Jezus, Die ons verlost van de komende toorn. (1 Thessalonicenzen 1:10)
Jezus, Die ons verlost van de komende toorn. (1 Thessalonicenzen 1:10)
Weet je nog dat je als kind kwijt was, uitgleed op een stijle rotswand of bijna verdronk? En opeens werd je gered. Je hield je “lieve leven.” Je beefde voor wat je bijna verloren had. Je was blij. O, zo blij en dankbaar. En je beefde van vreugde.
Dat is hoe ik me voel, aan het einde van het jaar, over mijn redding van Gods toorn. Op Kerst hadden we de hele dag een vuur in de open haard. Soms waren de kolen zo heet dat ik mijn handen echt pijn deed wanneer ik de haard opstookte. Die trok ik dan terug en dan huiverde ik bij de afschuwelijke gedachte van Gods toorn tegen de zonde in de hel. O, hoe onuitsprekelijk afschuwelijk zal dat zijn!
’s Middags die Kerst bezocht ik een vrouw waarvan meer dan 87 procent van haar lichaam was verbrand. Ze lag sinds augustus in het ziekenhuis. Mijn hart brak voor haar. Hoe geweldig was het om haar nog hoop te bieden vanuit Gods Woord! Ik ging daar weg, niet alleen denkend aan haar pijn in dit leven maar ook aan de eeuwige pijn waarvan ik gered ben door Jezus Christus.
Beproef die ervaring met mij. Is deze bevende vreugde een passende manier om het jaar te beëindigen? Paulus was blij dat de Heere uit de hemel “Jezus [is] Die ons verlost van de komende toorn” (1 Thessalonicenzen 1:10). Hij waarschuwde dat zij die ongehoorzaam zijn aan de waarheid vergolden zullen worden met gramschap en toorn (Romeinen 2:8). En dat “om [hoererij, onreinheid en hebzucht] de toorn van God komt over de kinderen van de ongehoorzaamheid” (Efeze 5:6).
Hier aan het einde van het jaar rond ik mijn tocht door de Bijbel af en lees ik het laatste boek, de Openbaring. Het is een heerlijke profetie over de overwinning van God en de eeuwige vreugde van iedereen die “het water des levens neemt, voor niets” (22:17). Geen tranen meer, geen pijn, geen depressie, geen leed en geen dood (21:4).
Maar o, de gruwel als we ons niet bekeren en vasthouden aan het getuigenis van Jezus! De beschrijving van de toorn van God door de “apostel van de liefde” (Johannes) is angstaanjagend. Zij die Gods liefde verachten, zullen “drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij… hebben dag en nacht geen rust” (14:10—11). “En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen” (20:15). Jezus zal de “wijnpersbak [treden] van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God” (19:15). En “er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver” (14:20).
Ik beef van vreugde dat ik gered ben! O, de heilige toorn van God is een vreselijke bestemming. Ontvlucht dit uit alle macht. En laten we er zoveel redden als we kunnen! Geen wonder dat er in de hemel meer vreugde is over één zondaar die zich bekeert, dan over 99 rechtvaardigen! (Lukas 15:7).
Weet je nog dat je als kind kwijt was, uitgleed op een stijle rotswand of bijna verdronk? En opeens werd je gered. Je hield je “lieve leven.” Je beefde voor wat je bijna verloren had. Je was blij. O, zo blij en dankbaar. En je beefde van vreugde.
Dat is hoe ik me voel, aan het einde van het jaar, over mijn redding van Gods toorn. Op Kerst hadden we de hele dag een vuur in de open haard. Soms waren de kolen zo heet dat ik mijn handen echt pijn deed wanneer ik de haard opstookte. Die trok ik dan terug en dan huiverde ik bij de afschuwelijke gedachte van Gods toorn tegen de zonde in de hel. O, hoe onuitsprekelijk afschuwelijk zal dat zijn!
’s Middags die Kerst bezocht ik een vrouw waarvan meer dan 87 procent van haar lichaam was verbrand. Ze lag sinds augustus in het ziekenhuis. Mijn hart brak voor haar. Hoe geweldig was het om haar nog hoop te bieden vanuit Gods Woord! Ik ging daar weg, niet alleen denkend aan haar pijn in dit leven maar ook aan de eeuwige pijn waarvan ik gered ben door Jezus Christus.
Beproef die ervaring met mij. Is deze bevende vreugde een passende manier om het jaar te beëindigen? Paulus was blij dat de Heere uit de hemel “Jezus [is] Die ons verlost van de komende toorn” (1 Thessalonicenzen 1:10). Hij waarschuwde dat zij die ongehoorzaam zijn aan de waarheid vergolden zullen worden met gramschap en toorn (Romeinen 2:8). En dat “om [hoererij, onreinheid en hebzucht] de toorn van God komt over de kinderen van de ongehoorzaamheid” (Efeze 5:6).
Hier aan het einde van het jaar rond ik mijn tocht door de Bijbel af en lees ik het laatste boek, de Openbaring. Het is een heerlijke profetie over de overwinning van God en de eeuwige vreugde van iedereen die “het water des levens neemt, voor niets” (22:17). Geen tranen meer, geen pijn, geen depressie, geen leed en geen dood (21:4).
Maar o, de gruwel als we ons niet bekeren en vasthouden aan het getuigenis van Jezus! De beschrijving van de toorn van God door de “apostel van de liefde” (Johannes) is angstaanjagend. Zij die Gods liefde verachten, zullen “drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij… hebben dag en nacht geen rust” (14:10—11). “En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen” (20:15). Jezus zal de “wijnpersbak [treden] van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God” (19:15). En “er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver” (14:20).
Ik beef van vreugde dat ik gered ben! O, de heilige toorn van God is een vreselijke bestemming. Ontvlucht dit uit alle macht. En laten we er zoveel redden als we kunnen! Geen wonder dat er in de hemel meer vreugde is over één zondaar die zich bekeert, dan over 99 rechtvaardigen! (Lukas 15:7).
Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org