Een lokaal lichaam van gedoopte gelovigen, verenigd onder Bijbels leiderschap om te groeien naar het beeld van Christus en de liefde van Christus uit te drukken onder elkaar en in de wereld om hen heen.


Een lokaal lichaam van gedoopte gelovigen, verenigd onder Bijbels leiderschap om te groeien naar het beeld van Christus en de liefde van Christus uit te drukken onder elkaar en in de wereld om hen heen.


Helaas hebben veel christenen van nu een laag beeld van de gemeente. Of ze weigeren zich toe te vertrouwen aan een lokale gemeente of ze zien in sommige gevallen de gemeente als een belemmering voor echt discipelschap. De gemeente is echter geen optioneel onderdeel van Gods plan om discipelen te maken onder alle volken. Het ís Zijn plan. Hoewel er geen Bijbelgedeelte is dat een beknopte definitie geeft van de gemeente, omvat de volgende definitie een aantal van de belangrijkste Bijbelse aspecten van de gemeente:

Een lokaal lichaam van gedoopte gelovigen, verenigd onder Bijbels leiderschap om te groeien naar het beeld van Christus en de liefde van Christus uit te drukken onder elkaar en in de wereld om hen heen.

In dit hoofdstuk zullen we op verschillende manieren zien wat de Bijbel leert over de gemeente. Allereerst overdenken we drie beelden van de gemeente. Daarna zullen we nadenken over twaalf Bijbelse kenmerken van de gemeente. Als laatste zullen we op grond van die twaalf kenmerken zien welke gevolgen dit heeft voor volgelingen van Christus en gemeenten.

Drie Bijbelse beelden van de gemeente

1 Korinthe 3 geeft ons drie beelden van de gemeente. Elk beeld helpt ons een verschillend aspect van de gemeente te begrijpen. We zullen zien wat het betekent dat we Gods akker, Gods bouwwerk en Gods tempel zijn.

1. De gemeente is Gods akker
Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God heeft laten groeien. Dus is dan noch hij die plant iets, noch hij die begiet, maar God, Die laat groeien. En hij die plant en hij die begiet, zijn één, maar ieder zal zijn eigen loon ontvangen overeenkomstig zijn eigen inspanning. Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker… bent ú (1Kor.3:6-9).

Paulus benoemt de verdeling in de gemeente van Korinthe met behulp van agrarische termen. Mensen planten en bewateren het zaad van het Evangelie, maar God geeft groei. Hij brengt mensen tot leven. Zo, zegt Paulus tegen de gemeente van Korinthe, is de gemeente Gods akker.

Ook Jezus gebruikte deze agrarische termen om op God te wijzen als Degene Die groei geeft. Zo omschrijft Hij het Koninkrijk: “Zo is het Koninkrijk van God: als wanneer iemand het zaad in de aarde werpt en slaapt en opstaat, nacht en dag; en het zaad ontkiemt en wordt lang, zonder dat hij zelf weet hoe” (Mark.4:26-27).

Hoewel er werk nodig is om het zaad te verspreiden, is het een mysterie hoe het groeit, omdat God Degene is Die de groei geeft. Zoals het Koninkrijk groeit, zo groeit ook de gemeente.

2. De gemeente is Gods bouwwerk.
Gods bouwwerk bent ú. Overeenkomstig de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt daarop. Ieder dient er echter op toe te zien hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus (1Kor.:9-11).

In het planten van een gemeente noemt Paulus zich een wijze bouwmeester, die het fundament in Christus gelegd heeft. We moeten op Christus als ons fundament blijven bouwen, want de oordeelsdag zal de ware test zijn voor ons werk (13-15). Terwijl onze redding verzekerd is, zal God beoordelen hoe jij en ik Hem gediend hebben, terwijl Hij Zijn gemeente heeft gebouwd. Die werkelijkheid moet ons doen beven. De gemeente is Gods bouwwerk.

3. De gemeente is Gods tempel
Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u (1Kor.3:16-17).

In het Oude Testament openbaarde God Zijn heerlijkheid in Israëls tempel. Maar nu is er een nieuwe tempel, een nieuwe woning voor Gods Geest: de gemeente. Zeker, op een bepaalde manier is jouw lichaam, als individuele christen, een tempel van de Heilige Geest (1Kor.6:19). Maar in het bovenstaande gedeelte identificeert Paulus de gemeente in Korinthe als Gods tempel in gemeenschappelijke zin. Deze gemeenschappelijke focus is belangrijk, omdat er in Korinthe mensen waren die de gemeente verdeelden door voorkeur voor specifieke leiders. Paulus wilde dat deze Korinthiërs wisten met wie ze ruzie maakten. De gemeente is Gods tempel, de plek waar Zijn Heilige Geest woont.

Twaalf Bijbelse kenmerken van de gemeente

De drie beelden van de gemeente die we net overdacht hebben, moeten ons ervoor waarschuwen te licht over de gemeente te denken. In de gemeente wil God Zijn heilige karakter weergeven. Daarom moeten we alleen volgens Zijn Woord te werk gaan. Hoe ziet een gemeente eruit die gebouwd is op Gods Woord? Om deze vraag te beantwoorden zullen we twaalf Bijbelse kenmerken van een gemeente overdenken. Sommige kenmerken zijn al in eerdere hoofdstukken nader toegelicht.

1. Evangelisatie
Er is een onlosmakelijk verband tussen Bijbelse evangelisatie en de plaatselijke gemeente. De eerste keer dat Jezus het woord gemeente in de Schrift gebruikt, spreekt Hij over de bouw van Zijn gemeente, waarvoor evangelisatie nodig is. Toen Petrus Jezus terecht identificeerde als “de Zoon van de levende God” (Matt.16:16), deed Jezus deze belofte: “op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen” (Matt.16:18).

Dit is niet de plek om alle vragen en controverses te bespreken die hierover in de geschiedenis zijn geweest. Maar Jezus speelt hier met woorden, omdat de naam van Petrus “rots” betekende. Jezus laat zien dat er in Petrus een bepaald fundament is, maar niet op grond van iets wat zo aanzienlijk is in Petrus. Door Gods genade had Petrus zojuist beleden dat Jezus de Christus was, de Zoon van de levende God. Op grond van deze belijdenis zegt Jezus eigenlijk tegen Petrus: “Jij bent Mijn gezaghebbende apostel, uitgezonden door Mij om het Evangelie te verkondigen: de waarheid dat Ik de Christus ben, de Zoon van de levende God. Op jou en op je verkondiging van het Evangelie zal Ik mijn gemeente bouwen.”

We zien hoe Christus’ woorden vervuld worden in het boek Handelingen als Hij Zijn gemeente begint te bouwen in de kracht van de Heilige Geest en de verkondiging van het Evangelie. Of het nu de duizenden waren die gered waren na Petrus’ eerste preek (Hand.2:14), de ontelbare bekeringen en gemeenten die ontstonden als gevolg van Petrus’ bediening of de verkondiging van het Woord door andere apostelen en gewone gelovigen, de gemeente groeide door de verkondiging en het verspreiden van het Evangelie. Vandaag bouwt Jezus Zijn gemeente nog steeds als de gemeente het Evangelie verkondigt en verspreidt onder alle bevolkingsgroepen op deze planeet.

2. Discipelschap
Zoals we in de vorige hoofdstukken hebben gezien, evangeliseren we niet zomaar en gaan we daarna weer verder. We dopen mensen en leren hun alles wat Jezus geboden heeft, in acht te nemen (Matt. 28:19). We leren hun niet alleen in Christus te geloven (Hand.16:31). We leren hun ook in Christus te wandelen (Koloss.2:6). Dit vraagt voortdurende training.

Tegelijkertijd moeten we oppassen dat we discipelschap niet te ingewikkeld maken. Discipelschap is fundamenteel het helpen van andere gelovigen in overeenstemming met het Evangelie te leven, naast hen te staan en het leven met elkaar te delen. Het mooie van het maken van discipelen is hoe eenvoudig het kan zijn. Niet makkelijk, maar eenvoudig. Dit alles gebeurt in de context van een plaatselijke gemeente. Mannen discipelen bijvoorbeeld anderen mannen die minder volwassen zijn in het geloof en oudere vrouwen discipelen jongere vrouwen (Tit.2:3-5). Ouders discipelen hun kinderen (Ef.6:1-4). Elk gemeentelid moet erop toezien dat andere leden groeien in hun geloof.

3. Lidmaatschap
Lid zijn van een gemeente betekent meer dan je naam op een lijst. Een gezonde gemeente heeft herkenbaar lidmaatschap. Dat wil zeggen, leden die op een concrete en zichtbare manier aan elkaar verbonden zijn. Dit is geen menselijke uitvinding:

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt… Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele (1Kor.12:12-14).

Er is een universeel lichaam van Christus, dat bestaat uit alle gelovigen. Maar de Bijbel leert ook het belang van lidmaatschap van een lokale gemeente. Het woord “gemeente” (ekklesia) in het Nieuwe Testament verwijst letterlijk naar een vergadering of samenkomst. Wanneer we het woord “gemeente” lezen in het Nieuwe Testament, verwijst het vrijwel altijd naar een samenkomst van christenen op een bepaalde plek. Zo lezen we bijvoorbeeld van de gemeente die in Jeruzalem is (Hand.11:22), de gemeente van God die in Korinthe is (1Kor.1:2), de gemeenten van Galatië (Gal.1:2) de gemeente van de Thessalonicenzen (1Thess.1:1) en de gemeenten die in huizen samenkwamen (Rom.16:5;Koloss.4:15; Fil.1:2). De Bijbel geeft duidelijke prioriteit aan deze lokale samenkomsten als een zichtbare uiting van het universele lichaam van Christus.

4. Leiderschap
Bijbels leiderschap is van cruciaal belang voor de gemeente, ongeacht de context. Het zoeken van bekwame leiders was een prioriteit voor Paulus in zijn inspanningen om gemeenten te planten. Hij stelde in elke gemeente ouderlingen aan  of hij vroeg anderen die aan te stellen. Een ouderling heeft dezelfde rol als een herder of opziener. Deze drie termen zijn uitwisselbaar in het Nieuwe Testament.

De vereisten voor ouderlingen worden duidelijk uiteengezet in 1 Timotheüs 3:1-7 en Titus 1:5-9. Net zoals de vereisten voor diakenen, zijn deze vereisten voor ouderlingen vooral gebaseerd op zijn karakter en Godsvrucht. Maar in tegenstelling tot diakenen moeten ouderlingen in staat zijn Gods Woord trouw en nauwkeurig aan Gods volk te onderwijzen. Het is ook belangrijk te vermelden dat de Schrift vereist dat ouderlingen mannen zijn. Hoewel deze waarheid in sommige contexten niet populair is, kunnen we het niet toestaan dat culturele patronen en gebruiken voorrang krijgen op de Bijbelse maatstaven. Wat de Bijbel leert over mannelijk leiderschap is waar, voor alle mensen, altijd en overal. Mannelijk pastoraal leiderschap is geen westerse uitvinding; het is Gods uitvinding. Hij geeft leiders aan de gemeente om Zijn volk toe te rusten (Ef.4:11-12).

5. Onderwijs en prediking
Als bekwame leiders in de gemeente erkend worden, gebruikt Jezus deze mannen om de gemeente op te bouwen door het trouwe onderwijs en de prediking van Zijn Woord. Dit is het centrale onderdeel van de wekelijkse samenkomst. Discipelen zijn in wezen leerlingen. Dit betekent dat ze wekelijks samenkomen om onderwezen te worden door God, door Zijn Woord.

De gemeente wordt niet gebouwd op het bespreken van Gods Woord, maar op het onderwijzen van Gods Woord. Bijbels bekwame leiders moeten de betekenis van een Bijbelse tekst prediken. Deze prediking beschouwt zowel de onmiddellijke context van een gedeelte, als ook de algemene boodschap van de Bijbel. Dit is een ontzagwekkende roeping. Daarom is het zo belangrijk dat het leiderschap in de gemeente zich ontwikkelt. Er is goede en strikte theologische training nodig, de gezonde theologische training die het maken van discipelen en het vermenigvuldigen van gemeenten voedt. Herders moeten willen leren van heiligen over de hele wereld en door de hele geschiedenis om te strijden voor de waarheid en de gemeente te verdedigen tegen dwalingen en ketterij. Op hun beurt moet elk lid van de gemeente het Woord van God horen als het gepreekt wordt door bekwame leiders in de wekelijkse samenkomst van de gemeente.

6. Doop en avondmaal
Een gezonde gemeente houdt zich aan de verordeningen van doop en avondmaal. Elke discipel van Jezus moet zich met Jezus identificeren in de doop, want dit is onderdeel van Christus’ opdracht (Matt.28:19). We zien het belang van de doop door het hele boek Handelingen (2:42;16:14-15) en in de brieven in het Nieuwe Testament (Rom.6:3-4;Gal.3:27).

Zo gaf Christus Zijn discipelen ook de opdracht het avondmaal te houden om Hem te gedenken (Luk.22:14-23). Als we deze maaltijd gebruiken, danken we Hem, want door het geloof hebben we gemeenschap met Christus en Zijn volk, als we terugdenken aan Christus’ dood en uitzien naar Zijn terugkeer. Paulus herinnerde de Korinthiërs eraan om aan deze maaltijd deel te nemen op een manier die de Heer die hen gered had, waardig was (1Kor.11:17-34).

7. Aanbidding
Gezonde gemeenten komen geregeld samen om God te verhogen in aanbidding, om te zingen, getuigenissen van Gods genade te delen, elkaar naar Christus te dringen door Zijn Woord en elkaar op missie uit te zenden in de wereld. Paulus geeft verschillende instructies voor deze gemeenschappelijke samenkomsten (Lees bijvoorbeeld 1 Korinthe 11 en 14). Deze samenkomsten zijn niet zomaar historische bijeenkomsten, maar Gods middel om het geloof van Zijn volk in stand te houden (Hebr.10:24-25).

8. Gebed
De eerste gemeenten waren toegewijd aan gebed (Hand.2:42). Zo spreekt de Bijbel ook over de dubbele toewijding van de eerste gemeenteleiders, namelijk in het gebed en in de bediening van het Woord (Hand.6:4). Elke grote vooruitgang in het boek Handelingen komt als reactie op de gebeden van Gods volk. Gemeenschappelijk gebed moet daarom een belangrijke plek hebben in een gezonde gemeente.

9. Gemeenschap
Het Griekse woord voor gemeenschap (koinonia) vat alle “elkaar” woorden die we in de Schrift zien. We worden bijvoorbeeld opgeroepen om elkaar lief te hebben, te dienen, te verzorgen, te onderwijzen, terecht te wijzen, aan te sporen, op te bouwen en elkaar te verdragen (Koloss.3:12-17). God heeft de gemeente bedoeld voor deze gemeenschap. Niemand kan het christelijke leven in afzondering leven. We hebben broeders en zusters nodig die ons dichter bij Christus brengen en ons weerhouden van afdwalen van de waarheid.

10. Verantwoording en disciplinering
Vanaf het allereerste begin van het christelijke leven moet verantwoording aan een plaatselijke gemeente de norm zijn. Volgens de Schrift wordt deze verantwoording vergezeld door de disciplinering door de gemeente. Dit is een Bijbelse eigenschap van de gemeente waarover niet vaak gesproken wordt. Disciplinering omvat de positieve rol die de gemeente speelt in de geestelijke vorming van haar leden. Maar de disciplinering door de gemeente omvat ook het aanpakken van de zonde en hen die zonder berouw  blijven doorleven in de zonde.

In Zijn tweede (en laatste) gebruik van het woord “gemeente” legt Jezus uit welke stappen er gezet moeten worden als gemeenteleden zich richten op de zonde en geen berouw tonen:

Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn.  Voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u op de aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn; en alles wat u op de aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn. Verder zeg Ik u dat, als twee van u op de aarde iets, wat dan ook, eenstemmig verlangen, het hun ten deel zal vallen van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden (Matt.18:15-20).

Jezus heeft het hier over het proces waarbij iemand die wordt geïdentificeerd als een gemeentelid, uit de gemeente verwijderd wordt vanwege zonde waarover hij geen berouw heeft. Paulus roept de gemeente van Korinthe op dit aspect van disciplineren uit te voeren tegen een broeder die zonder berouw blijft doorleven in seksuele immoraliteit. Hij beschrijft dit aspect van discipline in de gemeente in deze ernstige termen:

Ik heb, hoewel afwezig met het lichaam, maar aanwezig met de geest, namelijk reeds besloten – alsof ik aanwezig was – om hem die dat zo gedaan heeft, in de Naam van onze Heere Jezus Christus, als u en mijn geest bijeengekomen zijn, in de kracht van onze Heere Jezus Christus, over te geven aan de satan, tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden zal worden op de dag van de Heere Jezus… Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn? Maar hen die buiten zijn, oordeelt God.  En doe de kwaaddoener uit uw midden weg (1 Kor.5:3-5,12-14).

Dit is geen blanco cheque die we volgens onze eigen agenda kunnen gebruiken om degenen uit ons midden weg te doen met wie we het niet eens zijn. Het is een verantwoordelijkheid die we van Christus gekregen hebben, niet alleen voor het getuigenis van de gemeente, maar ook omwille van de individuele ziel. Het doel van discipline in de gemeente is dat degenen die in zonden leven, zich bekeren en hersteld worden in gemeenschap met de gemeente.

11. Bijbels geven
Een gezonde gemeente geeft haar middelen regelmatig voor de bediening van de gemeente (1Kor.16:1-2). Gemeenten moeten zichzelf onderhouden of dat doel in ieder geval voor ogen houden. Hun middelen moeten gebruikt worden om zowel in de behoeften te voorzien in het lichaam, als in de missie van de gemeente in de wereld.

12. Bijbelse missie
Een gezonde gemeente maakt het haar doel om discipelen te maken, lokaal en wereldwijd. Dit is tenslotte de missie die Jezus ons gegeven heeft (Matt.28:18-20). Zoals we al gezien hebben is dit de verantwoordelijkheid en het voorrecht van elk gemeentelid, om in deze wereld een discipelmaker te zijn.

Drie gevolgen

De twaalf Bijbelse kenmerken van een gemeente die we zojuist benoemd hebben, hebben minstens drie gevolgen voor individuele volgelingen van Christus en de gemeenten.

1. Maak deel uit van een gezonde gemeente
Het is topprioriteit voor elke christen lid te zijn van een lokale gemeente. Hoewel niet één gemeente volmaakt is, moet een ieder van ons deel uitmaken van een gemeente waar de twaalf hierboven genoemde kenmerken nagestreefd worden. We hebben deze kenmerken nodig, niet alleen voor onze eigen zielen, maar ook voor de verspreiding van het Evangelie. De wereld moet weten hoe een gemeente eruit ziet.

2. Plant gezonde gemeenten
Als de gemeente Christus’ missie uitvoert, moet zij niet alleen gericht zijn op het maken van individuele discipelen, maar zeker ook op het planten van gezonde gemeenten. Hierin moet ze trouw zijn aan Gods ontwerp voor de gemeente. Er is geduld nodig als we onderwijzen, trainen, bidden en leiding geven. Maar we kunnen God vertrouwen met de resultaten.

3. Werk samen met gezonde gemeenten
Om mensen te bereiken en gemeenten te planten onder alle volken, vooral onder de niet-bereikte volken, moet de gemeente samenwerken met andere gezonde gemeenten, die dezelfde overtuigingen delen. We kunnen beter te werk gaan als we samenwerken in deze gemeenschappelijke missie voor de verheerlijking van onze Redder.

Discussievragen

    1. Waarom zien zoveel christenen in onze cultuur de gemeente als overbodig?
    2. Hoe zou je reageren als iemand zegt dat de Bijbel niet veel zegt over het lid zijn van een gemeente?
    3. Waarom zijn Bijbels onderwijs en Bijbelse prediking zo cruciaal voor het leven van de gemeente?
    4. Waarom moeten alle christenen deelnemen aan een gezonde gemeente?
    5. Waarom is de gemeente van groot belang voor de Grote Opdracht?

Helaas hebben veel christenen van nu een laag beeld van de gemeente. Of ze weigeren zich toe te vertrouwen aan een lokale gemeente of ze zien in sommige gevallen de gemeente als een belemmering voor echt discipelschap. De gemeente is echter geen optioneel onderdeel van Gods plan om discipelen te maken onder alle volken. Het ís Zijn plan. Hoewel er geen Bijbelgedeelte is dat een beknopte definitie geeft van de gemeente, omvat de volgende definitie een aantal van de belangrijkste Bijbelse aspecten van de gemeente:

Een lokaal lichaam van gedoopte gelovigen, verenigd onder Bijbels leiderschap om te groeien naar het beeld van Christus en de liefde van Christus uit te drukken onder elkaar en in de wereld om hen heen.

In dit hoofdstuk zullen we op verschillende manieren zien wat de Bijbel leert over de gemeente. Allereerst overdenken we drie beelden van de gemeente. Daarna zullen we nadenken over twaalf Bijbelse kenmerken van de gemeente. Als laatste zullen we op grond van die twaalf kenmerken zien welke gevolgen dit heeft voor volgelingen van Christus en gemeenten.

Drie Bijbelse beelden van de gemeente

1 Korinthe 3 geeft ons drie beelden van de gemeente. Elk beeld helpt ons een verschillend aspect van de gemeente te begrijpen. We zullen zien wat het betekent dat we Gods akker, Gods bouwwerk en Gods tempel zijn.

1. De gemeente is Gods akker
Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God heeft laten groeien. Dus is dan noch hij die plant iets, noch hij die begiet, maar God, Die laat groeien. En hij die plant en hij die begiet, zijn één, maar ieder zal zijn eigen loon ontvangen overeenkomstig zijn eigen inspanning. Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker… bent ú (1Kor.3:6-9).

Paulus benoemt de verdeling in de gemeente van Korinthe met behulp van agrarische termen. Mensen planten en bewateren het zaad van het Evangelie, maar God geeft groei. Hij brengt mensen tot leven. Zo, zegt Paulus tegen de gemeente van Korinthe, is de gemeente Gods akker.

Ook Jezus gebruikte deze agrarische termen om op God te wijzen als Degene Die groei geeft. Zo omschrijft Hij het Koninkrijk: “Zo is het Koninkrijk van God: als wanneer iemand het zaad in de aarde werpt en slaapt en opstaat, nacht en dag; en het zaad ontkiemt en wordt lang, zonder dat hij zelf weet hoe” (Mark.4:26-27).

Hoewel er werk nodig is om het zaad te verspreiden, is het een mysterie hoe het groeit, omdat God Degene is Die de groei geeft. Zoals het Koninkrijk groeit, zo groeit ook de gemeente.

2. De gemeente is Gods bouwwerk.
Gods bouwwerk bent ú. Overeenkomstig de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt daarop. Ieder dient er echter op toe te zien hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus (1Kor.:9-11).

In het planten van een gemeente noemt Paulus zich een wijze bouwmeester, die het fundament in Christus gelegd heeft. We moeten op Christus als ons fundament blijven bouwen, want de oordeelsdag zal de ware test zijn voor ons werk (13-15). Terwijl onze redding verzekerd is, zal God beoordelen hoe jij en ik Hem gediend hebben, terwijl Hij Zijn gemeente heeft gebouwd. Die werkelijkheid moet ons doen beven. De gemeente is Gods bouwwerk.

3. De gemeente is Gods tempel
Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u (1Kor.3:16-17).

In het Oude Testament openbaarde God Zijn heerlijkheid in Israëls tempel. Maar nu is er een nieuwe tempel, een nieuwe woning voor Gods Geest: de gemeente. Zeker, op een bepaalde manier is jouw lichaam, als individuele christen, een tempel van de Heilige Geest (1Kor.6:19). Maar in het bovenstaande gedeelte identificeert Paulus de gemeente in Korinthe als Gods tempel in gemeenschappelijke zin. Deze gemeenschappelijke focus is belangrijk, omdat er in Korinthe mensen waren die de gemeente verdeelden door voorkeur voor specifieke leiders. Paulus wilde dat deze Korinthiërs wisten met wie ze ruzie maakten. De gemeente is Gods tempel, de plek waar Zijn Heilige Geest woont.

Twaalf Bijbelse kenmerken van de gemeente

De drie beelden van de gemeente die we net overdacht hebben, moeten ons ervoor waarschuwen te licht over de gemeente te denken. In de gemeente wil God Zijn heilige karakter weergeven. Daarom moeten we alleen volgens Zijn Woord te werk gaan. Hoe ziet een gemeente eruit die gebouwd is op Gods Woord? Om deze vraag te beantwoorden zullen we twaalf Bijbelse kenmerken van een gemeente overdenken. Sommige kenmerken zijn al in eerdere hoofdstukken nader toegelicht.

1. Evangelisatie
Er is een onlosmakelijk verband tussen Bijbelse evangelisatie en de plaatselijke gemeente. De eerste keer dat Jezus het woord gemeente in de Schrift gebruikt, spreekt Hij over de bouw van Zijn gemeente, waarvoor evangelisatie nodig is. Toen Petrus Jezus terecht identificeerde als “de Zoon van de levende God” (Matt.16:16), deed Jezus deze belofte: “op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen” (Matt.16:18).

Dit is niet de plek om alle vragen en controverses te bespreken die hierover in de geschiedenis zijn geweest. Maar Jezus speelt hier met woorden, omdat de naam van Petrus “rots” betekende. Jezus laat zien dat er in Petrus een bepaald fundament is, maar niet op grond van iets wat zo aanzienlijk is in Petrus. Door Gods genade had Petrus zojuist beleden dat Jezus de Christus was, de Zoon van de levende God. Op grond van deze belijdenis zegt Jezus eigenlijk tegen Petrus: “Jij bent Mijn gezaghebbende apostel, uitgezonden door Mij om het Evangelie te verkondigen: de waarheid dat Ik de Christus ben, de Zoon van de levende God. Op jou en op je verkondiging van het Evangelie zal Ik mijn gemeente bouwen.”

We zien hoe Christus’ woorden vervuld worden in het boek Handelingen als Hij Zijn gemeente begint te bouwen in de kracht van de Heilige Geest en de verkondiging van het Evangelie. Of het nu de duizenden waren die gered waren na Petrus’ eerste preek (Hand.2:14), de ontelbare bekeringen en gemeenten die ontstonden als gevolg van Petrus’ bediening of de verkondiging van het Woord door andere apostelen en gewone gelovigen, de gemeente groeide door de verkondiging en het verspreiden van het Evangelie. Vandaag bouwt Jezus Zijn gemeente nog steeds als de gemeente het Evangelie verkondigt en verspreidt onder alle bevolkingsgroepen op deze planeet.

2. Discipelschap
Zoals we in de vorige hoofdstukken hebben gezien, evangeliseren we niet zomaar en gaan we daarna weer verder. We dopen mensen en leren hun alles wat Jezus geboden heeft, in acht te nemen (Matt. 28:19). We leren hun niet alleen in Christus te geloven (Hand.16:31). We leren hun ook in Christus te wandelen (Koloss.2:6). Dit vraagt voortdurende training.

Tegelijkertijd moeten we oppassen dat we discipelschap niet te ingewikkeld maken. Discipelschap is fundamenteel het helpen van andere gelovigen in overeenstemming met het Evangelie te leven, naast hen te staan en het leven met elkaar te delen. Het mooie van het maken van discipelen is hoe eenvoudig het kan zijn. Niet makkelijk, maar eenvoudig. Dit alles gebeurt in de context van een plaatselijke gemeente. Mannen discipelen bijvoorbeeld anderen mannen die minder volwassen zijn in het geloof en oudere vrouwen discipelen jongere vrouwen (Tit.2:3-5). Ouders discipelen hun kinderen (Ef.6:1-4). Elk gemeentelid moet erop toezien dat andere leden groeien in hun geloof.

3. Lidmaatschap
Lid zijn van een gemeente betekent meer dan je naam op een lijst. Een gezonde gemeente heeft herkenbaar lidmaatschap. Dat wil zeggen, leden die op een concrete en zichtbare manier aan elkaar verbonden zijn. Dit is geen menselijke uitvinding:

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt… Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele (1Kor.12:12-14).

Er is een universeel lichaam van Christus, dat bestaat uit alle gelovigen. Maar de Bijbel leert ook het belang van lidmaatschap van een lokale gemeente. Het woord “gemeente” (ekklesia) in het Nieuwe Testament verwijst letterlijk naar een vergadering of samenkomst. Wanneer we het woord “gemeente” lezen in het Nieuwe Testament, verwijst het vrijwel altijd naar een samenkomst van christenen op een bepaalde plek. Zo lezen we bijvoorbeeld van de gemeente die in Jeruzalem is (Hand.11:22), de gemeente van God die in Korinthe is (1Kor.1:2), de gemeenten van Galatië (Gal.1:2) de gemeente van de Thessalonicenzen (1Thess.1:1) en de gemeenten die in huizen samenkwamen (Rom.16:5;Koloss.4:15; Fil.1:2). De Bijbel geeft duidelijke prioriteit aan deze lokale samenkomsten als een zichtbare uiting van het universele lichaam van Christus.

4. Leiderschap
Bijbels leiderschap is van cruciaal belang voor de gemeente, ongeacht de context. Het zoeken van bekwame leiders was een prioriteit voor Paulus in zijn inspanningen om gemeenten te planten. Hij stelde in elke gemeente ouderlingen aan  of hij vroeg anderen die aan te stellen. Een ouderling heeft dezelfde rol als een herder of opziener. Deze drie termen zijn uitwisselbaar in het Nieuwe Testament.

De vereisten voor ouderlingen worden duidelijk uiteengezet in 1 Timotheüs 3:1-7 en Titus 1:5-9. Net zoals de vereisten voor diakenen, zijn deze vereisten voor ouderlingen vooral gebaseerd op zijn karakter en Godsvrucht. Maar in tegenstelling tot diakenen moeten ouderlingen in staat zijn Gods Woord trouw en nauwkeurig aan Gods volk te onderwijzen. Het is ook belangrijk te vermelden dat de Schrift vereist dat ouderlingen mannen zijn. Hoewel deze waarheid in sommige contexten niet populair is, kunnen we het niet toestaan dat culturele patronen en gebruiken voorrang krijgen op de Bijbelse maatstaven. Wat de Bijbel leert over mannelijk leiderschap is waar, voor alle mensen, altijd en overal. Mannelijk pastoraal leiderschap is geen westerse uitvinding; het is Gods uitvinding. Hij geeft leiders aan de gemeente om Zijn volk toe te rusten (Ef.4:11-12).

5. Onderwijs en prediking
Als bekwame leiders in de gemeente erkend worden, gebruikt Jezus deze mannen om de gemeente op te bouwen door het trouwe onderwijs en de prediking van Zijn Woord. Dit is het centrale onderdeel van de wekelijkse samenkomst. Discipelen zijn in wezen leerlingen. Dit betekent dat ze wekelijks samenkomen om onderwezen te worden door God, door Zijn Woord.

De gemeente wordt niet gebouwd op het bespreken van Gods Woord, maar op het onderwijzen van Gods Woord. Bijbels bekwame leiders moeten de betekenis van een Bijbelse tekst prediken. Deze prediking beschouwt zowel de onmiddellijke context van een gedeelte, als ook de algemene boodschap van de Bijbel. Dit is een ontzagwekkende roeping. Daarom is het zo belangrijk dat het leiderschap in de gemeente zich ontwikkelt. Er is goede en strikte theologische training nodig, de gezonde theologische training die het maken van discipelen en het vermenigvuldigen van gemeenten voedt. Herders moeten willen leren van heiligen over de hele wereld en door de hele geschiedenis om te strijden voor de waarheid en de gemeente te verdedigen tegen dwalingen en ketterij. Op hun beurt moet elk lid van de gemeente het Woord van God horen als het gepreekt wordt door bekwame leiders in de wekelijkse samenkomst van de gemeente.

6. Doop en avondmaal
Een gezonde gemeente houdt zich aan de verordeningen van doop en avondmaal. Elke discipel van Jezus moet zich met Jezus identificeren in de doop, want dit is onderdeel van Christus’ opdracht (Matt.28:19). We zien het belang van de doop door het hele boek Handelingen (2:42;16:14-15) en in de brieven in het Nieuwe Testament (Rom.6:3-4;Gal.3:27).

Zo gaf Christus Zijn discipelen ook de opdracht het avondmaal te houden om Hem te gedenken (Luk.22:14-23). Als we deze maaltijd gebruiken, danken we Hem, want door het geloof hebben we gemeenschap met Christus en Zijn volk, als we terugdenken aan Christus’ dood en uitzien naar Zijn terugkeer. Paulus herinnerde de Korinthiërs eraan om aan deze maaltijd deel te nemen op een manier die de Heer die hen gered had, waardig was (1Kor.11:17-34).

7. Aanbidding
Gezonde gemeenten komen geregeld samen om God te verhogen in aanbidding, om te zingen, getuigenissen van Gods genade te delen, elkaar naar Christus te dringen door Zijn Woord en elkaar op missie uit te zenden in de wereld. Paulus geeft verschillende instructies voor deze gemeenschappelijke samenkomsten (Lees bijvoorbeeld 1 Korinthe 11 en 14). Deze samenkomsten zijn niet zomaar historische bijeenkomsten, maar Gods middel om het geloof van Zijn volk in stand te houden (Hebr.10:24-25).

8. Gebed
De eerste gemeenten waren toegewijd aan gebed (Hand.2:42). Zo spreekt de Bijbel ook over de dubbele toewijding van de eerste gemeenteleiders, namelijk in het gebed en in de bediening van het Woord (Hand.6:4). Elke grote vooruitgang in het boek Handelingen komt als reactie op de gebeden van Gods volk. Gemeenschappelijk gebed moet daarom een belangrijke plek hebben in een gezonde gemeente.

9. Gemeenschap
Het Griekse woord voor gemeenschap (koinonia) vat alle “elkaar” woorden die we in de Schrift zien. We worden bijvoorbeeld opgeroepen om elkaar lief te hebben, te dienen, te verzorgen, te onderwijzen, terecht te wijzen, aan te sporen, op te bouwen en elkaar te verdragen (Koloss.3:12-17). God heeft de gemeente bedoeld voor deze gemeenschap. Niemand kan het christelijke leven in afzondering leven. We hebben broeders en zusters nodig die ons dichter bij Christus brengen en ons weerhouden van afdwalen van de waarheid.

10. Verantwoording en disciplinering
Vanaf het allereerste begin van het christelijke leven moet verantwoording aan een plaatselijke gemeente de norm zijn. Volgens de Schrift wordt deze verantwoording vergezeld door de disciplinering door de gemeente. Dit is een Bijbelse eigenschap van de gemeente waarover niet vaak gesproken wordt. Disciplinering omvat de positieve rol die de gemeente speelt in de geestelijke vorming van haar leden. Maar de disciplinering door de gemeente omvat ook het aanpakken van de zonde en hen die zonder berouw  blijven doorleven in de zonde.

In Zijn tweede (en laatste) gebruik van het woord “gemeente” legt Jezus uit welke stappen er gezet moeten worden als gemeenteleden zich richten op de zonde en geen berouw tonen:

Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn.  Voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u op de aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn; en alles wat u op de aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn. Verder zeg Ik u dat, als twee van u op de aarde iets, wat dan ook, eenstemmig verlangen, het hun ten deel zal vallen van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden (Matt.18:15-20).

Jezus heeft het hier over het proces waarbij iemand die wordt geïdentificeerd als een gemeentelid, uit de gemeente verwijderd wordt vanwege zonde waarover hij geen berouw heeft. Paulus roept de gemeente van Korinthe op dit aspect van disciplineren uit te voeren tegen een broeder die zonder berouw blijft doorleven in seksuele immoraliteit. Hij beschrijft dit aspect van discipline in de gemeente in deze ernstige termen:

Ik heb, hoewel afwezig met het lichaam, maar aanwezig met de geest, namelijk reeds besloten – alsof ik aanwezig was – om hem die dat zo gedaan heeft, in de Naam van onze Heere Jezus Christus, als u en mijn geest bijeengekomen zijn, in de kracht van onze Heere Jezus Christus, over te geven aan de satan, tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden zal worden op de dag van de Heere Jezus… Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn? Maar hen die buiten zijn, oordeelt God.  En doe de kwaaddoener uit uw midden weg (1 Kor.5:3-5,12-14).

Dit is geen blanco cheque die we volgens onze eigen agenda kunnen gebruiken om degenen uit ons midden weg te doen met wie we het niet eens zijn. Het is een verantwoordelijkheid die we van Christus gekregen hebben, niet alleen voor het getuigenis van de gemeente, maar ook omwille van de individuele ziel. Het doel van discipline in de gemeente is dat degenen die in zonden leven, zich bekeren en hersteld worden in gemeenschap met de gemeente.

11. Bijbels geven
Een gezonde gemeente geeft haar middelen regelmatig voor de bediening van de gemeente (1Kor.16:1-2). Gemeenten moeten zichzelf onderhouden of dat doel in ieder geval voor ogen houden. Hun middelen moeten gebruikt worden om zowel in de behoeften te voorzien in het lichaam, als in de missie van de gemeente in de wereld.

12. Bijbelse missie
Een gezonde gemeente maakt het haar doel om discipelen te maken, lokaal en wereldwijd. Dit is tenslotte de missie die Jezus ons gegeven heeft (Matt.28:18-20). Zoals we al gezien hebben is dit de verantwoordelijkheid en het voorrecht van elk gemeentelid, om in deze wereld een discipelmaker te zijn.

Drie gevolgen

De twaalf Bijbelse kenmerken van een gemeente die we zojuist benoemd hebben, hebben minstens drie gevolgen voor individuele volgelingen van Christus en de gemeenten.

1. Maak deel uit van een gezonde gemeente
Het is topprioriteit voor elke christen lid te zijn van een lokale gemeente. Hoewel niet één gemeente volmaakt is, moet een ieder van ons deel uitmaken van een gemeente waar de twaalf hierboven genoemde kenmerken nagestreefd worden. We hebben deze kenmerken nodig, niet alleen voor onze eigen zielen, maar ook voor de verspreiding van het Evangelie. De wereld moet weten hoe een gemeente eruit ziet.

2. Plant gezonde gemeenten
Als de gemeente Christus’ missie uitvoert, moet zij niet alleen gericht zijn op het maken van individuele discipelen, maar zeker ook op het planten van gezonde gemeenten. Hierin moet ze trouw zijn aan Gods ontwerp voor de gemeente. Er is geduld nodig als we onderwijzen, trainen, bidden en leiding geven. Maar we kunnen God vertrouwen met de resultaten.

3. Werk samen met gezonde gemeenten
Om mensen te bereiken en gemeenten te planten onder alle volken, vooral onder de niet-bereikte volken, moet de gemeente samenwerken met andere gezonde gemeenten, die dezelfde overtuigingen delen. We kunnen beter te werk gaan als we samenwerken in deze gemeenschappelijke missie voor de verheerlijking van onze Redder.


Discussievragen

  1. Waarom zien zoveel christenen in onze cultuur de gemeente als overbodig?
  2. Hoe zou je reageren als iemand zegt dat de Bijbel niet veel zegt over het lid zijn van een gemeente?
  3. Waarom zijn Bijbels onderwijs en Bijbelse prediking zo cruciaal voor het leven van de gemeente?
  4. Waarom moeten alle christenen deelnemen aan een gezonde gemeente?
  5. Waarom is de gemeente van groot belang voor de Grote Opdracht?