Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. (Psalm 27:4)


Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel. (Psalm 27:4)


Dit is zo krachtig en ook zo veroordelend. Eén ding heb ik van de HEERE verlangd. Eén ding. Soms, als we we aan de eettafel zitten met onze vier kinderen, van twaalf, tien, zeven en vijf, spelen we een spelletje, we vragen, “Als je één wens mocht doen, wat zou je dan vragen?” Hier moet ik aan denken als ik het begin van dit vers lees. “Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken.” Als je dus alles mocht vragen en een wens mocht doen, wat zou je dan vragen?

Denk daarover na. Wat zou je vragen? Eén ding. En ik denk dat velen van ons, als we eerlijk zijn, denken aan iets, een geschenk van God, iets wat Hij kan geven, iets waarin Hij kan voorzien, wat wat Hij voor ons kan doen. Misschien in ons eigen leven, of in het leven van iemand anders.

Wat zou je vragen? Wat ik zo mooi vind aan dit vers is dat hij vraagt om bij God te zijn. Dit verlang ik, dit zoek ik: Ik wil wonen in het huis van de HEERE, heel mijn leven, om Zijn liefelijkheid te bewonderen. Dat is wat ik het liefst wil.” Hierin wordt ik echt veroordeeld. Er is een neiging in mij, als ik één ding mocht vragen, dan zou ik om een een geschenk of een bepaalde zorg vragen, ik zou vragen of God op een bepaalde manier iets voor mij zou willen doen. Dit laat zien dat ik eigenlijk iets anders wil dan God.

Ik wil dat Hij dit of dat doet, ik wil dat Hij op deze of die manier voorziet en zo wordt God een middel tot een doel. Zo moet ons hart niet denken. Ons hart moet gericht zijn op God, niet als een middel tot een doel, maar als het doel zelf. Hij moet degene zijn die we willen. Hij is degene die we nodig hebben. Dit is het gevaar van het zogenoemde welvaartsevangelie wat over de hele wereld verkocht wordt. “Kom tot God en je zult gezondheid krijgen. Kom tot God, geloof in Hem en je zult rijk worden, kom tot God en je zult voorspoed hebben.” Dit mist het hele punt. Je komt tot God voor God. Hij is degene die we willen en nodig hebben.

Maar zelfs als we niet achter dit zogenoemde welvaartsevangelie staan, zijn we geneigd om God te zien als handig voor de dingen die we zelf graag willen. Ik denk dat we ons deze vraag moeten stellen: Zien we God vooral als handig of als heerlijk? Gebruiken we God voor de dingen die jij en ik eigenlijk graag zouden willen, of zien we God op de eerste plaats als heerlijk? Zien we Hem als heerlijk zodat we zouden zeggen dat we graag bij Hem zouden zijn als we één ding mochten vragen, zodat we Zijn liefelijkheid zouden willen aanschouwen en Hem niet zien als een handig middel tot één of ander doel. Zien we God als het doel? Willen we God alleen? Dit is waar ons hart voor gemaakt is. Hier zijn we voor geschapen. We zijn bedoelt, ontworpen en gemaakt om volkomen voldoening te vinden, niet in Gods gaven, niet in Gods zorg, maar in God, punt. Daarom zullen we in de hemel Zijn aangezicht zien, we zullen bij God zijn. (Openbaring 21:3; 22:4).

Dit is zo krachtig en ook zo veroordelend. Eén ding heb ik van de HEERE verlangd. Eén ding. Soms, als we we aan de eettafel zitten met onze vier kinderen, van twaalf, tien, zeven en vijf, spelen we een spelletje, we vragen, “Als je één wens mocht doen, wat zou je dan vragen?” Hier moet ik aan denken als ik het begin van dit vers lees. “Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dát zal ik zoeken.” Als je dus alles mocht vragen en een wens mocht doen, wat zou je dan vragen?

Denk daarover na. Wat zou je vragen? Eén ding. En ik denk dat velen van ons, als we eerlijk zijn, denken aan iets, een geschenk van God, iets wat Hij kan geven, iets waarin Hij kan voorzien, wat wat Hij voor ons kan doen. Misschien in ons eigen leven, of in het leven van iemand anders.

Wat zou je vragen? Wat ik zo mooi vind aan dit vers is dat hij vraagt om bij God te zijn. Dit verlang ik, dit zoek ik: Ik wil wonen in het huis van de HEERE, heel mijn leven, om Zijn liefelijkheid te bewonderen. Dat is wat ik het liefst wil.” Hierin wordt ik echt veroordeeld. Er is een neiging in mij, als ik één ding mocht vragen, dan zou ik om een een geschenk of een bepaalde zorg vragen, ik zou vragen of God op een bepaalde manier iets voor mij zou willen doen. Dit laat zien dat ik eigenlijk iets anders wil dan God.

Ik wil dat Hij dit of dat doet, ik wil dat Hij op deze of die manier voorziet en zo wordt God een middel tot een doel. Zo moet ons hart niet denken. Ons hart moet gericht zijn op God, niet als een middel tot een doel, maar als het doel zelf. Hij moet degene zijn die we willen. Hij is degene die we nodig hebben. Dit is het gevaar van het zogenoemde welvaartsevangelie wat over de hele wereld verkocht wordt. “Kom tot God en je zult gezondheid krijgen. Kom tot God, geloof in Hem en je zult rijk worden, kom tot God en je zult voorspoed hebben.” Dit mist het hele punt. Je komt tot God voor God. Hij is degene die we willen en nodig hebben.

Maar zelfs als we niet achter dit zogenoemde welvaartsevangelie staan, zijn we geneigd om God te zien als handig voor de dingen die we zelf graag willen. Ik denk dat we ons deze vraag moeten stellen: Zien we God vooral als handig of als heerlijk? Gebruiken we God voor de dingen die jij en ik eigenlijk graag zouden willen, of zien we God op de eerste plaats als heerlijk? Zien we Hem als heerlijk zodat we zouden zeggen dat we graag bij Hem zouden zijn als we één ding mochten vragen, zodat we Zijn liefelijkheid zouden willen aanschouwen en Hem niet zien als een handig middel tot één of ander doel. Zien we God als het doel? Willen we God alleen? Dit is waar ons hart voor gemaakt is. Hier zijn we voor geschapen. We zijn bedoelt, ontworpen en gemaakt om volkomen voldoening te vinden, niet in Gods gaven, niet in Gods zorg, maar in God, punt. Daarom zullen we in de hemel Zijn aangezicht zien, we zullen bij God zijn. (Openbaring 21:3; 22:4).

Daarom bidden we, o God, maak dat het verlangen van ons hart. Maak Uzelf het enige verlangen van ons hart. O God, dat bidden we van U. We hebben U lief met heel ons hart, heel ons verstand en met al onze krachten. O God, vergeef ons dat ons hart zo verdeelt wordt. Vergeef ons dat we U zo vaak, zonder dat we het weten, zien als een middel tot een doel, dat we U willen gebruiken om dit of dat te krijgen wat ons nooit voldoening zal geven. Zelfs het grootste waar we om kunnen vragen, kan ons geen voldoening geven. U alleen kunt ons voldoening geven. Daarom vragen we het U, help ons om Uw liefelijkheden te aanschouwen en de diepte van voldoening waar ons hart voor gemaakt is alleen in U te vinden!

God, maak ons een volk dat U heerlijk vindt, meer dan dat we U handig vinden. In Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net


Daarom bidden we, o God, maak dat het verlangen van ons hart. Maak Uzelf het enige verlangen van ons hart. O God, dat bidden we van U. We hebben U lief met heel ons hart, heel ons verstand en met al onze krachten. O God, vergeef ons dat ons hart zo verdeelt wordt. Vergeef ons dat we U zo vaak, zonder dat we het weten, zien als een middel tot een doel, dat we U willen gebruiken om dit of dat te krijgen wat ons nooit voldoening zal geven. Zelfs het grootste waar we om kunnen vragen, kan ons geen voldoening geven. U alleen kunt ons voldoening geven. Daarom vragen we het U, help ons om Uw liefelijkheden te aanschouwen en de diepte van voldoening waar ons hart voor gemaakt is alleen in U te vinden!

God, maak ons een volk dat U heerlijk vindt, meer dan dat we U handig vinden. In Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net