Vaak wordt in een preek geconcludeerd dat we meer op Christus moeten zien. Dus de vraag: hoe kunnen we meer op Christus zien?

Vaak wordt in een preek geconcludeerd dat we meer op Christus moeten zien. Dus de vraag: hoe kunnen we meer op Christus zien?


Hoe zien we op Jezus? Zoals we zo vaak op de omstandigheden zien. We richten ons tot de wereld, tot ons zelf, we letten op ons gedrag, op wat anderen doen. Maar de Heere vraagt van ons dat we ons tot Hem keren. We moeten Hem voor ogen stellen. Niet letterlijk, maar wie Hij is en wat Hij gedaan heeft.

En waar zien we Hem beter afgeschilderd dan in Gods Woord? Stel Hem voor je ogen, lees je Bijbel en kom op plekken waar Hij in overeenstemming met Gods Woord afgeschilderd wordt. Zalf je ogen met de ogenzalf van het Evangelie. Spoel met de waarheid van Gods Woord alle leugens van de wereld uit je ogen.

Afgeschilderd in de Bijbel

In Gods Woord zien we zien hoe Hij, die aan God gelijk was, Zijn hemelse heerlijkheid verliet, de menselijke natuur aannam, zich vernederde en de mensen — vijanden die tegen Hem in opstand gekomen zijn — gaat dienen, genezen en onderwijzen. Hoe Hij volkomen heilig en zonder zonde geleefd heeft, hoe Hij de natuurwetten brak maar de morele wetten volkomen hield. In het getuigenis van degenen die het dichtst bij Hem leefden zien we dat Hij is als niemand anders. Zo almachtig, barmhartig en genadig.

We zien hoe Hij vijanden met zichzelf gaat verzoenen door zich aan hen over te geven. Hij wordt gemarteld en geslagen. Hij wordt verbrijzeld om onze ongerechtigheden. Daar stroomt bloed, daar wordt een leven gegeven, daar wordt de brandende toorn, de heilige woede van God gedragen over de zonde. Daar wordt de wanhoop geproefd van volkomen eenzaamheid — verlaten door God zelf. Daar zien we wat onze zonde waard is. Daar zien we wat wij verdienen. Maar daar is Hij voor ons verhoogd, zoals de slang in de woestijn, “opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:15) Een ieder! Eén blik van geloof op Hem. Zodat we voor God kunnen verschijnen en Hem straks volkomen zullen zien zoals Hij is. Wat een heerlijk vooruitzicht!

Geniet van Zijn heerlijkheid

Bid steeds weer, met Mozes, “Toon mij toch Uw heerlijkheid!” (Exodus 33:18) En hoe meer je van Zijn heerlijkheid ziet en van de heerlijkheid die op je wacht, hoe waardelozer deze wereld en de zonde wordt, hoe meer je de zonde zult haten. Hoe meer je op Hem let, hoe heerlijker het is om al die zonden en lasten af te leggen en de wedloop die voor je ligt te lopen. En als je je tegenslagen, zoals Matthew Henry het zegt, dan naast Jezus’ lijden legt, zul je zingen:

Uw deel, hoeveel zwaarder is ‘t hier niet geweest!
Hoe spande niet satan zijn strik
en ziend’ op Uw kruis roemt in mij ook mijn geest;
‘t Is mij goed, wat mijn God mij beschikk’.
‘t Is mij goed, wat God doet;
‘t Is mij goed, wat mijn God mij beschikk’.

Ja, stel dan in het volgen van Christus ook de vreugde voor ogen, zoals Hij dat ook deed (Hebreeën 12:2). Denk aan de heerlijkheid die op je wacht. Zoals je, om het heel simpel te zeggen, na een dag in de regen en de kou uitziet naar een warm huis, dat moedigt je aan om door te gaan tot je thuis bent.

O Heere Jezus, openbaar Uzelf, meer en meer.

Hoe zien we op Jezus? Zoals we zo vaak op de omstandigheden zien. We richten ons tot de wereld, tot ons zelf, we letten op ons gedrag, op wat anderen doen. Maar de Heere vraagt van ons dat we ons tot Hem keren. We moeten Hem voor ogen stellen. Niet letterlijk, maar wie Hij is en wat Hij gedaan heeft.

En waar zien we Hem beter afgeschilderd dan in Gods Woord? Stel Hem voor je ogen, lees je Bijbel en kom op plekken waar Hij in overeenstemming met Gods Woord afgeschilderd wordt. Zalf je ogen met de ogenzalf van het Evangelie. Spoel met de waarheid van Gods Woord alle leugens van de wereld uit je ogen.

Afgeschilderd in de Bijbel

In Gods Woord zien we zien hoe Hij, die aan God gelijk was, Zijn hemelse heerlijkheid verliet, de menselijke natuur aannam, zich vernederde en de mensen — vijanden die tegen Hem in opstand gekomen zijn — gaat dienen, genezen en onderwijzen. Hoe Hij volkomen heilig en zonder zonde geleefd heeft, hoe Hij de natuurwetten brak maar de morele wetten volkomen hield. In het getuigenis van degenen die het dichtst bij Hem leefden zien we dat Hij is als niemand anders. Zo almachtig, barmhartig en genadig.

We zien hoe Hij vijanden met zichzelf gaat verzoenen door zich aan hen over te geven. Hij wordt gemarteld en geslagen. Hij wordt verbrijzeld om onze ongerechtigheden. Daar stroomt bloed, daar wordt een leven gegeven, daar wordt de brandende toorn, de heilige woede van God gedragen over de zonde. Daar wordt de wanhoop geproefd van volkomen eenzaamheid — verlaten door God zelf. Daar zien we wat onze zonde waard is. Daar zien we wat wij verdienen. Maar daar is Hij voor ons verhoogd, zoals de slang in de woestijn, “opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:15) Een ieder! Eén blik van geloof op Hem. Zodat we voor God kunnen verschijnen en Hem straks volkomen zullen zien zoals Hij is. Wat een heerlijk vooruitzicht!

Geniet van Zijn heerlijkheid

Bid steeds weer, met Mozes, “Toon mij toch Uw heerlijkheid!” (Exodus 33:18) En hoe meer je van Zijn heerlijkheid ziet en van de heerlijkheid die op je wacht, hoe waardelozer deze wereld en de zonde wordt, hoe meer je de zonde zult haten. Hoe meer je op Hem let, hoe heerlijker het is om al die zonden en lasten af te leggen en de wedloop die voor je ligt te lopen. En als je je tegenslagen, zoals Matthew Henry het zegt, dan naast Jezus’ lijden legt, zul je zingen:

Uw deel, hoeveel zwaarder is ‘t hier niet geweest!
Hoe spande niet satan zijn strik
en ziend’ op Uw kruis roemt in mij ook mijn geest;
‘t Is mij goed, wat mijn God mij beschikk’.
‘t Is mij goed, wat God doet;
‘t Is mij goed, wat mijn God mij beschikk’.

Ja, stel dan in het volgen van Christus ook de vreugde voor ogen, zoals Hij dat ook deed (Hebreeën 12:2). Denk aan de heerlijkheid die op je wacht. Zoals je, om het heel simpel te zeggen, na een dag in de regen en de kou uitziet naar een warm huis, dat moedigt je aan om door te gaan tot je thuis bent.

O Heere Jezus, openbaar Uzelf, meer en meer.

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →