Nadat Paulus dieper ingegaan is op de vereniging van Jood en heiden in één nieuwe mens en de relatie tussen zijn gevangenschap en het Evangelie, hervat hij zijn gedachtengang (vergelijk dezelfde termen in Efeze 3:1; 3:14 en 4:1). Nu buigt hij zijn knieën en bid als conclusie van de eerste drie hoofdstukken waarin hij zich gericht heeft op de roeping van de gemeente met betrekking tot de Drie-eenheid en de gevolgen van het Evangelie voor het nieuwe burgerschap. Zijn gebed dient ook als een overgang naar de praktische uitwerking van het Evangelie in Efeze 4 tot 6.
Vanuit de noodzaak om vol te houden in verdrukking (Efeze 3:1-13), bidt Paulus in 3:14-21 voor de gemeente om met Gods kracht gesterkt te worden. In dit gebed vraagt hij aan God dat de gemeente de betekenis beseft van hun unieke identiteit als één lichaam verenigd in de Drie-eenheid.
Nadat Paulus dieper ingegaan is op de vereniging van Jood en heiden in één nieuwe mens en de relatie tussen zijn gevangenschap en het Evangelie, hervat hij zijn gedachtengang (vergelijk dezelfde termen in Efeze 3:1; 3:14 en 4:1). Nu buigt hij zijn knieën en bid als conclusie van de eerste drie hoofdstukken waarin hij zich gericht heeft op de roeping van de gemeente met betrekking tot de Drie-eenheid en de gevolgen van het Evangelie voor het nieuwe burgerschap. Zijn gebed dient ook als een overgang naar de praktische uitwerking van het Evangelie in Efeze 4 tot 6.
Vanuit de noodzaak om vol te houden in verdrukking (Efeze 3:1-13), bidt Paulus in 3:14-21 voor de gemeente om met Gods kracht gesterkt te worden. In dit gebed vraagt hij aan God dat de gemeente de betekenis beseft van hun unieke identiteit als één lichaam verenigd in de Drie-eenheid.
Voorbereiding
Lees Efeze 3:4-21. Noteer belangrijke concepten of woorden. Denk vervolgens na over de volgende vragen.
De kracht van de Vader en de Geest (Efeze 3:14-16)
Paulus buigt zijn knieën, wat passend is in nederigheid voor God de Vader. Hij is degene die een zekere mate van een kinderlijke mate van identiteit geeft aan alle mensen op aarde. Hoe is ieder mens naar Hem genoemd? Hoe verhoudt deze vernoeming zich tot de nieuwe identiteit van Joden en heidenen zoals Paulus dat in Efeze 2:11–3:13 heeft laten zien?
Weer noemt Paulus de rijkdom die in Christus gevonden wordt (vergelijk 1:7, 8; 2:7; 3:8,16). Hij vraagt aan de Vader of Hij de gemeente kracht wil geven overeenkomstig zijn rijkdom. Wat is de aard van deze rijkdom? Wat is het verband tussen het werk van de Geest en deze rijkdom (zie ook 1:14; 2:22)?
De aanwezigheid van Christus (Efeze 3:17-19)
Het directe doel van Paulus gebed voor deze volgelingen van Jezus is dat “Christus door het geloof in [hun] harten woont” (3:17). De verzen die volgen verduidelijken de werking van de inwonende Christus. Als Paulus tot gelovigen spreekt, waarom vraagt hij dan om kracht opdat Christus in hen komt wonen? Welke rol speelt het geloof van de gelovige hierin?
Paulus gebruikt het idee van een boom die “geworteld” is om ver het leven van de gelovigen te spreken. “Gefundeerd” verwijst naar het fundament van de gelovigen als één lichaam. Wat hoopt Paulus dat deze gelovigen zullen worden, als liefde voor hen doet wat de aarde voor een boom doet? Wat hoopt hij dat er zal gebeuren als ze gefundeerd zijn in liefde?
“Breedte en lengte en diepte en hoogte” drukken de grote dimensies van Christus’ liefde uit (3:18). Waarom is de kracht van God nodig om Christus’ liefde te begrijpen? Wat maakt een gebrek aan liefde in de gemeente duidelijk?
“Vervuld tot heel de volheid van God” (3:19) wijst terug naar “de vervulling van Hem Die alles in allen vervult” (1:27). Aan de hand van welke maatstaf konden de volgelingen van Jezus in Efeze bepalen of de gemeente vervuld was met Gods volheid? Hoe verhoudt deze volheid zicht tot hun identiteit in Christus nu en in de toekomst, zowel geestelijk als praktisch?
Het plan voor de gemeente (Efeze 3:20-21)
Paulus besluit deze drie hoofdstukken met een doxologie. Hoe zijn de woorden “Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken,” passend na wat Paulus zowel in Efeze 3:1-19 als in alle drie de hoofdstukken gezegd heeft? Hoe zijn de woorden “overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is,” bemoedigend voor gelovigen?
Wat is Paulus’ uiteindelijke doel voor de gemeente in Efeze in vers 21? Wat zegt dit over de hoop van het Evangelie in het verloop van de geschiedenis?
Gebed
Bid dit gebed allereerst voor jezelf. Buig je knieën voor de Vader van Jezus, naar wie je genoemd bent. Bid dat Hij je door Zijn Geest versterkt. Bid dat Christus door het geloof in hart komt wonen. Bid dat je geworteld en gefundeerd wordt in de liefde. Bid dat je alle dimensies van de liefde leert kennen. Bid vooral dat je de liefde van Christus leert kennen, dat overstijgt alles. Bid dat je daardoor vervuld wordt met heel Gods volheid die alles in allen vervult.
Dank Hem dat Hij machtig is om veel meer te doen dan je van Hem kunt vragen of verwachten door de kracht die in je werkt. Prijs Hem, verheerlijk Hem voor al die dingen en voor alles wat je in de eerste drie hoofdstukken geleerd hebt. En bid dit daarna ook voor elkaar. Zodat we Hem samen zullen verheerlijken.
Voorbereiding
Lees Efeze 3:4-21. Noteer belangrijke concepten of woorden. Denk vervolgens na over de volgende vragen.
De kracht van de Vader en de Geest (Efeze 3:14-16)
Paulus buigt zijn knieën, wat passend is in nederigheid voor God de Vader. Hij is degene die een zekere mate van een kinderlijke mate van identiteit geeft aan alle mensen op aarde. Hoe is ieder mens naar Hem genoemd? Hoe verhoudt deze vernoeming zich tot de nieuwe identiteit van Joden en heidenen zoals Paulus dat in Efeze 2:11–3:13 heeft laten zien?
Weer noemt Paulus de rijkdom die in Christus gevonden wordt (vergelijk 1:7, 8; 2:7; 3:8,16). Hij vraagt aan de Vader of Hij de gemeente kracht wil geven overeenkomstig zijn rijkdom. Wat is de aard van deze rijkdom? Wat is het verband tussen het werk van de Geest en deze rijkdom (zie ook 1:14; 2:22)?
De aanwezigheid van Christus (Efeze 3:17-19)
Het directe doel van Paulus gebed voor deze volgelingen van Jezus is dat “Christus door het geloof in [hun] harten woont” (3:17). De verzen die volgen verduidelijken de werking van de inwonende Christus. Als Paulus tot gelovigen spreekt, waarom vraagt hij dan om kracht opdat Christus in hen komt wonen? Welke rol speelt het geloof van de gelovige hierin?
Paulus gebruikt het idee van een boom die “geworteld” is om ver het leven van de gelovigen te spreken. “Gefundeerd” verwijst naar het fundament van de gelovigen als één lichaam. Wat hoopt Paulus dat deze gelovigen zullen worden, als liefde voor hen doet wat de aarde voor een boom doet? Wat hoopt hij dat er zal gebeuren als ze gefundeerd zijn in liefde?
“Breedte en lengte en diepte en hoogte” drukken de grote dimensies van Christus’ liefde uit (3:18). Waarom is de kracht van God nodig om Christus’ liefde te begrijpen? Wat maakt een gebrek aan liefde in de gemeente duidelijk?
“Vervuld tot heel de volheid van God” (3:19) wijst terug naar “de vervulling van Hem Die alles in allen vervult” (1:27). Aan de hand van welke maatstaf konden de volgelingen van Jezus in Efeze bepalen of de gemeente vervuld was met Gods volheid? Hoe verhoudt deze volheid zicht tot hun identiteit in Christus nu en in de toekomst, zowel geestelijk als praktisch?
Het plan voor de gemeente (Efeze 3:20-21)
Paulus besluit deze drie hoofdstukken met een doxologie. Hoe zijn de woorden “Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken,” passend na wat Paulus zowel in Efeze 3:1-19 als in alle drie de hoofdstukken gezegd heeft? Hoe zijn de woorden “overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is,” bemoedigend voor gelovigen?
Wat is Paulus’ uiteindelijke doel voor de gemeente in Efeze in vers 21? Wat zegt dit over de hoop van het Evangelie in het verloop van de geschiedenis?
Gebed
Bid dit gebed allereerst voor jezelf. Buig je knieën voor de Vader van Jezus, naar wie je genoemd bent. Bid dat Hij je door Zijn Geest versterkt. Bid dat Christus door het geloof in hart komt wonen. Bid dat je geworteld en gefundeerd wordt in de liefde. Bid dat je alle dimensies van de liefde leert kennen. Bid vooral dat je de liefde van Christus leert kennen, dat overstijgt alles. Bid dat je daardoor vervuld wordt met heel Gods volheid die alles in allen vervult.
Dank Hem dat Hij machtig is om veel meer te doen dan je van Hem kunt vragen of verwachten door de kracht die in je werkt. Prijs Hem, verheerlijk Hem voor al die dingen en voor alles wat je in de eerste drie hoofdstukken geleerd hebt. En bid dit daarna ook voor elkaar. Zodat we Hem samen zullen verheerlijken.
Dit artikel bevat onderdelen uit Philippians: A 12-Week Study © 2014 door Ryan Kelly.