: “in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil.”

Hierin worden al zijn aardse krachten gebroken. Hij heeft niets meer om trots op te zijn. Alles wordt hem ontnomen omdat Hij Jezus wil volgen en als gevolg daarvan lijdt hij. En hoewel Hij God gevraagd heeft om verlichting, verzekerd God hem dat Zijn genade genoeg is om Hem hier op aarde te verheerlijken. Hij heeft de aardse en lichamelijke gemakken niet nodig, want juist dan wordt Christus’ opofferende liefde zichtbaar.

Dat is Christus’ kracht: volharden in verdrukking voor de vreugde in het vooruitzicht. Daarom verheugt Paulus zich: “Nu verblijd ik mij in mijn lijden voor u en vervul in mijn vlees wat overblijft van de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van Zijn lichaam, dat is de gemeente” (Kolossenzen 1:24).

Tot deze praktijk roept Paulus’ voorbeeld ons ook vandaag. Volg Jezus en roem in alles wat je lichaam verzwakt en breekt. De genade van de Heere is genoeg, je hebt op aarde niets anders nodig om Hem te verheerlijken.

Ja, ook je ziekte en zwakheid die niet direct het gevolg zijn van het volgen van Jezus wil God het podium maken van Zijn genade en kracht. Laat al je pijn het uitroepen: “Dit leven is maar even, maar eeuwige vreugde wacht op mij, daarom zal ik volhouden.”

Dat is Gods kracht zichtbaar in je zwakheid.

Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER, godvruchte schaar, houd moed:
Hij is getrouw, de bron van alle goed;
zo daalt zijn kracht op u in zwakheid neer;
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER.

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →