Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig, nu in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de wereld die komt, het eeuwige leven. (Markus 10:29—30)
Voorwaar, Ik zeg u: er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig, nu in deze tijd, huizen en broeders en zusters en moeders en kinderen en akkers, met vervolgingen, en in de wereld die komt, het eeuwige leven. (Markus 10:29—30)
Wat Jezus hier bedoelt is dat Hij zelf elk offer terug zal betalen.
Als je de genegenheid en de zorg van een moeder opgeeft, krijg je honderd keer meer genegenheid en zorg terug van de altijd aanwezige Christus.
Als je de warme vriendschap van een broer opgeeft, krijg je honderd keer meer warmte en vriendschap terug van Christus.
Als je het thuisgevoel wat je in je huis had opgeeft, krijg je het honderd keer meer comfort en veiligheid in de wetenschap dat God de Eigenaar is van elk huis.
Tegen toekomstige zendelingen zegt Jezus: “Ik beloof voor je te werken en er voor je te zijn zodat je niet in staat zal zijn om te spreken over iets wat je hebt opgeofferd.”
Wat was Jezus’ houding tegenover Petrus’ “opofferende” geest? Petrus zei: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd” (Markus 10:28). Wordt de geest van “zelfverloochening” geprezen door Jezus? Nee, hij wordt berispt.
Jezus zegt: “er is niemand die iets voor Mij heeft opgeofferd wat Ik niet honderd keer terug betaald heb” — ja, in zekere zin zelfs in dit leven, maar ook in het eeuwige leven in de tijd die komt.
Wat Jezus hier bedoelt is dat Hij zelf elk offer terug zal betalen.
Als je de genegenheid en de zorg van een moeder opgeeft, krijg je honderd keer meer genegenheid en zorg terug van de altijd aanwezige Christus.
Als je de warme vriendschap van een broer opgeeft, krijg je honderd keer meer warmte en vriendschap terug van Christus.
Als je het thuisgevoel wat je in je huis had opgeeft, krijg je het honderd keer meer comfort en veiligheid in de wetenschap dat God de Eigenaar is van elk huis.
Tegen toekomstige zendelingen zegt Jezus: “Ik beloof voor je te werken en er voor je te zijn zodat je niet in staat zal zijn om te spreken over iets wat je hebt opgeofferd.”
Wat was Jezus’ houding tegenover Petrus’ “opofferende” geest? Petrus zei: “Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd” (Markus 10:28). Wordt de geest van “zelfverloochening” geprezen door Jezus? Nee, hij wordt berispt.
Jezus zegt: “er is niemand die iets voor Mij heeft opgeofferd wat Ik niet honderd keer terug betaald heb” — ja, in zekere zin zelfs in dit leven, maar ook in het eeuwige leven in de tijd die komt.
Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org