Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij. (Jesaja 6:8)


Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij. (Jesaja 6:8)


Dit is misschien wel één van de bekendste verzen uit Jesaja, en niet zonder reden. Dit hoofdstuk laat God zien in al Zijn heerlijkheid. Jesaja ziet God, omringd door engelen, ze zingen, “Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!” Dan beginnen de deurposten te beven en het hele huis wordt gevuld met rook. Jesaja is wanhopig om zijn eigen zonde. Hij weet dat hij voor een heilige God staat en het oordeel verdiend heeft.

Maar God in Zijn genade — in dit symbolische beeld van verzoening — zend één van Zijn engelen met een gloeiende kool die hij met een tang van het altaar heeft genomen. Daarmee raakt hij zijn lippen aan, en zegt, “Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt. Zo is uw misdaad van u geweken en uw zonde verzoend.” Dit baande de weg voor wat er volgt in het visioen. Nu spreekt God en klinkt het, “Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan?”

Wat een ontzagwekkende vraag, God vraagt wie er voor Hem wil gaan, wie Hem wil vertegenwoordigen, wie Zijn ambassadeur en woordvoerder wil zijn. Wie zal er voor Ons gaan? Wie wil er gaan om de God van het universum, de Drie-enige God, God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, te vertegenwoordigen. Wie wil er voor Ons gaan? Jesaja antwoordt, en zijn antwoord is niet zozeer de uitroep van held die daar zijn kans ziet om iets moois te doen, nee, dit is eerder een een smeekgebed van een zondaar die zojuist gered is door Gods genade.

Hij staat op en zegt, “Ik zal het doen. Gebruik mijn leven. Hoe U mijn leven ook wilt gebruiken, ik wil U vertegenwoordigen, ik wil Uw ambassadeur zijn, Uw woordvoerder. Ik wil Uw heerlijkheid, Uw stem, Uw Woord bekend maken, gebruik mijn leven!” Dit is wat er uit redding voortkomt, dat vind ik zo mooi aan deze tekst. Dit is wat er volgt wanneer we door genade gered zijn, we zullen zeggen, “God, hier is mijn leven, gebruik het voor Uw heerlijkheid.” Alleen dit kan onze reactie zijn. Echt, wanneer je beseft hoe God je gered heeft door Zijn genade, is de enige echte reactie daarop, “God, gebruik mijn leven voor Uw eer.”

En inderdaad, God wilde Jesaja’s leven gebruiken voor Zijn eer. Het zou niet makkelijk zijn voor hem, maar ook dat vind ik zo mooi aan deze tekst. Wanneer God vraagt, “Wie zal er voor Ons gaan?” steekt Jesaja niet zijn hand op om te vragen wat hij dan zou moeten doen en waar hij heen zou moeten. Zonder vragen, zonder aarzelen zegt hij, “Zie, hier ben ik, zend mij. Ik doe alles wat U wilt dat ik doe.”

Zo wordt ik ook aangespoord om naar mijn eigen leven kijken en ik wil je vragen om naar jouw leven te kijken. Vraag het jezelf, “Zeg ik hetzelfde tegen God?” Zeg je tegen Hem, “Hier is mijn leven. Door Uw genade ben ik gered, mijn leven is van U. Ik wil Uw ambassadeur zijn, ik wil U vertegenwoordigen, ik wil Uw woordvoerder zijn, ik wil Uw heerlijkheid bekend maken. Hier is mijn leven, wat U ook wilt dat ik doe en waar U ook wilt dat ik ga, ik doe het, want mijn leven is van U. Ik ben gered door Uw genade en ik wil gebruikt worden voor Uw eer.”

Dit is misschien wel één van de bekendste verzen uit Jesaja, en niet zonder reden. Dit hoofdstuk laat God zien in al Zijn heerlijkheid. Jesaja ziet God, omringd door engelen, ze zingen, “Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!” Dan beginnen de deurposten te beven en het hele huis wordt gevuld met rook. Jesaja is wanhopig om zijn eigen zonde. Hij weet dat hij voor een heilige God staat en het oordeel verdiend heeft.

Maar God in Zijn genade — in dit symbolische beeld van verzoening — zend één van Zijn engelen met een gloeiende kool die hij met een tang van het altaar heeft genomen. Daarmee raakt hij zijn lippen aan, en zegt, “Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt. Zo is uw misdaad van u geweken en uw zonde verzoend.” Dit baande de weg voor wat er volgt in het visioen. Nu spreekt God en klinkt het, “Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan?”

Wat een ontzagwekkende vraag, God vraagt wie er voor Hem wil gaan, wie Hem wil vertegenwoordigen, wie Zijn ambassadeur en woordvoerder wil zijn. Wie zal er voor Ons gaan? Wie wil er gaan om de God van het universum, de Drie-enige God, God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, te vertegenwoordigen. Wie wil er voor Ons gaan? Jesaja antwoordt, en zijn antwoord is niet zozeer de uitroep van held die daar zijn kans ziet om iets moois te doen, nee, dit is eerder een een smeekgebed van een zondaar die zojuist gered is door Gods genade.

Hij staat op en zegt, “Ik zal het doen. Gebruik mijn leven. Hoe U mijn leven ook wilt gebruiken, ik wil U vertegenwoordigen, ik wil Uw ambassadeur zijn, Uw woordvoerder. Ik wil Uw heerlijkheid, Uw stem, Uw Woord bekend maken, gebruik mijn leven!” Dit is wat er uit redding voortkomt, dat vind ik zo mooi aan deze tekst. Dit is wat er volgt wanneer we door genade gered zijn, we zullen zeggen, “God, hier is mijn leven, gebruik het voor Uw heerlijkheid.” Alleen dit kan onze reactie zijn. Echt, wanneer je beseft hoe God je gered heeft door Zijn genade, is de enige echte reactie daarop, “God, gebruik mijn leven voor Uw eer.”

En inderdaad, God wilde Jesaja’s leven gebruiken voor Zijn eer. Het zou niet makkelijk zijn voor hem, maar ook dat vind ik zo mooi aan deze tekst. Wanneer God vraagt, “Wie zal er voor Ons gaan?” steekt Jesaja niet zijn hand op om te vragen wat hij dan zou moeten doen en waar hij heen zou moeten. Zonder vragen, zonder aarzelen zegt hij, “Zie, hier ben ik, zend mij. Ik doe alles wat U wilt dat ik doe.”

Zo wordt ik ook aangespoord om naar mijn eigen leven kijken en ik wil je vragen om naar jouw leven te kijken. Vraag het jezelf, “Zeg ik hetzelfde tegen God?” Zeg je tegen Hem, “Hier is mijn leven. Door Uw genade ben ik gered, mijn leven is van U. Ik wil Uw ambassadeur zijn, ik wil U vertegenwoordigen, ik wil Uw woordvoerder zijn, ik wil Uw heerlijkheid bekend maken. Hier is mijn leven, wat U ook wilt dat ik doe en waar U ook wilt dat ik ga, ik doe het, want mijn leven is van U. Ik ben gered door Uw genade en ik wil gebruikt worden voor Uw eer.”

Dat bidden we, o God! Hier zijn we, gered door Uw genade, gered door Uw barmhartigheid. Dank U wel voor de verzoening van onze zonden, dat U onze schuld hebt weggenomen. We prijzen U voor Uw genade en als antwoord op Uw genade heffen we onze handen op. We leggen ons leven neer, we willen gaan waar U wilt dat we gaan. Voor U willen we gaan. Vertel ons wat U wilt dat we doen, we willen het doen. We willen U gehoorzamen, we willen U vertegenwoordigen, we willen U verheerlijken. We willen dat anderen de genade kennen die wij ontvangen hebben. Hier zijn we, zend ons. Waar dan ook, wat dan ook en hoe dan ook. Hier zijn we, zend ons.

In Jezus’ naam bidden we. Amen

Overgenomen van Radical.net


Dat bidden we, o God! Hier zijn we, gered door Uw genade, gered door Uw barmhartigheid. Dank U wel voor de verzoening van onze zonden, dat U onze schuld hebt weggenomen. We prijzen U voor Uw genade en als antwoord op Uw genade heffen we onze handen op. We leggen ons leven neer, we willen gaan waar U wilt dat we gaan. Voor U willen we gaan. Vertel ons wat U wilt dat we doen, we willen het doen. We willen U gehoorzamen, we willen U vertegenwoordigen, we willen U verheerlijken. We willen dat anderen de genade kennen die wij ontvangen hebben. Hier zijn we, zend ons. Waar dan ook, wat dan ook en hoe dan ook. Hier zijn we, zend ons.

In Jezus’ naam bidden we. Amen

Overgenomen van Radical.net