Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons. (2 Korinthe 1:20)

 Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons. (2 Korinthe 1:20)


Advent kent bijzondere gevaren. Ik geef je er drie.

  1. Het gevaar van begeerte of hebzucht. Iedereen winkelt. En winkelen stelt je bloot aan duizenden dingen die je niet wilde totdat je ze zag.
  2. Het gevaar van depressie. Het is het seizoen om vrolijk te zijn maar dat maakt het juist nog erger wanneer je alleen, ziek of ontmoedigd bent.
  3. Het gevaar van spanning. Iedereen lijkt haast te hebben. Er zijn zoveel cadeaus te kopen, gasten te bedienen en decoraties om op te zetten; en alles onder de druk van een deadline.

Wat we nodig hebben in de Adventstijd

Wat we nodig hebben tijdens Advent is een diepe, rustige en onwankelbare waarheid van God Woord om ons houvast te geven, ons op koers te houden, om ons schip ballast te geven en om ons te helpen onbewogen door hebzucht, bevrijdt van depressie en ontspannen te midden van de waanzin door de winkelstraten te lopen. We hebben een stevig inzicht nodig in de betekenis van Christus’ komst die ons nuchter zal houden in een wereld bedwelmd door de liefde voor spullen. De overkoepelende waarheid boven de komst van Christus is dat Zijn komst de verbonden van God bevestigd. Romeinen 15:8 zegt: “En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen te bevestigen.” Ik hoop dat je deze Adventstijd overal waar je gaat het volgende elke keer weer herhaald: Zijn komst bevestigd de beloften! Zijn komst bevestigd de beloften!

Of zoals Paulus het in 2 Korinthe 1:20 zegt: “Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons.” Alles wat beloofd is aan Noach, Abraham, Mozes, David en hun nakomelingen, is bevestigd en beveiligd bij de komst van Jezus Christus. Waar de zonde van de mens en de gerechtigheid van God een obstakel voor de vervulling van de beloften, het offer van Jezus heeft dat obstakel voor altijd verwijderd. Dus Zijn komst bevestigd de beloften. Hij is Gods “ja” op alle beloften. En wanneer u erfgenaam bent van die beloften, dan is Jezus ook Gods “ja” voor jou. En jou motto voor de Adventstijd kan zijn: Zijn komst bevestigd de beloften voor mij!

Drie dingen die we kunnen leren van het verbond met Abraham

Wat Gods verbond met Abraham betreft, wil ik dat je drie dingen onthoudt.

  1. Dat jij, die je hoop op Jezus Christus gevestigd hebt en Hem volgt in de gehoorzaamheid van het geloof, een nakomeling bent van Abraham en dus erfgenaam bent van de verbondsbeloften.
  2. Dat deze beloften voor jou spectaculairder zijn dan alles wat je dit seizoen tegenkomt.
  3. Dat deze beloften zeker zijn, geworteld in Gods onveranderlijke waarheid en bevestigd door de komst van Christus.

Zij die werkelijk Abrahams nageslacht zijn

Ten eerste dat, jij, die je hoop op Jezus Christus gevestigd hebt en Hem volgt in de gehoorzaamheid van het geloof, een nakomeling bent van Abraham en dus erfgenaam bent van de verbondsbeloften. God zei in Genesis 17:4 tegen Abraham: “Zie, Mijn verbond is met u! U zult vader worden van een menigte volken.” Maar Genesis maakt duidelijk dat Abraham geen vader is geworden van een menigte volken in fysieke of politieke zin.

Daarom betekende de belofte van God waarschijnlijk dat een menigte van volken op een of andere manier de zegeningen van het zoonschap zouden genieten hoewel ze fysiek geen relatie met Abraham hadden. Dat is ongetwijfeld wat God in Genesis 12:3 bedoelde wanneer Hij tegen Abraham zegt: “In u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.” Vanaf het eerste begin had God gezien dat Jezus de nakomeling van Abraham zou zijn en dat iedereen die op Hem vertrouwd een erfgenaam zou worden van Abrahams belofte. Zo zegt Galaten 3:29 het: “En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.” Of zoals Romeinen 4:16-17 het zegt: “Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen, zoals geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt.”

Dus toen God 4000 jaar geleden zei: “Zie, Mijn verbond is met u! U zult vader worden van een menigte volken” opende Hij een weg voor een ieder van ons, ongeacht tot welk volk we behoren, om een kind van Abraham en een erfgenaam van Gods beloften te worden. Alles wat we moeten doen is delen in het geloof van Abraham — dat is, onze hoop vestigen op Gods beloften, zozeer zelfs dat wanneer de gehoorzaamheid dit vereist, we ons dierbaarste bezit opgeven zoals Abraham Izak opgaf. We worden geen erfgenamen van Abrahams beloften door voor God te werken maar door er op te vertrouwen dat God voor ons werkt. “En hij (Abraham) heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf” (Romeinen 4:20). Dat is de reden waarom Abraham God kon gehoorzamen, zelfs wanneer het een doodlopende weg leek. Hij vertrouwde erop dat God het onmogelijke zou doen.

Geloof in Gods beloften — of vandaag zouden we zeggen, geloof in Jezus Christus, die de bevestiging is van Gods beloften — is de manier waarop we een kind van Abraham worden; Gehoorzaamheid is het bewijs dat het geloof echt is (Genesis 22:12-19); daarom zegt Jezus in Johannes 8:39: “Als u Abrahams kinderen was, zou u de werken van Abraham doen.“ Kinderen van Abraham zijn mensen uit alle volken die hun hoop op Christus gevestigd hebben en, zoals Abraham op de berg Moria, hun gehoorzaamheid niet laten door hun meest kostbare aardse bezit. Jij die je hoop gevestigd hebt op Jezus Christus en Hem volgt in de gehoorzaamheid van het geloof bent een nakomeling van Abraham en erfgenaam van Zijn verbondsbeloften. Dat is het eerste wat ik je mee wil geven van Gods verbond met Abraham.

2. Het meest spectaculaire om je hoop op te vestigen dit seizoen

Ten tweede, dat de beloften, als onderdeel van het verbond met Abraham voor jou spectaculairder zijn dan alles wat je dit seizoen tegenkomt. Denk aan Genesis 17:7: “Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u.” Het hart van het verbond met Abraham is dat God een God voor ons wil zijn. Hij wil onze God zijn. Hoe langer je mediteert op deze eenvoudige waarheid, hoe spectaculairder hij wordt. Jeremia verteld ons wat het betekend. Hij citeert God: “Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn… Ik zal Mij van achter hen niet afwenden, opdat Ik hun goeddoe… Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen… met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel” (Jeremia 32:38-41). Het gaat het verstand te boven wanneer we proberen voor te stellen wat het moet betekenen voor een God die de planeten, sterren, sterrenstelsels, moleculen, protonen, neutronen en electronen heeft gemaakt, dat Hij zich over ons verblijd en ons goed doet met heel Zijn hart en met heel Zijn ziel. Als God een God voor jou is, dan werken Zijn almacht en alwetendheid altijd samen om goed te doen voor jou in alle omstandigheden van je leven.

Paulus zegt in Romeinen 4:13: “de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan [is] dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn” In 1 Korinthe 3:21-23 zegt hij: “want alles is van u…  hetzij de wereld, hetzij het leven, hetzij de dood, hetzij tegenwoordige dingen, hetzij toekomstige dingen, alles is van u. U echter bent van Christus en Christus is van God.” Toen Jezus door de Sadduceeën, die niet in de opstanding geloofden, werd benaderd zegt Hij (in Mattheüs 22:31-32): “En wat de opstanding van de doden betreft, hebt u niet gelezen wat door God tot u gesproken is, toen Hij zei: Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? God is niet een God van doden, maar van levenden.” De Sadduceeën stopten niet om na te denken over de betekenis van “Ik ben de God van Abraham.” Ze realiseerden zich niet hoe spectaculair het is dat de Schepper van het universum tegen een mens zegt: “Ik zal jou God zijn… Ik zal jou God zijn.” Dus Jezus verteld hen: Als God je God is kun je niet sterven. “God is niet een God van doden, maar van levenden.” De Sadduceeën waren te naïef om te bedenken dat de dood de gemeenschap tussen God en degenen tegen wie Hij gezegd had: “Ik ben Uw God!” zou kunnen beëindigen.

Het is een spectaculaire gedachte die je gedachten zouden moeten vervullen. Dan zal de roep van hebzucht, wanneer je door de winkelstraten loopt, niet meer kracht hebben dan de roep van een marskramer die stukken van het kasteel probeert te verkopen aan de kinderen van de Koning. De last van depressie zal vleugels krijgen, het juk van gehoorzaamheid zal licht worden en de uitgestrektheid van de waarheid dat God jou God is, zal de spanningen van de laatste dagen opslokken en een kalmte achterlaat als een diepe en vredige oceaan na het zinken van een vijandig schip.

Ten eerste dus dat jij wanneer je, je hoop op Christus hebt gevestigd een nakomeling bent van Abraham en dus erfgenamen van de verbondsbeloften. Ten tweede dat de verbondsbelofte dat God jou God zal zijn onvoorstelbaar spectaculair is. Het betekend dat Hij Zijn almacht en alwetendheid, met hart en ziel, altijd samen laat werken om goed te doen voor jou in alle omstandigheden van je leven.

3. De zekerheid van de beloften

Ten derde en tenslotte, deze verbondsbelofte is zeker, geworteld in Gods onveranderlijke waarheid en bevestigd door de komst van Christus. “Want duizend jaren zijn in Uw ogen

als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht” (Psalmen 90:4). Als de levende God Zijn spectaculaire verbondsbelofte vier dagen geleden deed, zou het dan vandaag niet nog een overweldigende kracht hebben in je leven? Nou, vierduizend jaar zijn voor Hem als vier dagen. En als je Hem vertrouwd als de levende God zal Zijn belofte die kracht hebben in je leven.

Gooi je zondige handen niet wanhopig in de lucht. De enige kandidaten voor de zegen van Abraham zijn zondaren. Dat is waarom Jezus moest komen om het verbond te bevestigen.   Zelfs Abraham had niet van deze zegeningen kunnen genieten als Jezus niet gekomen was. Abraham was ook een zondaar. En toen Maria de Heere Jezus in haar schoot droeg, zong ze een lied en zei: “Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm… Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken, zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid” (Lukas 1:51, 54-55). Het Kind in haar schoot was Gods herinnering aan Zijn barmhartigheid zoals Hij beloofd had aan Abraham. Let op, barmhartigheid! Christus bevestigd het verbond omdat Hij door Zijn gehoorzame leven en onschuldige lijden de schuld van de kinderen van Abraham wegneemt zodat God rechtvaardig kan zijn en toch tegen mij als zondaar kan zeggen: “Ik ben je God.” “Hoe zal Hij, Die zelfs  Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Romeinen 8:32). Deze spectaculaire belofte kan niet gekocht of verdiend  worden. Maar ze kan geloofd worden. En wanneer je deze belofte gelooft, veranderd alles.

Advent kent bijzondere gevaren. Ik geef je er drie.

  1. Het gevaar van begeerte of hebzucht. Iedereen winkelt. En winkelen stelt je bloot aan duizenden dingen die je niet wilde totdat je ze zag.
  2. Het gevaar van depressie. Het is het seizoen om vrolijk te zijn maar dat maakt het juist nog erger wanneer je alleen, ziek of ontmoedigd bent.
  3. Het gevaar van spanning. Iedereen lijkt haast te hebben. Er zijn zoveel cadeaus te kopen, gasten te bedienen en decoraties om op te zetten; en alles onder de druk van een deadline.

Wat we nodig hebben in de Adventstijd

Wat we nodig hebben tijdens Advent is een diepe, rustige en onwankelbare waarheid van God Woord om ons houvast te geven, ons op koers te houden, om ons schip ballast te geven en om ons te helpen onbewogen door hebzucht, bevrijdt van depressie en ontspannen te midden van de waanzin door de winkelstraten te lopen. We hebben een stevig inzicht nodig in de betekenis van Christus’ komst die ons nuchter zal houden in een wereld bedwelmd door de liefde voor spullen. De overkoepelende waarheid boven de komst van Christus is dat Zijn komst de verbonden van God bevestigd. Romeinen 15:8 zegt: “En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen te bevestigen.” Ik hoop dat je deze Adventstijd overal waar je gaat het volgende elke keer weer herhaald: Zijn komst bevestigd de beloften! Zijn komst bevestigd de beloften!

Of zoals Paulus het in 2 Korinthe 1:20 zegt: “Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons.” Alles wat beloofd is aan Noach, Abraham, Mozes, David en hun nakomelingen, is bevestigd en beveiligd bij de komst van Jezus Christus. Waar de zonde van de mens en de gerechtigheid van God een obstakel voor de vervulling van de beloften, het offer van Jezus heeft dat obstakel voor altijd verwijderd. Dus Zijn komst bevestigd de beloften. Hij is Gods “ja” op alle beloften. En wanneer u erfgenaam bent van die beloften, dan is Jezus ook Gods “ja” voor jou. En jou motto voor de Adventstijd kan zijn: Zijn komst bevestigd de beloften voor mij!

Drie dingen die we kunnen leren van het verbond met Abraham

Wat Gods verbond met Abraham betreft, wil ik dat je drie dingen onthoudt.

  1. Dat jij, die je hoop op Jezus Christus gevestigd hebt en Hem volgt in de gehoorzaamheid van het geloof, een nakomeling bent van Abraham en dus erfgenaam bent van de verbondsbeloften.
  2. Dat deze beloften voor jou spectaculairder zijn dan alles wat je dit seizoen tegenkomt.
  3. Dat deze beloften zeker zijn, geworteld in Gods onveranderlijke waarheid en bevestigd door de komst van Christus.

Zij die werkelijk Abrahams nageslacht zijn

Ten eerste dat, jij, die je hoop op Jezus Christus gevestigd hebt en Hem volgt in de gehoorzaamheid van het geloof, een nakomeling bent van Abraham en dus erfgenaam bent van de verbondsbeloften. God zei in Genesis 17:4 tegen Abraham: “Zie, Mijn verbond is met u! U zult vader worden van een menigte volken.” Maar Genesis maakt duidelijk dat Abraham geen vader is geworden van een menigte volken in fysieke of politieke zin.

Daarom betekende de belofte van God waarschijnlijk dat een menigte van volken op een of andere manier de zegeningen van het zoonschap zouden genieten hoewel ze fysiek geen relatie met Abraham hadden. Dat is ongetwijfeld wat God in Genesis 12:3 bedoelde wanneer Hij tegen Abraham zegt: “In u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.” Vanaf het eerste begin had God gezien dat Jezus de nakomeling van Abraham zou zijn en dat iedereen die op Hem vertrouwd een erfgenaam zou worden van Abrahams belofte. Zo zegt Galaten 3:29 het: “En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.” Of zoals Romeinen 4:16-17 het zegt: “Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen, zoals geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt.”

Dus toen God 4000 jaar geleden zei: “Zie, Mijn verbond is met u! U zult vader worden van een menigte volken” opende Hij een weg voor een ieder van ons, ongeacht tot welk volk we behoren, om een kind van Abraham en een erfgenaam van Gods beloften te worden. Alles wat we moeten doen is delen in het geloof van Abraham — dat is, onze hoop vestigen op Gods beloften, zozeer zelfs dat wanneer de gehoorzaamheid dit vereist, we ons dierbaarste bezit opgeven zoals Abraham Izak opgaf. We worden geen erfgenamen van Abrahams beloften door voor God te werken maar door er op te vertrouwen dat God voor ons werkt. “En hij (Abraham) heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf” (Romeinen 4:20). Dat is de reden waarom Abraham God kon gehoorzamen, zelfs wanneer het een doodlopende weg leek. Hij vertrouwde erop dat God het onmogelijke zou doen.

Geloof in Gods beloften — of vandaag zouden we zeggen, geloof in Jezus Christus, die de bevestiging is van Gods beloften — is de manier waarop we een kind van Abraham worden; Gehoorzaamheid is het bewijs dat het geloof echt is (Genesis 22:12-19); daarom zegt Jezus in Johannes 8:39: “Als u Abrahams kinderen was, zou u de werken van Abraham doen.“ Kinderen van Abraham zijn mensen uit alle volken die hun hoop op Christus gevestigd hebben en, zoals Abraham op de berg Moria, hun gehoorzaamheid niet laten door hun meest kostbare aardse bezit. Jij die je hoop gevestigd hebt op Jezus Christus en Hem volgt in de gehoorzaamheid van het geloof bent een nakomeling van Abraham en erfgenaam van Zijn verbondsbeloften. Dat is het eerste wat ik je mee wil geven van Gods verbond met Abraham.

2. Het meest spectaculaire om je hoop op te vestigen dit seizoen

Ten tweede, dat de beloften, als onderdeel van het verbond met Abraham voor jou spectaculairder zijn dan alles wat je dit seizoen tegenkomt. Denk aan Genesis 17:7: “Ik zal Mijn verbond maken tussen Mij, u en uw nageslacht na u, al hun generaties door, tot een eeuwig verbond, om voor u tot een God te zijn, en voor uw nageslacht na u.” Het hart van het verbond met Abraham is dat God een God voor ons wil zijn. Hij wil onze God zijn. Hoe langer je mediteert op deze eenvoudige waarheid, hoe spectaculairder hij wordt. Jeremia verteld ons wat het betekend. Hij citeert God: “Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn… Ik zal Mij van achter hen niet afwenden, opdat Ik hun goeddoe… Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen… met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel” (Jeremia 32:38-41). Het gaat het verstand te boven wanneer we proberen voor te stellen wat het moet betekenen voor een God die de planeten, sterren, sterrenstelsels, moleculen, protonen, neutronen en electronen heeft gemaakt, dat Hij zich over ons verblijd en ons goed doet met heel Zijn hart en met heel Zijn ziel. Als God een God voor jou is, dan werken Zijn almacht en alwetendheid altijd samen om goed te doen voor jou in alle omstandigheden van je leven.

Paulus zegt in Romeinen 4:13: “de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan [is] dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn” In 1 Korinthe 3:21-23 zegt hij: “want alles is van u…  hetzij de wereld, hetzij het leven, hetzij de dood, hetzij tegenwoordige dingen, hetzij toekomstige dingen, alles is van u. U echter bent van Christus en Christus is van God.” Toen Jezus door de Sadduceeën, die niet in de opstanding geloofden, werd benaderd zegt Hij (in Mattheüs 22:31-32): “En wat de opstanding van de doden betreft, hebt u niet gelezen wat door God tot u gesproken is, toen Hij zei: Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? God is niet een God van doden, maar van levenden.” De Sadduceeën stopten niet om na te denken over de betekenis van “Ik ben de God van Abraham.” Ze realiseerden zich niet hoe spectaculair het is dat de Schepper van het universum tegen een mens zegt: “Ik zal jou God zijn… Ik zal jou God zijn.” Dus Jezus verteld hen: Als God je God is kun je niet sterven. “God is niet een God van doden, maar van levenden.” De Sadduceeën waren te naïef om te bedenken dat de dood de gemeenschap tussen God en degenen tegen wie Hij gezegd had: “Ik ben Uw God!” zou kunnen beëindigen.

Het is een spectaculaire gedachte die je gedachten zouden moeten vervullen. Dan zal de roep van hebzucht, wanneer je door de winkelstraten loopt, niet meer kracht hebben dan de roep van een marskramer die stukken van het kasteel probeert te verkopen aan de kinderen van de Koning. De last van depressie zal vleugels krijgen, het juk van gehoorzaamheid zal licht worden en de uitgestrektheid van de waarheid dat God jou God is, zal de spanningen van de laatste dagen opslokken en een kalmte achterlaat als een diepe en vredige oceaan na het zinken van een vijandig schip.

Ten eerste dus dat jij wanneer je, je hoop op Christus hebt gevestigd een nakomeling bent van Abraham en dus erfgenamen van de verbondsbeloften. Ten tweede dat de verbondsbelofte dat God jou God zal zijn onvoorstelbaar spectaculair is. Het betekend dat Hij Zijn almacht en alwetendheid, met hart en ziel, altijd samen laat werken om goed te doen voor jou in alle omstandigheden van je leven.

3. De zekerheid van de beloften

Ten derde en tenslotte, deze verbondsbelofte is zeker, geworteld in Gods onveranderlijke waarheid en bevestigd door de komst van Christus. “Want duizend jaren zijn in Uw ogen

als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht” (Psalmen 90:4). Als de levende God Zijn spectaculaire verbondsbelofte vier dagen geleden deed, zou het dan vandaag niet nog een overweldigende kracht hebben in je leven? Nou, vierduizend jaar zijn voor Hem als vier dagen. En als je Hem vertrouwd als de levende God zal Zijn belofte die kracht hebben in je leven.

Gooi je zondige handen niet wanhopig in de lucht. De enige kandidaten voor de zegen van Abraham zijn zondaren. Dat is waarom Jezus moest komen om het verbond te bevestigen.   Zelfs Abraham had niet van deze zegeningen kunnen genieten als Jezus niet gekomen was. Abraham was ook een zondaar. En toen Maria de Heere Jezus in haar schoot droeg, zong ze een lied en zei: “Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm… Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken, zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid” (Lukas 1:51, 54-55). Het Kind in haar schoot was Gods herinnering aan Zijn barmhartigheid zoals Hij beloofd had aan Abraham. Let op, barmhartigheid! Christus bevestigd het verbond omdat Hij door Zijn gehoorzame leven en onschuldige lijden de schuld van de kinderen van Abraham wegneemt zodat God rechtvaardig kan zijn en toch tegen mij als zondaar kan zeggen: “Ik ben je God.” “Hoe zal Hij, Die zelfs  Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Romeinen 8:32). Deze spectaculaire belofte kan niet gekocht of verdiend  worden. Maar ze kan geloofd worden. En wanneer je deze belofte gelooft, veranderd alles.