Is het hart van een Christen arglistig? Die term “arglistig” komt het uit Oude Testament, maar is deze aanklacht ook van toepassing op het wedergeboren hart van Christenen?

Micah stelt deze vraag. “Dominee John, een tijdje geleden sprak ik met een vriend over Jeremia 17:9, “Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?” Ik paste deze tekst toe op de voortdurende blindheid voor zonde in het hart van de Christen. Mijn vriend zei dat ik sprak over een gedeelte over ongelovige harten en het ten onrechte toepaste op het Christelijke hart. Maar in de bredere context van Jeremia 17:5–13 wordt ik nog meer overtuigd dat vers 9 ook van toepassing is op gelovigen, zeker als we de verzen 7 en 8 lezen. Hoe denkt u daarover? Gaat Jeremia 17:9 over gelovigen, over ongelovigen of over allebei?” Dominee John, hoe verwerkt u deze tekst en haar context?

Is het hart van een Christen arglistig? Die term “arglistig” komt het uit Oude Testament, maar is deze aanklacht ook van toepassing op het wedergeboren hart van Christenen?

Micah stelt deze vraag. “Dominee John, een tijdje geleden sprak ik met een vriend over Jeremia 17:9, “Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?” Ik paste deze tekst toe op de voortdurende blindheid voor zonde in het hart van de Christen. Mijn vriend zei dat ik sprak over een gedeelte over ongelovige harten en het ten onrechte toepaste op het Christelijke hart. Maar in de bredere context van Jeremia 17:5–13 wordt ik nog meer overtuigd dat vers 9 ook van toepassing is op gelovigen, zeker als we de verzen 7 en 8 lezen. Hoe denkt u daarover? Gaat Jeremia 17:9 over gelovigen, over ongelovigen of over allebei?” Dominee John, hoe verwerkt u deze tekst en haar context?


Neem met mij de gedachtengang van Jeremia 17:1-9 door. Ik denk dat iedereen dan wel kan zien welke functie vers 9 heeft.

Zegen en vloek

Jeremia begint met een aanklacht tegen Juda en een waarschuwing tegen de komende verwoesting. “De zonde van Juda is opgeschreven… op de schrijftafel van hun hart… Zoals zij aan hun kinderen denken, denken zij aan hun altaren en hun gewijde palen…” Deze waren gewijd aan andere goden. Afgoderij is hier het probleem. “Mijn berg in het veld, uw vermogen, al uw schatten, zal Ik als buit geven – uw hoogten vanwege de zonde in heel uw gebied.” (Jeremia 17:3) Hij zal hen dus oordelen vanwege de zonde van hun hart en de afgoderij in hun aanbidding.

Vervolgens zegt Hij, “Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een schepsel tot zijn arm stelt, terwijl zijn hart van de HEERE afwijkt. Hij zal zijn als een kale struik in de vlakte, die het niet ziet wanneer het goede komt…” Dat is de wortel van hun zonde en afgoderij. De wortel is dat ze op mensen vertrouwen en niet op God.

Vervolgens beschrijft Hij hoe het hoort te zijn, het tegenovergestelde hiervan en de zegen die dat met zich mee zou brengen. “Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt,” — tegenover vervloekt is de man die op mensen vertrouwt — “wiens vertrouwen de HEERE is. Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop. Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen. Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen.” (Jeremia 17:7-8)

Ieder hart is een afgodstempel

Dit leidt ons tot de vraag: Als het vertrouwen op mensen zoveel ellende brengt (hij zal het goede niet zien) en als het vertrouwen op God zoveel vrucht draagt (hij houdt niet op vrucht te dragen), waarom handelt dit volk dan zo in zelfvernietigend zelfvertrouwen, zonde en afgoderij? En het antwoord komt in vers 9: “Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?” Het menselijk hart is dus ziek van de zonde en in de greep van haar bedrog. En daarom handelen mensen op deze zelfvernietigende manier, door zelfvertrouwen te verkiezen boven vertrouwen op God.

Wat dit gedeelte dus zegt is dat de wortel van van zonde en afgoderij het gebrek is aan vertrouwen op God. En de wortel van dit gebrek is een ziek en verdorven hart. Ik denk dat Jeremia — en alle schrijvers van de Bijbel — zegt dat dat de wortel is sinds de val van de mens in zonde en verdorvenheid. Alle mensen — zonder uitzonderingen — worden geboren met dit gevallen, zieke, arglistige, zelfverheffende en opstandige hart.

Wat gebeurt er in de wedergeboorte?

De vraag is dus: Wanneer iemand opnieuw geboren wordt — een Christen wordt — wat gebeurt er dan met dit gevallen, zieke, arglistige, zelfverheffende en opstandige hart? Lees deze verzen maar eens:

Ezechiël 36:26 omschrijft het nieuwe verbond als volgt: “Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.”

Romeinen 6:17: “Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent.”

Handelingen 15:9: “en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.”

Johannes 7:38 is misschien wel de heerlijke omschrijving: “Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn hart vloeien.” O hoe heerlijk is dat! Dat willen we toch? Ik wil niet alleen een nieuw hart dat van het water geniet, maar dat ook overstroomt naar anderen. Johannes 7:39, “En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden.”

1 Timotheüs 1:5: “Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart…”

1 Korinthe 5:17: “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.”

Met Gods DNA doordrenkt

Mijn conclusie is daarom dat we met Jeremia kunnen zeggen dat Jeremia 17:9 (Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?) waar is voor ieder hart. Maar wanneer God de met bloed gekochte zegen van het nieuwe verbond toepast, is er een nieuwe schepping. De zonden zijn vergeven en de Heilige Geest wordt uitgestort. Er ontstaat een nieuwe natuur. Die nieuwheid bestaat uit de aanwezigheid van de nieuwe schepping of natuur en de Heilige Geest die het hart beïnvloed. Je kunt een goddelijk DNA noemen dat steeds meer gevormd wordt naar het beeld van Christus.

Een goed vers om mee af te ronden is 2 Korinthe 3:18: “Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd” — dit oude, vreselijke, zelfverheffende en opstandige hart wordt van gedaante veranderd — “naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.

Neem met mij de gedachtengang van Jeremia 17:1-9 door. Ik denk dat iedereen dan wel kan zien welke functie vers 9 heeft.

Zegen en vloek

Jeremia begint met een aanklacht tegen Juda en een waarschuwing tegen de komende verwoesting. “De zonde van Juda is opgeschreven… op de schrijftafel van hun hart… Zoals zij aan hun kinderen denken, denken zij aan hun altaren en hun gewijde palen…” Deze waren gewijd aan andere goden. Afgoderij is hier het probleem. “Mijn berg in het veld, uw vermogen, al uw schatten, zal Ik als buit geven – uw hoogten vanwege de zonde in heel uw gebied.” (Jeremia 17:3) Hij zal hen dus oordelen vanwege de zonde van hun hart en de afgoderij in hun aanbidding.

Vervolgens zegt Hij, “Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een schepsel tot zijn arm stelt, terwijl zijn hart van de HEERE afwijkt. Hij zal zijn als een kale struik in de vlakte, die het niet ziet wanneer het goede komt…” Dat is de wortel van hun zonde en afgoderij. De wortel is dat ze op mensen vertrouwen en niet op God.

Vervolgens beschrijft Hij hoe het hoort te zijn, het tegenovergestelde hiervan en de zegen die dat met zich mee zou brengen. “Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt,” — tegenover vervloekt is de man die op mensen vertrouwt — “wiens vertrouwen de HEERE is. Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is, en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop. Hij merkt het niet als er hitte komt, zijn blad blijft groen. Een jaar van droogte deert hem niet, en hij houdt niet op vrucht te dragen.” (Jeremia 17:7-8)

Ieder hart is een afgodstempel

Dit leidt ons tot de vraag: Als het vertrouwen op mensen zoveel ellende brengt (hij zal het goede niet zien) en als het vertrouwen op God zoveel vrucht draagt (hij houdt niet op vrucht te dragen), waarom handelt dit volk dan zo in zelfvernietigend zelfvertrouwen, zonde en afgoderij? En het antwoord komt in vers 9: “Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?” Het menselijk hart is dus ziek van de zonde en in de greep van haar bedrog. En daarom handelen mensen op deze zelfvernietigende manier, door zelfvertrouwen te verkiezen boven vertrouwen op God.

Wat dit gedeelte dus zegt is dat de wortel van van zonde en afgoderij het gebrek is aan vertrouwen op God. En de wortel van dit gebrek is een ziek en verdorven hart. Ik denk dat Jeremia — en alle schrijvers van de Bijbel — zegt dat dat de wortel is sinds de val van de mens in zonde en verdorvenheid. Alle mensen — zonder uitzonderingen — worden geboren met dit gevallen, zieke, arglistige, zelfverheffende en opstandige hart.

Wat gebeurt er in de wedergeboorte?

De vraag is dus: Wanneer iemand opnieuw geboren wordt — een Christen wordt — wat gebeurt er dan met dit gevallen, zieke, arglistige, zelfverheffende en opstandige hart? Lees deze verzen maar eens:

Ezechiël 36:26 omschrijft het nieuwe verbond als volgt: “Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.”

Romeinen 6:17: “Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent.”

Handelingen 15:9: “en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.”

Johannes 7:38 is misschien wel de heerlijke omschrijving: “Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn hart vloeien.” O hoe heerlijk is dat! Dat willen we toch? Ik wil niet alleen een nieuw hart dat van het water geniet, maar dat ook overstroomt naar anderen. Johannes 7:39, “En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden.”

1 Timotheüs 1:5: “Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart…”

1 Korinthe 5:17: “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.”

Met Gods DNA doordrenkt

Mijn conclusie is daarom dat we met Jeremia kunnen zeggen dat Jeremia 17:9 (Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?) waar is voor ieder hart. Maar wanneer God de met bloed gekochte zegen van het nieuwe verbond toepast, is er een nieuwe schepping. De zonden zijn vergeven en de Heilige Geest wordt uitgestort. Er ontstaat een nieuwe natuur. Die nieuwheid bestaat uit de aanwezigheid van de nieuwe schepping of natuur en de Heilige Geest die het hart beïnvloed. Je kunt een goddelijk DNA noemen dat steeds meer gevormd wordt naar het beeld van Christus.

Een goed vers om mee af te ronden is 2 Korinthe 3:18: “Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd” — dit oude, vreselijke, zelfverheffende en opstandige hart wordt van gedaante veranderd — “naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.

© Desiring God Foundation. Bron: desiringGod.org