Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. (Filippenzen 2:3-7)
Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. (Filippenzen 2:3-7)
Christus Jezus, soeverein en vrijmachtig, verliet zijn hemelse heerlijkheid om de gestalte van een dienstknecht aan te nemen. Hij wilde zichzelf verhullen in een sterfelijk lichaam, Hij wilde zich laten binden, aan een kruis, om ons te kunnen bevrijden.
Laat die gezindheid ook in jou zijn (Filippenzen 2:1-11).
Het draait niet om jou, we leven niet meer voor onszelf, niet om onszelf te behagen maar om God lief te hebben boven alles en onze naaste als jezelf. Dit moet zichtbaar worden in de manier waarop we met onze broeders en zusters omgaan, ook in de manier waarop we ons kleden en versieren en in de manier waarop we omgaan met meningsverschillen.
Paulus roept ons op: Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. (Filippenzen 2:3-4)
Onderzoek jezelf, ook in de manier waarop je voor je lichaam zorgt. Ben je bezig om de aandacht op jezelf te richten door de manier waarop je jezelf kleedt of versierd? En dat niet alleen, ook in al het ander dat je doet, houd je daarin rekening met anderen, acht je anderen voortreffelijker?
Vrij van de wet
Zeker, wanneer we besneden zijn met een besnijdenis die niet met handen plaatsvind, wanneer we wedergeboren zijn, is het handschrift, de wet, die met haar bepalingen tegen ons getuigde uitgewist (Kolossenzen 2:14). Wanneer de wet is uitgewist, bestaat die niet meer voor ons, we zijn dan gestorven voor de wet, we zijn vrij van de van die wet die tegen ons getuigde.
Maar we zijn dan niet vrij van Christus, niet vrij van liefde, niet vrij van gerechtigheid, niet vrij om volgens onze oude natuur te leven, daarvan wil Jezus ons juist bevrijden zodat we in nieuwheid van Geest zullen dienen. (Romeinen 7:6)
Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. (Hebreeën 13:2)
Zwakheden als podium voor liefde
En dat we elkaar in liefde moeten dienen laat zien dat er moeilijkheden zullen zijn onder broeders en zusters die om liefde en dienstbaarheid vragen.
Daarom heeft de Heilige Geest verschillende gaven en verschillende maten van geloof uitgedeeld die dienstbaarheid, liefde en geduld ten toon te kunnen stellen (Romeinen 12:3).
We hebben in deze wereld, waarin we nog niet volkomen verlost zijn van ons vlees, te maken met de zwakheden van elkaar. Maar daarin wordt Gods genade en liefde juist het meest ten toon gesteld en verheerlijkt.
God gebruikt mijn zwakheden om de kracht die Hij aan jou gegeven heeft zichtbaar te maken in jouw liefde voor mij en Hij gebruikt jouw zwakheden om de kracht die Hij mij gegeven heeft ten toon te stellen in mijn liefde voor jou.
Juist wanneer de Heere zwakkere gelovigen om ons heen geeft, kan die liefde waartoe Hij ons geroepen heeft zichtbaar worden. Je wordt een levend toonbeeld van Jezus’ medelijdende liefde wanneer je je zwakkere broeders of zusters tegemoet komt en ontmoet op de plek waar zij zijn.
Wanneer jij vrij bent om iets te doen of te laten ben jij degene die vrij is om degene die nog niet vrij is om iets te doen of te laten in liefde te dienen door je aan diegene aan te passen zodat diegene niet struikelt maar eerder gewonnen wordt voor de vrijheid waarin je staat.
Voor allen alles
Dit betekent niet dat je de vrijheid die Jezus duur gekocht heeft opgeeft en je jezelf toch weer onder de wet stelt.
Nee, we zijn vrij. Wanneer we daarom iets doen of laten wat God zelf niet geboden of verboden heeft doen we dat niet uit vrees, om Hem gunstig te stemmen of uit angst voor Zijn veroordeling, nee we doen het uit liefde om onze naaste te dienen en in te winnen.
Want hoewel ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen. En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen. Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn. Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. (2 Korinthe 9:19-22)
We passen ons aan zodat we hen kunnen overtuigen van de waarheid en vrijheid die er in Christus te vinden is. Wij die sterk zijn knielen neer voor hen die zwak zijn om hun voeten te wassen omdat wij vrij zijn om hen daar in liefde te ontmoeten.
Wanneer Paulus echter voor allen alles wordt betekent dat niet dat hij in de afwezigheid van een Jood nog steeds aanpaste aan de Jood. Of dat hij zich in het bijzijn van de Jood nog aanpaste aan de Griek.
Nee, uit liefde voor degenen waarmee we omgaan passen we onszelf aan terwijl we ons in alles bekleden met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld en elkaar verdragen (Kolossenzen 3:12-14).
Zoals Jezus jou verdroeg en tegemoet kwam in je zonde, angst en gebrokenheid om je daar op jou niveau te leren wat het leven met Hem is.
Kijk naar Hem, laat Zijn gezindheid in jou zijn en volg Hem na.
Christus Jezus, soeverein en vrijmachtig, verliet zijn hemelse heerlijkheid om de gestalte van een dienstknecht aan te nemen. Hij wilde zichzelf verhullen in een sterfelijk lichaam, Hij wilde zich laten binden, aan een kruis, om ons te kunnen bevrijden.
Laat die gezindheid ook in jou zijn (Filippenzen 2:1-11).
Het draait niet om jou, we leven niet meer voor onszelf, niet om onszelf te behagen maar om God lief te hebben boven alles en onze naaste als jezelf. Dit moet zichtbaar worden in de manier waarop we met onze broeders en zusters omgaan, ook in de manier waarop we ons kleden en versieren en in de manier waarop we omgaan met meningsverschillen.
Paulus roept ons op: Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. (Filippenzen 2:3-4)
Onderzoek jezelf, ook in de manier waarop je voor je lichaam zorgt. Ben je bezig om de aandacht op jezelf te richten door de manier waarop je jezelf kleedt of versierd? En dat niet alleen, ook in al het ander dat je doet, houd je daarin rekening met anderen, acht je anderen voortreffelijker?
Vrij van de wet
Zeker, wanneer we besneden zijn met een besnijdenis die niet met handen plaatsvind, wanneer we wedergeboren zijn, is het handschrift, de wet, die met haar bepalingen tegen ons getuigde uitgewist (Kolossenzen 2:14). Wanneer de wet is uitgewist, bestaat die niet meer voor ons, we zijn dan gestorven voor de wet, we zijn vrij van de van die wet die tegen ons getuigde.
Maar we zijn dan niet vrij van Christus, niet vrij van liefde, niet vrij van gerechtigheid, niet vrij om volgens onze oude natuur te leven, daarvan wil Jezus ons juist bevrijden zodat we in nieuwheid van Geest zullen dienen. (Romeinen 7:6)
Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. (Hebreeën 13:2)
Zwakheden als podium voor liefde
En dat we elkaar in liefde moeten dienen laat zien dat er moeilijkheden zullen zijn onder broeders en zusters die om liefde en dienstbaarheid vragen.
Daarom heeft de Heilige Geest verschillende gaven en verschillende maten van geloof uitgedeeld die dienstbaarheid, liefde en geduld ten toon te kunnen stellen (Romeinen 12:3).
We hebben in deze wereld, waarin we nog niet volkomen verlost zijn van ons vlees, te maken met de zwakheden van elkaar. Maar daarin wordt Gods genade en liefde juist het meest ten toon gesteld en verheerlijkt.
God gebruikt mijn zwakheden om de kracht die Hij aan jou gegeven heeft zichtbaar te maken in jouw liefde voor mij en Hij gebruikt jouw zwakheden om de kracht die Hij mij gegeven heeft ten toon te stellen in mijn liefde voor jou.
Juist wanneer de Heere zwakkere gelovigen om ons heen geeft, kan die liefde waartoe Hij ons geroepen heeft zichtbaar worden. Je wordt een levend toonbeeld van Jezus’ medelijdende liefde wanneer je je zwakkere broeders of zusters tegemoet komt en ontmoet op de plek waar zij zijn.
Wanneer jij vrij bent om iets te doen of te laten ben jij degene die vrij is om degene die nog niet vrij is om iets te doen of te laten in liefde te dienen door je aan diegene aan te passen zodat diegene niet struikelt maar eerder gewonnen wordt voor de vrijheid waarin je staat.
Voor allen alles
Dit betekent niet dat je de vrijheid die Jezus duur gekocht heeft opgeeft en je jezelf toch weer onder de wet stelt.
Nee, we zijn vrij. Wanneer we daarom iets doen of laten wat God zelf niet geboden of verboden heeft doen we dat niet uit vrees, om Hem gunstig te stemmen of uit angst voor Zijn veroordeling, nee we doen het uit liefde om onze naaste te dienen en in te winnen.
Want hoewel ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen. En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen. Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn. Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. (2 Korinthe 9:19-22)
We passen ons aan zodat we hen kunnen overtuigen van de waarheid en vrijheid die er in Christus te vinden is. Wij die sterk zijn knielen neer voor hen die zwak zijn om hun voeten te wassen omdat wij vrij zijn om hen daar in liefde te ontmoeten.
Wanneer Paulus echter voor allen alles wordt betekent dat niet dat hij in de afwezigheid van een Jood nog steeds aanpaste aan de Jood. Of dat hij zich in het bijzijn van de Jood nog aanpaste aan de Griek.
Nee, uit liefde voor degenen waarmee we omgaan passen we onszelf aan terwijl we ons in alles bekleden met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld en elkaar verdragen (Kolossenzen 3:12-14).
Zoals Jezus jou verdroeg en tegemoet kwam in je zonde, angst en gebrokenheid om je daar op jou niveau te leren wat het leven met Hem is.
Kijk naar Hem, laat Zijn gezindheid in jou zijn en volg Hem na.
Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →