Omwille van Mijn Naam stel Ik Mijn toorn uit, omwille van Mijn roem zal Ik Mij bedwingen, u ten goede, zodat Ik u niet zal uitroeien. Zie, Ik heb u gelouterd, maar niet als zilver; Ik heb u beproefd in de smeltkroes van ellende. Omwille van Mij, omwille van Mij doe Ik het, want hoe zou Mijn Naam ontheiligd worden! Ik zal Mijn eer aan geen ander geven. (Jesaja 48:9-11)


Omwille van Mijn Naam stel Ik Mijn toorn uit, omwille van Mijn roem zal Ik Mij bedwingen, u ten goede, zodat Ik u niet zal uitroeien. Zie, Ik heb u gelouterd, maar niet als zilver; Ik heb u beproefd in de smeltkroes van ellende. Omwille van Mij, omwille van Mij doe Ik het, want hoe zou Mijn Naam ontheiligd worden! Ik zal Mijn eer aan geen ander geven. (Jesaja 48:9-11)


In deze drie verzen herhaalt God vier keer waarom Hij genade toont aan Zijn volk. Hij heeft het erover hoe Hij zijn volk vergeeft, verlost en hen Zijn toorn over hun zonden bespaart. Vier keer zegt Hij het. “Omwille van Mijn Naam stel Ik Mijn toorn uit, omwille van Mijn roem zal Ik Mij bedwingen.” En dan herhaalt Hij in vers 11, “Omwille van Mij, omwille van Mij doe Ik het, want hoe zou Mijn Naam ontheiligt worden!”

Dit is één van de duidelijkste beelden in Gods Woord waarin we zien hoe God gedreven wordt door een ijver voor Zijn eigen glorie en heerlijkheid, en we zien dit helder terugkomen door de hele Bijbel. Zelfs wanneer Hij genadig is, heeft dat uiteindelijk als doel dat Hij verheerlijkt wordt. En als we daarover nadenken, worstelen we daar misschien een beetje mee, we denken, “Oké, dus God doet alles voor Zijn eigen eer? Hij doet alles om zichzelf te verheffen?” Dat wringt voor ons, want we denken, “Nou, het zou niet goed zijn als dit onze motieven waren.” Wat als ik tegen je zou zeggen, “Ik doe alles wat ik doe voor mijn eigen eer” Je zou zeggen, “Man, je hebt een probleem, het is vreselijk om alleen maar voor jezelf te leven. Dat is egoïstisch.”

Dus maakt dit God egoïstisch? Maakt dit God egocentrisch?

In zeker zin is God zeker egocentrisch! God is op God gericht. Alles wat Hij doet, doet Hij voor Zijn eigen eer, wie moet Hij anders verheerlijken? Jou, mij, iets anders? Nee, want op het moment dat God iets of iemand anders zou verheffen boven zichzelf, zou Hij niet langer de God Zijn die alle eer waard is. Juist dat is wat Hem God maakt. God is per definitie op God gericht. Maar het mooie is, en dat zien we hier in Jesaja 48:9-11, de manier waarop God zichzelf verheerlijkt. Hij wordt verheerlijkt door Zijn genade en barmhartigheid te tonen aan zondaren. We kijken vooruit, naar het Nieuwe Testament, waar God zichzelf verheerlijkt door Zijn Zoon te sturen, als een Offer voor zondaren. Hoe verheerlijkt God zichzelf? Hij verheerlijkt zichzelf door jou en mij te verlossen van onze zonden, door ons met zichzelf te verzoenen. Dus, God betoont ons genade en Hij krijgt de eer. Zijn Naam moet hierom geprezen worden!

In deze drie verzen herhaalt God vier keer waarom Hij genade toont aan Zijn volk. Hij heeft het erover hoe Hij zijn volk vergeeft, verlost en hen Zijn toorn over hun zonden bespaart. Vier keer zegt Hij het. “Omwille van Mijn Naam stel Ik Mijn toorn uit, omwille van Mijn roem zal Ik Mij bedwingen.” En dan herhaalt Hij in vers 11, “Omwille van Mij, omwille van Mij doe Ik het, want hoe zou Mijn Naam ontheiligt worden!”

Dit is één van de duidelijkste beelden in Gods Woord waarin we zien hoe God gedreven wordt door een ijver voor Zijn eigen glorie en heerlijkheid, en we zien dit helder terugkomen door de hele Bijbel. Zelfs wanneer Hij genadig is, heeft dat uiteindelijk als doel dat Hij verheerlijkt wordt. En als we daarover nadenken, worstelen we daar misschien een beetje mee, we denken, “Oké, dus God doet alles voor Zijn eigen eer? Hij doet alles om zichzelf te verheffen?” Dat wringt voor ons, want we denken, “Nou, het zou niet goed zijn als dit onze motieven waren.” Wat als ik tegen je zou zeggen, “Ik doe alles wat ik doe voor mijn eigen eer” Je zou zeggen, “Man, je hebt een probleem, het is vreselijk om alleen maar voor jezelf te leven. Dat is egoïstisch.”

Dus maakt dit God egoïstisch? Maakt dit God egocentrisch?

In zeker zin is God zeker egocentrisch! God is op God gericht. Alles wat Hij doet, doet Hij voor Zijn eigen eer, wie moet Hij anders verheerlijken? Jou, mij, iets anders? Nee, want op het moment dat God iets of iemand anders zou verheffen boven zichzelf, zou Hij niet langer de God Zijn die alle eer waard is. Juist dat is wat Hem God maakt. God is per definitie op God gericht. Maar het mooie is, en dat zien we hier in Jesaja 48:9-11, de manier waarop God zichzelf verheerlijkt. Hij wordt verheerlijkt door Zijn genade en barmhartigheid te tonen aan zondaren. We kijken vooruit, naar het Nieuwe Testament, waar God zichzelf verheerlijkt door Zijn Zoon te sturen, als een Offer voor zondaren. Hoe verheerlijkt God zichzelf? Hij verheerlijkt zichzelf door jou en mij te verlossen van onze zonden, door ons met zichzelf te verzoenen. Dus, God betoont ons genade en Hij krijgt de eer. Zijn Naam moet hierom geprezen worden!

Daarom prijzen we U, o God. We prijzen U voor Uw redding. We prijzen U voor Uw barmhartigheid. We prijzen U voor Uw genade en we prijzen U voor Uw vergeving van onze zonden. We prijzen U dat Jezus voor onze zonden aan het kruis gestorven is. En om al deze dingen zien we op naar de hemel en geven we U de eer. We belijden dat U alle eer toekomt. Precies zoals U zegt in Jesaja 48:11, dat U Uw eer aan geen ander zult geven, en wij willen die aan niemand anders geven! We willen dat U alle eer ontvangt. Alle eer komt Uw Naam toe voor onze verlossing!

Dank U wel, dat U ons redt, omwille van Uw Naam. Dank U wel, dat U ons vergeeft, omwille van Uw roem. Laat dat dan zo zijn, o God, zolang we adem hebben in deze wereld, gebruik ons, voor Uw Naam en roem. Uw verlossing in ons, Uw genade voor ons elke dag, en zelfs vandaag, laat het allemaal Uw heerlijkheid weerspiegelen. Verheerlijk Uzelf in ons leven, in onze gezinnen, in onze gemeenten, op ons werk en in alles wat we doen. Laat iedereen zien hoe heerlijk U bent, o God, door de genade die U over ons uitstort.

In Jezus’ naam bidden we om die genade. Amen.

Overgenomen van Radical.net


Daarom prijzen we U, o God. We prijzen U voor Uw redding. We prijzen U voor Uw barmhartigheid. We prijzen U voor Uw genade en we prijzen U voor Uw vergeving van onze zonden. We prijzen U dat Jezus voor onze zonden aan het kruis gestorven is. En om al deze dingen zien we op naar de hemel en geven we U de eer. We belijden dat U alle eer toekomt. Precies zoals U zegt in Jesaja 48:11, dat U Uw eer aan geen ander zult geven, en wij willen die aan niemand anders geven! We willen dat U alle eer ontvangt. Alle eer komt Uw Naam toe voor onze verlossing!

Dank U wel, dat U ons redt, omwille van Uw Naam. Dank U wel, dat U ons vergeeft, omwille van Uw roem. Laat dat dan zo zijn, o God, zolang we adem hebben in deze wereld, gebruik ons, voor Uw Naam en roem. Uw verlossing in ons, Uw genade voor ons elke dag, en zelfs vandaag, laat het allemaal Uw heerlijkheid weerspiegelen. Verheerlijk Uzelf in ons leven, in onze gezinnen, in onze gemeenten, op ons werk en in alles wat we doen. Laat iedereen zien hoe heerlijk U bent, o God, door de genade die U over ons uitstort.

In Jezus’ naam bidden we om die genade. Amen.

Overgenomen van Radical.net