Als we samenkomen om samen te bidden en de Bijbel te bestuderen willen we deze 6 punten terugzien en daarin als discipelen/leerlingen en volgelingen van Jezus groeien:

Als we samenkomen om samen te bidden en de Bijbel te bestuderen willen we deze 6 punten terugzien en daarin als discipelen/leerlingen en volgelingen van Jezus groeien:


1. We ontmoeten God trouw en verwachtingsvol in Zijn Woord (Psalm 19: 7-11; 2 Petrus 1:3-4)

De Bijbel staat centraal als we samenkomen, want daarin vinden we de woorden van leven. We hebben die bladzijden harder nodig dan voedsel en er zijn altijd meer rijkdommen die we kunnen te ontdekken, waarvan we kunnen genieten en die we op ons leven toe kunnen passen. We lezen trouw — regelmatig en met de ogen van geloof — en we lezen verwachtingsvol, verwachtend dat God elke keer als we Zijn boek openen zal spreken. Zo zal het Woord van Christus rijk in ons wonen en zullen we steeds meer begrijpen van wie God is, wie wij zijn, wat Jezus voor ons gedaan heeft en hoe we daaruit leven.

2. We kennen elkaar en dienen elkaar (1 Thessalonicenzen 2:7–8, Hebreeën 3:12-13)

Elke week leren we elkaar beter kennen — we delen ons hart en ons leven, we bidden voor elkaar, stellen vragen aan elkaar en we dragen elkaars lasten. We zullen voortdurend van elkaar leren. En in alles wat we we leren — goed, slecht of anders — streven we ernaar om elkaar lief te hebben en te dienen — we voorzien in elkaars behoeften, bemoedigen elkaar en helpen elkaar om te groeien.

3. We zijn biddend afhankelijk van God (Filippenzen 4:6-7; Hebreeën 4:14-16)

Gebed is iets wat steeds terugkeert. We spreken met God zoals we met elkaar spreken. We hebben God elk uur, elke minuut en elke seconde nodig. Daarom zullen we voortdurend bidden. We zien op God voor alles wat we nodig hebben en we zien zijn zorg nooit als vanzelfsprekend. Als we alleen zijn en als we samen zijn zullen we mensen zijn die bidden — voortdurend aanbiddend, belijdend, dankend, en vrijmoedig vragend.

4. We zoeken vrijmoedig nieuwe discipelen voor Jezus (Mattheüs 28: 19-20; Handelingen 1:8)

De opdracht van Jezus is duidelijk: Ga en maak discipelen. God heeft ons gered om ons weer uit te zenden. We zijn lichten in een wereld vol duisternis die in grote nood verkeerd. Wij zijn het middel wat God uitgekozen heeft om het goede nieuws te verspreiden en aanbidding voor Hem te winnen over de hele aarde. Daarom zullen we moedig zijn waar wij ons bevinden en we staan achter Gods welk onder de volken. We zullen van Jezus getuigen waar we zijn en getuigen zenden en ondersteunen waar nog geen getuigen zijn.

5. We rusten overtuigd en nederig in het Evangelie (Romeinen 8:1,32,37-39; 1 Korinthe 15:1-4)

Alles wat we zeggen, denken en doen staat vast op het fundament van het Evangelie. We zijn gered uit genade, door het geloof, helemaal los van iets wat wij gedaan of verdient hebben. We verdienen Gods liefde niet, maar in Christus ontvangen we Zijn liefde. We willen dat onze relaties, onze samenkomsten en ons dienen samen gevormd en doordrenkt wordt door het Evangelie. Deze boodschap moet in ons vrijmoedige zekerheid en moed voorbrengen en een liefdevolle, meelevende nederigheid.

6. We werken ernstig en vreugdevol onze redding uit (Filippenzen 2:12-13; Galaten 5:1,13,25)

We willen steeds meer leven als Christus. Het is het vreugdevolle voorrecht van Gods volk om gelijkvormig gemaakt te worden aan het beeld van Zijn Zoon. Dit is niet leuk of makkelijk, maar het is onmiskenbaar goed en belangrijk. Elke week zullen we gebieden van zwakte en zonde identificeren en vergeving ontvangen vanwege het volbrachte werk van Christus en samen werken aan verandering.

1. We ontmoeten God trouw en verwachtingsvol in Zijn Woord (Psalm 19: 7-11; 2 Petrus 1:3-4)

De Bijbel staat centraal als we samenkomen, want daarin vinden we de woorden van leven. We hebben die bladzijden harder nodig dan voedsel en er zijn altijd meer rijkdommen die we kunnen te ontdekken, waarvan we kunnen genieten en die we op ons leven toe kunnen passen. We lezen trouw — regelmatig en met de ogen van geloof — en we lezen verwachtingsvol, verwachtend dat God elke keer als we Zijn boek openen zal spreken. Zo zal het Woord van Christus rijk in ons wonen en zullen we steeds meer begrijpen van wie God is, wie wij zijn, wat Jezus voor ons gedaan heeft en hoe we daaruit leven.

2. We kennen elkaar en dienen elkaar (1 Thessalonicenzen 2:7–8, Hebreeën 3:12-13)

Elke week leren we elkaar beter kennen — we delen ons hart en ons leven, we bidden voor elkaar, stellen vragen aan elkaar en we dragen elkaars lasten. We zullen voortdurend van elkaar leren. En in alles wat we we leren — goed, slecht of anders — streven we ernaar om elkaar lief te hebben en te dienen — we voorzien in elkaars behoeften, bemoedigen elkaar en helpen elkaar om te groeien.

3. We zijn biddend afhankelijk van God (Filippenzen 4:6-7; Hebreeën 4:14-16)

Gebed is iets wat steeds terugkeert. We spreken met God zoals we met elkaar spreken. We hebben God elk uur, elke minuut en elke seconde nodig. Daarom zullen we voortdurend bidden. We zien op God voor alles wat we nodig hebben en we zien zijn zorg nooit als vanzelfsprekend. Als we alleen zijn en als we samen zijn zullen we mensen zijn die bidden — voortdurend aanbiddend, belijdend, dankend, en vrijmoedig vragend.

4. We zoeken vrijmoedig nieuwe discipelen voor Jezus (Mattheüs 28: 19-20; Handelingen 1:8)

De opdracht van Jezus is duidelijk: Ga en maak discipelen. God heeft ons gered om ons weer uit te zenden. We zijn lichten in een wereld vol duisternis die in grote nood verkeerd. Wij zijn het middel wat God uitgekozen heeft om het goede nieuws te verspreiden en aanbidding voor Hem te winnen over de hele aarde. Daarom zullen we moedig zijn waar wij ons bevinden en we staan achter Gods welk onder de volken. We zullen van Jezus getuigen waar we zijn en getuigen zenden en ondersteunen waar nog geen getuigen zijn.

5. We rusten overtuigd en nederig in het Evangelie (Romeinen 8:1,32,37-39; 1 Korinthe 15:1-4)

Alles wat we zeggen, denken en doen staat vast op het fundament van het Evangelie. We zijn gered uit genade, door het geloof, helemaal los van iets wat wij gedaan of verdient hebben. We verdienen Gods liefde niet, maar in Christus ontvangen we Zijn liefde. We willen dat onze relaties, onze samenkomsten en ons dienen samen gevormd en doordrenkt wordt door het Evangelie. Deze boodschap moet in ons vrijmoedige zekerheid en moed voorbrengen en een liefdevolle, meelevende nederigheid.

6. We werken ernstig en vreugdevol onze redding uit (Filippenzen 2:12-13; Galaten 5:1,13,25)

We willen steeds meer leven als Christus. Het is het vreugdevolle voorrecht van Gods volk om gelijkvormig gemaakt te worden aan het beeld van Zijn Zoon. Dit is niet leuk of makkelijk, maar het is onmiskenbaar goed en belangrijk. Elke week zullen we gebieden van zwakte en zonde identificeren en vergeving ontvangen vanwege het volbrachte werk van Christus en samen werken aan verandering.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org