Moeten wij Rooms Katholieken als mede christen beschouwen? De Rooms Katholieke leer wijkt op heel wat fundamentele punten sterk af. Denk aan: hoe wij gered zijn, autoriteit van de Bijbel, eigelijk alle 5 sola’s die de kern omschrijven van het protestantse christelijke geloof. De katholieken zijn sterk tegen die vijf sola’s.
Moeten wij Rooms Katholieken als mede christen beschouwen? De Rooms Katholieke leer wijkt op heel wat fundamentele punten sterk af. Denk aan: hoe wij gered zijn, autoriteit van de Bijbel, eigelijk alle 5 sola’s die de kern omschrijven van het protestantse christelijke geloof. De katholieken zijn sterk tegen die vijf sola’s.

Ik hoop dat ik goed genoeg ben en naar de hemel ga.

Steeds weer is dat één van de reacties als we met Wolk van Getuigen de straat op gaan om in gesprek te gaan over de Heere Jezus. Als we doorvragen komt deze reactie óf van een Moslim, óf van iemand die Rooms Katholiek is opgevoed.

Allebei geven ze aan afhankelijk te zijn van hun eigen goede werken.

Het is nooit genoeg

Maar nooit zullen ze de hemel zien wanneer ze op hun eigen werken blijven vertrouwen. De enige grond om de hemel binnen te gaan is volkomen heiligheid, want God is heilig. Maar alles wat wij doen kan ons nooit heilig en rechtvaardig voor God stellen, onze goede werken zijn als een bezoedeld kleed (Jesaja 64:6).

Als we even krom geleefd hebben, kunnen honderd goede werken ons leven niet meer recht maken, we kunnen niet terug in de tijd om het ongedaan te maken. Zonde uit het verleden wordt niet uitgewist door de goede werken vandaag. En zelfs onze goede werken vandaag stellen ons niet rechtvaardig voor God:

Paulus is hierover duidelijk in zijn brief aan de gemeente in Galatië:

Wij, die van nature Joden zijn, en geen zondaars uit de heidenen, weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. (Galaten 2:15-16)

Gerechtvaardigd door het geloof

Paulus verzon dit niet zelf, het was Jezus van wie hij dat geleerd had:

Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf: O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. (Lukas 18:10-14)

En Lukas was het met Paulus eens toen hij zijn woorden in zijn verslag aanhaalde:

Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden. (Handelingen 13:38-39)

Er is niets wat wij toe kunnen voegen aan de gerechtigheid die God ons toe wil rekenen door het geloof alleen. Zoals Hij dat ook aan Abraham al enkel door het geloof toerekende:

Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend. Nu is het niet alleen ter wille van hem geschreven dat het hem toegerekend is, maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging. (Romeinen 4:22-25)

Afwijzing van rechtvaardiging door het geloof

Zeker, volgens de Rooms Katholieke catechismus, was het Christus lijden wat onze rechtvaardiging verdiende. Zij wordt echter volgens de Catechismus niet toegerekend door het geloof, maar geschonken door de doop:

“Het lijden van Christus heeft voor ons de rechtvaardiging verdiend. Zij wordt ons geschonken door het Doopsel…” (Catechismus, 2020)

“Door het Doopsel zijn wij van de zonde bevrijd en, herboren tot kinderen van God, worden wij ledematen van Christus, ingelijfd in de Kerk en haar zending deelachtig gemaakt…” (Catechismus, 1213)

“Bij alle gedoopten, zowel kinderen als volwassenen, moet het geloof na het Doopsel groeien…” (Catechismus, 1254)

In de Rooms Katholieke Catechismus ligt dus de nadruk op het geloof wat na de doop moet groeien. De doop, zonder geloof, heeft volgens de Roomse Kerk dus rechtvaardigende kracht.
Maar dat is niet alles wat de Rooms Katholieke kerk leert, en dit is ook niet de reden voor de twijfel en onzekerheid onder Rooms Katholieken. De twijfel en onzekerheid komt voort uit de ernstige afwijzing van het bevrijdende Evangelie, namelijk: Rechtvaardiging uit genade en door het geloof alleen. Tijdens het Concilie van Trente werd het volgende vast gesteld:

“…eenieder, wanneer hij zichzelf en zijn zwakheid en onvolmaaktheid beschouwt, kan vrezen en bang zijn voor zijn genade. Want geen enkele mens vermag met de zekerheid van het geloof, waaraan geen bedrog ten grondslag kan liggen, te weten, dat hij de genade van God heeft bereikt.” (Sessie 6, hoofdstuk 9)

Zo kun je nooit zeker weten of God je genadig zal zijn omdat je de grond daarvoor blijven zoeken in jezelf. Je werkt dan in de hoop genade te ontvangen. Maar de Bijbel leert ons het tegenovergestelde. Het Evangelie is radicaal anders, beter, heerlijker, doeltreffender!

Werken vanuit zekerheid

Petrus schrijft aan hen die uitgekozen zijn om de erfenis te ontvangen en daartoe bewaard worden door het geloof (1 Petrus 1). Het einddoel van hun geloof is het behoud van hun ziel (1:9). Vanuit die wetenschap roept hij hen op om volkomen te hopen op de genade van Jezus als Hij komt, en vervolgens van daaruit ook heilig te worden in heel de levenswandel (1:13-16).

Deze wetenschap en deze levende hoop op zaligheid komt niet voort uit de heilige levenswandel, maar de heilige levenswandel komt voort uit die heerlijke wetenschap en levende hoop waarop gelovig gerust wordt.

Paulus schrijft in de Efezebrief aan de heiligen en gelovigen (1:1) die nadat ze tot geloof gekomen verzekerd waren van alle geestelijke zegen (1:3), waaronder adoptie als kind van God (1:5), vergeving van zonden (1:7), en de erfenis waarvan de Heilige Geest het onderpand (1:13-14). Hij benadrukt dat deze heiligen dit uit genade, door het geloof ontvangen, niet uit werken (2:8-9). En vervolgens roept Paulus deze heiligen, deze kinderen van God op om goede werken te doen die God voor hen bereid (2:10) heeft en waardig aan deze roeping te wandelen (4:1).

Deze verzekering van geestelijke zegen, vergeving en de heerlijke erfenis komt niet voort uit de goede werken en het waardige wandelen, maar de goede werken en de waardige levenswandel komen voort uit de verzekering van redding uit genade door het geloof alleen.

Zij die de heerlijke hemelse erfenis ontvangen doen goede werken! Geloof moet werken. Zeker. Als we zeggen te geloven, zonder dat dit leidt niet tot levensverandering, groei in heiligheid, dan is het dood geloof zoals Jakobus zegt (Jakobus 2:17). Maar als we werken om die erfenis te kunnen, zullen we hem nooit ontvangen.

Daarom is het bevrijdende Evangelie van Jezus zoveel heerlijker, zoveel beter dan alle andere manieren om tot God te komen. We mogen gerechtvaardigd zijn en vrede ontvangen met God door het geloof in Hem. We ontvangen alle geestelijke zegeningen, vergeving van zonden, aanneming tot kinderen, niet door fysieke geboorte, (voorbereidende) werken, de doop, het onderhouden van andere uiterlijke sacramenten die niets zijn zonder geloof, maar alleen door het geloof in Jezus offer tot verzoening van alle zonden.

Daarom zijn zij broeders en zusters van elkaar, de heiligen, het huisgezin van God, de gemeente van Christus die door het geloof alleen uit Zijn volheid genade op genade ontvangen hebben.

Broeders, zusters en heiligen

De benaming Christen wordt niet uitgelegd in de Bijbel en zij die de heerlijke hemelse erfenis ontvangen worden niet vaak als Christenen aangemerkt in de Bijbel, maar vooral als broeders en zusters in de Heere Jezus en heiligen.

Niet vanwege hun fysieke geboorte, niet vanwege een ritueel met water, niet vanwege hun opvoeding, niet vanwege hun werken, niet vanwege hun boetedoening, niet vanwege de gebeden van Maria die zonder zonde zou zijn, niet vanwege bijgeloof in het avondmaal, niet vanwege de vleselijke liturgie waartoe Jezus ons nooit bevolen heeft, maar alleen vanwege Gods grote barmhartigheid die hen door de Heilige Geest gedrongen heeft tot bekering en eenvoudig geloof in de Heere Jezus wat overstroomt in liefdevolle aanbidding van God en liefde voor elkaar.

Onze volkomen afhankelijkheid is van niets anders dan Jezus en Zijn volbrachte verzoeningswerk!

Zeker, God kan dit wonder van genade werken wanneer iemand in de Rooms Katholieke kerk Gods Woord opent. Maar wanneer die broeder of zuster vervolgens die zekerheid in Christus alleen gevonden heeft zal ze nooit op die andere gronden voor rechtvaardiging blijven steunen.

Wijs hen daarom allereerst op het bevrijdende Evangelie in Jezus Christus, en leer hen vervolgens Jezus te volgen boven de leringen van mensen.

Ook onder ons, in de Reformatorische hoek, wordt vaak die twijfel gehoord, gezocht naar enige voorbereidingen om genade te ontvangen, maar ook hier geldt het bevrijdende Evangelie: Allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. (Johannes 1:12).

Jezus alleen enige grond voor verlossing, Hij heeft macht om op de aarde de zonden te vergeven en in Hem ontvang je alle geestelijke zegeningen. Vertrouw je ziel aan Jezus alleen.

Ik hoop dat ik goed genoeg ben en naar de hemel ga.

Steeds weer is dat één van de reacties als we met Wolk van Getuigen de straat op gaan om in gesprek te gaan over de Heere Jezus. Als we doorvragen komt deze reactie óf van een Moslim, óf van iemand die Rooms Katholiek is opgevoed.

Allebei geven ze aan afhankelijk te zijn van hun eigen goede werken.

Het is nooit genoeg

Maar nooit zullen ze de hemel zien wanneer ze op hun eigen werken blijven vertrouwen. De enige grond om de hemel binnen te gaan is volkomen heiligheid, want God is heilig. Maar alles wat wij doen kan ons nooit heilig en rechtvaardig voor God stellen, onze goede werken zijn als een bezoedeld kleed (Jesaja 64:6).

Als we even krom geleefd hebben, kunnen honderd goede werken ons leven niet meer recht maken, we kunnen niet terug in de tijd om het ongedaan te maken. Zonde uit het verleden wordt niet uitgewist door de goede werken vandaag. En zelfs onze goede werken vandaag stellen ons niet rechtvaardig voor God:

Paulus is hierover duidelijk in zijn brief aan de gemeente in Galatië:

Wij, die van nature Joden zijn, en geen zondaars uit de heidenen, weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. (Galaten 2:15-16)

Gerechtvaardigd door het geloof

Paulus verzon dit niet zelf, het was Jezus van wie hij dat geleerd had:

Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar en bad dit bij zichzelf: O God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers of ook als deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week. Ik geef tienden van alles wat ik bezit. En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. (Lukas 18:10-14)

En Lukas was het met Paulus eens toen hij zijn woorden in zijn verslag aanhaalde:

Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden. (Handelingen 13:38-39)

Er is niets wat wij toe kunnen voegen aan de gerechtigheid die God ons toe wil rekenen door het geloof alleen. Zoals Hij dat ook aan Abraham al enkel door het geloof toerekende:

Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend. Nu is het niet alleen ter wille van hem geschreven dat het hem toegerekend is, maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging. (Romeinen 4:22-25)

Afwijzing van rechtvaardiging door het geloof

Zeker, volgens de Rooms Katholieke catechismus, was het Christus lijden wat onze rechtvaardiging verdiende. Zij wordt echter volgens de Catechismus niet toegerekend door het geloof, maar geschonken door de doop:

“Het lijden van Christus heeft voor ons de rechtvaardiging verdiend. Zij wordt ons geschonken door het Doopsel…” (Catechismus, 2020)

“Door het Doopsel zijn wij van de zonde bevrijd en, herboren tot kinderen van God, worden wij ledematen van Christus, ingelijfd in de Kerk en haar zending deelachtig gemaakt…” (Catechismus, 1213)

“Bij alle gedoopten, zowel kinderen als volwassenen, moet het geloof na het Doopsel groeien…” (Catechismus, 1254)

In de Rooms Katholieke Catechismus ligt dus de nadruk op het geloof wat na de doop moet groeien. De doop, zonder geloof, heeft volgens de Roomse Kerk dus rechtvaardigende kracht.
Maar dat is niet alles wat de Rooms Katholieke kerk leert, en dit is ook niet de reden voor de twijfel en onzekerheid onder Rooms Katholieken. De twijfel en onzekerheid komt voort uit de ernstige afwijzing van het bevrijdende Evangelie, namelijk: Rechtvaardiging uit genade en door het geloof alleen. Tijdens het Concilie van Trente werd het volgende vast gesteld:

“…eenieder, wanneer hij zichzelf en zijn zwakheid en onvolmaaktheid beschouwt, kan vrezen en bang zijn voor zijn genade. Want geen enkele mens vermag met de zekerheid van het geloof, waaraan geen bedrog ten grondslag kan liggen, te weten, dat hij de genade van God heeft bereikt.” (Sessie 6, hoofdstuk 9)

Zo kun je nooit zeker weten of God je genadig zal zijn omdat je de grond daarvoor blijven zoeken in jezelf. Je werkt dan in de hoop genade te ontvangen. Maar de Bijbel leert ons het tegenovergestelde. Het Evangelie is radicaal anders, beter, heerlijker, doeltreffender!

Werken vanuit zekerheid

Petrus schrijft aan hen die uitgekozen zijn om de erfenis te ontvangen en daartoe bewaard worden door het geloof (1 Petrus 1). Het einddoel van hun geloof is het behoud van hun ziel (1:9). Vanuit die wetenschap roept hij hen op om volkomen te hopen op de genade van Jezus als Hij komt, en vervolgens van daaruit ook heilig te worden in heel de levenswandel (1:13-16).

Deze wetenschap en deze levende hoop op zaligheid komt niet voort uit de heilige levenswandel, maar de heilige levenswandel komt voort uit die heerlijke wetenschap en levende hoop waarop gelovig gerust wordt.

Paulus schrijft in de Efezebrief aan de heiligen en gelovigen (1:1) die nadat ze tot geloof gekomen verzekerd waren van alle geestelijke zegen (1:3), waaronder adoptie als kind van God (1:5), vergeving van zonden (1:7), en de erfenis waarvan de Heilige Geest het onderpand (1:13-14). Hij benadrukt dat deze heiligen dit uit genade, door het geloof ontvangen, niet uit werken (2:8-9). En vervolgens roept Paulus deze heiligen, deze kinderen van God op om goede werken te doen die God voor hen bereid (2:10) heeft en waardig aan deze roeping te wandelen (4:1).

Deze verzekering van geestelijke zegen, vergeving en de heerlijke erfenis komt niet voort uit de goede werken en het waardige wandelen, maar de goede werken en de waardige levenswandel komen voort uit de verzekering van redding uit genade door het geloof alleen.

Zij die de heerlijke hemelse erfenis ontvangen doen goede werken! Geloof moet werken. Zeker. Als we zeggen te geloven, zonder dat dit leidt niet tot levensverandering, groei in heiligheid, dan is het dood geloof zoals Jakobus zegt (Jakobus 2:17). Maar als we werken om die erfenis te kunnen, zullen we hem nooit ontvangen.

Daarom is het bevrijdende Evangelie van Jezus zoveel heerlijker, zoveel beter dan alle andere manieren om tot God te komen. We mogen gerechtvaardigd zijn en vrede ontvangen met God door het geloof in Hem. We ontvangen alle geestelijke zegeningen, vergeving van zonden, aanneming tot kinderen, niet door fysieke geboorte, (voorbereidende) werken, de doop, het onderhouden van andere uiterlijke sacramenten die niets zijn zonder geloof, maar alleen door het geloof in Jezus offer tot verzoening van alle zonden.

Daarom zijn zij broeders en zusters van elkaar, de heiligen, het huisgezin van God, de gemeente van Christus die door het geloof alleen uit Zijn volheid genade op genade ontvangen hebben.

Broeders, zusters en heiligen

De benaming Christen wordt niet uitgelegd in de Bijbel en zij die de heerlijke hemelse erfenis ontvangen worden niet vaak als Christenen aangemerkt in de Bijbel, maar vooral als broeders en zusters in de Heere Jezus en heiligen.

Niet vanwege hun fysieke geboorte, niet vanwege een ritueel met water, niet vanwege hun opvoeding, niet vanwege hun werken, niet vanwege hun boetedoening, niet vanwege de gebeden van Maria die zonder zonde zou zijn, niet vanwege bijgeloof in het avondmaal, niet vanwege de vleselijke liturgie waartoe Jezus ons nooit bevolen heeft, maar alleen vanwege Gods grote barmhartigheid die hen door de Heilige Geest gedrongen heeft tot bekering en eenvoudig geloof in de Heere Jezus wat overstroomt in liefdevolle aanbidding van God en liefde voor elkaar.

Onze volkomen afhankelijkheid is van niets anders dan Jezus en Zijn volbrachte verzoeningswerk!

Zeker, God kan dit wonder van genade werken wanneer iemand in de Rooms Katholieke kerk Gods Woord opent. Maar wanneer die broeder of zuster vervolgens die zekerheid in Christus alleen gevonden heeft zal ze nooit op die andere gronden voor rechtvaardiging blijven steunen.

Wijs hen daarom allereerst op het bevrijdende Evangelie in Jezus Christus, en leer hen vervolgens Jezus te volgen boven de leringen van mensen.

Ook onder ons, in de Reformatorische hoek, wordt vaak die twijfel gehoord, gezocht naar enige voorbereidingen om genade te ontvangen, maar ook hier geldt het bevrijdende Evangelie: Allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. (Johannes 1:12).

Jezus alleen enige grond voor verlossing, Hij heeft macht om op de aarde de zonden te vergeven en in Hem ontvang je alle geestelijke zegeningen. Vertrouw je ziel aan Jezus alleen.

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →