Of weet u niet,  dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn. (1 Korinthe 6:19-20)

Of weet u niet,  dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn. (1 Korinthe 6:19-20)


De Geest leeft in de Levende Tempel, in een geheiligde mensheid, niet in tempels die met handen gemaakt zijn. De Tempel in Jeruzalem was een toegestane vergissing, net zoals het koningschap van Israel. In Nieuw Jeruzalem is geen Tempel. De Tabernakel was een voorbeeld van de hemelse werkelijkheid. De Tempel moest stevigheid, duurzaamheid en verhevenheid bieden aan dat wat God tijdelijk en symbolisch had bedoelt. God geeft niets om dure gebouwen, maar Hij geeft om liefdevolle harten. Hij zoekt mensen. Hij wil mensen. Hij verlangd naar mensen. Hij woont in mensen. Immanuel is het eerste en laatste woord van het Evangelie van Genade.

In een krachtig betoog voor een biddend leven zegt E.M. Bounds: “God wil veel doen samen met mensen, veel meer dan met wat dan ook. Mensen zijn Gods manier. De kerk zoekt naar betere manieren, God zoekt betere mensen.” Hij bouwt Zijn Koninkrijk onder mensen. Hij heeft het Evangelie toevertrouwd aan mensen. Hij heeft Zijn Geest gegeven aan mensen. De kerk zoekt nieuwe manieren, nieuwe plannen, nieuwe gebouwen, nieuwe organisaties, maar “de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem” (2 Kronieken 16:9).

De Heilige Geest komt niet op manieren, maar op mensen. Hij zalft geen machines, maar mensen. Hij werkt niet door organisaties, maar door mensen. Hij woont in het Lichaam van Christus. Hij leidt de werkzaamheden van dat Lichaam, Hij verdeeld Zijn krachten in dat Lichaam, Hij bekrachtigd de leden van dat Lichaam.

Zij die zich in de Bovenzaal verzameld hadden toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren op Zijn komst voorbereidt. Zij waren discipelen die de heerschappij van Jezus erkenden. Ze hadden Zijn reddende kracht ervaren en gaven alles over aan Zijn soevereine wil. Tien dagen hadden ze gebeden en drie jaar hadden ze aan Jezus’ voeten gezeten. Toen ze begrepen dat Hij Gods Zoon was, zegende Hij hen en nu werd de belofte van de vurige doop vervuld. De Geest zat op een ieder van hen en ze werden vervuld met de Heilige Geest.

Hij was gekomen om over hen allemaal te regeren. Jezus Christus had Zijn missie gedefinieerd en Zijn agenda uitgetekend. Hij verenigde ze in één Lichaam, leidde hen in alle waarheid en gaf hen kracht voor elke dienst. In de Gemeente is Hij de hoogste uitvoerende kracht, maar Hij troont diep in de ziel. Hij bestuurd alles vanuit het geestelijke centrum van de innerlijke mens. Het lichaam wat voorbereid was voor de Eeuwige Zoon was geboren uit een maagd. Het lichaam wat voorbereid is voor de Inwonende Geest, wordt verwekt door geloof in Jezus Christus, de Zoon van de levende God. De Gemeente is de omgeving van Zijn dienst, de vertegenwoordiger van Zijn doel en de plaats van Zijn aanwezigheid.

De Geest leeft in de Levende Tempel, in een geheiligde mensheid, niet in tempels die met handen gemaakt zijn. De Tempel in Jeruzalem was een toegestane vergissing, net zoals het koningschap van Israel. In Nieuw Jeruzalem is geen Tempel. De Tabernakel was een voorbeeld van de hemelse werkelijkheid. De Tempel moest stevigheid, duurzaamheid en verhevenheid bieden aan dat wat God tijdelijk en symbolisch had bedoelt. God geeft niets om dure gebouwen, maar Hij geeft om liefdevolle harten. Hij zoekt mensen. Hij wil mensen. Hij verlangd naar mensen. Hij woont in mensen. Immanuel is het eerste en laatste woord van het Evangelie van Genade.

In een krachtig betoog voor een biddend leven zegt E.M. Bounds: “God wil veel doen samen met mensen, veel meer dan met wat dan ook. Mensen zijn Gods manier. De kerk zoekt naar betere manieren, God zoekt betere mensen.” Hij bouwt Zijn Koninkrijk onder mensen. Hij heeft het Evangelie toevertrouwd aan mensen. Hij heeft Zijn Geest gegeven aan mensen. De kerk zoekt nieuwe manieren, nieuwe plannen, nieuwe gebouwen, nieuwe organisaties, maar “de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem” (2 Kronieken 16:9).

De Heilige Geest komt niet op manieren, maar op mensen. Hij zalft geen machines, maar mensen. Hij werkt niet door organisaties, maar door mensen. Hij woont in het Lichaam van Christus. Hij leidt de werkzaamheden van dat Lichaam, Hij verdeeld Zijn krachten in dat Lichaam, Hij bekrachtigd de leden van dat Lichaam.

Zij die zich in de Bovenzaal verzameld hadden toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren op Zijn komst voorbereidt. Zij waren discipelen die de heerschappij van Jezus erkenden. Ze hadden Zijn reddende kracht ervaren en gaven alles over aan Zijn soevereine wil. Tien dagen hadden ze gebeden en drie jaar hadden ze aan Jezus’ voeten gezeten. Toen ze begrepen dat Hij Gods Zoon was, zegende Hij hen en nu werd de belofte van de vurige doop vervuld. De Geest zat op een ieder van hen en ze werden vervuld met de Heilige Geest.

Hij was gekomen om over hen allemaal te regeren. Jezus Christus had Zijn missie gedefinieerd en Zijn agenda uitgetekend. Hij verenigde ze in één Lichaam, leidde hen in alle waarheid en gaf hen kracht voor elke dienst. In de Gemeente is Hij de hoogste uitvoerende kracht, maar Hij troont diep in de ziel. Hij bestuurd alles vanuit het geestelijke centrum van de innerlijke mens. Het lichaam wat voorbereid was voor de Eeuwige Zoon was geboren uit een maagd. Het lichaam wat voorbereid is voor de Inwonende Geest, wordt verwekt door geloof in Jezus Christus, de Zoon van de levende God. De Gemeente is de omgeving van Zijn dienst, de vertegenwoordiger van Zijn doel en de plaats van Zijn aanwezigheid.

Is jouw lichaam gereinigd door het bloed van Jezus Christus en de Tempel geworden van Gods Geest?

Uit The Way to Pentecost, door Samuel Chadwick (1860-1932).