De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is vastgesteld, moeten ingescheurd worden, zijn hoofdhaar moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein! Alle dagen dat hij de ziekte heeft, zal hij onrein zijn. Onrein is hij, hij moet afgezonderd wonen. Buiten het kamp moet zijn woongebied zijn. (Leviticus 13:45-46)


De kleren van de melaatse bij wie de ziekte is vastgesteld, moeten ingescheurd worden, zijn hoofdhaar moet hij los laten hangen, hij moet zijn baard en snor bedekken en hij moet roepen: Onrein, onrein! Alle dagen dat hij de ziekte heeft, zal hij onrein zijn. Onrein is hij, hij moet afgezonderd wonen. Buiten het kamp moet zijn woongebied zijn. (Leviticus 13:45-46)


Wat een vernedering. Stel je voor dat je iemand zou zijn met melaatsheid. Stel je voor dat je een ziekte hebt waardoor je in gescheurde kleren moet lopen, je moet je haar los laten hangen en als er iemand in je buurt komt moet je roepen, “Onrein, onrein!” Zolang je die ziekte hebt wordt je als onrein beschouwd en moet je afgezonderd buiten het kamp leven. Om het in zekere zin nog erger te maken, je hebt niet alleen een ziekte die je fysieke lichaam aantast, maar ook sociaal wordt je totaal geïsoleerd.

Hiervoor waren goede redenen, ook gezondheidsredenen. We zien dat in Leviticus, maar ook in Numeri. Maar dat neemt niet de vernederende en verdrietige gevolgen van melaatsheid weg in iemands leven, of in het leven van iemand die je liefhebt. Ze moesten afgezonderd leven van de rest, buiten het kamp. Je kunt je voorstellen hoe moeilijk dat geweest moet zijn.

Ik kan het niet helpen om aan Jezus te denken als Hij in Lukas 5:12 de stad binnenkomt en een man vol melaatsheid tegenkomt. “Toen hij Jezus zag, wierp hij zich met het gezicht ter aarde en bad Hem: Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen.” Wat een liefde zien we in vers 13, “Hij stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil het, word gereinigd. En meteen verliet de melaatsheid hem.” Wat een heerlijk beeld! Hij zegt niet alleen, “Wordt gereinigd.” Hij steekt zijn hand uit en raakt de melaatse man aan. Hij deed wat niemand anders ooit zou doen. Hij raakte hem aan. Hij liep niet voor hem weg omdat hij onrein was. Jezus ging naar hem toe en raakte hem aan.

Als ik dit zie, denk ik aan mijn eigen leven. Denk aan jouw leven. Natuurlijk is dit niet precies hetzelfde, maar ook wij zijn onrein op zoveel verschillende manieren. Ik denk aan de zonden in mijn leven, ik denk aan de slechtste dingen die ik gedacht en gedaan heb. Ik zou mij schamen als iemand anders het te weten zou komen. Ik denk dat er ook in jouw leven dingen zijn waardoor jij je onrein voelt als je eraan terugdenkt.

Jezus weet al die dingen, en toch steekt Hij zijn hand uit in je leven. Hij raakt ons aan met een genezende, herstellende en reinigende hand en Hij zegt, “Je bent rein, je zonden zijn vergeven.” Het maakt niet uit hoe vreselijk die zonde ook is, je bent vergeven als je vertrouwt op Jezus. Hoe je jezelf nu ook schaamt, je wordt in eer herstelt als je oog in oog komt te staan met Jezus. Hij raakt ons leven aan en maakt ons rein. Dit is een heerlijke, levensveranderende en ontzagwekkende waarheid: Jezus gaat naar hen die onrein zijn en maakt hen rein.

Wat een vernedering. Stel je voor dat je iemand zou zijn met melaatsheid. Stel je voor dat je een ziekte hebt waardoor je in gescheurde kleren moet lopen, je moet je haar los laten hangen en als er iemand in je buurt komt moet je roepen, “Onrein, onrein!” Zolang je die ziekte hebt wordt je als onrein beschouwd en moet je afgezonderd buiten het kamp leven. Om het in zekere zin nog erger te maken, je hebt niet alleen een ziekte die je fysieke lichaam aantast, maar ook sociaal wordt je totaal geïsoleerd.

Hiervoor waren goede redenen, ook gezondheidsredenen. We zien dat in Leviticus, maar ook in Numeri. Maar dat neemt niet de vernederende en verdrietige gevolgen van melaatsheid weg in iemands leven, of in het leven van iemand die je liefhebt. Ze moesten afgezonderd leven van de rest, buiten het kamp. Je kunt je voorstellen hoe moeilijk dat geweest moet zijn.

Ik kan het niet helpen om aan Jezus te denken als Hij in Lukas 5:12 de stad binnenkomt en een man vol melaatsheid tegenkomt. “Toen hij Jezus zag, wierp hij zich met het gezicht ter aarde en bad Hem: Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen.” Wat een liefde zien we in vers 13, “Hij stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil het, word gereinigd. En meteen verliet de melaatsheid hem.” Wat een heerlijk beeld! Hij zegt niet alleen, “Wordt gereinigd.” Hij steekt zijn hand uit en raakt de melaatse man aan. Hij deed wat niemand anders ooit zou doen. Hij raakte hem aan. Hij liep niet voor hem weg omdat hij onrein was. Jezus ging naar hem toe en raakte hem aan.

Als ik dit zie, denk ik aan mijn eigen leven. Denk aan jouw leven. Natuurlijk is dit niet precies hetzelfde, maar ook wij zijn onrein op zoveel verschillende manieren. Ik denk aan de zonden in mijn leven, ik denk aan de slechtste dingen die ik gedacht en gedaan heb. Ik zou mij schamen als iemand anders het te weten zou komen. Ik denk dat er ook in jouw leven dingen zijn waardoor jij je onrein voelt als je eraan terugdenkt.

Jezus weet al die dingen, en toch steekt Hij zijn hand uit in je leven. Hij raakt ons aan met een genezende, herstellende en reinigende hand en Hij zegt, “Je bent rein, je zonden zijn vergeven.” Het maakt niet uit hoe vreselijk die zonde ook is, je bent vergeven als je vertrouwt op Jezus. Hoe je jezelf nu ook schaamt, je wordt in eer herstelt als je oog in oog komt te staan met Jezus. Hij raakt ons leven aan en maakt ons rein. Dit is een heerlijke, levensveranderende en ontzagwekkende waarheid: Jezus gaat naar hen die onrein zijn en maakt hen rein.

Daarom bidden we, o God, dank U wel. Dank U wel dat U Jezus gestuurd hebt in een wereld vol zonde, kwaad, slechtheid en onreinheid. Dank U wel dat U naar ons hebt omgezien en ons niet alleen gelaten hebt, afgezonderd van U in onreinheid. Dank U wel dat U achter ons aan gekomen bent. Dank U wel dat U tot ons gekomen bent.

O Heer Jezus, dank U wel dat U de prijs voor onze zonden betaalt hebt. Dank U wel dat U onze onreinheid op Uzelf genomen hebt. God heeft U, die geen zonde kende voor ons tot zonde gemaakt “opdat wij zouden worden gerechtigheid van U in Hem” (2 Korinthe 5:21), opdat wij rein zouden zijn voor U, opdat wij uit schaamte in eer herstelt zouden worden, opdat we uit afzondering naar verzoening met U gebracht konden worden. Alle eer aan Uw naam voor het Evangelie.

Jezus, we hebben U lief. We prijzen U dat U ons van onze zonden gered hebt. We prijzen U dat U ons gereinigd hebt. We bidden dat U ons vandaag wilt gebruiken als Uw handen en voeten in de wereld om ons heen om degenen die onrein zijn, degenen die bevlekt zijn met zonden, te vertellen dat er in Jezus nieuw leven mogelijk is. O God, gebruik ons alstublieft vandaag om dit goede nieuws bekend te maken, om dit Evangelie bekend te maken aan mensen om ons heen die van U afgezonderd zijn, mensen die in hun zonde van U gescheiden zijn. O God, geef dat Uw herstellende en verlossende en reddende hand ook hun leven aanraakt door de verkondiging van het goede nieuws.

Alle eer aan Uw naam, Heer Jezus, U maakt de onreine rein. In Uw naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net


Daarom bidden we, o God, dank U wel. Dank U wel dat U Jezus gestuurd hebt in een wereld vol zonde, kwaad, slechtheid en onreinheid. Dank U wel dat U naar ons hebt omgezien en ons niet alleen gelaten hebt, afgezonderd van U in onreinheid. Dank U wel dat U achter ons aan gekomen bent. Dank U wel dat U tot ons gekomen bent.

O Heer Jezus, dank U wel dat U de prijs voor onze zonden betaalt hebt. Dank U wel dat U onze onreinheid op Uzelf genomen hebt. God heeft U, die geen zonde kende voor ons tot zonde gemaakt “opdat wij zouden worden gerechtigheid van U in Hem” (2 Korinthe 5:21), opdat wij rein zouden zijn voor U, opdat wij uit schaamte in eer herstelt zouden worden, opdat we uit afzondering naar verzoening met U gebracht konden worden. Alle eer aan Uw naam voor het Evangelie.

Jezus, we hebben U lief. We prijzen U dat U ons van onze zonden gered hebt. We prijzen U dat U ons gereinigd hebt. We bidden dat U ons vandaag wilt gebruiken als Uw handen en voeten in de wereld om ons heen om degenen die onrein zijn, degenen die bevlekt zijn met zonden, te vertellen dat er in Jezus nieuw leven mogelijk is. O God, gebruik ons alstublieft vandaag om dit goede nieuws bekend te maken, om dit Evangelie bekend te maken aan mensen om ons heen die van U afgezonderd zijn, mensen die in hun zonde van U gescheiden zijn. O God, geef dat Uw herstellende en verlossende en reddende hand ook hun leven aanraakt door de verkondiging van het goede nieuws.

Alle eer aan Uw naam, Heer Jezus, U maakt de onreine rein. In Uw naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net