Melinda, een luisteraar van de podcast schrijft:

“Dominee John, wat is de juiste, christelijke reactie op alles wat er gebeurt in Israël en Gaza? Ik heb christelijke vrienden die Israël prijzen omdat zij Gods volk zijn dat hun oude vijanden verslaat. Ze zeggen dat al hun aanvallen gerechtvaardigd zijn en door God goedgekeurd worden omdat ze het land verdedigen dat Hij hen gaf. Ik heb andere christelijke vrienden die boos zijn over Israëls doden van onschuldige burgers en kinderen in Gaza, en de steun die ze krijgen van de Verenigde Staten. Wat is de juiste reactie?”

Melinda, een luisteraar van de podcast schrijft:

“Dominee John, wat is de juiste, christelijke reactie op alles wat er gebeurt in Israël en Gaza? Ik heb christelijke vrienden die Israël prijzen omdat zij Gods volk zijn dat hun oude vijanden verslaat. Ze zeggen dat al hun aanvallen gerechtvaardigd zijn en door God goedgekeurd worden omdat ze het land verdedigen dat Hij hen gaf. Ik heb andere christelijke vrienden die boos zijn over Israëls doden van onschuldige burgers en kinderen in Gaza, en de steun die ze krijgen van de Verenigde Staten. Wat is de juiste reactie?”


Laten we beginnen met een algemeen standpunt over het conflict, en dan zal ik proberen er de Bijbelse grond voor te laten zien en uit te leggen. Als ik conflict zeg, bedoel ik het conflict tussen het Joodse volk — of de staat Israël en Joden als groep — en de Palestijnen.

Beiden zijn rebellen die Christus verwerpen

Er zijn Joodse Christenen en er zijn Palestijnse Christenen. Deze Christenen zijn de zachtmoedigen die de aarde zullen erven, inclusief het land Israël op een dag. Jezus stierf om vrede te maken tussen Joden en de volken. Dat is het punt van Efeze 2:11-22. Daarom moeten onze gebeden en inspanningen vooral gewijd zijn aan het verkondigen van het Evangelie van de Messias Jezus als de enige hoop voor blijvende vrede en gerechtigheid tussen Joden en Palestijnen. Ik geloof dat dat het belangrijkste is om te zeggen.

Verder zou ik dit willen zeggen: De Bijbel leert niet dat we partijdig moeten zijn voor Israël of voor de Palestijnen in hun huidige opstand tegen God waarin ze beiden Christus verwerpen. Het is niet zo dat een van beiden een goddelijk recht heeft op het land Israël ondanks hun opstand en ongeloof tegen hun Maker en hun Verbondsgod. Dit betekent dat beide kanten, Palestijnen en Israël, behandeld moeten worden met medeleven en openbare gerechtigheid. Net zoals conflicten tussen landen meestal worden opgelost, met een wijze vermenging van gerechtigheid en barmhartigheid. Dat is mijn algemene standpunt. Noch Joden noch Palestijnen kunnen iets rechtvaardigen wat ze doen of op een bepaalde manier behandeld worden door te beweren dat ze vandaag de dag een goddelijk recht op het land hebben terwijl ze in opstand leven tegen Degene die het land als geschenk zal geven aan wie het verbond houdt.

De specifieke beloften

Nu volgt de Bijbelse grond daarvoor. Israël werd door God uitgekozen uit alle volken van de wereld om het middelpunt te zijn van Zijn zegen in de geschiedenis, de geschiedenis van verlossing. Deze geschiedenis bereikte haar hoogtepunt in de komst en dood en opstanding van Jezus de Messias. “Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is.” (Deuteronomium 7:6). Amen. Israël is Gods uitverkoren volk.

Niet alleen dat, maar God beloofde aan Israël het nu betwiste land vanaf de tijd van Abraham. God zei: “Dit is het land waarvan Ik  Abraham, Izak en Jakob gezworen heb: Aan uw nageslacht zal Ik het geven.” (Deuteronomium 34:4). Zulke uitspraken zien we steeds weer in de Bijbel. Maar geen van deze twee feiten — Israëls verkiezing en Gods verbondsbelofte van het land — betekent dat Israël vandaag de dag een goddelijk recht op het land heeft.

Rebellen verliezen rechten

Waarom zeg ik dat? Omdat een volk dat het verbond niet houdt geen goddelijk recht heeft om het beloofde land te bezitten dat door een verbond gegeven werd. Het breken van het verbond betekent het verlies van verbondsvoorrechten. God zei tegen Israël: “Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.” (Exodus 19:5).

Vandaag is Israël een volk dat het verbond breekt. Ik weet dat er duizenden Joden zijn die in de Messias geloven. Zij breken het verbond niet. Zij genieten Gods reddende gunst. Maar als geheel, als etnische eenheid, als staat, worden ze gekenmerkt door het verwerpen van Messias Jezus. Ze willen zichzelf niet als Christelijk definiëren. Als ze Messias Jezus als Messias en Redder zouden omhelzen, zouden ze Christelijk zijn. Ze zijn bewust niet Christelijk. Ze verkeren in een toestand van verraad tegen hun Koning die Zijn Zoon zond om hen te redden. Een volk dat verraad pleegt tegen haar Koning kan geen rechtmatige aanspraak maken op de beloften van de Koning aan een volk dat het verbond houdt.

Bijvoorbeeld, toen Israël uit het beloofde land werd verdreven onder Gods oordeel door de Babyloniërs, bad Daniël zo:

Och Heere… wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan… Bij U, Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de schaamte op het gezicht… bij heel Israël… in alle landen waarheen U hen verdreven hebt om hun trouwbreuk, die zij tegenover U gepleegd hebben (Daniël 9:4-7).

Met andere woorden, God is rechtvaardig. Hij is rechtvaardig om Israël haar goddelijk recht op het land te ontzeggen wanneer ze een verraderlijk volk is tegen God.

Deel van het plan

Jezus stond met tranen naar Jeruzalem te kijken en zei: “Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen… u hebt het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet onderkend.” (Lukas 19:41-42, 44). Ze hadden de hoeksteen verworpen. En dat doen ze nog steeds.

Toen ze dat deden, zei Jezus: “Het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.” (Mattheüs 21:43). Toen legde Hij het zo uit: ” Velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen, en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.” (Mattheüs 8:11-12). Voor nu is er een verharding over Israël gekomen (Romeinen 11:25).

Dit zijn de tijden van de heidenen, de tijden van de volken. Maar deze verharding van Israël is niet Gods laatste woord. Hij heeft een reddend plan voor Israël. Heel Israël zal op een dag als groep zich tot de Heere Christus keren. Dit is mijn diepe begrip en geloof van Romeinen 11. De afgebroken takken zullen op een dag weer geënt worden op het volk van God, de bruid van Christus, Zijn gemeente. Ik denk dat we voor die dag moeten bidden. Ik bid: “Heere, breng de dag waarop de verharding van Israël wordt weggenomen. Geef, o God, dat hun ogen geopend worden, dat ze Jezus zien als hun Messias en zich aansluiten bij de gemeente van Jezus Christus. Mogen ze in één grote boom van verbondsliefde geënt worden tot redding.”

Oproep aan alle volken

We moeten voorzichtig zijn — misschien is dit een afsluitende kanttekening — om geen verkeerde en onbijbelse conclusies te trekken uit wat ik heb gezegd, zoals: Nou, Israëls huidige opstand tegen God betekent dat andere landen het recht hebben om haar aan te vallen. Nee, dat hebben ze niet. Ze heeft nog steeds mensenrechten tussen de volken, ook al heeft ze geen rechten voor God, net zoals alle andere volken die hebben. We denken niet dat een volk, omdat het een heidens en ongelovig volk is, onrechtvaardig behandeld moet worden. Israël ook niet. In het Oude Testament werden de volken die zich verheugden over haar goddelijke straf door God gestraft (Jesaja 10).

Onze oproep als Christenen aan Palestijnen en Joden is dit: Geloof in de Heere Jezus en u zult gered worden. Tot die dag waarop zowel Joodse als heidense volgelingen van Koning Jezus de aarde erven — niet alleen het land — tot die dag waarop we samen de aarde erven zonder een zwaard op te heffen en zonder een geweer op te nemen, moeten de rechten van volken beslist worden door principes van medeleven en openbare gerechtigheid, niet door aanspraken op goddelijk recht of goddelijke status.

Laten we beginnen met een algemeen standpunt over het conflict, en dan zal ik proberen er de Bijbelse grond voor te laten zien en uit te leggen. Als ik conflict zeg, bedoel ik het conflict tussen het Joodse volk — of de staat Israël en Joden als groep — en de Palestijnen.

Beiden zijn rebellen die Christus verwerpen

Er zijn Joodse Christenen en er zijn Palestijnse Christenen. Deze Christenen zijn de zachtmoedigen die de aarde zullen erven, inclusief het land Israël op een dag. Jezus stierf om vrede te maken tussen Joden en de volken. Dat is het punt van Efeze 2:11-22. Daarom moeten onze gebeden en inspanningen vooral gewijd zijn aan het verkondigen van het Evangelie van de Messias Jezus als de enige hoop voor blijvende vrede en gerechtigheid tussen Joden en Palestijnen. Ik geloof dat dat het belangrijkste is om te zeggen.

Verder zou ik dit willen zeggen: De Bijbel leert niet dat we partijdig moeten zijn voor Israël of voor de Palestijnen in hun huidige opstand tegen God waarin ze beiden Christus verwerpen. Het is niet zo dat een van beiden een goddelijk recht heeft op het land Israël ondanks hun opstand en ongeloof tegen hun Maker en hun Verbondsgod. Dit betekent dat beide kanten, Palestijnen en Israël, behandeld moeten worden met medeleven en openbare gerechtigheid. Net zoals conflicten tussen landen meestal worden opgelost, met een wijze vermenging van gerechtigheid en barmhartigheid. Dat is mijn algemene standpunt. Noch Joden noch Palestijnen kunnen iets rechtvaardigen wat ze doen of op een bepaalde manier behandeld worden door te beweren dat ze vandaag de dag een goddelijk recht op het land hebben terwijl ze in opstand leven tegen Degene die het land als geschenk zal geven aan wie het verbond houdt.

De specifieke beloften

Nu volgt de Bijbelse grond daarvoor. Israël werd door God uitgekozen uit alle volken van de wereld om het middelpunt te zijn van Zijn zegen in de geschiedenis, de geschiedenis van verlossing. Deze geschiedenis bereikte haar hoogtepunt in de komst en dood en opstanding van Jezus de Messias. “Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is.” (Deuteronomium 7:6). Amen. Israël is Gods uitverkoren volk.

Niet alleen dat, maar God beloofde aan Israël het nu betwiste land vanaf de tijd van Abraham. God zei: “Dit is het land waarvan Ik  Abraham, Izak en Jakob gezworen heb: Aan uw nageslacht zal Ik het geven.” (Deuteronomium 34:4). Zulke uitspraken zien we steeds weer in de Bijbel. Maar geen van deze twee feiten — Israëls verkiezing en Gods verbondsbelofte van het land — betekent dat Israël vandaag de dag een goddelijk recht op het land heeft.

Rebellen verliezen rechten

Waarom zeg ik dat? Omdat een volk dat het verbond niet houdt geen goddelijk recht heeft om het beloofde land te bezitten dat door een verbond gegeven werd. Het breken van het verbond betekent het verlies van verbondsvoorrechten. God zei tegen Israël: “Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.” (Exodus 19:5).

Vandaag is Israël een volk dat het verbond breekt. Ik weet dat er duizenden Joden zijn die in de Messias geloven. Zij breken het verbond niet. Zij genieten Gods reddende gunst. Maar als geheel, als etnische eenheid, als staat, worden ze gekenmerkt door het verwerpen van Messias Jezus. Ze willen zichzelf niet als Christelijk definiëren. Als ze Messias Jezus als Messias en Redder zouden omhelzen, zouden ze Christelijk zijn. Ze zijn bewust niet Christelijk. Ze verkeren in een toestand van verraad tegen hun Koning die Zijn Zoon zond om hen te redden. Een volk dat verraad pleegt tegen haar Koning kan geen rechtmatige aanspraak maken op de beloften van de Koning aan een volk dat het verbond houdt.

Bijvoorbeeld, toen Israël uit het beloofde land werd verdreven onder Gods oordeel door de Babyloniërs, bad Daniël zo:

Och Heere… wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan… Bij U, Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de schaamte op het gezicht… bij heel Israël… in alle landen waarheen U hen verdreven hebt om hun trouwbreuk, die zij tegenover U gepleegd hebben (Daniël 9:4-7).

Met andere woorden, God is rechtvaardig. Hij is rechtvaardig om Israël haar goddelijk recht op het land te ontzeggen wanneer ze een verraderlijk volk is tegen God.

Deel van het plan

Jezus stond met tranen naar Jeruzalem te kijken en zei: “Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen… u hebt het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet onderkend.” (Lukas 19:41-42, 44). Ze hadden de hoeksteen verworpen. En dat doen ze nog steeds.

Toen ze dat deden, zei Jezus: “Het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.” (Mattheüs 21:43). Toen legde Hij het zo uit: ” Velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen, en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.” (Mattheüs 8:11-12). Voor nu is er een verharding over Israël gekomen (Romeinen 11:25).

Dit zijn de tijden van de heidenen, de tijden van de volken. Maar deze verharding van Israël is niet Gods laatste woord. Hij heeft een reddend plan voor Israël. Heel Israël zal op een dag als groep zich tot de Heere Christus keren. Dit is mijn diepe begrip en geloof van Romeinen 11. De afgebroken takken zullen op een dag weer geënt worden op het volk van God, de bruid van Christus, Zijn gemeente. Ik denk dat we voor die dag moeten bidden. Ik bid: “Heere, breng de dag waarop de verharding van Israël wordt weggenomen. Geef, o God, dat hun ogen geopend worden, dat ze Jezus zien als hun Messias en zich aansluiten bij de gemeente van Jezus Christus. Mogen ze in één grote boom van verbondsliefde geënt worden tot redding.”

Oproep aan alle volken

We moeten voorzichtig zijn — misschien is dit een afsluitende kanttekening — om geen verkeerde en onbijbelse conclusies te trekken uit wat ik heb gezegd, zoals: Nou, Israëls huidige opstand tegen God betekent dat andere landen het recht hebben om haar aan te vallen. Nee, dat hebben ze niet. Ze heeft nog steeds mensenrechten tussen de volken, ook al heeft ze geen rechten voor God, net zoals alle andere volken die hebben. We denken niet dat een volk, omdat het een heidens en ongelovig volk is, onrechtvaardig behandeld moet worden. Israël ook niet. In het Oude Testament werden de volken die zich verheugden over haar goddelijke straf door God gestraft (Jesaja 10).

Onze oproep als Christenen aan Palestijnen en Joden is dit: Geloof in de Heere Jezus en u zult gered worden. Tot die dag waarop zowel Joodse als heidense volgelingen van Koning Jezus de aarde erven — niet alleen het land — tot die dag waarop we samen de aarde erven zonder een zwaard op te heffen en zonder een geweer op te nemen, moeten de rechten van volken beslist worden door principes van medeleven en openbare gerechtigheid, niet door aanspraken op goddelijk recht of goddelijke status.

Mijn Bijbel