Wat is de Bijbelse manier van omgaan met dominees waar je absoluut geen fan van bent? Sommige dominees houden een soort Bijbelverhaal voor mijn idee en sommige dominees vertonen geen enkel kenmerk van geestelijk leven. Hoe moet je naar zulk soort dominees kijken?

Wat is de Bijbelse manier van omgaan met dominees waar je absoluut geen fan van bent? Sommige dominees houden een soort Bijbelverhaal voor mijn idee en sommige dominees vertonen geen enkel kenmerk van geestelijk leven. Hoe moet je naar zulk soort dominees kijken?


Het eerste wat we hierover moeten zeggen is dit. In Galaten 4 schrijft Paulus hoe hij het Evangelie verkondigde in zwakheid. Laat een lichamelijke zwakheid je daarom nooit een afkeer geven van een voorganger. Luister naar de inhoud, ook als het niet echt comfortabel luistert. Sta rond de voorganger met hetzelfde verlangen als de Galaten, die zelfs hun ogen af zouden willen staan. Ze wilden Paulus, om welke lichamelijke zwakheid dan ook, niet verachtten.

Als je dan hebt overwogen of de moeite die je met de prediking hebt voorkomt uit lichamelijke zwakheid, of toch inderdaad uit de geestelijk magere inhoud, let dan vervolgens op het leven van deze voorganger.

Herders die zichzelf weiden

We zien in de Bijbel dat er zeker ook voorgangers zullen zijn die verkeerde motieven hebben en een verkeerde boodschap brengen. Ezechiël 34 waarschuwt voor herders die zich voeden met de kudde. Ze misbruiken de schapen om er zelf beter van te worden. Dit kan op financieel gebied voorkomen, ze vinden het gewoon een mooi baantje, maar geven zich niet voor de kudde.

Ook op emotioneel en seksueel gebied kan dit voeden met de kudde tot uitdrukking komen. Een vooraanstaande taak en een zekere macht over mensen kan zonder de bescherming van de Heilige Geest tot grote schade leiden.

Wees daarom waakzaam. Niet iedere huurling die zich op Gods Woord beroept, is een bekwame herder die het welzijn van de kudde voor ogen heeft, boven zijn eigen welzijn. Kijk naar de kudde, dat zal veel zeggen over de bekwaamheid van de herders die die kudde leiden.

En als je merkt dat je voorgangers “zichzelf weiden,” “het zwakke niet versterken, het zieke niet genezen, het gebrokene niet verbinden, het afgedwaalde niet terugbrengen, het verlorene niet zoeken, maar heersen met (geestelijke) hardheid,” bid dan ook allereerst voor hen, maar ga vervolgens met hen in gesprek en vraag om verduidelijking, of een verklaring.

Als ze niet open voor staan voor je zorgen, of laten merken dat zulke zorgen niet gepast zijn tegenover dé voorganger, of het met mooie woorden wegwuiven, bespreek dit dan voorzichtig en in de geest van liefde met andere geestelijk volwassen broeders binnen of buiten je gemeente. Zij kunnen je helpen om dit te beoordelen, omdat je het soms zelf niet helemaal helder kunt zien.
Met hen kun je hierin onderzoeken wat de beste vervolgstappen zijn, voor het herstel van de voorganger, maar ook zeker voor het welzijn van de gemeente.

Soms kan dit betekenen dat je een deel van de kudde die onder leiding van een huurling afdwaalt, moet verlaten om de Opperherder beter te kunnen volgen. We volgen Hem eerder dan de onbekwame herders.

Let op de vrucht

Let daarom op de vrucht, zoals Paulus daar in Hebreeën 13:7 toe oproept. Niet iedere voorganger is als vanzelf een discipel van Jezus. In ons land kennen we prachtige theologische opleidingen waar kennis in overvloed overgedragen wordt. Echter wordt er vaak maar weinig aandacht besteed aan het daadwerkelijke leven met Jezus. Daardoor komt het niet zelden voor dat voorgangers weinig tot geen geestelijk leven kennen, en eerder wat mooie weetjes delen dan daadwerkelijk de gemeente leiden zoals de goede herders van Ezechiël 34.


“Let daarom op de uitkomst van hun levenswandel,” let erop waar hun onderwijs hen brengt. Let erop of het hun meer op Jezus doet lijken. Zie je Jezus’ onderwijs en karakter in hun leven zichtbaar worden, leven ze het uit? Volg dan hun geloof na!

En bid om meer van zulke herders, terwijl je mag rusten dat hoewel de herders hier op aarde misschien gebrekkig leiden, we de Opperherder kunnen vertrouwen. Hij gaf Zijn leven voor de schapen!

Wat aardse herders ook zeggen of doen, luister naar Zijn stem, volg Hem!

De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (Hebreeën 13:20-21)

Het eerste wat we hierover moeten zeggen is dit. In Galaten 4 schrijft Paulus hoe hij het Evangelie verkondigde in zwakheid. Laat een lichamelijke zwakheid je daarom nooit een afkeer geven van een voorganger. Luister naar de inhoud, ook als het niet echt comfortabel luistert. Sta rond de voorganger met hetzelfde verlangen als de Galaten, die zelfs hun ogen af zouden willen staan. Ze wilden Paulus, om welke lichamelijke zwakheid dan ook, niet verachtten.

Als je dan hebt overwogen of de moeite die je met de prediking hebt voorkomt uit lichamelijke zwakheid, of toch inderdaad uit de geestelijk magere inhoud, let dan vervolgens op het leven van deze voorganger.

Herders die zichzelf weiden

We zien in de Bijbel dat er zeker ook voorgangers zullen zijn die verkeerde motieven hebben en een verkeerde boodschap brengen. Ezechiël 34 waarschuwt voor herders die zich voeden met de kudde. Ze misbruiken de schapen om er zelf beter van te worden. Dit kan op financieel gebied voorkomen, ze vinden het gewoon een mooi baantje, maar geven zich niet voor de kudde.

Ook op emotioneel en seksueel gebied kan dit voeden met de kudde tot uitdrukking komen. Een vooraanstaande taak en een zekere macht over mensen kan zonder de bescherming van de Heilige Geest tot grote schade leiden.

Wees daarom waakzaam. Niet iedere huurling die zich op Gods Woord beroept, is een bekwame herder die het welzijn van de kudde voor ogen heeft, boven zijn eigen welzijn. Kijk naar de kudde, dat zal veel zeggen over de bekwaamheid van de herders die die kudde leiden.

En als je merkt dat je voorgangers “zichzelf weiden,” “het zwakke niet versterken, het zieke niet genezen, het gebrokene niet verbinden, het afgedwaalde niet terugbrengen, het verlorene niet zoeken, maar heersen met (geestelijke) hardheid,” bid dan ook allereerst voor hen, maar ga vervolgens met hen in gesprek en vraag om verduidelijking, of een verklaring.

Als ze niet open voor staan voor je zorgen, of laten merken dat zulke zorgen niet gepast zijn tegenover dé voorganger, of het met mooie woorden wegwuiven, bespreek dit dan voorzichtig en in de geest van liefde met andere geestelijk volwassen broeders binnen of buiten je gemeente. Zij kunnen je helpen om dit te beoordelen, omdat je het soms zelf niet helemaal helder kunt zien.
Met hen kun je hierin onderzoeken wat de beste vervolgstappen zijn, voor het herstel van de voorganger, maar ook zeker voor het welzijn van de gemeente.

Soms kan dit betekenen dat je een deel van de kudde die onder leiding van een huurling afdwaalt, moet verlaten om de Opperherder beter te kunnen volgen. We volgen Hem eerder dan de onbekwame herders.

Let op de vrucht

Let daarom op de vrucht, zoals Paulus daar in Hebreeën 13:7 toe oproept. Niet iedere voorganger is als vanzelf een discipel van Jezus. In ons land kennen we prachtige theologische opleidingen waar kennis in overvloed overgedragen wordt. Echter wordt er vaak maar weinig aandacht besteed aan het daadwerkelijke leven met Jezus. Daardoor komt het niet zelden voor dat voorgangers weinig tot geen geestelijk leven kennen, en eerder wat mooie weetjes delen dan daadwerkelijk de gemeente leiden zoals de goede herders van Ezechiël 34.


“Let daarom op de uitkomst van hun levenswandel,” let erop waar hun onderwijs hen brengt. Let erop of het hun meer op Jezus doet lijken. Zie je Jezus’ onderwijs en karakter in hun leven zichtbaar worden, leven ze het uit? Volg dan hun geloof na!

En bid om meer van zulke herders, terwijl je mag rusten dat hoewel de herders hier op aarde misschien gebrekkig leiden, we de Opperherder kunnen vertrouwen. Hij gaf Zijn leven voor de schapen!

Wat aardse herders ook zeggen of doen, luister naar Zijn stem, volg Hem!

De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (Hebreeën 13:20-21)

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →