Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken. (Hebreeën 11:6)
Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken. (Hebreeën 11:6)
Dit vers is een veel opzichten de samenvatting van dit hoofdstuk. Een hoofdstuk wat gaat over mannen en vrouwen die met God wandelden door het geloof en zo beloont werden. Daarom houd ik zo van deze verzen. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Als we God willen behagen moeten we op Hem vertrouwen. We moeten Hem volgen met geloof in Hem. Want wie tot Hem komt moet geloven dat Hij is, en dat laatste lijkt me duidelijk.
Om God te behagen moeten we geloven dat Hij bestaat. Maar zelfs aan het meest duidelijke hier moeten we steeds herinnert worden. We moeten voorzichtig zijn als we bidden en niet zomaar wat in de lucht spreken. We spreken tot de God die bestaat, de God die ons hoort, de God die werkt als antwoord op wat wij vragen. Sla deze zin dus niet zomaar over. We moeten er steeds aan herinnert worden dat Hij echt bestaat. We spreken nu over Hem en straks zullen we tot Hem spreken. Hij zal ons horen.
En Hij bestaat niet alleen, maar, en dit is het beste gedeelte van dit vers, Hij beloont wie Hem zoeken. O, ik wil iemand zijn die God zoekt. Ik bid dat dit het commentaar op mijn leven zal zijn en op jouw leven. Dat jij een man, vrouw, student of kind zal zijn die God zoekt, en die beloont wordt in dat zoeken.
Dit vers is een veel opzichten de samenvatting van dit hoofdstuk. Een hoofdstuk wat gaat over mannen en vrouwen die met God wandelden door het geloof en zo beloont werden. Daarom houd ik zo van deze verzen. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Als we God willen behagen moeten we op Hem vertrouwen. We moeten Hem volgen met geloof in Hem. Want wie tot Hem komt moet geloven dat Hij is, en dat laatste lijkt me duidelijk.
Om God te behagen moeten we geloven dat Hij bestaat. Maar zelfs aan het meest duidelijke hier moeten we steeds herinnert worden. We moeten voorzichtig zijn als we bidden en niet zomaar wat in de lucht spreken. We spreken tot de God die bestaat, de God die ons hoort, de God die werkt als antwoord op wat wij vragen. Sla deze zin dus niet zomaar over. We moeten er steeds aan herinnert worden dat Hij echt bestaat. We spreken nu over Hem en straks zullen we tot Hem spreken. Hij zal ons horen.
En Hij bestaat niet alleen, maar, en dit is het beste gedeelte van dit vers, Hij beloont wie Hem zoeken. O, ik wil iemand zijn die God zoekt. Ik bid dat dit het commentaar op mijn leven zal zijn en op jouw leven. Dat jij een man, vrouw, student of kind zal zijn die God zoekt, en die beloont wordt in dat zoeken.
O God, laat dat zo zijn in ons leven. Laat dat zo zijn in het leven van degenen die dit nu lezen. We geloven dat U bestaat. We geloven niet alleen dat U bestaat, maar ook dat U luistert, dat U ons hoort als we tot U roepen. O God, we vernederen onszelf. Hoe meer we over over nadenken, hoe nederiger we worden. O, dat U naar ons luistert op dit moment! O God, ik ben opnieuw onder de indruk van deze werkelijkheid.
U luistert naar mij, naar ons, nu we bidden. U bestaat niet alleen maar U beloont ook degenen die U zoeken. O God, we zoeken U. In Jeremia 29 zegt U, “U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.” Help ons om U te zoeken met heel ons hart. Help ons om U te zoeken, meer dan iemand anders, meer dan wat dan ook in deze wereld. God, we bidden dat U ons een volk maakt dat U dag en nacht zoekt, dat naar U verlangt, een volk dat U echt zoekt.
En we vertrouwen erop dat we beloont zullen worden wanneer we U zoeken. Niet de gaven die U geeft maar Uzelf. U bent de beloning. Kennis van U, gemeenschap van U, liefde voor U. Dat is wat willen in ons leven. Dat is de beloning die we zoeken. Help ons om daarvoor te leven. Help ons te leven voor de echte beloning, niet de oppervlakkige namaak beloningen van deze wereld. O God, maak ons een volk van geloof dat U behaagt, dat gelooft dat U bestaat en beloont wordt in het zoeken van U.
We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.
Overgenomen van Radical.net
O God, laat dat zo zijn in ons leven. Laat dat zo zijn in het leven van degenen die dit nu lezen. We geloven dat U bestaat. We geloven niet alleen dat U bestaat, maar ook dat U luistert, dat U ons hoort als we tot U roepen. O God, we vernederen onszelf. Hoe meer we over over nadenken, hoe nederiger we worden. O, dat U naar ons luistert op dit moment! O God, ik ben opnieuw onder de indruk van deze werkelijkheid.
U luistert naar mij, naar ons, nu we bidden. U bestaat niet alleen maar U beloont ook degenen die U zoeken. O God, we zoeken U. In Jeremia 29 zegt U, “U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.” Help ons om U te zoeken met heel ons hart. Help ons om U te zoeken, meer dan iemand anders, meer dan wat dan ook in deze wereld. God, we bidden dat U ons een volk maakt dat U dag en nacht zoekt, dat naar U verlangt, een volk dat U echt zoekt.
En we vertrouwen erop dat we beloont zullen worden wanneer we U zoeken. Niet de gaven die U geeft maar Uzelf. U bent de beloning. Kennis van U, gemeenschap van U, liefde voor U. Dat is wat willen in ons leven. Dat is de beloning die we zoeken. Help ons om daarvoor te leven. Help ons te leven voor de echte beloning, niet de oppervlakkige namaak beloningen van deze wereld. O God, maak ons een volk van geloof dat U behaagt, dat gelooft dat U bestaat en beloont wordt in het zoeken van U.
We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.
Overgenomen van Radical.net