En Hij gaf de menigte opdracht op het gras te gaan zitten; en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. (Mattheüs 14:19)


En Hij gaf de menigte opdracht op het gras te gaan zitten; en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. (Mattheüs 14:19)


Er gebeuren in dit gedeelte veel geweldige dingen. Jezus heeft de Vader om een zegen gevraagd en Hij heeft het eten vermenigvuldigd, maar vervolgens zien we de rol van de discipelen in dit wonder. Als het alleen de bedoeling was om Jezus’ grootheid te laten zien, had Hij ook gewoon het brood uit de hemel kunnen laten regenen, zo in de schoot van de mensen.

De mensen hadden Hem dan kunnen zien, en zelfs eerder kunnen erkennen als de God die vanuit de hemel voorziet. Maar in plaats daarvan bad Hij en vroeg Hij om de zegen van Zijn Vader en vervolgens roept Hij Zijn discipelen, en zij mogen het brood uitdelen. Er wordt ons niet verteld hoe de vermenigvuldiging van het brood en de vissen heeft plaatsgevonden. We zien het voor ons, tenminste, ik begin dat voor me te zien, we zien de broden snel of langzaam meer worden uit Zijn handen terwijl Hij het aan de discipelen gaf. Dat is het beeld, wie zien hoe de handen van Christus de handen van de discipelen vult. En vervolgens zien we hoe discipelen de handen van de menigte vullen. Dit is een indrukwekkend beeld. Jezus toont Zijn genade en kracht aan de menigte, door Zijn discipelen.

Deze discipelen waren het verlengstuk van Zijn genade en de kracht die aan het werk was in het leven van deze mannen en vrouwen. Denk daarover na. In jou leven, in mijn leven, we worden omringd door mensen met behoeften en grote noden, grotere noden dan alleen maar een de behoefte aan een maaltijd. Er zijn mensen met behoefte aan liefde, barmhartigheid, hoop, vreugde en vervulling. We worden omringd door mensen met noden, en we hebben een God die in al die behoeften kan voorzien. Hij heeft veel meer dan we met z’n allen nodig hebben. En God wil laten zien dat Hij genoeg heeft en groot is. Hoe? Door ons, door onze handen.

En we hoeven niet te denken, “Nou, ik heb de mensen om mij heen eigenlijk niet zo veel te bieden.” Het gaat er niet om wat wij te bieden hebben. Het ging er in dit gedeelte ook niet om wat de discipelen te bieden hadden. Maar het ging om de kracht van Jezus die door de handen van de discipelen werkte. En daar gaat het ook om in jou en mijn leven. God verlangd ernaar dat mensen Zijn liefde, barmhartigheid, vreugde en vervulling kennen. Hij wil dat de mensen om ons heen Hem kennen en de manier waarop Hij hun zielen kan vervullen, de manier waarop Hij in hun behoeften kan voorzien. En met dat doel heeft Hij ons in het leven van anderen geplaatst. Jezus is niet alleen in staat om te voorzien in onze diepste behoeften, maar Hij wil ons leven ook gebruiken om, met alles wat Hij heeft, te voorzien in de behoeften van anderen.

Er gebeuren in dit gedeelte veel geweldige dingen. Jezus heeft de Vader om een zegen gevraagd en Hij heeft het eten vermenigvuldigd, maar vervolgens zien we de rol van de discipelen in dit wonder. Als het alleen de bedoeling was om Jezus’ grootheid te laten zien, had Hij ook gewoon het brood uit de hemel kunnen laten regenen, zo in de schoot van de mensen.

De mensen hadden Hem dan kunnen zien, en zelfs eerder kunnen erkennen als de God die vanuit de hemel voorziet. Maar in plaats daarvan bad Hij en vroeg Hij om de zegen van Zijn Vader en vervolgens roept Hij Zijn discipelen, en zij mogen het brood uitdelen. Er wordt ons niet verteld hoe de vermenigvuldiging van het brood en de vissen heeft plaatsgevonden. We zien het voor ons, tenminste, ik begin dat voor me te zien, we zien de broden snel of langzaam meer worden uit Zijn handen terwijl Hij het aan de discipelen gaf. Dat is het beeld, wie zien hoe de handen van Christus de handen van de discipelen vult. En vervolgens zien we hoe discipelen de handen van de menigte vullen. Dit is een indrukwekkend beeld. Jezus toont Zijn genade en kracht aan de menigte, door Zijn discipelen.

Deze discipelen waren het verlengstuk van Zijn genade en de kracht die aan het werk was in het leven van deze mannen en vrouwen. Denk daarover na. In jou leven, in mijn leven, we worden omringd door mensen met behoeften en grote noden, grotere noden dan alleen maar een de behoefte aan een maaltijd. Er zijn mensen met behoefte aan liefde, barmhartigheid, hoop, vreugde en vervulling. We worden omringd door mensen met noden, en we hebben een God die in al die behoeften kan voorzien. Hij heeft veel meer dan we met z’n allen nodig hebben. En God wil laten zien dat Hij genoeg heeft en groot is. Hoe? Door ons, door onze handen.

En we hoeven niet te denken, “Nou, ik heb de mensen om mij heen eigenlijk niet zo veel te bieden.” Het gaat er niet om wat wij te bieden hebben. Het ging er in dit gedeelte ook niet om wat de discipelen te bieden hadden. Maar het ging om de kracht van Jezus die door de handen van de discipelen werkte. En daar gaat het ook om in jou en mijn leven. God verlangd ernaar dat mensen Zijn liefde, barmhartigheid, vreugde en vervulling kennen. Hij wil dat de mensen om ons heen Hem kennen en de manier waarop Hij hun zielen kan vervullen, de manier waarop Hij in hun behoeften kan voorzien. En met dat doel heeft Hij ons in het leven van anderen geplaatst. Jezus is niet alleen in staat om te voorzien in onze diepste behoeften, maar Hij wil ons leven ook gebruiken om, met alles wat Hij heeft, te voorzien in de behoeften van anderen.

Daarom bidden we, o God, denkend aan al die mensen met allerlei behoeften om ons heen, denkend aan de mensen die we vandaag tegen zullen komen die zoveel verschillende noden hebben. God, U kunt in al die behoeften voorzien. U bent zo goed, zo liefdevol en U hebt alle macht. U bent de Bron van eeuwige vreugde. U alleen geeft onwankelbare hoop. Laat daarom zien, o God, dat er in U genoeg te vinden is om de behoeften van anderen door ons te vervullen. We bidden U, voor deze dag, help ons om mensen met allerlei behoeften te bereiken vandaag, om voor hen te zorgen, hen te dienen en ze op U te wijzen. Gebruik ons alstublieft, op dezelfde manier waarop U de discipelen in Mattheüs 14 gebruikte om die hongerige menigte te dienen.

Gebruik ons leven vandaag, als volgelingen van Christus, om te voorzien in de behoeften van de mensen om ons heen, thuis, in onze buurt, op het werk. God, gebruik ons vandaag om Uw toereikendheid en de vervulling die er in U te vinden is aan hen bekend te maken.

In Jezus’ naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net


Daarom bidden we, o God, denkend aan al die mensen met allerlei behoeften om ons heen, denkend aan de mensen die we vandaag tegen zullen komen die zoveel verschillende noden hebben. God, U kunt in al die behoeften voorzien. U bent zo goed, zo liefdevol en U hebt alle macht. U bent de Bron van eeuwige vreugde. U alleen geeft onwankelbare hoop. Laat daarom zien, o God, dat er in U genoeg te vinden is om de behoeften van anderen door ons te vervullen. We bidden U, voor deze dag, help ons om mensen met allerlei behoeften te bereiken vandaag, om voor hen te zorgen, hen te dienen en ze op U te wijzen. Gebruik ons alstublieft, op dezelfde manier waarop U de discipelen in Mattheüs 14 gebruikte om die hongerige menigte te dienen.

Gebruik ons leven vandaag, als volgelingen van Christus, om te voorzien in de behoeften van de mensen om ons heen, thuis, in onze buurt, op het werk. God, gebruik ons vandaag om Uw toereikendheid en de vervulling die er in U te vinden is aan hen bekend te maken.

In Jezus’ naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net