Het maken van discipelen is de door Christus bevolen, en de door de Geest bekrachtigde, plicht van elke discipel van Jezus  om ongelovigen te evangeliseren, gelovigen te dopen, hun het Woord van Christus te onderwijzen en hen te trainen om Christus te gehoorzamen als leden van Zijn gemeente, die discipelen maken onder alle volken.


Het maken van discipelen is de door Christus bevolen, en de door de Geest bekrachtigde, plicht van elke discipel van Jezus  om ongelovigen te evangeliseren, gelovigen te dopen, hun het Woord van Christus te onderwijzen en hen te trainen om Christus te gehoorzamen als leden van Zijn gemeente, die discipelen maken onder alle volken.


Nu we gezien hebben wat een discipel is, is het de vraag hoe we discipelen maken. Helaas kunnen niet veel mensen deze vraag beantwoorden, ook al zijn ze al jaren en soms tientallen jaren christen. Het hele concept is vreemd voor hen. Daarom beginnen we weer met een definitie:

Het maken van discipelen is de door Christus bevolen, en de door de Geest bekrachtigde, plicht van elke discipel van Jezus  om ongelovigen te evangeliseren, gelovigen te dopen, hun het Woord van Christus te onderwijzen en hen te trainen om Christus te gehoorzamen als leden van Zijn gemeente die discipelen maken onder alle volken.

Als deze definitie bekend klinkt, komt dat omdat hij gebaseerd is op een gedeelte in de Bijbel dat ook wel bekend staat als de Grote Opdracht. Het maken van discipelen was oorspronkelijk niet iets voor een commissie, maar de primaire missie die Christus Zijn gemeente gaf voor Hij terugkeerde naar de Vader. Lees het in het Evangelie van Mattheüs:

En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg  waar Jezus hen ontboden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden. En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken (maak discipelen, leerlingen, onder alle volken, EV) hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen (Matt.28:16-20).

Aan de hand van dit gedeelte zullen we de definitie van het maken van discipelen overdenken door ons op drie vermaningen van Christus aan Zijn discipelen te richten. We moeten geloven in het gezag van Christus, het bevel van Christus gehoorzamen en afhankelijk vertrouwen op de aanwezigheid van Christus.

Geloof in het gezag van Christus

Toen Jezus Zijn discipelen op de berg verzamelde, begon Hij niet met een opdracht. Hij begon met een claim: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Matt.28:18). Dit is een enorm belangrijke verklaring en zij komt niet uit het niets. Het is de vervulling van een visioen dat God eeuwen daarvoor aan de profeet Daniël liet zien:

Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan (Dan.7:13-14).

Daniël spreekt over een “Mensenzoon”, Die alle heerschappij had en een eeuwig koninkrijk. Volgens de evangeliën is deze Mensenzoon niemand anders dan Jezus Christus (Matt.25:31). Christus’ gezag is de basis voor alles wat volgt in de Grote Opdracht. Denk erover na wat dit betekent.

Ten eerste, Jezus is niet alleen onze persoonlijke Redder en Heer. Ja, Hij is een persoonlijke Redder en een persoonlijke Heer, maar Jezus is zoveel meer dan dat. Zijn discipelen verwachtten een Joodse Messias Die Zijn volk zou redden van hun zonde en voor eeuwig zou verlossen. Toch maakt Jezus duidelijk dat Hij niet alleen macht heeft over een bepaalde groep mensen: Hij heeft macht over alle mensen. Zijn missie gaat niet over één volk, maar over alle volken.

Jezus is de universele Heer en Redder over alles. Hij heeft macht over alle volken, natiën en talen. Hij stierf niet om alleen jou of mij te redden. Hij stierf om mensen te redden uit elke bevolkingsgroep op deze planeet. Hij heeft de universele macht over alles en Hem komt de universele lof toe van alle volken.

De universele macht van Christus in de Grote Opdracht zou degenen die tot hiertoe het evangelie van Mattheüs hebben gelezen, niet moeten verrassen. We hebben het volgende al geleerd:

  • Christus heeft macht over de hele natuur en alle natiën (8:26;12:15-21);
  • Christus heeft macht over aandoeningen en demonen (11:5;9:32-33);
  • Christus heeft macht over de zonde en de dood (9:1-8,18-26; 28:1-10);
  • Christus heeft macht over jouw leven (8:18-22);
  • Christus heeft macht over ieders leven (25:31-33).

We kunnen alleen discipelen maken als Jezus alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Als Jezus de enige ware God is, is Hij de Enige Die mensen van hun zonde kan redden. Hij is de Enige Die de dood overwonnen heeft en voor de mensen redding heeft mogelijk gemaakt. We moeten daarom gaan, naar onze buren en naar alle volken, om dit goede nieuws bekend te maken.

Jezus is de aanbidding waard van iedereen op deze planeet. Zijn waarde is de brandstof van onze missie en Zijn aanbidding is het doel van onze missie. We zien uit naar de dag waarop mensen uit alle volken, natiën en talen zich rond Gods troon zullen verzamelen om Hem de wereldwijde eer te geven die Hem toekomt (Openb.7:9-12). Op die dag zullen we het niet meer hebben over het maken van discipelen. We zullen dan aanbidden.

Veel christenen schrikt de gedachte aan het maken van discipelen af. Maar het goede nieuws is dat, net zoals Jezus’ macht ons dwingt om te gaan, Zijn macht ons ook de vrijmoedigheid geeft om te gaan. Zijn macht zorgt ervoor dat er door Zijn Evangelie mensen gered zullen worden, waar we ook zijn. Daar kan ik op vertrouwen als ik het Evangelie deel in een sloppenwijk in Noord-India, omringd door Hindoegoden. Ik kan daarop vertrouwen als ik het Evangelie tijdens de lunch met een collega deel die Christus niet kent. Waar we ook zijn, Christus’ macht geef ons de zekerheid dat Zijn missie volbracht zal worden.

Gehoorzaam het bevel van Christus

Hoewel de Grote Opdracht gebaseerd is op de macht van Christus, wil dat niet zeggen dat wij daarin geen rol spelen. Wij moeten het bevel van Christus gehoorzamen. Voor veel volgelingen van Christus bestaat het christendom uit het gaan naar de kerk, het meedraaien in de gemeente en misschien zelfs wel het regelmatig dienen in de gemeente, maar niet uit het maken van discipelen. De kerk is vol mensen die al jaren christen zijn, maar toch hebben zij nooit iemand buiten hun familie tot Christus geleid. Veel christenen nemen deel aan allerlei religieuze activiteiten, die maar weinig productief zijn voor het Koninkrijk.

De Grote Opdracht is geen comfortabele oproep voor het grootste deel van de christenen om te komen, gedoopt te worden en op dezelfde plek te blijven. De Grote Opdracht is een bevel dat voor elke christen geldt, wat het ook kost, om te gaan, te dopen en discipelen te maken onder alle volken. Elke christen. Zo was het vanaf het begin. Jezus’ introductie in Mattheüs 4:19 is duidelijk: elke volgeling van Jezus is een “visser van mensen”. Zo is ook Jezus’ conclusie in Mattheüs 28:19 duidelijk: elke discipel maakt discipelen. Discipelen maken discipelen, dat leert de Bijbel.

Als je vandaag aan christenen vraagt wat het betekent discipelen te maken, krijg je waarschijnlijk wat verwarde gedachten, dubbelzinnige antwoorden en wat lege blikken. Dit is een probleem. Als we willen weten hoe we iets als christenen moeten doen, moeten we wel weten hoe we discipelen moeten maken. Hoe ziet dat er dus praktisch uit? Aan de hand van Mattheüs 28:19 geef ik vier manieren om discipelen te maken.

Deel het Woord
Terwijl we leven naar het Evangelie, spreken we over het Evangelie. We vertellen mensen dat ze gered kunnen worden van hun zonden door Christus’ dood aan het kruis. We verkondigen Zijn heerschappij. Zonder twijfel is dit de stuwkracht achter het gebod om te gaan en discipelen te maken. In de Grote Opdracht vertelt Jezus Zijn discipelen niet om elkaar op te zoeken en elkaar te onderwijzen. Nee, Hij draagt hun op de mensen te bereiken die nog niet met het Evangelie bereikt zijn. En Christen, onthoud dit. Daarom woont de Heilige Geest van God in je: om het Evangelie te verkondigen.

Dus, met wie deel jij het Evangelie? Wie heeft God in je leven gebracht met wie je deze week, of vandaag al, het Evangelie kunt delen? Waar wacht je nog op?

Laat het Woord zien
Heb je je ooit afgevraagd waarom Jezus instructies voor de doop van mensen toevoegt aan de Grote Opdracht? Omdat de doop de vereenzelviging met Christus en de inlijving in het lichaam van Christus symboliseert. Het maken van discipelen is niet zomaar het delen van het Evangelie met mensen om hen daarna achter te laten om het christelijke leven verder zelf uit te zoeken. Ook mogen we het maken van discipelen niet beperken tot de wekelijkse bijeenkomst in een klaslokaal. Nee, het maken van discipelen gebeurt wanneer we samen door het leven gaan, als we elkaar dagelijks laten zien hoe we de Christus volgen. We leren elkaar hoe we bidden, hoe we de Bijbel bestuderen, hoe we groeien in Christus en hoe we anderen naar Christus leiden. Ondertussen leidt dat tot onze groei in Christus.

Onderwijs het Woord
Jezus droeg ons op mensen alles te leren in acht te nemen wat Hij ons geboden heeft. We ontvangen dus niet alleen het Woord. We vermenigvuldigen het Woord. We geven het door. Natuurlijk zijn er sommigen in de gemeente die een bijzondere gave hebben om te onderwijzen (Ef.4:11-12). Maar iedere discipel van Jezus moet zijn of haar woorden verzadigen met Gods Woord. We leren anderen wat Christus ons geleerd heeft.

Dien de wereld
Onze zorg is niet alleen ons gezin, onze gemeente of onze gemeenschap, al is dat de plek waar het maken van discipelen begint. Maar ons is bevolen discipelen te maken onder “al de volken” (Matt.28:19). De uitdrukking “al de volken” (in het Grieks: panta ta ethne) verwijst niet naar volken zoals wij over landen denken, de tweehonderd geopolitieke entiteiten in de wereld. Maar deze uitdrukking verwijst naar stammen, families, clans en volkeren. Vandaag noemen we dat bevolkingsgroepen. Een bevolkingsgroep deelt dezelfde taal, hetzelfde erfgoed en  dezelfde culturele kenmerken. We zien zulke groepen door de hele Bijbel: Amorieten, Kanaänieten, Hethieten, Ferezieten, Hevieten en Jebusieten (Ex.34:11). Tegenwoordig omvat dit volken als de Beloetsjen, de Berber, de Hui, en de Han. Er zijn meer dan 11.000 van zulke bevolkingsgroepen in de wereld.

De Grote Opdracht is niet zomaar een algemene opdracht om discipelen te maken onder zoveel volken als mogelijk is. Het is een specifiek gebod om discipelen te maken onder alle bevolkingsgroepen in de wereld. Helaas zijn er nog ongeveer 6000 bevolkingsgroepen, die nog steeds niet bereikt zijn met het Evangelie. In het laatste hoofdstuk zullen we wat dieper ingaan op wat het betekent dat een bevolkingsgroep  niet bereikt is. Maar voor nu moeten we begrijpen dat gehoorzaamheid aan de Grote Opdracht noodzakelijkerwijs inhoudt dat we de boodschap van het Evangelie naar de niet-bereikte bevolkingsgroepen brengen.

Wat gebeurt er dus als iedere discipel gehoorzaam is aan het gebod om discipelen te maken? Welke gevolgen heeft het als iedere volgeling van Christus het Woord deelt, laat zien, onderwijst en de wereld dient? We krijgen daarvan een beeld in Handelingen.

Toen de gemeente vervolgd werd in Handelingen 8:1, werden “alle” gelovigen verspreid, “behalve de apostelen”. Wat deden deze verspreide gelovigen? “Zij dan die overal verspreid waren, trokken het land door en verkondigden het Woord” (Hand.8:4). Het waren de gewone gemeenteleden, niet de apostelen, die het Evangelie naar Judea en Samaria brachten. Uiteindelijk brachten ze het Evangelie nog verder, naar de Joden en Grieken in Fenicië, Cyprus en Antiochië (Hand.11:19-20). Het waren de gewone gemeenteleden die de gemeente in Antiochië begonnen, Die gemeente zond Paulus op zijn eerste zendingsreis uit (Hand.13:1-3). Zie je het voor je? De basis van Christus’ missie onder de volken werd gelegd door een groep mensen zonder naam!

Dit gebeurt er als volgelingen van Christus besluiten dat er in de gemeente geen toeschouwers zijn. Dit gebeurt er als volgelingen van Christus met verschillende roepingen beseffen dat ze allen betrokken zijn bij de grote globale missie. Als we discipelen maken onder de volken, zullen we gemeenten vermenigvuldigen, zelfs zonder prachtige gebouwen en uitgebreide programma’s. Sterker nog, hoe ingewikkelder we het maken van discipelen maken, hoe meer de vermenigvuldiging van de gemeente verstikt wordt. Alles wat we nodig hebben is het volk van God, het Woord van God en de Geest van God.

Afhankelijk vertrouwen op de aanwezigheid van Christus

Als laatste, als discipelen die geloven in het gezag van Christus en het bevel van Christus gehoorzamen, is het troostvol te weten dat we afhankelijk mogen vertrouwen op de aanwezigheid van Christus. Jezus’ laatste woorden in het Evangelie van Mattheüs zijn zo bemoedigend: “En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld” (Matt.28:20). In termen van het succes van onze inspanningen is het Christus’ aanwezigheid onder Zijn volk die het verschil maakt. Deze missie is niet gebaseerd op wie wij zijn of wat wij kunnen doen. Deze missie is gebaseerd op wie Jezus is en wat Hij kan doen in en door ons leven. Hij is in staat, “te doen ver boven alles wat wij bidden of denken” (Ef.3:20).

Laten we onze kleine dromen en wereldse ambities naast ons neerleggen en ons leven aan Jezus geven als een blanco cheque. Laten we samen de kracht van Zijn aanwezigheid ervaren. We willen onze gemeente niet vullen met programma’s en bezigheden die we zelf kunnen beheren. Nee, we moeten wanhopig verlangen naar de kracht van Jezus’ aanwezigheid met ons. We weten dat het niet makkelijk zal zijn en dat het veel zal kosten. Maar, in het licht van onze uiteindelijk hoop, weten we ook dat het alles waard zal zijn. Laten we samen onze hoop vestigen op de belofte van Christus’ terugkeer voor ons:

En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen (Matt.24:14).

Jezus komt terug om de lof en aanbidding te ontvangen die Hem toekomt van discipelen, die overal ter wereld gemaakt zijn. Laten we daarom ons leven geven en zelfs verliezen, als dat nodig is, om discipelen te maken onder alle volken. Dit is, uiteindelijk, wat het in de eerste plaats betekent om een discipel van Jezus te zijn. En, zoals we in het volgende hoofdstuk zien, is dit niet iets wat we alleen doen.

Discussievragen

  1. Hoe komt het dat veel christenen denken dat het maken van discipelen alleen iets is voor gemeenteleiders?
  2. Hoe zou je een christen bemoedigen die niet het gevoel heeft dat hij of zij discipelen kan maken? Aan welke Bijbelse waarheden zou je hem/haar herinneren?
  3. Wat moet onze inspanningen om discipelen te maken motiveren? Wat zijn tekenen dat we verkeerde motieven hebben?
  4. Wat komt er, naast het delen van het Evangelie, nog meer kijken bij het maken van discipelen?
  5. Hoe volg jij het bevel om discipelen te maken in de praktijk op? Welke nieuwe kansen kun je benutten? Wees specifiek in je antwoord.

Nu we gezien hebben wat een discipel is, is het de vraag hoe we discipelen maken. Helaas kunnen niet veel mensen deze vraag beantwoorden, ook al zijn ze al jaren en soms tientallen jaren christen. Het hele concept is vreemd voor hen. Daarom beginnen we weer met een definitie:

Het maken van discipelen is de door Christus bevolen, en de door de Geest bekrachtigde, plicht van elke discipel van Jezus  om ongelovigen te evangeliseren, gelovigen te dopen, hun het Woord van Christus te onderwijzen en hen te trainen om Christus te gehoorzamen als leden van Zijn gemeente die discipelen maken onder alle volken.

Als deze definitie bekend klinkt, komt dat omdat hij gebaseerd is op een gedeelte in de Bijbel dat ook wel bekend staat als de Grote Opdracht. Het maken van discipelen was oorspronkelijk niet iets voor een commissie, maar de primaire missie die Christus Zijn gemeente gaf voor Hij terugkeerde naar de Vader. Lees het in het Evangelie van Mattheüs:

En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg  waar Jezus hen ontboden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden. En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken (maak discipelen, leerlingen, onder alle volken, EV) hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen (Matt.28:16-20).

Aan de hand van dit gedeelte zullen we de definitie van het maken van discipelen overdenken door ons op drie vermaningen van Christus aan Zijn discipelen te richten. We moeten geloven in het gezag van Christus, het bevel van Christus gehoorzamen en afhankelijk vertrouwen op de aanwezigheid van Christus.

Geloof in het gezag van Christus

Toen Jezus Zijn discipelen op de berg verzamelde, begon Hij niet met een opdracht. Hij begon met een claim: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Matt.28:18). Dit is een enorm belangrijke verklaring en zij komt niet uit het niets. Het is de vervulling van een visioen dat God eeuwen daarvoor aan de profeet Daniël liet zien:

Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbijkomen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan (Dan.7:13-14).

Daniël spreekt over een “Mensenzoon”, Die alle heerschappij had en een eeuwig koninkrijk. Volgens de evangeliën is deze Mensenzoon niemand anders dan Jezus Christus (Matt.25:31). Christus’ gezag is de basis voor alles wat volgt in de Grote Opdracht. Denk erover na wat dit betekent.

Ten eerste, Jezus is niet alleen onze persoonlijke Redder en Heer. Ja, Hij is een persoonlijke Redder en een persoonlijke Heer, maar Jezus is zoveel meer dan dat. Zijn discipelen verwachtten een Joodse Messias Die Zijn volk zou redden van hun zonde en voor eeuwig zou verlossen. Toch maakt Jezus duidelijk dat Hij niet alleen macht heeft over een bepaalde groep mensen: Hij heeft macht over alle mensen. Zijn missie gaat niet over één volk, maar over alle volken.

Jezus is de universele Heer en Redder over alles. Hij heeft macht over alle volken, natiën en talen. Hij stierf niet om alleen jou of mij te redden. Hij stierf om mensen te redden uit elke bevolkingsgroep op deze planeet. Hij heeft de universele macht over alles en Hem komt de universele lof toe van alle volken.

De universele macht van Christus in de Grote Opdracht zou degenen die tot hiertoe het evangelie van Mattheüs hebben gelezen, niet moeten verrassen. We hebben het volgende al geleerd:

  • Christus heeft macht over de hele natuur en alle natiën (8:26;12:15-21);
  • Christus heeft macht over aandoeningen en demonen (11:5;9:32-33);
  • Christus heeft macht over de zonde en de dood (9:1-8,18-26; 28:1-10);
  • Christus heeft macht over jouw leven (8:18-22);
  • Christus heeft macht over ieders leven (25:31-33).

We kunnen alleen discipelen maken als Jezus alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Als Jezus de enige ware God is, is Hij de Enige Die mensen van hun zonde kan redden. Hij is de Enige Die de dood overwonnen heeft en voor de mensen redding heeft mogelijk gemaakt. We moeten daarom gaan, naar onze buren en naar alle volken, om dit goede nieuws bekend te maken.

Jezus is de aanbidding waard van iedereen op deze planeet. Zijn waarde is de brandstof van onze missie en Zijn aanbidding is het doel van onze missie. We zien uit naar de dag waarop mensen uit alle volken, natiën en talen zich rond Gods troon zullen verzamelen om Hem de wereldwijde eer te geven die Hem toekomt (Openb.7:9-12). Op die dag zullen we het niet meer hebben over het maken van discipelen. We zullen dan aanbidden.

Veel christenen schrikt de gedachte aan het maken van discipelen af. Maar het goede nieuws is dat, net zoals Jezus’ macht ons dwingt om te gaan, Zijn macht ons ook de vrijmoedigheid geeft om te gaan. Zijn macht zorgt ervoor dat er door Zijn Evangelie mensen gered zullen worden, waar we ook zijn. Daar kan ik op vertrouwen als ik het Evangelie deel in een sloppenwijk in Noord-India, omringd door Hindoegoden. Ik kan daarop vertrouwen als ik het Evangelie tijdens de lunch met een collega deel die Christus niet kent. Waar we ook zijn, Christus’ macht geef ons de zekerheid dat Zijn missie volbracht zal worden.

Gehoorzaam het bevel van Christus

Hoewel de Grote Opdracht gebaseerd is op de macht van Christus, wil dat niet zeggen dat wij daarin geen rol spelen. Wij moeten het bevel van Christus gehoorzamen. Voor veel volgelingen van Christus bestaat het christendom uit het gaan naar de kerk, het meedraaien in de gemeente en misschien zelfs wel het regelmatig dienen in de gemeente, maar niet uit het maken van discipelen. De kerk is vol mensen die al jaren christen zijn, maar toch hebben zij nooit iemand buiten hun familie tot Christus geleid. Veel christenen nemen deel aan allerlei religieuze activiteiten, die maar weinig productief zijn voor het Koninkrijk.

De Grote Opdracht is geen comfortabele oproep voor het grootste deel van de christenen om te komen, gedoopt te worden en op dezelfde plek te blijven. De Grote Opdracht is een bevel dat voor elke christen geldt, wat het ook kost, om te gaan, te dopen en discipelen te maken onder alle volken. Elke christen. Zo was het vanaf het begin. Jezus’ introductie in Mattheüs 4:19 is duidelijk: elke volgeling van Jezus is een “visser van mensen”. Zo is ook Jezus’ conclusie in Mattheüs 28:19 duidelijk: elke discipel maakt discipelen. Discipelen maken discipelen, dat leert de Bijbel.

Als je vandaag aan christenen vraagt wat het betekent discipelen te maken, krijg je waarschijnlijk wat verwarde gedachten, dubbelzinnige antwoorden en wat lege blikken. Dit is een probleem. Als we willen weten hoe we iets als christenen moeten doen, moeten we wel weten hoe we discipelen moeten maken. Hoe ziet dat er dus praktisch uit? Aan de hand van Mattheüs 28:19 geef ik vier manieren om discipelen te maken.

Deel het Woord
Terwijl we leven naar het Evangelie, spreken we over het Evangelie. We vertellen mensen dat ze gered kunnen worden van hun zonden door Christus’ dood aan het kruis. We verkondigen Zijn heerschappij. Zonder twijfel is dit de stuwkracht achter het gebod om te gaan en discipelen te maken. In de Grote Opdracht vertelt Jezus Zijn discipelen niet om elkaar op te zoeken en elkaar te onderwijzen. Nee, Hij draagt hun op de mensen te bereiken die nog niet met het Evangelie bereikt zijn. En Christen, onthoud dit. Daarom woont de Heilige Geest van God in je: om het Evangelie te verkondigen.

Dus, met wie deel jij het Evangelie? Wie heeft God in je leven gebracht met wie je deze week, of vandaag al, het Evangelie kunt delen? Waar wacht je nog op?

Laat het Woord zien
Heb je je ooit afgevraagd waarom Jezus instructies voor de doop van mensen toevoegt aan de Grote Opdracht? Omdat de doop de vereenzelviging met Christus en de inlijving in het lichaam van Christus symboliseert. Het maken van discipelen is niet zomaar het delen van het Evangelie met mensen om hen daarna achter te laten om het christelijke leven verder zelf uit te zoeken. Ook mogen we het maken van discipelen niet beperken tot de wekelijkse bijeenkomst in een klaslokaal. Nee, het maken van discipelen gebeurt wanneer we samen door het leven gaan, als we elkaar dagelijks laten zien hoe we de Christus volgen. We leren elkaar hoe we bidden, hoe we de Bijbel bestuderen, hoe we groeien in Christus en hoe we anderen naar Christus leiden. Ondertussen leidt dat tot onze groei in Christus.

Onderwijs het Woord
Jezus droeg ons op mensen alles te leren in acht te nemen wat Hij ons geboden heeft. We ontvangen dus niet alleen het Woord. We vermenigvuldigen het Woord. We geven het door. Natuurlijk zijn er sommigen in de gemeente die een bijzondere gave hebben om te onderwijzen (Ef.4:11-12). Maar iedere discipel van Jezus moet zijn of haar woorden verzadigen met Gods Woord. We leren anderen wat Christus ons geleerd heeft.

Dien de wereld
Onze zorg is niet alleen ons gezin, onze gemeente of onze gemeenschap, al is dat de plek waar het maken van discipelen begint. Maar ons is bevolen discipelen te maken onder “al de volken” (Matt.28:19). De uitdrukking “al de volken” (in het Grieks: panta ta ethne) verwijst niet naar volken zoals wij over landen denken, de tweehonderd geopolitieke entiteiten in de wereld. Maar deze uitdrukking verwijst naar stammen, families, clans en volkeren. Vandaag noemen we dat bevolkingsgroepen. Een bevolkingsgroep deelt dezelfde taal, hetzelfde erfgoed en  dezelfde culturele kenmerken. We zien zulke groepen door de hele Bijbel: Amorieten, Kanaänieten, Hethieten, Ferezieten, Hevieten en Jebusieten (Ex.34:11). Tegenwoordig omvat dit volken als de Beloetsjen, de Berber, de Hui, en de Han. Er zijn meer dan 11.000 van zulke bevolkingsgroepen in de wereld.

De Grote Opdracht is niet zomaar een algemene opdracht om discipelen te maken onder zoveel volken als mogelijk is. Het is een specifiek gebod om discipelen te maken onder alle bevolkingsgroepen in de wereld. Helaas zijn er nog ongeveer 6000 bevolkingsgroepen, die nog steeds niet bereikt zijn met het Evangelie. In het laatste hoofdstuk zullen we wat dieper ingaan op wat het betekent dat een bevolkingsgroep  niet bereikt is. Maar voor nu moeten we begrijpen dat gehoorzaamheid aan de Grote Opdracht noodzakelijkerwijs inhoudt dat we de boodschap van het Evangelie naar de niet-bereikte bevolkingsgroepen brengen.

Wat gebeurt er dus als iedere discipel gehoorzaam is aan het gebod om discipelen te maken? Welke gevolgen heeft het als iedere volgeling van Christus het Woord deelt, laat zien, onderwijst en de wereld dient? We krijgen daarvan een beeld in Handelingen.

Toen de gemeente vervolgd werd in Handelingen 8:1, werden “alle” gelovigen verspreid, “behalve de apostelen”. Wat deden deze verspreide gelovigen? “Zij dan die overal verspreid waren, trokken het land door en verkondigden het Woord” (Hand.8:4). Het waren de gewone gemeenteleden, niet de apostelen, die het Evangelie naar Judea en Samaria brachten. Uiteindelijk brachten ze het Evangelie nog verder, naar de Joden en Grieken in Fenicië, Cyprus en Antiochië (Hand.11:19-20). Het waren de gewone gemeenteleden die de gemeente in Antiochië begonnen, Die gemeente zond Paulus op zijn eerste zendingsreis uit (Hand.13:1-3). Zie je het voor je? De basis van Christus’ missie onder de volken werd gelegd door een groep mensen zonder naam!

Dit gebeurt er als volgelingen van Christus besluiten dat er in de gemeente geen toeschouwers zijn. Dit gebeurt er als volgelingen van Christus met verschillende roepingen beseffen dat ze allen betrokken zijn bij de grote globale missie. Als we discipelen maken onder de volken, zullen we gemeenten vermenigvuldigen, zelfs zonder prachtige gebouwen en uitgebreide programma’s. Sterker nog, hoe ingewikkelder we het maken van discipelen maken, hoe meer de vermenigvuldiging van de gemeente verstikt wordt. Alles wat we nodig hebben is het volk van God, het Woord van God en de Geest van God.

Afhankelijk vertrouwen op de aanwezigheid van Christus

Als laatste, als discipelen die geloven in het gezag van Christus en het bevel van Christus gehoorzamen, is het troostvol te weten dat we afhankelijk mogen vertrouwen op de aanwezigheid van Christus. Jezus’ laatste woorden in het Evangelie van Mattheüs zijn zo bemoedigend: “En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld” (Matt.28:20). In termen van het succes van onze inspanningen is het Christus’ aanwezigheid onder Zijn volk die het verschil maakt. Deze missie is niet gebaseerd op wie wij zijn of wat wij kunnen doen. Deze missie is gebaseerd op wie Jezus is en wat Hij kan doen in en door ons leven. Hij is in staat, “te doen ver boven alles wat wij bidden of denken” (Ef.3:20).

Laten we onze kleine dromen en wereldse ambities naast ons neerleggen en ons leven aan Jezus geven als een blanco cheque. Laten we samen de kracht van Zijn aanwezigheid ervaren. We willen onze gemeente niet vullen met programma’s en bezigheden die we zelf kunnen beheren. Nee, we moeten wanhopig verlangen naar de kracht van Jezus’ aanwezigheid met ons. We weten dat het niet makkelijk zal zijn en dat het veel zal kosten. Maar, in het licht van onze uiteindelijk hoop, weten we ook dat het alles waard zal zijn. Laten we samen onze hoop vestigen op de belofte van Christus’ terugkeer voor ons:

En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen (Matt.24:14).

Jezus komt terug om de lof en aanbidding te ontvangen die Hem toekomt van discipelen, die overal ter wereld gemaakt zijn. Laten we daarom ons leven geven en zelfs verliezen, als dat nodig is, om discipelen te maken onder alle volken. Dit is, uiteindelijk, wat het in de eerste plaats betekent om een discipel van Jezus te zijn. En, zoals we in het volgende hoofdstuk zien, is dit niet iets wat we alleen doen.


Discussievragen

  1. Hoe komt het dat veel christenen denken dat het maken van discipelen alleen iets is voor gemeenteleiders?
  2. Hoe zou je een christen bemoedigen die niet het gevoel heeft dat hij of zij discipelen kan maken? Aan welke Bijbelse waarheden zou je hem/haar herinneren?
  3. Wat moet onze inspanningen om discipelen te maken motiveren? Wat zijn tekenen dat we verkeerde motieven hebben?
  4. Wat komt er, naast het delen van het Evangelie, nog meer kijken bij het maken van discipelen?
  5. Hoe volg jij het bevel om discipelen te maken in de praktijk op? Welke nieuwe kansen kun je benutten? Wees specifiek in je antwoord.