Uw roem is niet goed. Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus. (1 Korinthe 5:6-7)
Uw roem is niet goed. Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus. (1 Korinthe 5:6-7)
De Christelijke wereld is traag geweest om institutionele zonde te herkennen en erover te spreken. Misschien komt dat door de westerse invloed met haar focus op individualisme en onafhankelijkheid. Instituties zijn vaak medeplichtig aan kwaad, en keuren het soms zelfs goed, terwijl ze zichzelf er tegelijkertijd tegen uitspreken. Ze ontkennen het bestaan ervan (binnen de eigen structuur) en rechtvaardigen het wanneer het openbaar komt.
We hebben deze beweging gezien in familiesystemen. Wanneer we met families werken waar bijvoorbeeld huiselijk geweld of seksueel misbruik plaatsvindt, komen we systemen tegen die vechten om het verborgen te houden, ze werken hard om de status quo te bewaren, wat dat ook zal kosten voor de individuen binnen die familie.
We weten ook dat kerken soms samengewerkt hebben met deze families, in het geloof dat het behoud van het systeem Bijbels is, ongeacht het kwaad wat het bevat.
Het is dus niet moeilijk te begrijpen dat ook grotere systemen kunnen vechten voor zelfbehoud, zelfs als de kern bedorven is. De Rooms-Katholieke Kerk heeft de laatste jaren de krantenkoppen gehaald met hun zelfbehoud, door hun pedofiele priesters te beschermen, waardoor ze toestonden dat honderden kinderslachtoffers hun leven lang worstelden met de herinneringen en nawerkingen van seksueel misbruik.
Recenter hoorden we van (zendings-)organisaties en Christelijke scholen die zich op een zelfde manier gedroegen. Ze weigerden de kinderen te geloven en hun verslagen te onderzoeken. En zeker, het zijn echt niet alleen “die kerken daar.” Dit kwaad komt ook geregeld voor in onze Christelijke kerken.
Het is ironisch hoe instituties, verordend door God en gegeven voor bewaring, bescherming, verdediging en verzorging uiteindelijk de mensen verslindt in een poging om de grotere structuur te bewaren.
Het doet me denken aan Israel, een volk, gekozen door God. Hij gaf hen regels en onderwijs, niet alleen om deze institutie te bewaren maar ook de mensen in die institutie. Israel, als systeem, werd helaas zoals de families waarmee ik vaak gewerkt heb. Als volk stonden ze, ze volgden wat onderwijs met hun offers in de tempel, maar ondertussen was de kern bedorven en vernietigden ze de mensen die ze moest beschermen. God reageerde door deze institutie weg te vagen en ze te verstrooien als zaadkorrels.
Hij bewaart niet zomaar een structuur zonder op de inhoud te letten. Hij wil reinheid in het koninkrijk van het hart, niet de schijn in een institutie die moet liegen zodat het lijkt alsof die reinheid aanwezig is. Hij ziet liever dat de structuur weggevaagd wordt zodat hij in de harten van gebroken mensen kan werken en verandering zal brengen, van binnenuit.
Zijn wegen zijn werkelijk niet die van ons! Denk erover na. Kun je jezelf de globale kerk, (zendings-) organisatie, Christelijke school, denominatie of plaatselijke kerk voorstellen die verderf en bedrog in hun midden vindt en zich bekeerd als dat zelfs het verlies van het instituut tot gevolg heeft omdat gehoorzaamheid aan Jezus Christus belangrijker is?
Wat als macht, woorden en middelen allemaal samen zouden werken om waarheid, verzoening, herstel en genezing te brengen voor de slachtoffers en betrokkenen? Is dat niet de weg die we moeten gaan?
We zijn bang. Wat als we al ons geld verliezen? Wat als we moeten sluiten? We zijn opgericht voor een goed doel en zullen onze mogelijkheden mislopen in deze wereld.
Onze organisaties zijn niet het Koninkrijk van God. Daar zullen we Hem niet vinden. Hij woont in de harten van Zijn volk die geroepen zijn om in gehoorzaamheid te leven aan Hem, zelfs als dat betekent dat hun structuren en instituties om hen heen in zullen storten.
We zijn geneigd de institutie eerder te gehoorzamen dan onze God. Daardoor zijn we Hem ongehoorzaam en noemen we het kwade goed.
Jezus was duidelijk toen Hij ons vertelde dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld was. Zijn Koninkrijk is de plaats waar Zijn wil gedaan wordt. Niet één zogenaamde Christelijke organisatie is Zijn Koninkrijk tenzij alle aspecten van die institutie beheerst worden door Zijn wil.
Zo vaak bewaren we onze instituten door naar het deel daarvan te wijzen wat in lijn is met Zijn wil, terwijl we dat wat helemaal niet op Hem lijkt verstoppen of rechtvaardigen. Of we gebruiken een klein deel van Zijn Woord om het kwaad te rechtvaardigen waardoor we het toestaan dat het kwaad ongehinderd door kan gaan, zonder dat het ontdekt wordt.
Het echte Koninkrijk van God lijkt op de Koning zelf, in al Zijn heerlijkheid.
Ik bid dat wij, in deze generatie, de moed zullen hebben om de waarheid te spreken over onszelf en onze eigen instituten als er verborgen zonden zijn of schijnheiligheid.
Ik bid dat we onze knieën met berouw zullen buigen wanneer zonde openbaar wordt in onze families, kerken en organisaties. Die reactie is het weefsel van herleving, iets wat we hard nodig hebben in dit land en deze wereld.
De Christelijke wereld is traag geweest om institutionele zonde te herkennen en erover te spreken. Misschien komt dat door de westerse invloed met haar focus op individualisme en onafhankelijkheid. Instituties zijn vaak medeplichtig aan kwaad, en keuren het soms zelfs goed, terwijl ze zichzelf er tegelijkertijd tegen uitspreken. Ze ontkennen het bestaan ervan (binnen de eigen structuur) en rechtvaardigen het wanneer het openbaar komt.
We hebben deze beweging gezien in familiesystemen. Wanneer we met families werken waar bijvoorbeeld huiselijk geweld of seksueel misbruik plaatsvindt, komen we systemen tegen die vechten om het verborgen te houden, ze werken hard om de status quo te bewaren, wat dat ook zal kosten voor de individuen binnen die familie.
We weten ook dat kerken soms samengewerkt hebben met deze families, in het geloof dat het behoud van het systeem Bijbels is, ongeacht het kwaad wat het bevat.
Het is dus niet moeilijk te begrijpen dat ook grotere systemen kunnen vechten voor zelfbehoud, zelfs als de kern bedorven is. De Rooms-Katholieke Kerk heeft de laatste jaren de krantenkoppen gehaald met hun zelfbehoud, door hun pedofiele priesters te beschermen, waardoor ze toestonden dat honderden kinderslachtoffers hun leven lang worstelden met de herinneringen en nawerkingen van seksueel misbruik.
Recenter hoorden we van (zendings-)organisaties en Christelijke scholen die zich op een zelfde manier gedroegen. Ze weigerden de kinderen te geloven en hun verslagen te onderzoeken. En zeker, het zijn echt niet alleen “die kerken daar.” Dit kwaad komt ook geregeld voor in onze Christelijke kerken.
Het is ironisch hoe instituties, verordend door God en gegeven voor bewaring, bescherming, verdediging en verzorging uiteindelijk de mensen verslindt in een poging om de grotere structuur te bewaren.
Het doet me denken aan Israel, een volk, gekozen door God. Hij gaf hen regels en onderwijs, niet alleen om deze institutie te bewaren maar ook de mensen in die institutie. Israel, als systeem, werd helaas zoals de families waarmee ik vaak gewerkt heb. Als volk stonden ze, ze volgden wat onderwijs met hun offers in de tempel, maar ondertussen was de kern bedorven en vernietigden ze de mensen die ze moest beschermen. God reageerde door deze institutie weg te vagen en ze te verstrooien als zaadkorrels.
Hij bewaart niet zomaar een structuur zonder op de inhoud te letten. Hij wil reinheid in het koninkrijk van het hart, niet de schijn in een institutie die moet liegen zodat het lijkt alsof die reinheid aanwezig is. Hij ziet liever dat de structuur weggevaagd wordt zodat hij in de harten van gebroken mensen kan werken en verandering zal brengen, van binnenuit.
Zijn wegen zijn werkelijk niet die van ons! Denk erover na. Kun je jezelf de globale kerk, (zendings-) organisatie, Christelijke school, denominatie of plaatselijke kerk voorstellen die verderf en bedrog in hun midden vindt en zich bekeerd als dat zelfs het verlies van het instituut tot gevolg heeft omdat gehoorzaamheid aan Jezus Christus belangrijker is?
Wat als macht, woorden en middelen allemaal samen zouden werken om waarheid, verzoening, herstel en genezing te brengen voor de slachtoffers en betrokkenen? Is dat niet de weg die we moeten gaan?
We zijn bang. Wat als we al ons geld verliezen? Wat als we moeten sluiten? We zijn opgericht voor een goed doel en zullen onze mogelijkheden mislopen in deze wereld.
Onze organisaties zijn niet het Koninkrijk van God. Daar zullen we Hem niet vinden. Hij woont in de harten van Zijn volk die geroepen zijn om in gehoorzaamheid te leven aan Hem, zelfs als dat betekent dat hun structuren en instituties om hen heen in zullen storten.
We zijn geneigd de institutie eerder te gehoorzamen dan onze God. Daardoor zijn we Hem ongehoorzaam en noemen we het kwade goed.
Jezus was duidelijk toen Hij ons vertelde dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld was. Zijn Koninkrijk is de plaats waar Zijn wil gedaan wordt. Niet één zogenaamde Christelijke organisatie is Zijn Koninkrijk tenzij alle aspecten van die institutie beheerst worden door Zijn wil.
Zo vaak bewaren we onze instituten door naar het deel daarvan te wijzen wat in lijn is met Zijn wil, terwijl we dat wat helemaal niet op Hem lijkt verstoppen of rechtvaardigen. Of we gebruiken een klein deel van Zijn Woord om het kwaad te rechtvaardigen waardoor we het toestaan dat het kwaad ongehinderd door kan gaan, zonder dat het ontdekt wordt.
Het echte Koninkrijk van God lijkt op de Koning zelf, in al Zijn heerlijkheid.
Ik bid dat wij, in deze generatie, de moed zullen hebben om de waarheid te spreken over onszelf en onze eigen instituten als er verborgen zonden zijn of schijnheiligheid.
Ik bid dat we onze knieën met berouw zullen buigen wanneer zonde openbaar wordt in onze families, kerken en organisaties. Die reactie is het weefsel van herleving, iets wat we hard nodig hebben in dit land en deze wereld.
Uit In Our Lives First, 2013