Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:7)

Lees verder Jona 4:6—11.


Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:7)

Lees verder Jona 4:6—11.


Geloof in een universele voorzienigheid. De Heere zorgt voor egels en engelen, voor wormen en werelden, voor cherubijnen en mussen, voor serafijnen en insecten. Werp je zorgen op Hem die de sterren bij hun naam noemt en hun leger voltallig tevoorschijn roept. “Waarom zegt u dan, Jakob, en spreekt u, Israël: Mijn weg is voor de HEERE verborgen en mijn recht gaat aan mijn God voorbij?” (Jesaja 40:26,27). Laat Zijn universele voorzienigheid je bemoedigen.

Denk verder aan Zijn speciale voorzienigheid voor alle heiligen. “Hun bloed is kostbaar in zijn ogen” (Psalm 72:14). “Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen” (Psalm 116:15). “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn” (Romeinen 8:28).

Terwijl Hij de Verlosser van de wereld is, is Hij vooral de Verlosser van hen die geloven. Laat dat je bemoedigen en troosten, dat die speciale voorzienigheid waakt over hen die uitgekozen zijn. “De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen” (Psalm 34:8). Laat dan de gedachte aan Zijn speciale liefde de essentie zijn van je troost. “Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten” (Hebreeën 13:5).

God zegt dat net zo tegen jou als vroeger tegen deze heilige. “Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot” (Genesis 15:1). Oh, geliefden, ik wil dat de Heilige Geest je het gevoel geeft dat God dit ook aan jou belooft. In deze enorme vergadering van mensen wil ik dat je de rest vergeet en alleen aan jezelf denkt, want de beloften zijn voor jou, bedoeld voor jou. Oh grijp ze. Het is kwalijk om de Schrift voor de hele kerk te lezen, lees het voor jezelf en luister speciaal naar de Meester als Hij tegen je zegt: “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij” (Johannes 14:1).

Geloof in een universele voorzienigheid. De Heere zorgt voor egels en engelen, voor wormen en werelden, voor cherubijnen en mussen, voor serafijnen en insecten. Werp je zorgen op Hem die de sterren bij hun naam noemt en hun leger voltallig tevoorschijn roept. “Waarom zegt u dan, Jakob, en spreekt u, Israël: Mijn weg is voor de HEERE verborgen en mijn recht gaat aan mijn God voorbij?” (Jesaja 40:26,27). Laat Zijn universele voorzienigheid je bemoedigen.

Denk verder aan Zijn speciale voorzienigheid voor alle heiligen. “Hun bloed is kostbaar in zijn ogen” (Psalm 72:14). “Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen” (Psalm 116:15). “En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn” (Romeinen 8:28).

Terwijl Hij de Verlosser van de wereld is, is Hij vooral de Verlosser van hen die geloven. Laat dat je bemoedigen en troosten, dat die speciale voorzienigheid waakt over hen die uitgekozen zijn. “De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen” (Psalm 34:8). Laat dan de gedachte aan Zijn speciale liefde de essentie zijn van je troost. “Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten” (Hebreeën 13:5).

God zegt dat net zo tegen jou als vroeger tegen deze heilige. “Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot” (Genesis 15:1). Oh, geliefden, ik wil dat de Heilige Geest je het gevoel geeft dat God dit ook aan jou belooft. In deze enorme vergadering van mensen wil ik dat je de rest vergeet en alleen aan jezelf denkt, want de beloften zijn voor jou, bedoeld voor jou. Oh grijp ze. Het is kwalijk om de Schrift voor de hele kerk te lezen, lees het voor jezelf en luister speciaal naar de Meester als Hij tegen je zegt: “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij” (Johannes 14:1).

Ter overdenking

Hoewel we niet zo met onszelf bezig moeten zijn dat we door de bomen het bos niet meer zien, is er ook het gevaar van verwaarlozing of ondankbaarheid als we door het bos de bomen niet meer zien. “Zij maakten mij tot bewaakster van de wijngaarden. Mijn eigen wijngaard heb ik niet bewaakt” (Hooglied 1:6). Vergeet nooit hoe persoonlijk de Verlosser is, “Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20).

Preek 428, 12 januari 1862

Beschikbaar gesteld door Day One


Ter overdenking

Hoewel we niet zo met onszelf bezig moeten zijn dat we door de bomen het bos niet meer zien, is er ook het gevaar van verwaarlozing of ondankbaarheid als we door het bos de bomen niet meer zien. “Zij maakten mij tot bewaakster van de wijngaarden. Mijn eigen wijngaard heb ik niet bewaakt” (Hooglied 1:6). Vergeet nooit hoe persoonlijk de Verlosser is, “Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20).

Preek 428, 12 januari 1862

Beschikbaar gesteld door Day One