Eerder zagen we in een glimp dat alle volken door het Nageslacht van Abraham gezegend zou worden. Niet alleen natuurlijke kinderen van Abraham zouden die heerlijke beloofde redding en de Heilige Geest door het geloof in Christus mogen ontvangen, maar door Hem ook de heidenen.

“Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, 14 opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.” (Galaten 3:13)

Straks in de haven, aan de veilige kust, zal er uit deze levenszee een menigte gered zijn die niemand kan tellen, uit alle volken! Kinderen van Abraham en kinderen van hen die tot een volk hoorden wat God niet kende (Jesaja 55:5, Romeinen 10:18-20, 1 Petrus 2:10). Joden en heidenen, allemaal hadden ze het getuigenis gehoord en het met vreugde aangenomen.

“Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. 10 En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!” (Openbaring 7:9-10)

Ze hadden gehoord hoe het Lam geslacht was, hoe Christus verbrijzeld werd voor hun zonden. Met afkeer voor hun zonden hadden ze zich overgegeven aan dat Lam om Hem door de kracht van de Heilige Geest, te volgen in nieuwe gehoorzaamheid.

En nu verlost uit de strijd en stormen, verlost van de laatste zeerovers zullen ze eeuwig genieten van die overvloed aan blijdschap en liefelijkheden die in Zijn rechterhand zijn (Psalm 16:11). Ontelbare schatten zijn er te vinden daar aan de kust, levend water, een eeuwig feestmaal in de Heere Jezus zelf, ja, voor ieder die wil komen!

“Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.” (1 Korinthe 2:9)

Iedereen moet het horen!

Zoals we al gelezen hadden, zond de Heere Jezus al Zijn discipelen uit om te getuigen van wie Hij was en wat Hij gedaan had voor zondaren. De Heere wil het getuigenis van Zijn volgelingen gebruiken om ook jou te overtuigen! Want Zijn wonderen getuigen van zijn almacht en Zijn zondeloze leven van Zijn heiligheid en Zijn schuldloos sterven van Zijn onvoorstelbare opofferende liefde! Er is niemand zoals de Heere Jezus. Bij Hem moet je zijn. Johannes zegt:

“Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel  veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, 31 maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.” (Johannes 20:30-31)

Daarom schreef Johannes alles op, daarom kun jij nu lezen wie de Heere Jezus is en wat Hij deed, opdat jij gelooft dat Jezus de Christus is, de beloofde Redder en Koning, de Zoon van God en opdat jij, door te geloven zult leven! De Heere, de soevereine God, heeft het getuigen van Hem bestemd om mensen te overtuigen van Hem.

En het was niet alleen een opdracht, het was onvermijdelijk. Zijn volgelingen zouden getuigen, de Heilige Geest in hun hart drong hen daar toe, waar hun hart vol van zou worden, zou hun mond van overstromen in het getuigen van Hem:

“U zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.” (Handelingen 1:7-8)

En waar ze ook kwamen, hoe groot de vervolging ook was, ze spraken van Hem, zoals ook de vervolgde Christenen uit de gemeente van Jeruzalem:

“Zij dan die overal verspreid waren, trokken het land door en verkondigden het Woord.” (Handelingen 8:4)

Iedereen moet het horen!

De Heere Jezus zegt: “Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u.” (Johannes 20:21) Zo lief had God de wereld dat Hij Zijn Zoon zond en zo lief had Zijn Zoon de wereld dat Hij nu Zijn volgelingen zend. De soevereine God wil mensen gebruiken die Zijn getuigen van Zijn Woord opdat wie hoort zal geloven en gered zullen worden.

Ja, alle schepselen, alles wat ademt moet weten dat de Heere Jezus hen wil en kan redden: “En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. 16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.” (Markus 16:15-16)

Hij nodigt jou uit

Het lijkt onvoorstelbaar, je ziet je zonde en je weet hoe ver je van God bent afgedreven. Maar de Heere Jezus nodigt jou uit. Jij hoort het betrouwbare getuigenis, je leest het in de Evangeliën die geschreven zijn opdat je gelooft.

En Hij roept je:

“Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.” (Mattheüs 11:28)

“En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. 38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 39 (En dit zei Hij  over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden…)” (Johannes 7:37-39)

“Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. 36 Maar Ik heb u gezegd dat u Mij wel gezien hebt, en toch gelooft u niet. 37 Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen; en wie tot Mij komt, zal Ik beslist niet uitwerpen.” (Johannes 6:35-37)

“En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.” (Openbaring 22:17)

Wie je ook bent, wat je ook gedaan hebt, je mag naar de Heere Jezus toe komen om te drinken en te eten. Er is overvloed aan genade in Hem, voor de grootste van de zondaren. Of je je behoefte nu uitdrukt als vermoeidheid, honger of dorst, als je wil mag je komen! Je mag geloven, Hij zal je niet beschamen (1 Petrus 2:6)

Hij beveelt het je

Maar zijn uitnodiging om tot Hem te komen is niet alleen een uitnodiging die je zo je wilt naast je neer kunt leggen. Nee, het is een bevel. De Heere beveelt je, je kunt geen enkele reden, zelfs geen mooie theologische reden, verzinnen om niet op deze uitnodiging in te gaan.

“God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren, 31 en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan. 32 Toen zij nu over de opstanding van de doden hoorden, spotten sommigen daarmee. En anderen zeiden: Wij zullen u hierover nog wel eens horen. 33 En zo is Paulus uit hun midden weggegaan. 34 Maar sommige mannen sloten zich bij hem aan en geloofden. Onder hen was ook Dionysius de Areopagiet, en een vrouw van wie de naam Damaris was, en anderen met hen.” (Handelingen 17:30-34)

Dit is wat God jou vandaag verkondigd, de soevereine God vraagt dit van jou, op dit moment: Bekeer je! Keer je af van je zonden en geef je over aan de Heere Jezus om Hem te volgen. Hij is aangesteld om op een dag het oordeel uit te gieten over deze wereld. Hij alleen kan je nieuw leven geven na de dood, Hij alleen kan jouw levensscheepje veilig in de thuishaven brengen. En Hij wil het! Hij dringt er vandaag bij je op aan! Bekeer je!

Sluit je aan bij die mannen die Paulus geloofden, spot niet met zijn woorden. Geloof zijn woorden, keer je af van je zonde die je vermoeidheid, honger en dorst alleen maar groter maken en geef je over aan de Christus die je nu nog als Redder kunt ontvangen voordat je Hem als Rechter zult moeten ontmoeten!

Ook voor je omgeving

Het is voor jou! Hij nodigt je uit en Hij dwingt je om in te gaan, want Zijn huis moet vol worden, alle stoelen moeten bezet worden want er is een groot feestmaal gereed gemaakt (Lukas 14:23)! Alles is klaar voor jou, als je komt, als je gelooft. Het is volbracht!

Maar het is ook voor je vader en moeder, voor je hele familie, voor je vrienden, je klasgenoten, je collega’s, voor iedereen die je tegenkomt. De Heere belooft ook hen te vergeven wanneer zij het getuigenis van Hem gelovig aannemen, zich afkeren van hun zonde en zich overgeven aan de Heere Jezus om Hem te volgen.

De Heere wil ook jou, door de kracht van de Heilige Geest, gebruiken om Zijn getuige te zijn. Hij wil je gebruiken voor Zijn almachtige werk van redding in de mensen om je heen! Je mag het zaad overal strooien op de akker van deze wereld (Mattheüs 13:1-9, 18-23). Waar je ook komt, wie je ook tegenkomt, je mag ze allemaal vertellen over die liefdevolle Redder die straks terug zal komen als de Rechter.

O, wees voorzichtig met het zaad van het Woord, niet waar je het strooit, maar dat je het niet aanpast. Denk niet dat je God een handje kunt helpen als je het aanpast aan je theologische model of aan de voorkeuren van je omgeving. Wees niet bang om het Woord te geloven zoals het er staat en er van te getuigen zoals het er staat, of het nu zwaar klinkt, of ruim, het is Gods Woord. Dat zaad moet op de akker van de wereld gestrooid worden, strooi het wijd, strooi het ruim, strooi het vrij en overvloedig. De Heere zal vrucht geven!

Ja, op die akker, op die donkere levenszee bevinden zich nog miljoenen zielen die nog nooit een straaltje licht hebben gezien. Onwetend drijven ze af naar de rotsen van het oordeel waar ze eeuwig zullen vergaan.

Jij hebt het gehoord, je bent uitgenodigd, je mag naar de Heere Jezus komen, je moet naar de Heere Jezus komen, de Heere wil dat je leeft! “Zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, Ik vind geen vreugde in de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft!” (Ezechiël 33:11)

Zo waar als het is dat Hij leeft, zo waar is het dat Hij niet wil dat je verloren gaat, maar leeft! Keer je daarom van je zonde af en geef je over aan de Heere Jezus, drink van Hem, eet en rust. En ga dan, vol van Hem om van Hem te getuigen in een donkere wereld, in Zijn licht.

Ik hoorde Jezus’ zachte stem:
Kom, kom tot Mij en rust.
Leun aan mijn borst, vermoeide ziel,
Daar wordt uw leed gesust.
Ik kwam gevloden tot mijn Heer
Vermoeid door zondestrijd,
Ik vond in Hem mijn rust en vreê,
Nu ben ik gans verblijd.

Ik hoorde Jezus’ zachte stem:
“Zie, ’k geef aan zondaars vrij
Het levend water voor de ziel,
Drink nu, en leef in Mij.”
Ik kwam tot Jezus, en ik dronk
Uit ’s levens heilfontein:
Toen werd mijn zieledorst gelest,
Mijn hart vernieuwd en rein.

Ik hoorde Jezus’ zachte stem:
“Ik ben der wereld’s licht;
Zie nu op Mij, uw morgen daagt;
Geen nacht blijft meer in zicht.”
Ik zag op Jezus, en ik vond
In Hem mijn Ster en Zon:
Nu wandel ik steeds in Zijn licht,
Hij is mijn Levensbron.

Kijk naar de Bijbel

1. Waarom schreef Johannes alles op volgens Johannes 20:30-31?
Opdat ………………….. dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u,…………………….. het ………………………. zult hebben in Zijn Naam.
2a. Waartoe drong de Heilige Geest de eerste discipelen, volgens Handelingen 1:7?

2b. Waar zouden deze discipelen getuigen, volgens Handelingen 1:8?

3. Wat gebeurde er, volgens Handelingen 8:4, toen de eerste discipelen door vervolging verstrooid werden?

4. Wat drong de Heere Jezus in Johannes 20:21?

5a. Wat was de opdracht, volgens Markus 16:15?

5b. Tot wie moesten deze discipelen zich richten, volgens Markus 16:15?

5c. Wie worden daarop vervolgens zalig, volgens Markus 16:16?

6. Wie nodigt de Heere Jezus in Mattheüs 11:28?
Allen die ______________________

7a. Wie nodigt de Heere Jezus in Johannes 7:37?

7b. Wie ontvangen vervolgens de beloofde zegen, volgens Johannes 7:37?

8a. Aan wie biedt de Heere Jezus zich aan in Johannes 6:35a?

8b. Wat is het komen tot Jezus, volgens Johannes 6:35b?

8c. Wie komen er tot de Heere Jezus, volgens Johannes 6:36?

8d. Wie zullen er niet uitgeworpen worden volgens Johannes 6:36?

9. Wie worden er genodigd tot het levende water in Openbaring 22:17?
a. Hij die ………………………….
b. Hij die …………………………

10a. Tot wie komt het bevel in Handelingen 17:30-34?

11. Wat is Gods verlangen, volgens Lukas 14:23?

12a. Hoe reageerden de eerste genodigden voor de bruiloft, volgens Mattheüs 22:5?

12b. Wie worden er vervolgens genodigd volgens Mattheüs 22:9?

12c. Wie gaan er in op de uitnodiging, volgens Mattheüs 22:10?

12d. Waarmee kleden de genodigden zich volgens Openbaring 19:7-8? Zie ook Kolossenzen 3:12-14.

13. Wie zullen daar straks zijn volgens Openbaring 7:9-10?

14. Waar moet het Woord van het Evangelie gezaaid worden, volgens Mattheüs 13:1-9, 18-23?

15. Wat is Gods verlangen volgens Ezechiël 33:11?

Persoonlijke vragen

1. Geloof je het getuigenis van Johannes en de andere discipelen?

2. Hoe druk jij je behoefte aan de Heere Jezus uit?

3. Wie heeft jou wel eens het Evangelie verkondigd?

4. Aan wie kun jij het Evangelie verkondigen?

5. Welke aspecten van het Evangelie vind je moeilijk?

6. Als je de teksten, over de uitnodiging, in de Bijbel leest, vind je die dan ruim of zwaar en waarom?

Inhoudsopgave