De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet. De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één. (Psalm 14:1-3)


De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet. De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één. (Psalm 14:1-3)


Wat een brandende aanklacht tegen de hele mensheid, tegen een ieder van ons. “Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet.” En voor het geval het nog niet duidelijk was voegt hij toe, “zelfs niet één.” De Bijbel zegt dat er niemand is die goeddoet. Natuurlijk doen we allemaal wel eens iets goeds, maar niemand van ons is tot in het diepste van ons hart goed. We zijn allemaal van God afgedwaald. We zijn afgeweken van Zijn wegen naar onze eigen wegen. En dat leidt op allerlei manieren tot dat wat niet goed is. Dit is de toestand van het menselijke hart zonder Gods genade.

Dit gaat zelfs zover dat we God helemaal ontkennen. Daar begint het hoofdstuk mee. “De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” We hebben het lef, als wezens die naar Zijn beeld gemaakt zijn, om Hem te ontkennen, om Zijn hele bestaan te ontkennen. Alsof we zomaar uit onszelf zouden bestaan. Alsof we zouden kunnen bestaan zonder Zijn scheppende en onderhoudende kracht. Maar zie je het verband tussen deze belijdenis “Er is geen God” en deze verdorvenheid? “Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet.” Ze zoeken God niet en samen zijn ze verdorven. Er is niemand die goeddoet, zelfs niet één.

Als iemand zegt dat ze verstandelijk niet geloven dat er een God is, weet ik dat daarachter niet zomaar een intellectueel bezwaar zit maar een morele verdorvenheid. Er is een afkeer van God die leidt tot allerlei zonden, openbaringen daarvan, allerlei geloven en intellectuele beweringen, tot het punt dat het bestaan van God helemaal ontkent wordt. Maar het gaat allemaal terug naar dezelfde wortel: Er is niemand die goeddoet en God zoekt omdat we allemaal afgedwaald zijn en verdorven zijn.

Dat leidt ons tot gebed.

Wat een brandende aanklacht tegen de hele mensheid, tegen een ieder van ons. “Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet.” En voor het geval het nog niet duidelijk was voegt hij toe, “zelfs niet één.” De Bijbel zegt dat er niemand is die goeddoet. Natuurlijk doen we allemaal wel eens iets goeds, maar niemand van ons is tot in het diepste van ons hart goed. We zijn allemaal van God afgedwaald. We zijn afgeweken van Zijn wegen naar onze eigen wegen. En dat leidt op allerlei manieren tot dat wat niet goed is. Dit is de toestand van het menselijke hart zonder Gods genade.

Dit gaat zelfs zover dat we God helemaal ontkennen. Daar begint het hoofdstuk mee. “De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” We hebben het lef, als wezens die naar Zijn beeld gemaakt zijn, om Hem te ontkennen, om Zijn hele bestaan te ontkennen. Alsof we zomaar uit onszelf zouden bestaan. Alsof we zouden kunnen bestaan zonder Zijn scheppende en onderhoudende kracht. Maar zie je het verband tussen deze belijdenis “Er is geen God” en deze verdorvenheid? “Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet.” Ze zoeken God niet en samen zijn ze verdorven. Er is niemand die goeddoet, zelfs niet één.

Als iemand zegt dat ze verstandelijk niet geloven dat er een God is, weet ik dat daarachter niet zomaar een intellectueel bezwaar zit maar een morele verdorvenheid. Er is een afkeer van God die leidt tot allerlei zonden, openbaringen daarvan, allerlei geloven en intellectuele beweringen, tot het punt dat het bestaan van God helemaal ontkent wordt. Maar het gaat allemaal terug naar dezelfde wortel: Er is niemand die goeddoet en God zoekt omdat we allemaal afgedwaald zijn en verdorven zijn.

Dat leidt ons tot gebed.

O God, we zien op naar U, als mannen en vrouwen die allemaal van U afgedwaald zijn, die verdorven zijn. We hebben het goede niet gedaan, we hebben U niet gezocht. We bidden om Uw genade. O God, we hebben Uw genade nodig en we prijzen U dat U dat wilt geven. We prijzen U dat U ons in Jezus genade geeft. Jezus, we prijzen U omdat U de prijs voor onze zonde betaalt hebt. We prijzen U dat U aan het kruis gestorven bent zodat wij vergeven kunnen worden van al onze verdorvenheid, van al ons afdwalen, van al onze opstand. Alle eer aan Uw naam, Heer Jezus, omdat U de prijs voor onze zonden betaalt hebt!

U alleen bent goed! U alleen hebt altijd het goede gedaan. En hoewel U geen zonde en verdorvenheid had, hoewel U nooit afdwaalde, betaalde U de prijs voor degenen die dat wel deden. Alle eer aan Uw naam.

En daarom bidden we, op grond van Uw genade voor ons, help ons om U te zoeken. Help ons, op grond van Uw genade, om goed te doen. Help ons om niet meer van U af te dwalen, om te leven in gehoorzaamheid aan U.

En, God, we bidden voor vrienden en familieleden die nu zeggen dat U niet bestaat. Van wie de intellectuele bezwaren, de morele corruptie en hun afdwalen van U ertoe geleidt hebben dat ze Uw bestaan helemaal ontkennen. O God, we bidden dat U hun ogen opent voor Uw genade en goedheid. Dat ze zien wie U bent en hoe U hen kunt verlossen, hoe U hun leven door Uw liefde kunt veranderen voor de eeuwigheid.

O God, we bidden voor de redding van onze atheïstische en agnostische vrienden, familieleden en bevolkingsgroepen in de wereld. We bidden voor bevolkingsgroepen in communistische landen. We bidden voor de mensen die opgegroeid zijn met de ontkenning van Uw bestaan. Alstublieft, o God, alstublieft, alstublieft! Open hun ogen voor Uw bestaan, voor Uw kracht, voor Uw liefde en voor Uw genade in Christus.

We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net


O God, we zien op naar U, als mannen en vrouwen die allemaal van U afgedwaald zijn, die verdorven zijn. We hebben het goede niet gedaan, we hebben U niet gezocht. We bidden om Uw genade. O God, we hebben Uw genade nodig en we prijzen U dat U dat wilt geven. We prijzen U dat U ons in Jezus genade geeft. Jezus, we prijzen U omdat U de prijs voor onze zonde betaalt hebt. We prijzen U dat U aan het kruis gestorven bent zodat wij vergeven kunnen worden van al onze verdorvenheid, van al ons afdwalen, van al onze opstand. Alle eer aan Uw naam, Heer Jezus, omdat U de prijs voor onze zonden betaalt hebt!

U alleen bent goed! U alleen hebt altijd het goede gedaan. En hoewel U geen zonde en verdorvenheid had, hoewel U nooit afdwaalde, betaalde U de prijs voor degenen die dat wel deden. Alle eer aan Uw naam.

En daarom bidden we, op grond van Uw genade voor ons, help ons om U te zoeken. Help ons, op grond van Uw genade, om goed te doen. Help ons om niet meer van U af te dwalen, om te leven in gehoorzaamheid aan U.

En, God, we bidden voor vrienden en familieleden die nu zeggen dat U niet bestaat. Van wie de intellectuele bezwaren, de morele corruptie en hun afdwalen van U ertoe geleidt hebben dat ze Uw bestaan helemaal ontkennen. O God, we bidden dat U hun ogen opent voor Uw genade en goedheid. Dat ze zien wie U bent en hoe U hen kunt verlossen, hoe U hun leven door Uw liefde kunt veranderen voor de eeuwigheid.

O God, we bidden voor de redding van onze atheïstische en agnostische vrienden, familieleden en bevolkingsgroepen in de wereld. We bidden voor bevolkingsgroepen in communistische landen. We bidden voor de mensen die opgegroeid zijn met de ontkenning van Uw bestaan. Alstublieft, o God, alstublieft, alstublieft! Open hun ogen voor Uw bestaan, voor Uw kracht, voor Uw liefde en voor Uw genade in Christus.

We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net