Wat is het Koninkrijk van God precies en hoe zoeken we het Koninkrijk van God? In de Bijbel wordt het Koninkrijk van God meerdere keren benoemd. Ik weet niet zo goed wat hiermee bedoeld wordt. Is dit een toekomstig Koninkrijk? Ik lees ook in de Bijbel in Lukas 17:20-21: “En toen Hem door de Farizeeën gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.” Welke gedachten hebben jullie hierover?

Wat is het Koninkrijk van God precies en hoe zoeken we het Koninkrijk van God? In de Bijbel wordt het Koninkrijk van God meerdere keren benoemd. Ik weet niet zo goed wat hiermee bedoeld wordt. Is dit een toekomstig Koninkrijk? Ik lees ook in de Bijbel in Lukas 17:20-21: “En toen Hem door de Farizeeën gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.” Welke gedachten hebben jullie hierover?


Eerder dachten we na over het doel van ons bestaan. We zagen vanuit Genesis dat we gemaakt waren om spiegels te zijn. Om God te weerspiegelen. Wie Hij was werd zichtbaar in ons. En heel de aarde moest vol worden van spiegels van Gods liefde, heiligheid en heerlijkheid. Hij de Zon, wij de maan.

Als we nu nadenken over het Koninkrijk van God, is het goed om bij datzelfde begin te beginnen. Want de manier waarop Gods beeld zichtbaar werd, kwam ook tot uitdrukking in de manier waarop we de opdracht kregen om te heersen over de hele aarde.

En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! (Genesis 1:27-28)

Dit is de Almachtige God en Schepper van het universum, Hij is Koning, over alles, Hij heerst: “Want de HEERE is een groot God, ja, een groot Koning boven alle goden. In Zijn hand zijn de diepste plaatsen van de aarde en de toppen van de bergen zijn van Hem. Van Hem is ook de zee, want Híj heeft haar gemaakt, Zijn handen hebben het droge gevormd. Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft.” (Psalm 95:3-6)

Die Koning gaf ons Zijn schepping om Hem daarin te vertegenwoordigen. De hele aarde moest vervuld worden met mensen die Hem weerspiegelden en namens Hem kregen we het beheer over deze planeet, vanaf de diepste plaatsten van de aarde tot de toppen van de bergen, te beginnen in de hof van Eden. Zo zouden we vanuit deze prachtige hof, als koningen en priesters (namens God en met God) de aarde vervullen met Zijn heerlijkheid.

De val van het Koninkrijk

Het duurde echter niet lang voor we in opstand kwamen tegen deze Koning. De gevallen geestelijke wereld van Satan en zijn demonen drong door in onze wereld en we kroonden hem tot onze koning. We gingen doen wat hij ons influisterde.

Zo kwam er een scheiding tussen de plek waar God was en heerst – het Koninkrijk van de hemel waar Gods wil gedaan werd – en de plek waar de mens achterlaten werden. Daar nam de tegenstander de plaats op de troon die wij hem gegeven hadden en er kwam een vloek van de Koning over deze aarde. Het vervullen en beheren van de aarde zou voortaan moeizaam gaan. Kinderen krijgen was pijnlijk en het bewerken van de aarde moeizaam (Genesis 3:16-17).

Zo drongen zonde, ziekte en de dood de prachtige schepping van God binnen waardoor verdriet, pijn en uitzichtloosheid ons meer en meer beheerste.

Toch was het plan van de Koning om de aarde tot Zijn Koninkrijk te maken niet mislukt. Juist door de schijnbare nederlagen had God besloten dat Zijn Koninkrijk tot stand zou komen, dat Zijn schepping de plek zou zijn waar wij, met Hem en namens Hem, als koningen en priesters zouden leven.

Beloften van herstel

Zo zien we dat door het hele Oude Testament glimpen van hoop en verwachting dat er voorgoed afgerekend zou worden met alle opstand en haar gevolgen. Dat de tegenstander verslagen zou worden, dat er afgerekend zou worden met iedereen die opstandig blijft en dat zij die God als Koning willen Gods eigen heilige volk weer zouden zijn om Hem als koningen en priesters op aarde weer volmaakt te weerspiegelen.

Eva werd beloofd dat één van haar nakomelingen de tegenstander zou overmeesteren (Genesis 3:15), en nadat God uit alle mensen Abraham gekozen had om vader te zijn van deze Nakomeling, werd hem beloofd dat iedereen op aarde door die Nakomeling gezegend zou worden (Genesis 12:2-3).

Door Mozes werd aan de nakomelingen van Abraham bekendgemaakt hoe ze moesten handelen om opnieuw als koningen en priesters te leven (Exodus 19:5-6). En toen God David als koning gaf voor de nakomelingen van Abraham, als voorafschaduwing van de komende Koning die de tegenstander zou verslaan en de aarde zou zegenen, beloofde God dat zo zijn Nakomeling eeuwig zou regeren (2 Samuel 7:12-16), die Nakomeling zou de hele aarde in bezit krijgen en overal regeren (Psalm 2:6-9).

Hoewel de nakomelingen van Abraham vaak toch weer in opstand kwamen en niet leefden als koningen en priesters, beloofde God door profeten dat de beloofde Nakomeling, het kind wat geboren zou worden, anders zou zijn dan alle andere mensen (Jesaja 9:5-6), Hij zou God volkomen weerspiegelen (Jesaja 11:1-9), en Hij zou de nakomelingen van Abraham reinigen van zonde, van alles wat hun weerspiegeling van God vervormde. En Hij zou hen een plek geven op aarde waar ze weer met God en namens God zouden leven (Ezechiël 37:21-28).

Zo zou Gods hemelse Koninkrijk weer op aarde komen en zo zouden hemel en aarde weer één worden.

De Koning is gekomen

En toen alles donker was, toen de zonde heerste en alle hoop op het hemelse koninkrijk op aarde verdwenen leek, zocht een engel een nakomeling van Abraham, een dochter van David, op met de heerlijke boodschap: “En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.” (Lukas 1:31-33)

Jezus Christus, de beloofde Nakomeling, de beloofde Koning, de Messias, kwam in deze vervallen wereld nadat Hij Zijn heerlijke troon in de hemel verlaten had. In Jezus kwam God in Zijn schepping en zo bracht Hij het Koninkrijk van de hemel dichtbij. Hij is de beloofde en volmaakte Koning en Priester.

Het onderwijs van de Koning

Veel mensen begrepen niet hoe heerlijk dit was en anderen geloofden niet dat Hij werkelijk de beloofde Koning en Priester was. Ze hadden het zich anders voorgesteld, en daarom gaf Jezus veel onderwijs over het Koninkrijk.

Het kleine begin van het Koninkrijk
Hij liet zien dat Gods hemelse Koninkrijk klein zou beginnen, als een mosterdzaadje en als zuurdeeg. De aarde zou niet van het ene op het andere moment teruggewonnen worden. Het zou op aarde groeien en verspreiden (Lukas 13:18-21), vermengd met onkruid tot de engelen uiteindelijk de oogst zouden binnen halen en de grote scheiding zou worden aangebracht (Mattheüs 13:44-52).

In de tussentijd zou Hij verworpen worden en teruggaan naar Zijn Vader om alle rechten van het Koningschap te ontvangen terwijl Hij zijn discipelen op aarde als Zijn vertegenwoordigers achter liet om het zaad van Gods hemelse Koninkrijk te zaaien (Lukas 19:11-27).

Zo begon Jezus met een paar discipelen die Hij liet zien hoe het leven in Gods hemelse Koninkrijk eruit zag en hoe ze dit binnen konden gaan, beërven en ontvangen.

Enkel geestelijke toegang tot het Koninkrijk
Hij liet zien dat we niet op een fysieke manier onderdeel kunnen worden van dit Koninkrijk. Niet door ergens heen te gaan of door het met geweld in te nemen. Nee, juist door dit aardse leven los te laten en te leven voor God – door ons nu al te onderwerpen aan God als Koning, worden we onderdeel van dat Koninkrijk (Lukas 18:24-30).

Het Koninkrijk breidt zich uit als we net als een graankorrel in de aarde vallen en sterven, dan zullen we vruchtbaar zijn (Johannes 12:24). Jezus leefde dit als Priester voor en offerde Zijn leven om zo in de vruchtbare opstanding de vorst van de wereld buiten te werpen en een volk van koningen en priesters tot zich te trekken (Johannes 12:31-33).

Zo verspreidt het Koninkrijk zich in vernieuwde harten van mensen als vrucht van Zijn leven en sterven. Want Jezus zegt dat we enkel door wedergeboorte, door bovennatuurlijke geboorte uit God, het Koninkrijk binnen kunnen gaan, omdat ons vlees daarin niet kan komen, alleen onze geest (Johannes 3:2-4, 1 Korinthe 15:49-50).

Wanneer we vleselijk zijn, naar ons vlees leven, onszelf weerspiegelen en luisteren naar de koning van de duisternis, is er geen plek voor ons in het Koninkrijk van Jezus (Efeze 5:3-5, 1 Korinthe 6:8-11).

De bevolking van het Koninkrijk
Hij liet zien dat, hoewel de fysieke nakomelingen van Abraham allereerst de mogelijkheid tot capitulatie kregen, zij die mogelijkheid met Hem zouden verwerpen. Zo zou Hij vervolgens die zegen onder de volken uitdelen (Mattheüs 21:42-44).

Dat had God al eerder beloofd aan Abraham. Alle volken zouden in de beloofde Nakomeling van Abraham gezegend worden en in gelovige overgave aan Koning Jezus worden we één met Hem en zoals belooft ook erfgenaam (Galaten 3:27-29).

Het is onvoorstelbaar dat de Koning een klein en bang groepje mensen het Koninkrijk wil geven, en dat Hij dat zelfs graag wil (Lukas 12:32).

Zo neemt God ons in ontferming aan als Zijn kinderen en worden we onderdeel van Zijn heilige volk wat Gods Koninkrijk op aarde zal verspreiden door de verkondiging van Zijn grote daden: ”Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” (1 Petrus 2:9)

De uiteindelijke voltooing

Hij liet zien dat het Koninkrijk gekomen is, dat het komt en dat het uiteindelijk voorgoed en overal zal komen. Het is er al en het is er nog niet.

In het fysieke herstel van zieken en de bevrijding van demonische machten liet Jezus zien dat Gods hemelse Koninkrijk gekomen was. De Koning was hier, de Sterkere had de sterke gebonden en kon Zijn herstel werkzaamheden in Zijn vervallen paleis beginnen (Lukas 11:15-23)

En als verloste zondeslaven worden we nu door het hele paleis, over de hele wereld, gestuurd om andere zondeslaven op te roepen om zich over te geven aan de Koning omdat Hij vrijlating en het jaar van het welbehagen verkondigt (Lukas 4:18-21). Dit terwijl de Koning nu bij de Vader is om alle rechten in ontvangst te nemen. En als het Evangelie van het Koninkrijk in heel de wereld gepredikt is, zal Hij terugkomen (Mattheüs 24:14) om de Satan en zijn demonische machten voorgoed in het vuur werpen en de aarde te zuiveren van zonde, ziekte en dood (Openbaring 20:9-10). 

Dan zal iedereen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden, het tarwe zal van het onkruid gescheiden worden, de rechtvaardigen zullen de aarde beërven en de onrechtvaardigen het eeuwige vuur (Mattheus 25:31-46). En zij die in de hemel, het Paradijs, het huis van de Vader, de plek waar Jezus is, gewacht hebben op de voltooiing van het Gods hemelse Koninkrijk op aarde, zullen als een prachtige bruid met Hem neerdalen (Openbaring 21:2).

Dan zullen we uiteindelijk ook samen met iedereen uit alle eeuwen en uit alle volken, stammen en talen, met dé Koning en dé Priester op de troon te zitten en het Koninkrijk beërven (Mattheüs 19:28-30). Samen als Zijn heilige volk van koningen en priesters zullen we in dat prachtige herstelde paleis, op de vernieuwde aarde, met Hem regeren (2 Timotheüs 2:12, Openbaring 20:6, Openbaring 22:3-5).

Zoek dit Koninkrijk

Leef voor dit Koninkrijk! Geef je over aan je Koning, Hij biedt je Zijn gratie. Werp je eigen kronen voor zijn voeten en kroon Hem als Koning over je leven. Volg Hem onder Zijn heerschappij. Hou vol, dit is de erfenis die op je wacht. Geef je niet voor deze wereld maar voor de komende wereld. Geef jezelf niet voor schatten die vergaan, maar verzamel schatten in het hemelse Koninkrijk.

In overgave aan Koning Jezus zijn we geroepen tot dit Koninkrijk van Zijn heerlijkheid (1 Thessalonicenzen 2:12).

En zo lang we nog hier op aarde zijn, waar nu nog zoveel duisternis heest, zijn we geroepen om namens en met deze Koning de wereld in te gaan, om in Zijn naam vrijlating uit te roepen voor gevangenen en vergeving van zonden. Hoe mooi zijn de voeten die dit goede nieuws verkondigen: God is Koning (Jesaja 52:7).

Verlang er biddend naar, zoals Jezus geleerd heeft, dat Gods Koninkrijk komt en dat Zijn wil gedaan wordt op aarde, zoals in de hemel, zodat heel de wereld vol wordt van spiegels die Zijn heerlijkheid weerspiegelen en iedereen voor Jezus knielt, die alle macht heeft gekregen in hemel en op aarde.

Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. (Hebreeën 12:28)

Eerder dachten we na over het doel van ons bestaan. We zagen vanuit Genesis dat we gemaakt waren om spiegels te zijn. Om God te weerspiegelen. Wie Hij was werd zichtbaar in ons. En heel de aarde moest vol worden van spiegels van Gods liefde, heiligheid en heerlijkheid. Hij de Zon, wij de maan.

Als we nu nadenken over het Koninkrijk van God, is het goed om bij datzelfde begin te beginnen. Want de manier waarop Gods beeld zichtbaar werd, kwam ook tot uitdrukking in de manier waarop we de opdracht kregen om te heersen over de hele aarde.

En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! (Genesis 1:27-28)

Dit is de Almachtige God en Schepper van het universum, Hij is Koning, over alles, Hij heerst: “Want de HEERE is een groot God, ja, een groot Koning boven alle goden. In Zijn hand zijn de diepste plaatsen van de aarde en de toppen van de bergen zijn van Hem. Van Hem is ook de zee, want Híj heeft haar gemaakt, Zijn handen hebben het droge gevormd. Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft.” (Psalm 95:3-6)

Die Koning gaf ons Zijn schepping om Hem daarin te vertegenwoordigen. De hele aarde moest vervuld worden met mensen die Hem weerspiegelden en namens Hem kregen we het beheer over deze planeet, vanaf de diepste plaatsten van de aarde tot de toppen van de bergen, te beginnen in de hof van Eden. Zo zouden we vanuit deze prachtige hof, als koningen en priesters (namens God en met God) de aarde vervullen met Zijn heerlijkheid.

De val van het Koninkrijk

Het duurde echter niet lang voor we in opstand kwamen tegen deze Koning. De gevallen geestelijke wereld van Satan en zijn demonen drong door in onze wereld en we kroonden hem tot onze koning. We gingen doen wat hij ons influisterde.

Zo kwam er een scheiding tussen de plek waar God was en heerst – het Koninkrijk van de hemel waar Gods wil gedaan werd – en de plek waar de mens achterlaten werden. Daar nam de tegenstander de plaats op de troon die wij hem gegeven hadden en er kwam een vloek van de Koning over deze aarde. Het vervullen en beheren van de aarde zou voortaan moeizaam gaan. Kinderen krijgen was pijnlijk en het bewerken van de aarde moeizaam (Genesis 3:16-17).

Zo drongen zonde, ziekte en de dood de prachtige schepping van God binnen waardoor verdriet, pijn en uitzichtloosheid ons meer en meer beheerste.

Toch was het plan van de Koning om de aarde tot Zijn Koninkrijk te maken niet mislukt. Juist door de schijnbare nederlagen had God besloten dat Zijn Koninkrijk tot stand zou komen, dat Zijn schepping de plek zou zijn waar wij, met Hem en namens Hem, als koningen en priesters zouden leven.

Beloften van herstel

Zo zien we dat door het hele Oude Testament glimpen van hoop en verwachting dat er voorgoed afgerekend zou worden met alle opstand en haar gevolgen. Dat de tegenstander verslagen zou worden, dat er afgerekend zou worden met iedereen die opstandig blijft en dat zij die God als Koning willen Gods eigen heilige volk weer zouden zijn om Hem als koningen en priesters op aarde weer volmaakt te weerspiegelen.

Eva werd beloofd dat één van haar nakomelingen de tegenstander zou overmeesteren (Genesis 3:15), en nadat God uit alle mensen Abraham gekozen had om vader te zijn van deze Nakomeling, werd hem beloofd dat iedereen op aarde door die Nakomeling gezegend zou worden (Genesis 12:2-3).

Door Mozes werd aan de nakomelingen van Abraham bekendgemaakt hoe ze moesten handelen om opnieuw als koningen en priesters te leven (Exodus 19:5-6). En toen God David als koning gaf voor de nakomelingen van Abraham, als voorafschaduwing van de komende Koning die de tegenstander zou verslaan en de aarde zou zegenen, beloofde God dat zo zijn Nakomeling eeuwig zou regeren (2 Samuel 7:12-16), die Nakomeling zou de hele aarde in bezit krijgen en overal regeren (Psalm 2:6-9).

Hoewel de nakomelingen van Abraham vaak toch weer in opstand kwamen en niet leefden als koningen en priesters, beloofde God door profeten dat de beloofde Nakomeling, het kind wat geboren zou worden, anders zou zijn dan alle andere mensen (Jesaja 9:5-6), Hij zou God volkomen weerspiegelen (Jesaja 11:1-9), en Hij zou de nakomelingen van Abraham reinigen van zonde, van alles wat hun weerspiegeling van God vervormde. En Hij zou hen een plek geven op aarde waar ze weer met God en namens God zouden leven (Ezechiël 37:21-28).

Zo zou Gods hemelse Koninkrijk weer op aarde komen en zo zouden hemel en aarde weer één worden.

De Koning is gekomen

En toen alles donker was, toen de zonde heerste en alle hoop op het hemelse koninkrijk op aarde verdwenen leek, zocht een engel een nakomeling van Abraham, een dochter van David, op met de heerlijke boodschap: “En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.” (Lukas 1:31-33)

Jezus Christus, de beloofde Nakomeling, de beloofde Koning, de Messias, kwam in deze vervallen wereld nadat Hij Zijn heerlijke troon in de hemel verlaten had. In Jezus kwam God in Zijn schepping en zo bracht Hij het Koninkrijk van de hemel dichtbij. Hij is de beloofde en volmaakte Koning en Priester.

Het onderwijs van de Koning

Veel mensen begrepen niet hoe heerlijk dit was en anderen geloofden niet dat Hij werkelijk de beloofde Koning en Priester was. Ze hadden het zich anders voorgesteld, en daarom gaf Jezus veel onderwijs over het Koninkrijk.

Het kleine begin van het Koninkrijk
Hij liet zien dat Gods hemelse Koninkrijk klein zou beginnen, als een mosterdzaadje en als zuurdeeg. De aarde zou niet van het ene op het andere moment teruggewonnen worden. Het zou op aarde groeien en verspreiden (Lukas 13:18-21), vermengd met onkruid tot de engelen uiteindelijk de oogst zouden binnen halen en de grote scheiding zou worden aangebracht (Mattheüs 13:44-52).

In de tussentijd zou Hij verworpen worden en teruggaan naar Zijn Vader om alle rechten van het Koningschap te ontvangen terwijl Hij zijn discipelen op aarde als Zijn vertegenwoordigers achter liet om het zaad van Gods hemelse Koninkrijk te zaaien (Lukas 19:11-27).

Zo begon Jezus met een paar discipelen die Hij liet zien hoe het leven in Gods hemelse Koninkrijk eruit zag en hoe ze dit binnen konden gaan, beërven en ontvangen.

Enkel geestelijke toegang tot het Koninkrijk
Hij liet zien dat we niet op een fysieke manier onderdeel kunnen worden van dit Koninkrijk. Niet door ergens heen te gaan of door het met geweld in te nemen. Nee, juist door dit aardse leven los te laten en te leven voor God – door ons nu al te onderwerpen aan God als Koning, worden we onderdeel van dat Koninkrijk (Lukas 18:24-30).

Het Koninkrijk breidt zich uit als we net als een graankorrel in de aarde vallen en sterven, dan zullen we vruchtbaar zijn (Johannes 12:24). Jezus leefde dit als Priester voor en offerde Zijn leven om zo in de vruchtbare opstanding de vorst van de wereld buiten te werpen en een volk van koningen en priesters tot zich te trekken (Johannes 12:31-33).

Zo verspreidt het Koninkrijk zich in vernieuwde harten van mensen als vrucht van Zijn leven en sterven. Want Jezus zegt dat we enkel door wedergeboorte, door bovennatuurlijke geboorte uit God, het Koninkrijk binnen kunnen gaan, omdat ons vlees daarin niet kan komen, alleen onze geest (Johannes 3:2-4, 1 Korinthe 15:49-50).

Wanneer we vleselijk zijn, naar ons vlees leven, onszelf weerspiegelen en luisteren naar de koning van de duisternis, is er geen plek voor ons in het Koninkrijk van Jezus (Efeze 5:3-5, 1 Korinthe 6:8-11).

De bevolking van het Koninkrijk
Hij liet zien dat, hoewel de fysieke nakomelingen van Abraham allereerst de mogelijkheid tot capitulatie kregen, zij die mogelijkheid met Hem zouden verwerpen. Zo zou Hij vervolgens die zegen onder de volken uitdelen (Mattheüs 21:42-44).

Dat had God al eerder beloofd aan Abraham. Alle volken zouden in de beloofde Nakomeling van Abraham gezegend worden en in gelovige overgave aan Koning Jezus worden we één met Hem en zoals belooft ook erfgenaam (Galaten 3:27-29).

Het is onvoorstelbaar dat de Koning een klein en bang groepje mensen het Koninkrijk wil geven, en dat Hij dat zelfs graag wil (Lukas 12:32).

Zo neemt God ons in ontferming aan als Zijn kinderen en worden we onderdeel van Zijn heilige volk wat Gods Koninkrijk op aarde zal verspreiden door de verkondiging van Zijn grote daden: ”Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” (1 Petrus 2:9)

De uiteindelijke voltooing

Hij liet zien dat het Koninkrijk gekomen is, dat het komt en dat het uiteindelijk voorgoed en overal zal komen. Het is er al en het is er nog niet.

In het fysieke herstel van zieken en de bevrijding van demonische machten liet Jezus zien dat Gods hemelse Koninkrijk gekomen was. De Koning was hier, de Sterkere had de sterke gebonden en kon Zijn herstel werkzaamheden in Zijn vervallen paleis beginnen (Lukas 11:15-23)

En als verloste zondeslaven worden we nu door het hele paleis, over de hele wereld, gestuurd om andere zondeslaven op te roepen om zich over te geven aan de Koning omdat Hij vrijlating en het jaar van het welbehagen verkondigt (Lukas 4:18-21). Dit terwijl de Koning nu bij de Vader is om alle rechten in ontvangst te nemen. En als het Evangelie van het Koninkrijk in heel de wereld gepredikt is, zal Hij terugkomen (Mattheüs 24:14) om de Satan en zijn demonische machten voorgoed in het vuur werpen en de aarde te zuiveren van zonde, ziekte en dood (Openbaring 20:9-10). 

Dan zal iedereen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden, het tarwe zal van het onkruid gescheiden worden, de rechtvaardigen zullen de aarde beërven en de onrechtvaardigen het eeuwige vuur (Mattheus 25:31-46). En zij die in de hemel, het Paradijs, het huis van de Vader, de plek waar Jezus is, gewacht hebben op de voltooiing van het Gods hemelse Koninkrijk op aarde, zullen als een prachtige bruid met Hem neerdalen (Openbaring 21:2).

Dan zullen we uiteindelijk ook samen met iedereen uit alle eeuwen en uit alle volken, stammen en talen, met dé Koning en dé Priester op de troon te zitten en het Koninkrijk beërven (Mattheüs 19:28-30). Samen als Zijn heilige volk van koningen en priesters zullen we in dat prachtige herstelde paleis, op de vernieuwde aarde, met Hem regeren (2 Timotheüs 2:12, Openbaring 20:6, Openbaring 22:3-5).

Zoek dit Koninkrijk

Leef voor dit Koninkrijk! Geef je over aan je Koning, Hij biedt je Zijn gratie. Werp je eigen kronen voor zijn voeten en kroon Hem als Koning over je leven. Volg Hem onder Zijn heerschappij. Hou vol, dit is de erfenis die op je wacht. Geef je niet voor deze wereld maar voor de komende wereld. Geef jezelf niet voor schatten die vergaan, maar verzamel schatten in het hemelse Koninkrijk.

In overgave aan Koning Jezus zijn we geroepen tot dit Koninkrijk van Zijn heerlijkheid (1 Thessalonicenzen 2:12).

En zo lang we nog hier op aarde zijn, waar nu nog zoveel duisternis heest, zijn we geroepen om namens en met deze Koning de wereld in te gaan, om in Zijn naam vrijlating uit te roepen voor gevangenen en vergeving van zonden. Hoe mooi zijn de voeten die dit goede nieuws verkondigen: God is Koning (Jesaja 52:7).

Verlang er biddend naar, zoals Jezus geleerd heeft, dat Gods Koninkrijk komt en dat Zijn wil gedaan wordt op aarde, zoals in de hemel, zodat heel de wereld vol wordt van spiegels die Zijn heerlijkheid weerspiegelen en iedereen voor Jezus knielt, die alle macht heeft gekregen in hemel en op aarde.

Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. (Hebreeën 12:28)

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →