En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond  (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader),  vol van genade en waarheid. (Johannes 1:14)

En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond  (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader),  vol van genade en waarheid. (Johannes 1:14)


We leven in een verdovende wereld. De digitale wereld en de media tsunami overweldigen ons. Soms zijn korte fragmenten al te veel. Maar voor nu wil ik je echter vragen om alle krachten van je geest en hart te verzamelen om een glimp op te vangen van de wereld die onze God zo liefheeft, de wereld van wie Hij het leed draagt. Hij vraagt ons om daar met Hem naar te kijken — om afstand te nemen van de verdoving en te luisteren naar Zijn hart en Zijn gedachten. Kom, luister en zie een klein deel van het hart van onze God voor deze angstige, gevallen wereld.

Toen ik een aan tal jaar geleden in Ghana was voor een conferentie over geweld tegen vrouwen en kinderen, brachten we ook een bezoek aan Cape Coast Castle. Honderden, duizenden Afrikanen werden door haar kerkers en poorten op slavenschepen gedwongen om nooit meer terug te keren. Er waren vijf kerkers voor mannen, en het afdalen in het donker van één van die kerkers voelde claustrofobisch. Tweehonderd mannen, vastgebonden en aan elkaar geketend, hadden hier ongeveer drie maanden geleefd voordat ze over de Atlantische Oceaan verscheept werden.

We stonden in één van de kerkers voor mannen en we luisterden in het donker naar dit verschrikkelijke verhaal. Toen vroeg onze gids, “Weten jullie wat hierboven is?” We schudden ons hoofd. De kapel. Recht boven de tweehonderd vastgebonden mannen — sommigen dood, anderen schreeuwend, allemaal in het vuil — zaten mensen die God aanbaden. Ze zongen, lazen de Bijbel, ze baden, en ik denk ook dat ze rondgingen met de collecte voor de armen. De slaven konden deze dienst horen, en de aanbidders konden soms de slaven horen (al werden ze er toe gebracht om zich zo te gedragen dat ze de dienst niet zouden verstoren). Het nam mijn adem weg. Het kwaad, het lijden, de vernedering en het onrecht was overweldigend en de visuele gelijkenis was verbijsterend. De mensen in de kapel waren verdoofd voor het verschrikkelijke trauma en lijden onder hen.

Onze kerkers

Ook vandaag kent deze wereld zulke kerkers: Tentsteden in Haiti en de Ivoorkus; genocide in Rwanda, Bosnië en Darfur; oorlogen over de hele wereld; meedogenloos en systematisch geweld in zoveel steden. Weet je dat al deze gebeurtenissen getraumatiseerde mensen voortbrengen? Eén op de vier soldaten is kind, en 200 miljoen kinderen leven op de straten van de steden van deze wereld. Amnesty International zegt dat één op de drie vrouwen gedwongen worden tot seks, geslagen worden of op andere manieren misbruikt worden. Eén op de drie. Denk na over die getallen wanneer je de volgende keer op het station staat, door de straat loopt of in de kerkbank zit. Seksueel misbruik van kinderen, kindhuwelijken en genitale verminking van vrouwen veroorzaken fysieke en psychologische schade bij ontelbare vrouwen. Meisjes krijgen zuur in hun gezicht omdat ze naar school gaan; ze worden gestenigd omdat ze verkracht zijn. Oost-Congo is de hoofdstad van de wereld wat verkrachtingen betreft. Recent bracht een mensenrechten panel van de UN naar buiten dat honderdduizenden meisjes en vrouwen verkracht zijn gedurende het conflict daar, en dertien procent van de slachtoffers zijn nog geen tien jaar oud. Sekshandel, de hedendaagse slavernij, is een wrede en grootschalige vernietigende kracht tegen meisjes en vrouwen vandaag. En dit gebeurt niet alleen ver weg, ook in de straten van onze steden, ook waar jij woont. De kerkers zijn hier, soms zitten ze vlak naast ons.

Dit alles, van tentsteden tot misbruik, dat wat we moeilijk kunnen begrijpen en voor de geest kunnen halen, moeten mensen één voor één verduren. Dit resulteert in getraumatiseerde mensen. Trauma betekent leven met terugkerende, kwellende herinneringen van gruwelen waarvan we getuige zijn geweest of die we verdragen hebben. Deze herinneringen besmetten de slaap van slachtoffers met verschrikkelijke nachtmerries, ze vernietigen relaties of de capaciteit om te werken of studeren, ze kwellen hun emoties, ze breken hun geloof en ze verminken hoop. Kijk, trauma is ongewoon, niet omdat het niet vaak voorkomt, maar omdat het de normale menselijke manier van leven verslind en kapot maakt. En de kerkers van deze wereld zijn vol getraumatiseerde mensen.

We willen vluchten

Zoals het in Cape Coast Castle was, zo is de gebruikelijke reactie om het van voor de geest te halen. Degenen die getraumatiseerd zijn willen de herinnering aan wat er gebeurt is ontvluchten, en wij die ervan horen, willen ook vluchten. We vinden het te verschrikkelijk om te herinneren en te onbevattelijk om het te verwoorden. Daarom gebruiken we de term, onuitsprekelijke gruweldaden. Er ligt een groot spanningsveld tussen de zinloze poging om het onuitsprekelijke te vergeten terwijl het voort blijft leven en in de geest blijft schreeuwen. Dit duwen en trekken tussen de behoefte om te vergeten en de behoefte om erover te spreken is het centrale dilemma van trauma. Dit spanningsveld wordt niet alleen ervaren door individuen en families, maar ook door organisaties en landen. Het wordt niet alleen ervaren door degenen die getraumatiseerd zijn, maar ook door hen die getuige zijn van het trauma.

In het werk als psycholoog ken ik iets van deze spanning omdat ik meer dan veertig jaar gewerkt heb met seksueel misbruik, verkrachting, huiselijk geweld, maar ook gevechtstrauma, genocide en mensenhandel. Ik heb over de hele wereld in getraumatiseerde ogen gekeken. Ik heb dit spanningsveld gezien in mijn cliënten die doodsbang waren om te herinneren en te spreken, maar niet konden vergeten. Ik heb families, kerken, en ja, ook landen het bestaan van kwaad, misbruik en trauma onder hen zien ontkennen.

Ook ken ik dit spanningsveld in hen die getuige zijn omdat het ook bij mij blijft hangen. Wanneer we iets gruwelijks zien op televisie of op het internet, proberen we zo snel mogelijk weg te komen. Deze verhalen bedreigen ons comfort, onze positie, of ons systeem. De verhalen zijn vuil, verwarrend en storend. Getraumatiseerde mensen hebben, meestal al veel eerder, aandacht en hulp nodig. De verhalen van trauma in onze eigen families, instellingen en organisaties worden begraven. De geografische afstand en een druk op de knop stellen ons in staat om hetzelfde te doen met hele landen. Vraag dat maar aan Rwanda. Wij lijken in werkelijkheid best veel op de aanbidders in dat kasteel in Ghana.

Verzwijgen of spreken?

Wat moeten we dus doen? Kiezen we medeplichtigheid door ons zwijgend af te keren? Haasten we ons van goed doel naar goed doel om iets te doen (wat soms enkel is om onszelf beter te voelen of om een voyeuristische behoefte te voeden)? Vellen we een oordeel en categoriseren we de getraumatiseerde en lijdende mensen als zij. Als zij betere en meer verantwoordelijke keuzes zouden maken, dan zouden zij niet hoeven lijden.

Onder de vorm van aanbidding in de kapel in Ghana lag de duisternis van slavernij, onderdrukking en tirannie — alles wat mensen die geschapen zijn naar Gods beeld, beschadigd en kapot maakt. Maar ik denk dat je weet dat het Christendom er niet uit ziet als dit kwaad en aanbidding boven kerkers. Het volgen van Christus ziet er niet uit als medeplichtigheid aan een systeem dat ons in de watten legt terwijl het bouwt op de ruggen van hen die geschapen zijn naar Gods beeld. Het ziet er niet uit als bidden, zingen en geven boven het geschreeuw, ondragelijk lijden, vuil en dood. Christendom noemt anderen niet zij— alsof ze op de één of andere manier anders zijn dan ons, onmenselijk, en het lijden verdienen. Onze gids wees naar boven, naar de kapel, en zei, “De hemel boven, de hel beneden.” Maar ik beweer dat het daarboven de hemel niet was, want dat is niet hoe de hemel is.

Ons voorbeeld

Hoe is de hemel? De Hemel verliet de hemel—haar comfort, liederen, reinheid, overvloed en rijkdom om te geven. De hemel daalt af. Wanneer de mensen in die kapel God echt aanbeden hadden, zouden ze in de kerker zijn geweest, in het vuil, in het donker en het lijden. Ze zouden naar binnen zijn gegaan om naar buiten te brengen. Handelingen 17:6 zegt, “Deze mensen, die de wereld hebben omgekeerd…” (EV). De kerk daalt af in de kerkers zodat de kerker de kerk wordt. God daalde af om op te richten. God werd als ons zodat wij als Hem zouden worden. Hij kwam in deze vuile wereld die wij aarde noemen en Hij kwam naast ons zitten, Hij raakte ons aan, had ons lief en riep ons tot Hem.

Ook daalt Hij af in de kerkers van ons hart om ze te veranderen. Hij behandelde ons niet als zij, maar Hij werd één van ons opdat wij van Hem zouden worden. God is kracht die zich klein maakte, Hij vernederde zich om dat wat vervreemd was te omarmen. Er is geen zij, alleen wij. Wij waren slaven in een kerker en Hij heeft ons daar niet uitgehaald zodat we zouden staan op de hoofden van de verdrukten terwijl we Hem aanbidden omdat Hij ons daar niet gelaten had. Hij roept ons als Zijn lichaam om ons Hoofd te volgen, om terug te keren in de door plagen geteisterde mesthoop zodat ook andere slaven vrijheid kunnen vinden en met ons mee kunnen gaan om er nog meer te vinden.

Wanneer God deze wereld benaderd, verlaat Hij hoogte en daalt neer. Hij verlaat schoonheid en betreedt chaos; Hij verlaat zuiverheid en betreedt vuil. Hij laat zien dat onze God niet alleen spreekt maar ook handelteerst in de kerkers van ons hart en vervolgens door ons leven in de kerkers van deze wereld. Jezus laat in het vlees het karakter van God zien; Zijn gemeente moet hetzelfde voor de wereld doen. Wanneer Gods volk boven en afgescheiden van de kerkers aanbidden zonder die aan te raken, aanbidden ze niet de God van de Schrift. Er is niets in de Schrift dat aangeeft dat het godvruchtig is om medeplichtig, neutraal, onverschillig of doof te zijn voor de noodkreet van mensen. Deze Schrift zegt echter dat de kerkers van Cape Coast Castle daar waren omdat ze eerst aanwezig waren in de harten van de aanbidders.

Het is verdrietig dat het lichaam van Christus trauma vaak niet gezien heeft als een plek om te dienen. Wanneer we de omvangrijke natuurrampen zien in onze tijd — aardbevingen, orkanen en tsunami’s — en deze samenvoegen met slachtoffers van menselijke gruwelen — geweld in de steden, oorlogen, genocides, mensenhandel, verkrachting en het misbruik van kinderen — zouden we een duizelingwekkend aantal zien. Wanneer we het lijden van de mensheid zien denk ik dat we kunnen concluderen dat trauma het grootste zendingsveld is van de 21ste eeuw.

Gods volk heeft zich soms verborgen in kapellen, aanbiddend en zingend, gevend en verkondigd wat anderen verkeerd hebben gedaan. We hebben degenen met trauma daar vaak zelf voor beschuldigd. We hebben niet erkent dat systemen corrupt kunnen zijn, dat macht misbruikt kan worden en dat, net zoals onze Heere, veel mensen in deze wereld lijden onder volkomen onverdiend onrecht en trauma. We zijn niet afgedaald in de kerkers en zijn blind geweest voor het feit dat deze weigering de kerkers van ons hart blootstellen — harten die anders zijn dan het hart van God. Zijn hart droeg het lijden van de wereld, Hij daalde af in de kerkers van deze gevallen wereld om alles nieuw te maken.

Eerst de kerkers van ons hart

Velen van jullie zien dit en willen afdalen, daar ben ik blij om. Jullie hebben hoge posities met invloed, jullie willen gaan in de stegen en bordelen. Jullie willen je niet verbergen in de kapellen, en dat is goed. Maar luister, laat je niet verleiden. De kerk is geen plek maar een Persoon, het is een Hoofd met een lichaam. En zoals het in de fysieke wereld is, is een lichaam dat het hoofd niet volgt een ziek lichaam. Velen van jullie zien dat. Het is ook waar dat de kerker geen plek is, het is het menselijke hart. Er zijn geen hebzuchtige bedrijven zonder mensen; er is geen verkrachting en misbruik zonder mensen; er zijn geen corrupte systemen zonder mensen die beschermd en voorgelogen moeten worden.

We worden niet allereerst naar een plek geroepen — of dat nu de kerk of kerkers zijn — maar naar een Persoon. We worden geroepen om Jezus lief te hebben en te gehoorzamen, wat het ook kost. We worden geroepen om geen hoek van de kerker van ons hart verborgen te houden voor Zijn licht. Velen hebben gedacht dat ze schoon zouden blijven wanneer ze de kerkers van deze wereld zouden vermijden. Daardoor volgden zij hun Verlosser niet in de mesthopen van deze wereld. Maar velen van jullie gaan — ga! Maar onthoud dit: De kerker vinden we eerst in onszelf. Dat is wat de kerkers daarbuiten heeft gecreëerd. Houdt jezelf niet voor de gek door te denken dat je de Verlosser volgt waar anderen Hem niet volgden terwijl je jezelf in de kerkers van in je eigen ziel verbergt, of dat nu in trots is of in pornografie.

Gezien het aantal lijdende en getraumatiseerde mensen, wil ik nog eens herhalen dat trauma in deze wereld een van de belangrijkste zendingsvelden is van de 21ste eeuw. Het is één van de beste mogelijkheden van de gemeente vandaag. Ons Hoofd verliet Zijn heerlijkheid en daalde af in deze getraumatiseerde wereld. Hij nam ons vlees aan; Hij kroop letterlijk onder onze huid. Hij verdoofde de gruwelen van deze wereld en van ons hart niet, ook vluchtte Hij daar niet voor. Zullen wij, als Zijn lichaam, ook onze ruimte, onze kapellen achterlaten en, in Jezus naam, trauma betreden van doodsbange, gebroken mensen. We zijn medeplichtig met de daders wanneer we weigeren om het onder ogen te komen en het te betreden. We zijn ook medeplichtig wanneer we gaan maar het vuil in ons hart negeren. Wanneer de gemeente niet gaat, dan vraag ik me af of ze werkelijk leeft als het lichaam van de vleesgeworden God. Ik bid zo dat we ons Hoofd zullen volgen, vervuld met het licht en het leven van Jezus Christus, tot in de diepste uithoeken van ons eigen hart, zodat we Hem brengen in de kerkers van trauma in deze wereld.

We leven in een verdovende wereld. De digitale wereld en de media tsunami overweldigen ons. Soms zijn korte fragmenten al te veel. Maar voor nu wil ik je echter vragen om alle krachten van je geest en hart te verzamelen om een glimp op te vangen van de wereld die onze God zo liefheeft, de wereld van wie Hij het leed draagt. Hij vraagt ons om daar met Hem naar te kijken — om afstand te nemen van de verdoving en te luisteren naar Zijn hart en Zijn gedachten. Kom, luister en zie een klein deel van het hart van onze God voor deze angstige, gevallen wereld.

Toen ik een aan tal jaar geleden in Ghana was voor een conferentie over geweld tegen vrouwen en kinderen, brachten we ook een bezoek aan Cape Coast Castle. Honderden, duizenden Afrikanen werden door haar kerkers en poorten op slavenschepen gedwongen om nooit meer terug te keren. Er waren vijf kerkers voor mannen, en het afdalen in het donker van één van die kerkers voelde claustrofobisch. Tweehonderd mannen, vastgebonden en aan elkaar geketend, hadden hier ongeveer drie maanden geleefd voordat ze over de Atlantische Oceaan verscheept werden.

We stonden in één van de kerkers voor mannen en we luisterden in het donker naar dit verschrikkelijke verhaal. Toen vroeg onze gids, “Weten jullie wat hierboven is?” We schudden ons hoofd. De kapel. Recht boven de tweehonderd vastgebonden mannen — sommigen dood, anderen schreeuwend, allemaal in het vuil — zaten mensen die God aanbaden. Ze zongen, lazen de Bijbel, ze baden, en ik denk ook dat ze rondgingen met de collecte voor de armen. De slaven konden deze dienst horen, en de aanbidders konden soms de slaven horen (al werden ze er toe gebracht om zich zo te gedragen dat ze de dienst niet zouden verstoren). Het nam mijn adem weg. Het kwaad, het lijden, de vernedering en het onrecht was overweldigend en de visuele gelijkenis was verbijsterend. De mensen in de kapel waren verdoofd voor het verschrikkelijke trauma en lijden onder hen.

Onze kerkers

Ook vandaag kent deze wereld zulke kerkers: Tentsteden in Haiti en de Ivoorkus; genocide in Rwanda, Bosnië en Darfur; oorlogen over de hele wereld; meedogenloos en systematisch geweld in zoveel steden. Weet je dat al deze gebeurtenissen getraumatiseerde mensen voortbrengen? Eén op de vier soldaten is kind, en 200 miljoen kinderen leven op de straten van de steden van deze wereld. Amnesty International zegt dat één op de drie vrouwen gedwongen worden tot seks, geslagen worden of op andere manieren misbruikt worden. Eén op de drie. Denk na over die getallen wanneer je de volgende keer op het station staat, door de straat loopt of in de kerkbank zit. Seksueel misbruik van kinderen, kindhuwelijken en genitale verminking van vrouwen veroorzaken fysieke en psychologische schade bij ontelbare vrouwen. Meisjes krijgen zuur in hun gezicht omdat ze naar school gaan; ze worden gestenigd omdat ze verkracht zijn. Oost-Congo is de hoofdstad van de wereld wat verkrachtingen betreft. Recent bracht een mensenrechten panel van de UN naar buiten dat honderdduizenden meisjes en vrouwen verkracht zijn gedurende het conflict daar, en dertien procent van de slachtoffers zijn nog geen tien jaar oud. Sekshandel, de hedendaagse slavernij, is een wrede en grootschalige vernietigende kracht tegen meisjes en vrouwen vandaag. En dit gebeurt niet alleen ver weg, ook in de straten van onze steden, ook waar jij woont. De kerkers zijn hier, soms zitten ze vlak naast ons.

Dit alles, van tentsteden tot misbruik, dat wat we moeilijk kunnen begrijpen en voor de geest kunnen halen, moeten mensen één voor één verduren. Dit resulteert in getraumatiseerde mensen. Trauma betekent leven met terugkerende, kwellende herinneringen van gruwelen waarvan we getuige zijn geweest of die we verdragen hebben. Deze herinneringen besmetten de slaap van slachtoffers met verschrikkelijke nachtmerries, ze vernietigen relaties of de capaciteit om te werken of studeren, ze kwellen hun emoties, ze breken hun geloof en ze verminken hoop. Kijk, trauma is ongewoon, niet omdat het niet vaak voorkomt, maar omdat het de normale menselijke manier van leven verslind en kapot maakt. En de kerkers van deze wereld zijn vol getraumatiseerde mensen.

We willen vluchten

Zoals het in Cape Coast Castle was, zo is de gebruikelijke reactie om het van voor de geest te halen. Degenen die getraumatiseerd zijn willen de herinnering aan wat er gebeurt is ontvluchten, en wij die ervan horen, willen ook vluchten. We vinden het te verschrikkelijk om te herinneren en te onbevattelijk om het te verwoorden. Daarom gebruiken we de term, onuitsprekelijke gruweldaden. Er ligt een groot spanningsveld tussen de zinloze poging om het onuitsprekelijke te vergeten terwijl het voort blijft leven en in de geest blijft schreeuwen. Dit duwen en trekken tussen de behoefte om te vergeten en de behoefte om erover te spreken is het centrale dilemma van trauma. Dit spanningsveld wordt niet alleen ervaren door individuen en families, maar ook door organisaties en landen. Het wordt niet alleen ervaren door degenen die getraumatiseerd zijn, maar ook door hen die getuige zijn van het trauma.

In het werk als psycholoog ken ik iets van deze spanning omdat ik meer dan veertig jaar gewerkt heb met seksueel misbruik, verkrachting, huiselijk geweld, maar ook gevechtstrauma, genocide en mensenhandel. Ik heb over de hele wereld in getraumatiseerde ogen gekeken. Ik heb dit spanningsveld gezien in mijn cliënten die doodsbang waren om te herinneren en te spreken, maar niet konden vergeten. Ik heb families, kerken, en ja, ook landen het bestaan van kwaad, misbruik en trauma onder hen zien ontkennen.

Ook ken ik dit spanningsveld in hen die getuige zijn omdat het ook bij mij blijft hangen. Wanneer we iets gruwelijks zien op televisie of op het internet, proberen we zo snel mogelijk weg te komen. Deze verhalen bedreigen ons comfort, onze positie, of ons systeem. De verhalen zijn vuil, verwarrend en storend. Getraumatiseerde mensen hebben, meestal al veel eerder, aandacht en hulp nodig. De verhalen van trauma in onze eigen families, instellingen en organisaties worden begraven. De geografische afstand en een druk op de knop stellen ons in staat om hetzelfde te doen met hele landen. Vraag dat maar aan Rwanda. Wij lijken in werkelijkheid best veel op de aanbidders in dat kasteel in Ghana.

Verzwijgen of spreken?

Wat moeten we dus doen? Kiezen we medeplichtigheid door ons zwijgend af te keren? Haasten we ons van goed doel naar goed doel om iets te doen (wat soms enkel is om onszelf beter te voelen of om een voyeuristische behoefte te voeden)? Vellen we een oordeel en categoriseren we de getraumatiseerde en lijdende mensen als zij. Als zij betere en meer verantwoordelijke keuzes zouden maken, dan zouden zij niet hoeven lijden.

Onder de vorm van aanbidding in de kapel in Ghana lag de duisternis van slavernij, onderdrukking en tirannie — alles wat mensen die geschapen zijn naar Gods beeld, beschadigd en kapot maakt. Maar ik denk dat je weet dat het Christendom er niet uit ziet als dit kwaad en aanbidding boven kerkers. Het volgen van Christus ziet er niet uit als medeplichtigheid aan een systeem dat ons in de watten legt terwijl het bouwt op de ruggen van hen die geschapen zijn naar Gods beeld. Het ziet er niet uit als bidden, zingen en geven boven het geschreeuw, ondragelijk lijden, vuil en dood. Christendom noemt anderen niet zij— alsof ze op de één of andere manier anders zijn dan ons, onmenselijk, en het lijden verdienen. Onze gids wees naar boven, naar de kapel, en zei, “De hemel boven, de hel beneden.” Maar ik beweer dat het daarboven de hemel niet was, want dat is niet hoe de hemel is.

Ons voorbeeld

Hoe is de hemel? De Hemel verliet de hemel—haar comfort, liederen, reinheid, overvloed en rijkdom om te geven. De hemel daalt af. Wanneer de mensen in die kapel God echt aanbeden hadden, zouden ze in de kerker zijn geweest, in het vuil, in het donker en het lijden. Ze zouden naar binnen zijn gegaan om naar buiten te brengen. Handelingen 17:6 zegt, “Deze mensen, die de wereld hebben omgekeerd…” (EV). De kerk daalt af in de kerkers zodat de kerker de kerk wordt. God daalde af om op te richten. God werd als ons zodat wij als Hem zouden worden. Hij kwam in deze vuile wereld die wij aarde noemen en Hij kwam naast ons zitten, Hij raakte ons aan, had ons lief en riep ons tot Hem.

Ook daalt Hij af in de kerkers van ons hart om ze te veranderen. Hij behandelde ons niet als zij, maar Hij werd één van ons opdat wij van Hem zouden worden. God is kracht die zich klein maakte, Hij vernederde zich om dat wat vervreemd was te omarmen. Er is geen zij, alleen wij. Wij waren slaven in een kerker en Hij heeft ons daar niet uitgehaald zodat we zouden staan op de hoofden van de verdrukten terwijl we Hem aanbidden omdat Hij ons daar niet gelaten had. Hij roept ons als Zijn lichaam om ons Hoofd te volgen, om terug te keren in de door plagen geteisterde mesthoop zodat ook andere slaven vrijheid kunnen vinden en met ons mee kunnen gaan om er nog meer te vinden.

Wanneer God deze wereld benaderd, verlaat Hij hoogte en daalt neer. Hij verlaat schoonheid en betreedt chaos; Hij verlaat zuiverheid en betreedt vuil. Hij laat zien dat onze God niet alleen spreekt maar ook handelteerst in de kerkers van ons hart en vervolgens door ons leven in de kerkers van deze wereld. Jezus laat in het vlees het karakter van God zien; Zijn gemeente moet hetzelfde voor de wereld doen. Wanneer Gods volk boven en afgescheiden van de kerkers aanbidden zonder die aan te raken, aanbidden ze niet de God van de Schrift. Er is niets in de Schrift dat aangeeft dat het godvruchtig is om medeplichtig, neutraal, onverschillig of doof te zijn voor de noodkreet van mensen. Deze Schrift zegt echter dat de kerkers van Cape Coast Castle daar waren omdat ze eerst aanwezig waren in de harten van de aanbidders.

Het is verdrietig dat het lichaam van Christus trauma vaak niet gezien heeft als een plek om te dienen. Wanneer we de omvangrijke natuurrampen zien in onze tijd — aardbevingen, orkanen en tsunami’s — en deze samenvoegen met slachtoffers van menselijke gruwelen — geweld in de steden, oorlogen, genocides, mensenhandel, verkrachting en het misbruik van kinderen — zouden we een duizelingwekkend aantal zien. Wanneer we het lijden van de mensheid zien denk ik dat we kunnen concluderen dat trauma het grootste zendingsveld is van de 21ste eeuw.

Gods volk heeft zich soms verborgen in kapellen, aanbiddend en zingend, gevend en verkondigd wat anderen verkeerd hebben gedaan. We hebben degenen met trauma daar vaak zelf voor beschuldigd. We hebben niet erkent dat systemen corrupt kunnen zijn, dat macht misbruikt kan worden en dat, net zoals onze Heere, veel mensen in deze wereld lijden onder volkomen onverdiend onrecht en trauma. We zijn niet afgedaald in de kerkers en zijn blind geweest voor het feit dat deze weigering de kerkers van ons hart blootstellen — harten die anders zijn dan het hart van God. Zijn hart droeg het lijden van de wereld, Hij daalde af in de kerkers van deze gevallen wereld om alles nieuw te maken.

Eerst de kerkers van ons hart

Velen van jullie zien dit en willen afdalen, daar ben ik blij om. Jullie hebben hoge posities met invloed, jullie willen gaan in de stegen en bordelen. Jullie willen je niet verbergen in de kapellen, en dat is goed. Maar luister, laat je niet verleiden. De kerk is geen plek maar een Persoon, het is een Hoofd met een lichaam. En zoals het in de fysieke wereld is, is een lichaam dat het hoofd niet volgt een ziek lichaam. Velen van jullie zien dat. Het is ook waar dat de kerker geen plek is, het is het menselijke hart. Er zijn geen hebzuchtige bedrijven zonder mensen; er is geen verkrachting en misbruik zonder mensen; er zijn geen corrupte systemen zonder mensen die beschermd en voorgelogen moeten worden.

We worden niet allereerst naar een plek geroepen — of dat nu de kerk of kerkers zijn — maar naar een Persoon. We worden geroepen om Jezus lief te hebben en te gehoorzamen, wat het ook kost. We worden geroepen om geen hoek van de kerker van ons hart verborgen te houden voor Zijn licht. Velen hebben gedacht dat ze schoon zouden blijven wanneer ze de kerkers van deze wereld zouden vermijden. Daardoor volgden zij hun Verlosser niet in de mesthopen van deze wereld. Maar velen van jullie gaan — ga! Maar onthoud dit: De kerker vinden we eerst in onszelf. Dat is wat de kerkers daarbuiten heeft gecreëerd. Houdt jezelf niet voor de gek door te denken dat je de Verlosser volgt waar anderen Hem niet volgden terwijl je jezelf in de kerkers van in je eigen ziel verbergt, of dat nu in trots is of in pornografie.

Gezien het aantal lijdende en getraumatiseerde mensen, wil ik nog eens herhalen dat trauma in deze wereld een van de belangrijkste zendingsvelden is van de 21ste eeuw. Het is één van de beste mogelijkheden van de gemeente vandaag. Ons Hoofd verliet Zijn heerlijkheid en daalde af in deze getraumatiseerde wereld. Hij nam ons vlees aan; Hij kroop letterlijk onder onze huid. Hij verdoofde de gruwelen van deze wereld en van ons hart niet, ook vluchtte Hij daar niet voor. Zullen wij, als Zijn lichaam, ook onze ruimte, onze kapellen achterlaten en, in Jezus naam, trauma betreden van doodsbange, gebroken mensen. We zijn medeplichtig met de daders wanneer we weigeren om het onder ogen te komen en het te betreden. We zijn ook medeplichtig wanneer we gaan maar het vuil in ons hart negeren. Wanneer de gemeente niet gaat, dan vraag ik me af of ze werkelijk leeft als het lichaam van de vleesgeworden God. Ik bid zo dat we ons Hoofd zullen volgen, vervuld met het licht en het leven van Jezus Christus, tot in de diepste uithoeken van ons eigen hart, zodat we Hem brengen in de kerkers van trauma in deze wereld.

Dit artikel is een gedeelte uit het boek: Suffering and the Heart of God geschreven door Diane Langberg.