Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. (2 Korinthe 12:9)
Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. (2 Korinthe 12:9)
Vorige week lazen we vooraf de geschiedenis van Josafat. Bedreigt door een groot leger, keerde hij zich niet tot menselijke middelen, maar tot God. In zijn nood, zijn zwakheid en zijn angst, had Hij de Heere nodig en de Heere kwam!
2 Kronieken 20:15
Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God.
Het gedeelte eindigt met de woorden:
2 Kronieken 20:29-30
Grote vrees voor God kwam over alle koninkrijken van de landen, toen zij hoorden dat de HEERE tegen de vijanden van Israël gestreden had, 30 en het koninkrijk van Josafat had rust, want zijn God gaf hem rust van rondom.
De Heere streed, en zij hadden rust. Broeders en zusters, dit is wat de Heere verlangd, Hij wil dat je niet bang bent en rust, terwijl Hij strijd, terwijl Hij overwinningen geeft!
Want deze God is onze God! Hij is ons deel ons zalig lot!
Deze God verkondig ik je vanmiddag, de God die sterk is als wij zwak zijn.
2 Korinthe 12:1-10
1 Te roemen is werkelijk niet gepast voor mij, want ik zal komen op verschijningen en openbaringen van de Heere. 2 Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. 3 En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – 4 dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken. 5 Over zo iemand zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet anders roemen dan in mijn zwakheden. 6 Want gesteld dat ik zou willen roemen, ik zal niet dwaas zijn; ik zal immers de waarheid spreken. Ik onthoud mij daar echter van, opdat niemand méér van mij denkt dan wat hij aan mij ziet of van mij hoort. 7 En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. 8 Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. 9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. 10 Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
De tweede brief van Paulus aan de broeders en zusters in het Griekse Korinthe, is een brief die Paulus na een hele moeilijke periode heeft geschreven. En die periode begon eigenlijk al toen Christus hem letterlijk stilzette en voor Hem van vijand in vriend veranderde.
Hij ontving Christus, maar verloor zijn aanzien, veiligheid en zelfs zichzelf. “Om Hem te kennen” En zo werd hij steeds heviger vervolgt en verdrukt, zo erg, dat hij aan zijn leven wanhoopte.
2 Korinthe 1:8
Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten.
En verderop in hoofdstuk 7 vertelt hij hoe zwaar het was in Macedonië.
2 Korinthe 7:5
Want ook toen wij in Macedonië gekomen waren, heeft ons vlees geen rust gehad, maar waren wij in alles verdrukt: van buiten waren er conflicten, van binnen vrees.
Maar in al deze zware omstandigheden, en zelfs in de angst, is hij blij, ja, overstelpt met blijdschap zoals het vorige vers zegt.
Hoe is dit mogelijk? Hoe doorsta jij de moeilijkheden? Van wie is jouw hulp en verwachting? Onthoud dit, wat de Heere voor Paulus deed, kan Hij voor jou doen! Deze God is onze God.
Hiervan wil de Heere je vandaag door dit gedeelte verzekeren.
1. De roem van Paulus
2. De zwakheid van Paulus
3. De genadekracht van God
1. De roem van Paulus
Eigenlijk is Paulus in deze hele brief aan het opscheppen, hij schept op over zijn zwakheden. Terwijl de wereld roemt in kracht, roemt hij in zijn zwakheid en behoefte, in zijn nood.
In het vorige hoofdstuk had hij opgesomd wat hij allemaal moest verduren, had had in gevangenissen gezeten, hij was geslagen en gegeseld, met een zweep en met een stok, gestenigd, schipbreuk geleden, vierentwintig uur dreef hij rond in volle zee, hij werd tegengehouden door rivieren, belaagd door rovers, door zijn volksgenoten bedreigd, en door de heidenen in gevaar gebracht. Overal waar hij kwam was hij in gevaar, of het nu in een stad was of in de woestijn. En erger nog, zelfs bedreigd door degenen die zich Christen noemden, valse broeders. Hele nachten bracht hij zonder slaap door, hij leed honger, dorst, kou en had soms helemaal geen kleren.
Zou jij met hem willen ruilen? Nee, hij heeft niks om over op te scheppen. Hij heeft niks om de wereld jaloers te maken.
Voor zichzelf wil hij in niets anders roemen dan in zijn zwakheden, maar hij kent iemand die heerlijke openbaringen en visioenen had gezien.
Paulus vertelt hoe er iemand was die de heerlijkheid van de hemel had gezien.
Vers 2
Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. 3 En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – 4 dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken.
Misschien was het Paulus zelf die zonder de aandacht op zichzelf te vestigen wil getuigen van deze heerlijke gebeurtenis, of misschien was het Stefanus die toen hij gestenigd werd, de Zoon des mensen zag staan in de hemel.
Handelingen 7:55-57
Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God. 56 En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God. 57 Maar zij riepen met luide stem, stopten hun oren dicht en stormden eensgezind op hem af.
De ongelovige Paulus die toen nog Saulus heette stond er bij, vol haat in Zijn hart, maar misschien was hij dit heerlijk getuigenis niet vergeten en roemt hij Stefanus. Hoe dan ook, hij wil in ieder geval niet dat we denken dat hij het over zichzelf had.
En even tussen door, als iemand zegt dat hij opgetrokken is in de hemel, Christus afschildert als een westerse blanke man, en zegt een boodschap te hebben van God, vlucht weg. Luister niet. Wat de hemel verbergt voor vlees en bloed mag niet uitgesproken worden. Het is niet geoorloofd, en onmogelijk. Onuitsprekelijk is de heerlijkheid van het paradijs wat op ons wacht.
Maar Paulus kende iemand die daar wel iets van gezien had, en hoewel we meegaan in zijn verlangen niet meer van hem te denken dan wat we van hem zien of horen, lijkt hij vervolgens toch te onthullen dat hij zelf zulke heerlijke dingen heeft gezien.
Vers 7
En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen.
De Heere had hem in ieder geval ook heerlijke dingen laten zien. Op de weg naar Damascus toen Christus zelf aan hem verscheen. Maar ook later, bemoedigde de Heere hem door een visioen:
Handelingen 18:9-10
En de Heere zei ’s nachts door een visioen tegen Paulus: Wees niet bevreesd, maar spreek en zwijg niet, 10 want Ik ben met u en niemand zal de hand aan u slaan om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad.
Zo spreekt de Heere, nog steeds! Geloof je dat? Hij openbaart heerlijke dingen, allereerst door Zijn Woord, en nooit in tegenspraak met Zijn Woord, maar ook door Zijn Geest.
Handelingen 2:7
Het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen.
Dat is de manier waarop de Heere ook nu gevangen kinderen in Gaza kan bereiken, en Hamasstrijders, en Joodse soldaten die Christus verwerpen. Bid daarvoor, dat de Heere zich openbaart zoals Hij zich aan Paulus openbaarde!
2. Paulus zwakheid
Maar Paulus was geneigd om hierdoor hoogmoedig te worden, om zich te verheffen. Dit zien we zo vaak, zeker in charismatische kringen. Een geest van hoogmoed die neerziet op anderen die geen dromen of visoenen krijgen, maar zeker ook in reformatorische kringen. Bedekte hoogmoed, achter een ernstig masker, bij hen die zo ver ingeleid zijn in de heilsgeheimen van de Heere dat ze jonge gelovigen, prille plantjes, verdrukken en eerder twijfel zaaien dan geloof.
Wat doet dit met jou? Alles wat je van de Heere gezien en geleerd hebt? Al je kennis en ervaringen met de Heere? Ik ben zelf zo geneigd om te denken dat het komt omdat ik het op een of andere manier verdiend heb, omdat ik goed bezig ben. Ik wil zo graag iets zijn.
Wat een genade, dat de Vader Zijn kinderen daarom kastijd. Dat Hij het toelaat dat de Satan ons met vuisten slaat.
Zo heeft God hem “een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen.”
Er is veel over deze doorn gezegd, sommigen geloven dat het een ziekte was, zoals migraine, die de Heere niet genas om hem klein te houden, anderen geloven dat dit slaat op de aanvallen van Satan zoals hij die daarvoor beschreven had en in het volgende vers samenvat als: smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden. Zeker, Satan had hierin de hand, Satan die als een brullende leeuw rondgaat om te zoeken wie hij kan verslinden.
Anderen geloven dat dit een zonde is die hij niet kon overwinnen, maar dat laatste gaat in tegen alles wat Paulus leert over heiliging en zijn, door niets te stoppen, streven naar volmaaktheid, “alsof hij het ook grijpen kon.” Nooit zal God zeggen, zondig maar door, mijn genade is genoeg! Zoals Paulus het zelf zegt, “zouden wij in de zonde blijven opdat de genade meer wordt?” Dat zij verre! Paulus spreekt over zwakheid, niet over zonde.
Wat die zwakheid dan ook precies is, voor mijzelf herken ik het werk van Satan wat de Heere gebruikt om mij klein te houden als ik weer eens hoogmoedig van alles wil doen maar vervolgens gespannen, met een steek in mijn borst, moet afremmen en erkennen dat ik niet alles kan en weet. Alsof een engel van Satan met zijn vuisten op mijn borst slaat.
Ik kan me niet voorstellen hoe hoogmoedig ik zou zijn als de Heere mij die doorn niet had gegeven, ik zou Hem zo makkelijk vergeten om alles zelf te gaan doen!
Herken je dat? Ik hoop niet die steken, maar wat dan ook in je leven, waardoor de Heere je van hoogmoed wil weerhouden?
Denk eens terug afgelopen week, misschien zie je geen doorn, maar denk eens aan al die tegenwerkingen. De momenten dat je gebed, je tijd met Hem in het Woord en je werk voor de Heere, tegengewerkt werd, daarin had Satan de hand! Je gaf je helemaal over aan Gods beloften, maar je kreeg het zwaar te verduren.
Maar! God gebruikt de aanvallen van Satan voor Zijn heiligende werk. Hij keert het ten goede. Hij slijpt je, Hij vormt je. Laat het je vernederen! Laat elke tegenslag je dringen naar God in het besef dat je het zelf gewoon niet kunt! Je kunt niet zonder Hem.
Ja, soms moeten we in de nood terecht komen! Soms brengt de Heere je in de nood, juist met dit doel om tot Hem te vluchten, om je te heiligen. Wordt niet opstandig, word niet ontmoedigd. Het is de hand van je goede, wijze Vader! Zoals Hebreeën het zegt: “Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.”
“God keert Zich tegen de hoogmoedigen” (1 Petrus 5:5). Hij haat het als we denken dat we sterk zijn en het zelf wel kunnen. Even lijkt dat misschien zo, maar uiteindelijk maken we het alleen maar erger, kijk maar om je heen in deze wereld. Als we het zelf denken te kunnen komt er uiteindelijk alleen maar meer ellende.
Hij wil dat we tot Hem vluchten! Hij leidt ons in moeilijke en soms gevaarlijke situatie waarin we Hem nodig hebben zodat Hij zijn kracht kan bewijzen! Want Hij is sterk! Hij is machtig.
2 Kronieken 16:9
Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem.
Daarom antwoord de Heere nadat Paulus drie keer gebeden had:
2 Korinthe 12:9
Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
3. De genadekracht van God
Wat een genade, dat God wil werken in en door zwakke mensen! Dat is onze enige hoop voor Ovezande. Dat Hij zwakke mensen wil gebruiken! Hij werkt als wij het niet meer kunnen. Hij wordt verheerlijkt als wij in nood zijn en al onze eigen middelen op moeten geven!
Broeders en zusters, hoe werk jij? In je eigen kracht? Dat is zo vermoeiend. Ik ken het, je raakt er overspannen van! Erken je zwakheid, het gaat misschien even goed, maar je zult het niet lang volhouden. Erken je zwakheid en verheerlijk God door je aan Hem alleen over te geven!
Daar is Zijn genade. Niet alleen reddende genade, maar ook zoals hier, onderhoudende genade. Genadekracht om Hem te volgen door de zwaarste stormen.
Deze vorm van genade bespreekt Paulus vaker in de brief aan de Korinthe, niet zozeer als een onverdiende gunst van God aan zondaren, maar nu ook als een gekochte zegen van Christus die Hij uitdeelt aan vergeven zondaren. Genadegaven om te dienen.
Zo zei Paulus het eerder in deze brief:
2 Korinthe 9:8
En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk.
Genade, om altijd genoeg te hebben en overvloedig te zijn in elk goed werk! O, de Heere wil zoveel meer geven dan alleen redding, Hij wil je heiligen, door moeilijkheden en zwakheden heen.
1 Korinthe 15:10
Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is.
Gods genade voldoet om je sterk te maken voor overvloedig werk onder de moeilijkste omstandigheden!
Vers 9b
Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
Daarom roemt Paulus in zijn zwakheden, daarom is Hij blij, overstelpt met blijdschap in verdrukkingen, omdat Hij merkt en weet dat Gods genadekracht bij Hem is. Christus is bij Hem. Christus kracht, Zijn opstandingskracht, woont in hem. En daarom is het heerlijker om met Christus door het vuur en door het water te moeten, dan zonder Christus een schijnbaar veilig leven te leiden.
Wees niet bang om in de nood terecht te komen, om Christus’ wil. God zelf is daar. Dichtbij je, met Zijn genadekracht.
Kinderen, het stormde donderdag. Overal lagen bladeren en takken. Maar, weet je, jullie houden wel van biologie, juist omdat er soms door een storm dode takken worden afgerukt, kunnen de andere takken beter groeien. Daarom is een storm soms juist goed! Hoe heviger de storm, hoe meer dode takken afgerukt worden en hoe meer het vocht vanuit de wortels naar de goeie takken kan stromen.
Als er daarom iets moeilijks gebeurt in je leven wil de Heere dat gebruiken om alle dode zonden uit je leven te doen zodat Zijn kracht liefde in je zal laten groeien!
Geef je maar over aan Gods genadekracht, aan Zijn macht. Dan geeft het niet als je met Paulus door moeilijkheden moet!
Vers 10
Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Nogmaals, dit gaat niet over zonden. “Ach, we zijn nu eenmaal zwak.” We zondigen niet om Christus wil. Dit gaat over aanvallen van Satan, verdrukking van buitenaf, smadelijke behandelingen, noden, vervolgingen en benauwdheden om Christus’ wil, waardoor er zeker ook vanbinnen vrees kan komen, maar hierin is Christus zelf. God gebruikt dit om je klein te houden, dichtbij Hem.
Broeders en zusters, dan zijn we machtig! Hoeveel genadekracht veronachtzamen we, door het zelf te proberen! Stop daarmee, geef je over aan de stroom van Gods genadige voorzienigheid. Hij zal voorzien, je hoeft er zelf niet voor te strijden. Zijn genade is genoeg, wees tevreden met Zijn genadekracht, dan ben je machtig!
Dan zul je in smadelijke behandelingen en noden, in Ovezande, Limburg, of thuis overwinnen en overstelpt worden met vreugde door de God van alle genade.
En wat er ook komt, de Heere leidt je niet waar Zijn genade je niet kan onderhouden! In al je zwakheid is Zijn genadekracht is genoeg, toereikend, voldoende om je erdoor heen te trekken.
Maar misschien ken je Zijn genade nog niet, ook niet Zijn reddende genade. Misschien wacht je tot de Heere je in de nood brengt voor je je aan Hem over durft te geven.
Wacht dan niet tot je je nood genoeg voelt. Je bent in nood! Het oordeel wacht, zonder Christus zul je voor de rechterstoel bezwijken. Niets van je eigen kracht, niets van je eigen gerechtigheid, helemaal niets kan je beschermen tegen Gods toorn. Je zonden verzwakken je. Je zonden maken het onmogelijk om voor Hem te staan, je knieën zullen knikken, je zult vallen en vergaan!
In zwakheid is Zijn genade genoeg. Maar jouw zonden is geen zielige zwakte. Het is moedwillige opstand tegen een heilige God. Hoe moet dat dan? Luister naar Gods Woord voor jou vanmiddag in Romeinen 5:20: “Waar de zonde is toegenomen, daar is de genade meer dan overvloedig geweest.”
In je zwakheid is Zijn genade genoeg, maar in je zonde is Zijn genade meer dan genoeg. Hoe veel ook je zonden, Zijn genade is meer!
Ontvang Zijn genade, weersta Hem niet, erken je zwakheid en erken je zonde, geef je over aan Hem!
Er is genade genoeg, voor de grootste van de zondaren, en er is genade genoeg om Hem te volgen door verdrukking en lijden heen. Hij blijft geven, genade op genade. Het blijft stromen, werp je in die stroom!
Johannes 1:17
En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.
Mijn dagboekstukje ging hier gisteren over: Geloof slechts Zijn toezegging, leg beslag op Zijn Woord. Wat gij niet kunt, vermag Hij! Oog en hart slechts hemelwaarts geheven. Gemeenschap met Hem, de Almachtige en Genadige, zal dan onze sterkte zijn. Kracht van boven zal afdalen in onze zielen, met moed en ijver ons vervullen. Gewisselijk, onze arbeid zal niet ijdel zijn in de Heere. Hij, Uw barmhartige Hogepriester leeft. Hoe meer gij zijn hulp nodig hebt, en deze door u gevraagd wordt, des te meer zal zij u geschonken worden, wanneer gij ze behoeft. De Heer vermeerdert juist dan Zijn genade, als gij ze nodig hebt. Hij geeft kracht naar kruis. Waar lijden is, daar is troost, waar troost is, daar is genade. Juist dan, wanneer gij zulks het meest behoeft, zal Zijn kracht in u worden volbracht. Maak daarom uit uw gevoel in gewone tijden niet op, dat gij in buitengewone omstandigheden zoudt moeten bezwijken. Vraag alleen: Waartoe roept mij de Heer? En wees verzekerd, dat gij, zijne roeping volgende, alle dingen vermoogt door Christus die U kracht geeft.
Wees daarom blij als je afgebracht wordt van al je aardse middelen, heb daar met Paulus een behagen in, roem daarin want je weet nog half niet hoe machtig je zult zijn als je het zelf opgeeft en je overgeeft aan de Almachtige God die overstroomt van genade en zich sterk wil bewijzen! Josafat heeft het gezien toen hij aangevallen werd, Jozef in de put, Daniel in de leeuwenkuil, Paulus heeft het gezien in al Zijn verdrukkingen, en zoveel anderen die na hen Christus volgden, met een kruis op de rug. Er is genade genoeg, voor deze week, als de Satan je hoe dan ook aanvalt, Christus genadekracht onderhoudt je. Hij zal in jouw zwakheid Zijn kracht bewijzen. Steeds weer.
De genade van de Heere Jezus Christus zij met u.
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer!
Vorige week lazen we vooraf de geschiedenis van Josafat. Bedreigt door een groot leger, keerde hij zich niet tot menselijke middelen, maar tot God. In zijn nood, zijn zwakheid en zijn angst, had Hij de Heere nodig en de Heere kwam!
2 Kronieken 20:15
Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God.
Het gedeelte eindigt met de woorden:
2 Kronieken 20:29-30
Grote vrees voor God kwam over alle koninkrijken van de landen, toen zij hoorden dat de HEERE tegen de vijanden van Israël gestreden had, 30 en het koninkrijk van Josafat had rust, want zijn God gaf hem rust van rondom.
De Heere streed, en zij hadden rust. Broeders en zusters, dit is wat de Heere verlangd, Hij wil dat je niet bang bent en rust, terwijl Hij strijd, terwijl Hij overwinningen geeft!
Want deze God is onze God! Hij is ons deel ons zalig lot!
Deze God verkondig ik je vanmiddag, de God die sterk is als wij zwak zijn.
2 Korinthe 12:1-10
1 Te roemen is werkelijk niet gepast voor mij, want ik zal komen op verschijningen en openbaringen van de Heere. 2 Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. 3 En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – 4 dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken. 5 Over zo iemand zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet anders roemen dan in mijn zwakheden. 6 Want gesteld dat ik zou willen roemen, ik zal niet dwaas zijn; ik zal immers de waarheid spreken. Ik onthoud mij daar echter van, opdat niemand méér van mij denkt dan wat hij aan mij ziet of van mij hoort. 7 En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. 8 Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. 9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. 10 Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
De tweede brief van Paulus aan de broeders en zusters in het Griekse Korinthe, is een brief die Paulus na een hele moeilijke periode heeft geschreven. En die periode begon eigenlijk al toen Christus hem letterlijk stilzette en voor Hem van vijand in vriend veranderde.
Hij ontving Christus, maar verloor zijn aanzien, veiligheid en zelfs zichzelf. “Om Hem te kennen” En zo werd hij steeds heviger vervolgt en verdrukt, zo erg, dat hij aan zijn leven wanhoopte.
2 Korinthe 1:8
Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten.
En verderop in hoofdstuk 7 vertelt hij hoe zwaar het was in Macedonië.
2 Korinthe 7:5
Want ook toen wij in Macedonië gekomen waren, heeft ons vlees geen rust gehad, maar waren wij in alles verdrukt: van buiten waren er conflicten, van binnen vrees.
Maar in al deze zware omstandigheden, en zelfs in de angst, is hij blij, ja, overstelpt met blijdschap zoals het vorige vers zegt.
Hoe is dit mogelijk? Hoe doorsta jij de moeilijkheden? Van wie is jouw hulp en verwachting? Onthoud dit, wat de Heere voor Paulus deed, kan Hij voor jou doen! Deze God is onze God.
Hiervan wil de Heere je vandaag door dit gedeelte verzekeren.
1. De roem van Paulus
2. De zwakheid van Paulus
3. De genadekracht van God
1. De roem van Paulus
Eigenlijk is Paulus in deze hele brief aan het opscheppen, hij schept op over zijn zwakheden. Terwijl de wereld roemt in kracht, roemt hij in zijn zwakheid en behoefte, in zijn nood.
In het vorige hoofdstuk had hij opgesomd wat hij allemaal moest verduren, had had in gevangenissen gezeten, hij was geslagen en gegeseld, met een zweep en met een stok, gestenigd, schipbreuk geleden, vierentwintig uur dreef hij rond in volle zee, hij werd tegengehouden door rivieren, belaagd door rovers, door zijn volksgenoten bedreigd, en door de heidenen in gevaar gebracht. Overal waar hij kwam was hij in gevaar, of het nu in een stad was of in de woestijn. En erger nog, zelfs bedreigd door degenen die zich Christen noemden, valse broeders. Hele nachten bracht hij zonder slaap door, hij leed honger, dorst, kou en had soms helemaal geen kleren.
Zou jij met hem willen ruilen? Nee, hij heeft niks om over op te scheppen. Hij heeft niks om de wereld jaloers te maken.
Voor zichzelf wil hij in niets anders roemen dan in zijn zwakheden, maar hij kent iemand die heerlijke openbaringen en visioenen had gezien.
Paulus vertelt hoe er iemand was die de heerlijkheid van de hemel had gezien.
Vers 2
Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. 3 En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – 4 dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken.
Misschien was het Paulus zelf die zonder de aandacht op zichzelf te vestigen wil getuigen van deze heerlijke gebeurtenis, of misschien was het Stefanus die toen hij gestenigd werd, de Zoon des mensen zag staan in de hemel.
Handelingen 7:55-57
Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God. 56 En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God. 57 Maar zij riepen met luide stem, stopten hun oren dicht en stormden eensgezind op hem af.
De ongelovige Paulus die toen nog Saulus heette stond er bij, vol haat in Zijn hart, maar misschien was hij dit heerlijk getuigenis niet vergeten en roemt hij Stefanus. Hoe dan ook, hij wil in ieder geval niet dat we denken dat hij het over zichzelf had.
En even tussen door, als iemand zegt dat hij opgetrokken is in de hemel, Christus afschildert als een westerse blanke man, en zegt een boodschap te hebben van God, vlucht weg. Luister niet. Wat de hemel verbergt voor vlees en bloed mag niet uitgesproken worden. Het is niet geoorloofd, en onmogelijk. Onuitsprekelijk is de heerlijkheid van het paradijs wat op ons wacht.
Maar Paulus kende iemand die daar wel iets van gezien had, en hoewel we meegaan in zijn verlangen niet meer van hem te denken dan wat we van hem zien of horen, lijkt hij vervolgens toch te onthullen dat hij zelf zulke heerlijke dingen heeft gezien.
Vers 7
En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen.
De Heere had hem in ieder geval ook heerlijke dingen laten zien. Op de weg naar Damascus toen Christus zelf aan hem verscheen. Maar ook later, bemoedigde de Heere hem door een visioen:
Handelingen 18:9-10
En de Heere zei ’s nachts door een visioen tegen Paulus: Wees niet bevreesd, maar spreek en zwijg niet, 10 want Ik ben met u en niemand zal de hand aan u slaan om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad.
Zo spreekt de Heere, nog steeds! Geloof je dat? Hij openbaart heerlijke dingen, allereerst door Zijn Woord, en nooit in tegenspraak met Zijn Woord, maar ook door Zijn Geest.
Handelingen 2:7
Het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen.
Dat is de manier waarop de Heere ook nu gevangen kinderen in Gaza kan bereiken, en Hamasstrijders, en Joodse soldaten die Christus verwerpen. Bid daarvoor, dat de Heere zich openbaart zoals Hij zich aan Paulus openbaarde!
2. Paulus zwakheid
Maar Paulus was geneigd om hierdoor hoogmoedig te worden, om zich te verheffen. Dit zien we zo vaak, zeker in charismatische kringen. Een geest van hoogmoed die neerziet op anderen die geen dromen of visoenen krijgen, maar zeker ook in reformatorische kringen. Bedekte hoogmoed, achter een ernstig masker, bij hen die zo ver ingeleid zijn in de heilsgeheimen van de Heere dat ze jonge gelovigen, prille plantjes, verdrukken en eerder twijfel zaaien dan geloof.
Wat doet dit met jou? Alles wat je van de Heere gezien en geleerd hebt? Al je kennis en ervaringen met de Heere? Ik ben zelf zo geneigd om te denken dat het komt omdat ik het op een of andere manier verdiend heb, omdat ik goed bezig ben. Ik wil zo graag iets zijn.
Wat een genade, dat de Vader Zijn kinderen daarom kastijd. Dat Hij het toelaat dat de Satan ons met vuisten slaat.
Zo heeft God hem “een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen.”
Er is veel over deze doorn gezegd, sommigen geloven dat het een ziekte was, zoals migraine, die de Heere niet genas om hem klein te houden, anderen geloven dat dit slaat op de aanvallen van Satan zoals hij die daarvoor beschreven had en in het volgende vers samenvat als: smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden. Zeker, Satan had hierin de hand, Satan die als een brullende leeuw rondgaat om te zoeken wie hij kan verslinden.
Anderen geloven dat dit een zonde is die hij niet kon overwinnen, maar dat laatste gaat in tegen alles wat Paulus leert over heiliging en zijn, door niets te stoppen, streven naar volmaaktheid, “alsof hij het ook grijpen kon.” Nooit zal God zeggen, zondig maar door, mijn genade is genoeg! Zoals Paulus het zelf zegt, “zouden wij in de zonde blijven opdat de genade meer wordt?” Dat zij verre! Paulus spreekt over zwakheid, niet over zonde.
Wat die zwakheid dan ook precies is, voor mijzelf herken ik het werk van Satan wat de Heere gebruikt om mij klein te houden als ik weer eens hoogmoedig van alles wil doen maar vervolgens gespannen, met een steek in mijn borst, moet afremmen en erkennen dat ik niet alles kan en weet. Alsof een engel van Satan met zijn vuisten op mijn borst slaat.
Ik kan me niet voorstellen hoe hoogmoedig ik zou zijn als de Heere mij die doorn niet had gegeven, ik zou Hem zo makkelijk vergeten om alles zelf te gaan doen!
Herken je dat? Ik hoop niet die steken, maar wat dan ook in je leven, waardoor de Heere je van hoogmoed wil weerhouden?
Denk eens terug afgelopen week, misschien zie je geen doorn, maar denk eens aan al die tegenwerkingen. De momenten dat je gebed, je tijd met Hem in het Woord en je werk voor de Heere, tegengewerkt werd, daarin had Satan de hand! Je gaf je helemaal over aan Gods beloften, maar je kreeg het zwaar te verduren.
Maar! God gebruikt de aanvallen van Satan voor Zijn heiligende werk. Hij keert het ten goede. Hij slijpt je, Hij vormt je. Laat het je vernederen! Laat elke tegenslag je dringen naar God in het besef dat je het zelf gewoon niet kunt! Je kunt niet zonder Hem.
Ja, soms moeten we in de nood terecht komen! Soms brengt de Heere je in de nood, juist met dit doel om tot Hem te vluchten, om je te heiligen. Wordt niet opstandig, word niet ontmoedigd. Het is de hand van je goede, wijze Vader! Zoals Hebreeën het zegt: “Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.”
“God keert Zich tegen de hoogmoedigen” (1 Petrus 5:5). Hij haat het als we denken dat we sterk zijn en het zelf wel kunnen. Even lijkt dat misschien zo, maar uiteindelijk maken we het alleen maar erger, kijk maar om je heen in deze wereld. Als we het zelf denken te kunnen komt er uiteindelijk alleen maar meer ellende.
Hij wil dat we tot Hem vluchten! Hij leidt ons in moeilijke en soms gevaarlijke situatie waarin we Hem nodig hebben zodat Hij zijn kracht kan bewijzen! Want Hij is sterk! Hij is machtig.
2 Kronieken 16:9
Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem.
Daarom antwoord de Heere nadat Paulus drie keer gebeden had:
2 Korinthe 12:9
Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
3. De genadekracht van God
Wat een genade, dat God wil werken in en door zwakke mensen! Dat is onze enige hoop voor Ovezande. Dat Hij zwakke mensen wil gebruiken! Hij werkt als wij het niet meer kunnen. Hij wordt verheerlijkt als wij in nood zijn en al onze eigen middelen op moeten geven!
Broeders en zusters, hoe werk jij? In je eigen kracht? Dat is zo vermoeiend. Ik ken het, je raakt er overspannen van! Erken je zwakheid, het gaat misschien even goed, maar je zult het niet lang volhouden. Erken je zwakheid en verheerlijk God door je aan Hem alleen over te geven!
Daar is Zijn genade. Niet alleen reddende genade, maar ook zoals hier, onderhoudende genade. Genadekracht om Hem te volgen door de zwaarste stormen.
Deze vorm van genade bespreekt Paulus vaker in de brief aan de Korinthe, niet zozeer als een onverdiende gunst van God aan zondaren, maar nu ook als een gekochte zegen van Christus die Hij uitdeelt aan vergeven zondaren. Genadegaven om te dienen.
Zo zei Paulus het eerder in deze brief:
2 Korinthe 9:8
En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk.
Genade, om altijd genoeg te hebben en overvloedig te zijn in elk goed werk! O, de Heere wil zoveel meer geven dan alleen redding, Hij wil je heiligen, door moeilijkheden en zwakheden heen.
1 Korinthe 15:10
Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is.
Gods genade voldoet om je sterk te maken voor overvloedig werk onder de moeilijkste omstandigheden!
Vers 9b
Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
Daarom roemt Paulus in zijn zwakheden, daarom is Hij blij, overstelpt met blijdschap in verdrukkingen, omdat Hij merkt en weet dat Gods genadekracht bij Hem is. Christus is bij Hem. Christus kracht, Zijn opstandingskracht, woont in hem. En daarom is het heerlijker om met Christus door het vuur en door het water te moeten, dan zonder Christus een schijnbaar veilig leven te leiden.
Wees niet bang om in de nood terecht te komen, om Christus’ wil. God zelf is daar. Dichtbij je, met Zijn genadekracht.
Kinderen, het stormde donderdag. Overal lagen bladeren en takken. Maar, weet je, jullie houden wel van biologie, juist omdat er soms door een storm dode takken worden afgerukt, kunnen de andere takken beter groeien. Daarom is een storm soms juist goed! Hoe heviger de storm, hoe meer dode takken afgerukt worden en hoe meer het vocht vanuit de wortels naar de goeie takken kan stromen.
Als er daarom iets moeilijks gebeurt in je leven wil de Heere dat gebruiken om alle dode zonden uit je leven te doen zodat Zijn kracht liefde in je zal laten groeien!
Geef je maar over aan Gods genadekracht, aan Zijn macht. Dan geeft het niet als je met Paulus door moeilijkheden moet!
Vers 10
Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Nogmaals, dit gaat niet over zonden. “Ach, we zijn nu eenmaal zwak.” We zondigen niet om Christus wil. Dit gaat over aanvallen van Satan, verdrukking van buitenaf, smadelijke behandelingen, noden, vervolgingen en benauwdheden om Christus’ wil, waardoor er zeker ook vanbinnen vrees kan komen, maar hierin is Christus zelf. God gebruikt dit om je klein te houden, dichtbij Hem.
Broeders en zusters, dan zijn we machtig! Hoeveel genadekracht veronachtzamen we, door het zelf te proberen! Stop daarmee, geef je over aan de stroom van Gods genadige voorzienigheid. Hij zal voorzien, je hoeft er zelf niet voor te strijden. Zijn genade is genoeg, wees tevreden met Zijn genadekracht, dan ben je machtig!
Dan zul je in smadelijke behandelingen en noden, in Ovezande, Limburg, of thuis overwinnen en overstelpt worden met vreugde door de God van alle genade.
En wat er ook komt, de Heere leidt je niet waar Zijn genade je niet kan onderhouden! In al je zwakheid is Zijn genadekracht is genoeg, toereikend, voldoende om je erdoor heen te trekken.
Maar misschien ken je Zijn genade nog niet, ook niet Zijn reddende genade. Misschien wacht je tot de Heere je in de nood brengt voor je je aan Hem over durft te geven.
Wacht dan niet tot je je nood genoeg voelt. Je bent in nood! Het oordeel wacht, zonder Christus zul je voor de rechterstoel bezwijken. Niets van je eigen kracht, niets van je eigen gerechtigheid, helemaal niets kan je beschermen tegen Gods toorn. Je zonden verzwakken je. Je zonden maken het onmogelijk om voor Hem te staan, je knieën zullen knikken, je zult vallen en vergaan!
In zwakheid is Zijn genade genoeg. Maar jouw zonden is geen zielige zwakte. Het is moedwillige opstand tegen een heilige God. Hoe moet dat dan? Luister naar Gods Woord voor jou vanmiddag in Romeinen 5:20: “Waar de zonde is toegenomen, daar is de genade meer dan overvloedig geweest.”
In je zwakheid is Zijn genade genoeg, maar in je zonde is Zijn genade meer dan genoeg. Hoe veel ook je zonden, Zijn genade is meer!
Ontvang Zijn genade, weersta Hem niet, erken je zwakheid en erken je zonde, geef je over aan Hem!
Er is genade genoeg, voor de grootste van de zondaren, en er is genade genoeg om Hem te volgen door verdrukking en lijden heen. Hij blijft geven, genade op genade. Het blijft stromen, werp je in die stroom!
Johannes 1:17
En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.
Mijn dagboekstukje ging hier gisteren over: Geloof slechts Zijn toezegging, leg beslag op Zijn Woord. Wat gij niet kunt, vermag Hij! Oog en hart slechts hemelwaarts geheven. Gemeenschap met Hem, de Almachtige en Genadige, zal dan onze sterkte zijn. Kracht van boven zal afdalen in onze zielen, met moed en ijver ons vervullen. Gewisselijk, onze arbeid zal niet ijdel zijn in de Heere. Hij, Uw barmhartige Hogepriester leeft. Hoe meer gij zijn hulp nodig hebt, en deze door u gevraagd wordt, des te meer zal zij u geschonken worden, wanneer gij ze behoeft. De Heer vermeerdert juist dan Zijn genade, als gij ze nodig hebt. Hij geeft kracht naar kruis. Waar lijden is, daar is troost, waar troost is, daar is genade. Juist dan, wanneer gij zulks het meest behoeft, zal Zijn kracht in u worden volbracht. Maak daarom uit uw gevoel in gewone tijden niet op, dat gij in buitengewone omstandigheden zoudt moeten bezwijken. Vraag alleen: Waartoe roept mij de Heer? En wees verzekerd, dat gij, zijne roeping volgende, alle dingen vermoogt door Christus die U kracht geeft.
Wees daarom blij als je afgebracht wordt van al je aardse middelen, heb daar met Paulus een behagen in, roem daarin want je weet nog half niet hoe machtig je zult zijn als je het zelf opgeeft en je overgeeft aan de Almachtige God die overstroomt van genade en zich sterk wil bewijzen! Josafat heeft het gezien toen hij aangevallen werd, Jozef in de put, Daniel in de leeuwenkuil, Paulus heeft het gezien in al Zijn verdrukkingen, en zoveel anderen die na hen Christus volgden, met een kruis op de rug. Er is genade genoeg, voor deze week, als de Satan je hoe dan ook aanvalt, Christus genadekracht onderhoudt je. Hij zal in jouw zwakheid Zijn kracht bewijzen. Steeds weer.
De genade van de Heere Jezus Christus zij met u.
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer!
Deze preek is gehouden op 5 november 2023 in De Levensboom in Ovezande.