HEERE, U doorgrondt en kent mij. (Psalm 139:1)

HEERE, U doorgrondt en kent mij. (Psalm 139:1)


Wie kent jou? Wie kent jou echt?

De postbode kent je adres. Sociale Media bedrijven verzamelen je data, ze weten wat je kijkt, shopt en leest. Supermarkt op het dorp weet wat je eet en drinkt en wat je favoriete afwasmiddel is.

Wie kent jou? Wie weet wat er in je hart omgaat? Wie begrijpt je nou echt? Misschien vraag je je dat wel eens af. Misschien maakt dat je moedeloos.

Ook in de gemeente. Wie kijkt er nou naar je om, wie kijkt er echt naar je om, naar je hart.

Afgelopen tijd hebben we allemaal gemerkt hoe nodig het is om elkaar te leren kennen, en ook hoe moeilijk dat is. Iedereen kennen. Geen tijd, intensiveer contact. Telefonisch. In ieder geval deze tijd nu, vanmorgen, goed benutten om elkaar te ontmoeten en te leren kennen.

Psalm 139

Een psalm van David, voor de koorleider.

1. God kent je: Hij ziet en weet alles, waar je ook bent en wat je ook doet

HEERE, U doorgrondt en kent mij.

God, alwetend. Hij ziet je hart, je motieven, je verlangens. Hij kent je. Als je het moeilijk hebt en als je zondigt.

Vers 2-4
Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. 3 U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. 4 Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles.

Zou je in een surveillance staat willen wonen waar het alziende oog van de overheid alles ziet? Waarom niet? Of je hebt wat te verbergen, of je vertrouwt ze niet met zoveel kennis.

Vers 5
U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij.

God sluit je in. Er staat: belegeren, of als een fort omgeven.

Vers 6
Dit kennen – het is mij
te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij. (Aanbidding)

Vers 7
Waar kan ik Uw Geest
ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? 8 Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. 9 Nam ik vleugels van de dageraad, (oosten) woonde ik aan het einde van de zee, (westen) (Geen uitweg)

Of je nu op vakantie bent in de Achterhoek, ziek op bed ligt of naar Malawi gaat.

Vers 10
ook daar zou
Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden.

Waar je de komende week ook gaat, Zijn hand leid je, Zijn hand houd je vast.

Vers 11
Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! – dan is
de nacht een licht om mij heen. 12 Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister, maar de nacht licht op als de dag, de duisternis is als het licht. (Geen verstopplek)

Als duisternis je overvalt. Jezus zal je licht geven. Hij zegt: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. (Johannes 8:12)

Wat voor ons onzichtbaar is, door duisternis, doordat het in de geestelijke wereld plaatsvind, of omdat het in onze gedachten is, is zichtbaar voor God. Als het donker is op je kamer, God ziet alles, je hoeft niet bang te zijn.

2. God heeft je gemaak: Hij heeft je leven in de hand van begin tot eind

Vers 13-15
Want
Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. 14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. 15 Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde.

Hij kende je voor je geboren werd, toen Hij je lichaam vormde. Onvoorstelbaar als je ziet hoe dat ontwikkeld.

God borduurde, als een rode draad vormde Hij je bloedstelsel. Al die aderen die door je lichaam geweven zijn en je zenuwen met al die vertakkingen. God handen weefden dat.

Vers 16
Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij allen werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.

Dit is beter vertaald als: “Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien. Zij allen werden in Uw boek beschreven: de dagen die gevormd zijn, toen er nog niet een van hen bestond.”

Al zijn dagen vastgesteld zijn, het getal van zijn maanden bij U bekend is, en U zijn grenzen bepaald hebt, die hij niet kan overschrijden. (Job 14:5)

Onsterfelijk tot je dagen vol zijn. Je sterft op het juiste tijd. Nooit voor je tijd.

Vers 17
Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal. 18 Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand;
ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.

Dat God alles ziet en weet, waar je ook bent en wat je ook doet, dat Hij je gemaakt heeft en je leven van begin tot eind in handen heeft, moet je leiden tot aanbidding zoals in vers 6. Gods weet zo veel, Hij is indrukwekkend.

3. Onze eerste reactie: Trouw aan God, haten wat God haat, buiten ons.

Vers 19-22
O God, breng de goddeloze om! Mannen van bloed, ga weg van mij. 20 Want met listige plannen spreken zij over U en zij zetten Uw vijanden aan  tot valsheid. 21 Zou ik niet haten, HEERE, wie U haten, walgen van wie tegen U opstaan? 22 Ik haat hen met een volkomen haat, mijn eigen vijanden zijn het.

God is overal, is God dan altijd bij ons op een positieve manier? God is niet veilig voor Zijn haters.

Haat hen die God haten, die zo’n machtige, heerlijke, wonderlijke, goede God minachten. David vraagt om wraak, niet over wat Hem is aangedaan, maar over wat ze God aandoen!

Het is verschrikkelijk als God alles van je weet wanneer je geen vrede hebt met God. Angstaanjagend.

Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? 10 Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. (Jeremia 17:9)

Jezus op oordeelsdag: Ik heb u nooit gekend;  ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! (Mattheüs 7:23)

Is het voor jou angstaanjagend dat God je kent of geruststellend? Hoe kunnen we dat weten?

4. Onze tweede reactie: Overgave aan God, haten wat God haat, in ons.

Vers 23-24
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. 24 Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.

Makkelijk praten over zonde buiten ons. Over abortus, dictators, zondige politiek, de buurvouw. Maar nu vernederd David zich. Onderzoek mij!

God kende David, maar nu vraagt David om een onderzoek. Zoals een chirurg een patiënt onderzoekt om te zien of er iets schadelijks is. Als je niet naar de dokter gaat leef je in valse geruststelling. Je zult geen slecht nieuws krijgen. Maar als je wilt genezen, laat de dokter dan je lichaam onderzoeken!

Er zijn schadelijke wegen, ook onder gelovigen: En velen zullen hen (valse profeten), door wie de weg van de waarheid gelasterd zal worden, op hun verderfelijke wegen navolgen. (2 Petrus 2:2)

Leg je leven neer voor God als de alziende en alwetende Chirurg die jou gemaakt heeft. Leg al je eigen gedachten, verlangens en wegen neer voor Hem.

Want er is een betere weg. Een eeuwige Weg! Jezus.

Ik ben de Weg, de Waarheid  en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)

Hoe is Jezus de eeuwige Weg?

In het begin was het Woord en het Woord was  bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. (Johannes 1:1-4)

Laat de Christus, de Koning van Israël, nu van het kruis afkomen, opdat wij het zien en gaan geloven. Ook zij die met Hem gekruisigd waren, smaadden Hem (Onbegrip).En toen het zesde uur gekomen was, kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe. En op het negende uur riep Jezus met luide stem:  ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? (Markus 15:32-34)

Hij die alles gemaakt had, het hout waar Hij aan hing en de soldaten die Hem kruisigden. Hij kende ze, Hij zag hun liggen en hun staan, Hij doorgronde hun gedachten. En hij was overal. Maar dit moment opende de Chirurg Zijn Zoon, het werd donker, en Jezus werd losgelaten door de Vader. God verliet Zijn Zoon. Waarom? Daar aan het kruis doorzocht God Zijn Zoon, daar beproefde Hij Hem, daar keek Hij of er een schadelijke weg was. En wat vond Hij?

Jou zonden. Jou schuld. Jou schadelijke wegen.

Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen. (Jesaja 53:6).

Jezus nam jou schadelijke wegen zodat Hij jou nu op de eeuwige weg kan leiden. Daarom is het niet angstaanjagend dat God alles van je ziet en weet, want als je Jezus je zonden hebt gegeven, ziet Hij alleen Zijn gerechtigheid in jou. Wat je zelf begraaft en verstopt zal God opgraven en oordelen. Maar wat je openlegt en belijdt zal God begraven, voorgoed.

Want Hem Die geen zonde gekend heeft,  heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (2 Korinthe 5:21)

Je reactie op de zonde om je heen, die je met David haat, je reactie op de zonde in jezelf, in overgave aan God, laat zien dat je veilig bent.

Wat een heerlijke troost is het nu dat God je kent. Dat hij je hart ziet, dat Hij ziet dat je de zonde niet meer wilt, dat ja niet zonder Hem wilt, dat je niet voor Hem weg wilt vluchten. Dat je niet zonder Hem wilt of je nu thuis bent of aan de andere kant van de wereld.

  1. God kent je: Hij ziet en weet alles, waar je ook bent en wat je ook doet
  2. God heeft je gemaak: Hij heeft je leven in de hand van begin tot eind
  3. Onze eerste reactie: Trouw aan God, haten wat God haat, buiten ons.
  4. Onze tweede reactie: Overgave aan God, haten wat God haat, in ons.

En dit is het heerlijkste, als Jezus in je schadelijke wegen heeft weggenomen: Ja, God kent je, dit is nu het wonder, dit is het eeuwige leven: Jij mag God kennen.

En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. (Johannes 17:3)

Hij kent je, ken je Hem?

Wie kent jou? Wie kent jou echt?

De postbode kent je adres. Sociale Media bedrijven verzamelen je data, ze weten wat je kijkt, shopt en leest. Supermarkt op het dorp weet wat je eet en drinkt en wat je favoriete afwasmiddel is.

Wie kent jou? Wie weet wat er in je hart omgaat? Wie begrijpt je nou echt? Misschien vraag je je dat wel eens af. Misschien maakt dat je moedeloos.

Ook in de gemeente. Wie kijkt er nou naar je om, wie kijkt er echt naar je om, naar je hart.

Afgelopen tijd hebben we allemaal gemerkt hoe nodig het is om elkaar te leren kennen, en ook hoe moeilijk dat is. Iedereen kennen. Geen tijd, intensiveer contact. Telefonisch. In ieder geval deze tijd nu, vanmorgen, goed benutten om elkaar te ontmoeten en te leren kennen.

Psalm 139

Een psalm van David, voor de koorleider.

1. God kent je: Hij ziet en weet alles, waar je ook bent en wat je ook doet

HEERE, U doorgrondt en kent mij.

God, alwetend. Hij ziet je hart, je motieven, je verlangens. Hij kent je. Als je het moeilijk hebt en als je zondigt.

Vers 2-4
Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. 3 U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd. 4 Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles.

Zou je in een surveillance staat willen wonen waar het alziende oog van de overheid alles ziet? Waarom niet? Of je hebt wat te verbergen, of je vertrouwt ze niet met zoveel kennis.

Vers 5
U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij.

God sluit je in. Er staat: belegeren, of als een fort omgeven.

Vers 6
Dit kennen – het is mij
te wonderlijk, te hoog, ik kan er niet bij. (Aanbidding)

Vers 7
Waar kan ik Uw Geest
ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? 8 Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. 9 Nam ik vleugels van de dageraad, (oosten) woonde ik aan het einde van de zee, (westen) (Geen uitweg)

Of je nu op vakantie bent in de Achterhoek, ziek op bed ligt of naar Malawi gaat.

Vers 10
ook daar zou
Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden.

Waar je de komende week ook gaat, Zijn hand leid je, Zijn hand houd je vast.

Vers 11
Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! – dan is
de nacht een licht om mij heen. 12 Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister, maar de nacht licht op als de dag, de duisternis is als het licht. (Geen verstopplek)

Als duisternis je overvalt. Jezus zal je licht geven. Hij zegt: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. (Johannes 8:12)

Wat voor ons onzichtbaar is, door duisternis, doordat het in de geestelijke wereld plaatsvind, of omdat het in onze gedachten is, is zichtbaar voor God. Als het donker is op je kamer, God ziet alles, je hoeft niet bang te zijn.

2. God heeft je gemaak: Hij heeft je leven in de hand van begin tot eind

Vers 13-15
Want
Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. 14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed. 15 Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde.

Hij kende je voor je geboren werd, toen Hij je lichaam vormde. Onvoorstelbaar als je ziet hoe dat ontwikkeld.

God borduurde, als een rode draad vormde Hij je bloedstelsel. Al die aderen die door je lichaam geweven zijn en je zenuwen met al die vertakkingen. God handen weefden dat.

Vers 16
Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij allen werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond.

Dit is beter vertaald als: “Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien. Zij allen werden in Uw boek beschreven: de dagen die gevormd zijn, toen er nog niet een van hen bestond.”

Al zijn dagen vastgesteld zijn, het getal van zijn maanden bij U bekend is, en U zijn grenzen bepaald hebt, die hij niet kan overschrijden. (Job 14:5)

Onsterfelijk tot je dagen vol zijn. Je sterft op het juiste tijd. Nooit voor je tijd.

Vers 17
Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal. 18 Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand;
ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.

Dat God alles ziet en weet, waar je ook bent en wat je ook doet, dat Hij je gemaakt heeft en je leven van begin tot eind in handen heeft, moet je leiden tot aanbidding zoals in vers 6. Gods weet zo veel, Hij is indrukwekkend.

3. Onze eerste reactie: Trouw aan God, haten wat God haat, buiten ons.

Vers 19-22
O God, breng de goddeloze om! Mannen van bloed, ga weg van mij. 20 Want met listige plannen spreken zij over U en zij zetten Uw vijanden aan  tot valsheid. 21 Zou ik niet haten, HEERE, wie U haten, walgen van wie tegen U opstaan? 22 Ik haat hen met een volkomen haat, mijn eigen vijanden zijn het.

God is overal, is God dan altijd bij ons op een positieve manier? God is niet veilig voor Zijn haters.

Haat hen die God haten, die zo’n machtige, heerlijke, wonderlijke, goede God minachten. David vraagt om wraak, niet over wat Hem is aangedaan, maar over wat ze God aandoen!

Het is verschrikkelijk als God alles van je weet wanneer je geen vrede hebt met God. Angstaanjagend.

Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? 10 Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. (Jeremia 17:9)

Jezus op oordeelsdag: Ik heb u nooit gekend;  ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! (Mattheüs 7:23)

Is het voor jou angstaanjagend dat God je kent of geruststellend? Hoe kunnen we dat weten?

4. Onze tweede reactie: Overgave aan God, haten wat God haat, in ons.

Vers 23-24
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. 24 Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg.

Makkelijk praten over zonde buiten ons. Over abortus, dictators, zondige politiek, de buurvouw. Maar nu vernederd David zich. Onderzoek mij!

God kende David, maar nu vraagt David om een onderzoek. Zoals een chirurg een patiënt onderzoekt om te zien of er iets schadelijks is. Als je niet naar de dokter gaat leef je in valse geruststelling. Je zult geen slecht nieuws krijgen. Maar als je wilt genezen, laat de dokter dan je lichaam onderzoeken!

Er zijn schadelijke wegen, ook onder gelovigen: En velen zullen hen (valse profeten), door wie de weg van de waarheid gelasterd zal worden, op hun verderfelijke wegen navolgen. (2 Petrus 2:2)

Leg je leven neer voor God als de alziende en alwetende Chirurg die jou gemaakt heeft. Leg al je eigen gedachten, verlangens en wegen neer voor Hem.

Want er is een betere weg. Een eeuwige Weg! Jezus.

Ik ben de Weg, de Waarheid  en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)

Hoe is Jezus de eeuwige Weg?

In het begin was het Woord en het Woord was  bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. (Johannes 1:1-4)

Laat de Christus, de Koning van Israël, nu van het kruis afkomen, opdat wij het zien en gaan geloven. Ook zij die met Hem gekruisigd waren, smaadden Hem (Onbegrip).En toen het zesde uur gekomen was, kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe. En op het negende uur riep Jezus met luide stem:  ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? (Markus 15:32-34)

Hij die alles gemaakt had, het hout waar Hij aan hing en de soldaten die Hem kruisigden. Hij kende ze, Hij zag hun liggen en hun staan, Hij doorgronde hun gedachten. En hij was overal. Maar dit moment opende de Chirurg Zijn Zoon, het werd donker, en Jezus werd losgelaten door de Vader. God verliet Zijn Zoon. Waarom? Daar aan het kruis doorzocht God Zijn Zoon, daar beproefde Hij Hem, daar keek Hij of er een schadelijke weg was. En wat vond Hij?

Jou zonden. Jou schuld. Jou schadelijke wegen.

Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen. (Jesaja 53:6).

Jezus nam jou schadelijke wegen zodat Hij jou nu op de eeuwige weg kan leiden. Daarom is het niet angstaanjagend dat God alles van je ziet en weet, want als je Jezus je zonden hebt gegeven, ziet Hij alleen Zijn gerechtigheid in jou. Wat je zelf begraaft en verstopt zal God opgraven en oordelen. Maar wat je openlegt en belijdt zal God begraven, voorgoed.

Want Hem Die geen zonde gekend heeft,  heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (2 Korinthe 5:21)

Je reactie op de zonde om je heen, die je met David haat, je reactie op de zonde in jezelf, in overgave aan God, laat zien dat je veilig bent.

Wat een heerlijke troost is het nu dat God je kent. Dat hij je hart ziet, dat Hij ziet dat je de zonde niet meer wilt, dat ja niet zonder Hem wilt, dat je niet voor Hem weg wilt vluchten. Dat je niet zonder Hem wilt of je nu thuis bent of aan de andere kant van de wereld.

  1. God kent je: Hij ziet en weet alles, waar je ook bent en wat je ook doet
  2. God heeft je gemaak: Hij heeft je leven in de hand van begin tot eind
  3. Onze eerste reactie: Trouw aan God, haten wat God haat, buiten ons.
  4. Onze tweede reactie: Overgave aan God, haten wat God haat, in ons.

En dit is het heerlijkste, als Jezus in je schadelijke wegen heeft weggenomen: Ja, God kent je, dit is nu het wonder, dit is het eeuwige leven: Jij mag God kennen.

En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. (Johannes 17:3)

Hij kent je, ken je Hem?

Deze preek is gehouden op 25 september 2022 in De Torenring, ‘s-Heer Arendskerke