En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. (Mattheüs 28:18)

En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. (Mattheüs 28:18)


Hoe moeten we dit virus zien? Ik zal de vraag die gesteld werd proberen te beantwoorden met een open Bijbel. Maar voor ik dat doe, wil ik zeggen dat ik dit moeilijk vind. Want aan de ene kant wil ik mensen helpen om klaar te zijn voor lijden door hen te leren wat de Bijbel zegt over lijden. Aan de andere kant wil ik die theologie fysiek en emotioneel uitleven wanneer iemand lijdt. Nu sterven er duizenden mensen en dat betekent dat er honderduizenden mensen rouwen. Daarom kan wat ik zeg voor sommigen niet op het juiste moment komen. Want als ik je persoonlijk zou spreken zou ik beter kunnen onderscheiden of het de tijd is om te spreken of niet.

Niets en niemand is sterker dan Jezus

Met dat voorwoord wil ik nu proberen om je te laten zien hoe we dit dodelijke virus moeten zien. Laten we beginnen met een historisch feit en een duidelijk Bijbels feit. Het historische feit is dat op de dag van de Heere, zondag 26 december 2004, meer dan 200.000 mensen gedood werden door een tsunami in de Indische Oceaan. Hele kerken die samengekomen waren om God te aanbidden werden weggevaagd in de dood. Dit is een historisch feit. Dit soort dingen gebeuren met Christenen al zo lang er Christenen zijn.

Nu het Bijbelse feit, Markus 4:41, “…zelfs de wind en de zee [zijn Hem] gehoorzaam…” Dat is vandaag nog net zo waar als toen. Want, “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.” (Hebreeën 13:8)

Als we deze twee feiten dus samenvoegen — het historische en Bijbelse feit — krijgen we deze waarheid: Jezus had deze natuurramp kunnen stoppen en Hij deed dat niet. Aangezien Hij altijd doet wat goed, wijs en rechtvaardig is, had Hij een wijs en goed doel met deze dodelijke ramp.

Daarom wil ik hetzelfde zeggen over het coronavirus. Jezus heeft alle kennis en gezag over de natuurlijke en bovennatuurlijke krachten in deze wereld. Hij weet precies waar het virus begonnen is en Hij weet waar precies waar het naartoe gaat. Hij heeft alle macht om het in bedwang te houden of los te laten. En dat is wat er gebeurt. Zonde noch Satan, ziekte nog sabotage zijn sterker dan Jezus. Hij wordt nooit in een hoek gedreven; Hij wordt nooit gedwongen om iets te tolereren wat Hij niet wil. “Maar de raad van de HEERE bestaat voor eeuwig, de gedachten van Zijn hart bestaan van generatie op generatie.” (Psalm 33:11)

“Ik weet dat U alles vermag,” zegt Job, “en geen plan is onmogelijk voor U.” (Job 42:2) Het is dus niet de vraag of Jezus alle rampen en ziekten in de wereld overziet, inperkt, leidt en daarover heerst of niet. Dat doet Hij, inclusief hun zondige en satanische dimensies. De vraag is, met onze Bijbel open, hoe we dit virus moeten zien.

Hier zijn vier Bijbelse werkelijkheden die we kunnen gebruiken als bouwstenen in onze poging om dit virus te begrijpen.

1. Onderworpen aan zinloosheid

Toen de zonde door Adam en Eva de wereld binnenkwam, bepaalde God dat de geschapen orde, inclusief onze fysieke lichamen, als mensen geschapen naar Zijn beeld, verderf en zinloosheid zou ondervinden en dat alles wat leeft zou sterven.

Christenen, gered door het Evangelie van Gods genade, ontsnappen niet aan dit fysieke verderf, deze zinloosheid en dood. De grond voor dit punt is Romeinen 8:20-23:

Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wij zelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.

Er komt een dag waarop de hele schepping bevrijdt zal worden van deze slavernij van ziekte, rampen en dood, om de vrijheid te ontvangen van de heerlijkheid van Gods kinderen. Tot die tijd zuchten Christenen met heel de schepping. — Paulus zegt, “maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de geest hebben…” We delen in het bederf en de zinloosheid, de ziekten, rampen en dood, terwijl we wachten met gezamenlijk zuchten voor de verlossing van ons lichaam (bij de opstanding).

Het verschil voor Christenen, die hun vertrouwen op Christus stellen, is dat onze ervaring van dit verderf geen veroordeling is. Romeinen 8:1 zegt, “Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn…” De pijn die wij ervaren is zuiverend, niet bestraffend. “Want God heeft ons niet bestemd tot toorn…” (1 Thessalonicenzen 5:9). We sterven aan ziekten zoals iedereen. Niet noodzakelijkerwijs vanwege een specifieke zonde — dat is erg belangrijk. We sterven zoals alle andere mensen vanwege de val. Maar voor hen die in Christus zijn is de prikkel weggenomen (1 Korinthe 15:55). Dat was de eerst bouwsteen.

2. Ziekte als genade

Soms maakt God Zijn volk ziek als een reinigend en reddend oordeel, wat geen veroordeling is maar een daad van genade om ons te behouden. Dit is gebaseerd op 1 Korinthe 11:29–32. Die tekst gaat over het misbruiken van het Avondmaal, maar het principe is breder.

_Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt. Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen. Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, worden wij door de Heere bestraft, opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden._

Laat dat tot je doordringen. De Heere Jezus neemt het leven van Zijn dierbaren door zwakheid en ziekte — dit zijn dezelfde woorden die gebruikt worden om de zwakheden en ziekten te omschrijven die Jezus geneest in Zijn leven op aarde (Mattheüs 4:23; 8:17; 14:14) — en Hij brengt ze naar de hemel. Hij brengt ze naar de hemel vanwege de het pad van zonde waar ze zich op bevonden. Hij snijdt hun pas af en red hen ervan. Niet om hen te straffen maar om hen te redden.

Met andere woorden, sommigen van ons sterven door ziekte “opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden” (vers 32). Als Hij dat kan doen voor een paar dierbaren in Korinthe, kan Hij dat voor velen doen, ook door het coronavirus. En niet allen vanwege het misbruiken van het Avondmaal, maar ook voor allerlei andere zondige paden — al is niet ieder sterfgeval te verbinden een specifieke zonde. Dat is de tweede bouwsteen.

3. Ziekte als oordeel

Soms gebruikt God ziekte om een specifiek oordeel te brengen over degenen die Hem verwerpen en zichzelf overgeven aan de zonde. Ik zal twee voorbeelden geven. In Handelingen 12 verhief Herodes zich door zich god te laten noemen. “En onmiddellijk sloeg een engel van de Heere hem, omdat hij God de eer niet gaf; en hij werd door de wormen gegeten en gaf de geest.” Dat kan God doen met iedereen die zichzelf verheft. Dit betekent dat het ons zou moeten verbazen dat niet meer van onze leiders dood neervallen vanwege hun arrogantie. Dat is pure algemene genade.

Een ander voorbeeld is de zonde van homoseksuele gemeenschap. Romeinen 1:27 zegt, “En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.” Dat is een voorbeeld van de toorn van God in Romeinen 1:18, “Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken.” Dat is de derde bouwsteen. God kan en zal daadwerkelijk ziekte gebruiken als oordeel over hen die Hem en Zijn wegen verwerpen.

4. Gods donderslag

Alle natuurrampen — of het nu gaat om overstromingen, hongersnoden, sprinkhanen, tsunami’s of ziekten — zijn een donderklap van Gods genade temidden van oordeel waarmee Hij iedereen overal oproept om zich te bekeren en hun leven, door genade, in lijn te brengen met de oneindige waarde van Gods heerlijkheid. De grond voor deze bouwsteen is Lukas 13:1–5. Pilatus had aanbidders in de tempel afgeslacht en een toren stortte in en doodde achttien omstanders. En de menigte wil van Jezus weten hoe ze dit moeten zien, zoals die vraag aan mij gesteld werd. “Vertel ons hoe we dat moeten zien, Jezus. Hoe denkt U over natuurrampen en deze gruwelen? Deze mensen stonden daar gewoon en nu leven ze niet meer.”

Dit is Jezus antwoord, “…die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.”

Dat is de boodschap van Jezus aan de wereld op dit moment in de geschiedenis, onder het coronavirus — een boodschap voor ieder mens. Voor mij, voor jou, voor iedereen die dit leest en voor iedere heerser op deze planeet. Iedereen die hierover hoort, ontvangt een boodschap van God als een donderslag: “Bekeer je.” Bekeer je en zoek Gods genade om je leven in lijn te brengen met Zijn oneindige waarde.

Hoe moeten we dit virus zien? Ik zal de vraag die gesteld werd proberen te beantwoorden met een open Bijbel. Maar voor ik dat doe, wil ik zeggen dat ik dit moeilijk vind. Want aan de ene kant wil ik mensen helpen om klaar te zijn voor lijden door hen te leren wat de Bijbel zegt over lijden. Aan de andere kant wil ik die theologie fysiek en emotioneel uitleven wanneer iemand lijdt. Nu sterven er duizenden mensen en dat betekent dat er honderduizenden mensen rouwen. Daarom kan wat ik zeg voor sommigen niet op het juiste moment komen. Want als ik je persoonlijk zou spreken zou ik beter kunnen onderscheiden of het de tijd is om te spreken of niet.

Niets en niemand is sterker dan Jezus

Met dat voorwoord wil ik nu proberen om je te laten zien hoe we dit dodelijke virus moeten zien. Laten we beginnen met een historisch feit en een duidelijk Bijbels feit. Het historische feit is dat op de dag van de Heere, zondag 26 december 2004, meer dan 200.000 mensen gedood werden door een tsunami in de Indische Oceaan. Hele kerken die samengekomen waren om God te aanbidden werden weggevaagd in de dood. Dit is een historisch feit. Dit soort dingen gebeuren met Christenen al zo lang er Christenen zijn.

Nu het Bijbelse feit, Markus 4:41, “…zelfs de wind en de zee [zijn Hem] gehoorzaam…” Dat is vandaag nog net zo waar als toen. Want, “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid.” (Hebreeën 13:8)

Als we deze twee feiten dus samenvoegen — het historische en Bijbelse feit — krijgen we deze waarheid: Jezus had deze natuurramp kunnen stoppen en Hij deed dat niet. Aangezien Hij altijd doet wat goed, wijs en rechtvaardig is, had Hij een wijs en goed doel met deze dodelijke ramp.

Daarom wil ik hetzelfde zeggen over het coronavirus. Jezus heeft alle kennis en gezag over de natuurlijke en bovennatuurlijke krachten in deze wereld. Hij weet precies waar het virus begonnen is en Hij weet waar precies waar het naartoe gaat. Hij heeft alle macht om het in bedwang te houden of los te laten. En dat is wat er gebeurt. Zonde noch Satan, ziekte nog sabotage zijn sterker dan Jezus. Hij wordt nooit in een hoek gedreven; Hij wordt nooit gedwongen om iets te tolereren wat Hij niet wil. “Maar de raad van de HEERE bestaat voor eeuwig, de gedachten van Zijn hart bestaan van generatie op generatie.” (Psalm 33:11)

“Ik weet dat U alles vermag,” zegt Job, “en geen plan is onmogelijk voor U.” (Job 42:2) Het is dus niet de vraag of Jezus alle rampen en ziekten in de wereld overziet, inperkt, leidt en daarover heerst of niet. Dat doet Hij, inclusief hun zondige en satanische dimensies. De vraag is, met onze Bijbel open, hoe we dit virus moeten zien.

Hier zijn vier Bijbelse werkelijkheden die we kunnen gebruiken als bouwstenen in onze poging om dit virus te begrijpen.

1. Onderworpen aan zinloosheid

Toen de zonde door Adam en Eva de wereld binnenkwam, bepaalde God dat de geschapen orde, inclusief onze fysieke lichamen, als mensen geschapen naar Zijn beeld, verderf en zinloosheid zou ondervinden en dat alles wat leeft zou sterven.

Christenen, gered door het Evangelie van Gods genade, ontsnappen niet aan dit fysieke verderf, deze zinloosheid en dood. De grond voor dit punt is Romeinen 8:20-23:

Want de schepping is aan de zinloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar door hem die haar daaraan onderworpen heeft, in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wij zelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam.

Er komt een dag waarop de hele schepping bevrijdt zal worden van deze slavernij van ziekte, rampen en dood, om de vrijheid te ontvangen van de heerlijkheid van Gods kinderen. Tot die tijd zuchten Christenen met heel de schepping. — Paulus zegt, “maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de geest hebben…” We delen in het bederf en de zinloosheid, de ziekten, rampen en dood, terwijl we wachten met gezamenlijk zuchten voor de verlossing van ons lichaam (bij de opstanding).

Het verschil voor Christenen, die hun vertrouwen op Christus stellen, is dat onze ervaring van dit verderf geen veroordeling is. Romeinen 8:1 zegt, “Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn…” De pijn die wij ervaren is zuiverend, niet bestraffend. “Want God heeft ons niet bestemd tot toorn…” (1 Thessalonicenzen 5:9). We sterven aan ziekten zoals iedereen. Niet noodzakelijkerwijs vanwege een specifieke zonde — dat is erg belangrijk. We sterven zoals alle andere mensen vanwege de val. Maar voor hen die in Christus zijn is de prikkel weggenomen (1 Korinthe 15:55). Dat was de eerst bouwsteen.

2. Ziekte als genade

Soms maakt God Zijn volk ziek als een reinigend en reddend oordeel, wat geen veroordeling is maar een daad van genade om ons te behouden. Dit is gebaseerd op 1 Korinthe 11:29–32. Die tekst gaat over het misbruiken van het Avondmaal, maar het principe is breder.

_Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt. Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen. Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden. Maar als wij geoordeeld worden, worden wij door de Heere bestraft, opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden._

Laat dat tot je doordringen. De Heere Jezus neemt het leven van Zijn dierbaren door zwakheid en ziekte — dit zijn dezelfde woorden die gebruikt worden om de zwakheden en ziekten te omschrijven die Jezus geneest in Zijn leven op aarde (Mattheüs 4:23; 8:17; 14:14) — en Hij brengt ze naar de hemel. Hij brengt ze naar de hemel vanwege de het pad van zonde waar ze zich op bevonden. Hij snijdt hun pas af en red hen ervan. Niet om hen te straffen maar om hen te redden.

Met andere woorden, sommigen van ons sterven door ziekte “opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden” (vers 32). Als Hij dat kan doen voor een paar dierbaren in Korinthe, kan Hij dat voor velen doen, ook door het coronavirus. En niet allen vanwege het misbruiken van het Avondmaal, maar ook voor allerlei andere zondige paden — al is niet ieder sterfgeval te verbinden een specifieke zonde. Dat is de tweede bouwsteen.

3. Ziekte als oordeel

Soms gebruikt God ziekte om een specifiek oordeel te brengen over degenen die Hem verwerpen en zichzelf overgeven aan de zonde. Ik zal twee voorbeelden geven. In Handelingen 12 verhief Herodes zich door zich god te laten noemen. “En onmiddellijk sloeg een engel van de Heere hem, omdat hij God de eer niet gaf; en hij werd door de wormen gegeten en gaf de geest.” Dat kan God doen met iedereen die zichzelf verheft. Dit betekent dat het ons zou moeten verbazen dat niet meer van onze leiders dood neervallen vanwege hun arrogantie. Dat is pure algemene genade.

Een ander voorbeeld is de zonde van homoseksuele gemeenschap. Romeinen 1:27 zegt, “En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.” Dat is een voorbeeld van de toorn van God in Romeinen 1:18, “Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken.” Dat is de derde bouwsteen. God kan en zal daadwerkelijk ziekte gebruiken als oordeel over hen die Hem en Zijn wegen verwerpen.

4. Gods donderslag

Alle natuurrampen — of het nu gaat om overstromingen, hongersnoden, sprinkhanen, tsunami’s of ziekten — zijn een donderklap van Gods genade temidden van oordeel waarmee Hij iedereen overal oproept om zich te bekeren en hun leven, door genade, in lijn te brengen met de oneindige waarde van Gods heerlijkheid. De grond voor deze bouwsteen is Lukas 13:1–5. Pilatus had aanbidders in de tempel afgeslacht en een toren stortte in en doodde achttien omstanders. En de menigte wil van Jezus weten hoe ze dit moeten zien, zoals die vraag aan mij gesteld werd. “Vertel ons hoe we dat moeten zien, Jezus. Hoe denkt U over natuurrampen en deze gruwelen? Deze mensen stonden daar gewoon en nu leven ze niet meer.”

Dit is Jezus antwoord, “…die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.”

Dat is de boodschap van Jezus aan de wereld op dit moment in de geschiedenis, onder het coronavirus — een boodschap voor ieder mens. Voor mij, voor jou, voor iedereen die dit leest en voor iedere heerser op deze planeet. Iedereen die hierover hoort, ontvangt een boodschap van God als een donderslag: “Bekeer je.” Bekeer je en zoek Gods genade om je leven in lijn te brengen met Zijn oneindige waarde.