Ook u hebt dan nu wel droefheid, maar Ik zal u weerzien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen. En op die dag zult u Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven. (Johannes 16:22-23)

Ook u hebt dan nu wel droefheid, maar Ik zal u weerzien, en uw hart zal zich verblijden, en niemand zal uw blijdschap van u wegnemen. En op die dag zult u Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven. (Johannes 16:22-23)


Petrus’ verandering

In de Evangelieën zien we Petrus als een driftig iemand, met veel tekortkomingen. Hij twijfelt vaak of doet grote uitspraken waar hij zich in beproeving niet aan houdt. Maar het Pinksterfeest laat zien dat hij veranderd is. Hij spreekt met zekerheid van de geopenbaarde waarheid en we zien de vrijmoedigheid van onoverwinnelijke kracht in zijn gedrag. De man die eerder ineenkromp en huilde staat nu op beide voeten, volkomen zonder angst. Zijn natuurlijke vurige aanleg is niet veranderd, maar hij straalt vol nieuwe energie, veranderd met een nieuwe Geest, effectief met nieuwe kracht. De Geest van Christus heeft zichzelf met Petrus bekleed. Hij spreekt met hetzelfde Galileese accent maar de woorden zijn van de Heilige Geest.

Paulus had het hier ook over toen hij zei: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij” (Galaten 2:20). De inwonende Aanwezigheid is bekleed met de geheiligde mensheid. Hij wordt het leven van dat leven en de ziel van die ziel. “Ik leef, maar ik niet meer.”

De Apostel schrijft al zijn geestelijke effectiviteit toe aan deze inwonend Kracht. Hij zegt: “Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het Nieuwe Verbond te zijn, niet van de letter, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend” (2 Korinthe 3:6). Onze bekwaamheid kan uit van alles buiten God en de Geest komen, maar zij brengen altijd de dood, niet het leven. Het is de Geest die levend maakt. Al het andere mislukt. De letter kan dan feilloos orthodox zijn, de manier kan buitengewoon  doordacht zijn en de mens kan ontzettend ijverig zijn, maar alleen wat God gemaakt heeft, wat Hij geïnspireerd heeft en wat Hij mogelijk maakt, zal lukken.

Alles van het vlees doodt. De kracht die levend maakt, veranderd, vervolmaakt is van God de Geest. Er is nooit zoveel menselijke volmaaktheid in de kerk geweest, maar Nieuw Jeruzalem is niet opgebouwd met de krachten van Babel. Die stad daalt neer uit de Hemel, van God. Gelovigen zonder de Heilige Geest kunnen het werk van de Geest niet doen.

Mijn verandering

Toen Andrew Murray ertoe geleidt werd om over de Tempel van de Heilige Geest te schrijven, schreef Hij vol eerbiedig ontzag: “Ik zal mediteren en stil zijn tot er iets van die overweldigende heerlijkheid van deze waarheid op mij valt en ik het in geloof zal beseffen: Ik ben Zijn Tempel en diep vanbinnen zit Hij op de troon.” Nadat hij dat geschreven had rees dit gebed op als wierook: “Bevend aanvaard ik nu deze heerlijke waarheid: God de Geest, de Heilige Geest, die de Almachtige is, woont in mij! O Vader, laat me zien wat dat betekend, opdat ik niet tegen U zal zondigen door het te zeggen maar er niet naar te leven.”

Uren nadat ik deze woorden opgeschreven had was mijn geest vervuld met hetzelfde eerbiedige ontzag. Ik heb veel geschreven en gepreekt over de Heilige Geest, want het kennen van Hem is de meest belangrijke werkelijkheid van mijn ervaring. Alles heb ik te danken aan het Geschenk van het Pinksterfeest. Hij kwam tot mij toen ik Hem niet zocht. Ik was druk bezig met de zaken van mijn Hemelse Vader en zocht naar allerlei manieren om zelf het werk te doen waar Hij mij voor geroepen en gezonden had. Maar tijdens mijn zoektocht kwam ik een profeet tegen, ik hoorde een getuigenis en begon dat te zoeken wat ik niet kende. Ik wist dat het iets groters was dan ik al kende. Het kwam langs de weg van gehoorzaamheid en afkeer van menselijke manieren.

En toen het kwam kon ik niet uitleggen wat er gebeurde maar ik was me bewust van onuitsprekelijke dingen, vol heerlijkheid. Dit had directe gevolgen. Er kwam in mijn ziel een diepe vrede, een opwindende vreugde en een nieuw gevoel van kracht. Mijn geest leefde op. Ik voelde dat ik een nieuw vermogen van begrip had ontvangen. Elke kracht was verlevendigt en ook mijn lichaam was sterker. Ik voelde nieuwe veerkracht en levenskracht, nieuwe kracht om vol te houden en de opwinding van een sterke man in grote dingen.

Er gebeurde van alles. Dat wat eerst met ingespannen krachten niet lukte, gebeurde zonder iets te doen. Het was als toen Jezus in de boot stapte, die met al hun roeien niet vooruit was gekomen, “en meteen bereikte het schip het land.” Het was geweldig en heerlijk!

Maar dat wat gebeurde was het minste van al die ervaringen. De wind, het vuur en de tongen maakte het meeste los, maar ze verdwenen en het was de realiteit die bleef die het meest wonderlijke was. Deze ervaringen gaven me de sleutel tot al mijn denken, al mijn dienen en heel mijn leven. Het Pinksterfeest gaf mij de sleutel tot de Schrift. Het heeft mijn voeten bewaard voor de gladde plaatsen van allerlei verschillende soorten kritiek. En de struikelblokken werden stapstenen voor mij. Het onverklaarbare wordt duidelijk als we de aanwezigheid en de wet van de Geest herkennen. Het brengt evenwicht in wetenschap en geeft onderscheidingsvermogen wat mensen ons niet kunnen leren.

Inderdaad, leren zonder de Heilige Geest verblind mensen voor de werkelijkheid van Gods waarheid. Hij die denkt dat hij het woord van God kan begrijpen door het alleen intellectueel te bestuderen wordt enorm misleidt. Geestelijke waarheid wordt geestelijk waargenomen. De ziel ziet met de ogen van het hart en die worden geopend door de Heilige Geest. De kennis die Hij geeft is meer dan informatie, het is kennis die leidt tot vertrouwen, kennis die leven brengt en kennis die liefde inspireert. Diezelfde Geest gaf mij een nieuw begrip en ervaring van gebed. En met die geschenken kwamen de nieuwe geschenken van wijsheid en kracht. Vanaf de eerste dag van mijn Pinksterfeest, werd ik een zoeker en winner van zielen.

Petrus’ verandering

In de Evangelieën zien we Petrus als een driftig iemand, met veel tekortkomingen. Hij twijfelt vaak of doet grote uitspraken waar hij zich in beproeving niet aan houdt. Maar het Pinksterfeest laat zien dat hij veranderd is. Hij spreekt met zekerheid van de geopenbaarde waarheid en we zien de vrijmoedigheid van onoverwinnelijke kracht in zijn gedrag. De man die eerder ineenkromp en huilde staat nu op beide voeten, volkomen zonder angst. Zijn natuurlijke vurige aanleg is niet veranderd, maar hij straalt vol nieuwe energie, veranderd met een nieuwe Geest, effectief met nieuwe kracht. De Geest van Christus heeft zichzelf met Petrus bekleed. Hij spreekt met hetzelfde Galileese accent maar de woorden zijn van de Heilige Geest.

Paulus had het hier ook over toen hij zei: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij” (Galaten 2:20). De inwonende Aanwezigheid is bekleed met de geheiligde mensheid. Hij wordt het leven van dat leven en de ziel van die ziel. “Ik leef, maar ik niet meer.”

De Apostel schrijft al zijn geestelijke effectiviteit toe aan deze inwonend Kracht. Hij zegt: “Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het Nieuwe Verbond te zijn, niet van de letter, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend” (2 Korinthe 3:6). Onze bekwaamheid kan uit van alles buiten God en de Geest komen, maar zij brengen altijd de dood, niet het leven. Het is de Geest die levend maakt. Al het andere mislukt. De letter kan dan feilloos orthodox zijn, de manier kan buitengewoon  doordacht zijn en de mens kan ontzettend ijverig zijn, maar alleen wat God gemaakt heeft, wat Hij geïnspireerd heeft en wat Hij mogelijk maakt, zal lukken.

Alles van het vlees doodt. De kracht die levend maakt, veranderd, vervolmaakt is van God de Geest. Er is nooit zoveel menselijke volmaaktheid in de kerk geweest, maar Nieuw Jeruzalem is niet opgebouwd met de krachten van Babel. Die stad daalt neer uit de Hemel, van God. Gelovigen zonder de Heilige Geest kunnen het werk van de Geest niet doen.

Mijn verandering

Toen Andrew Murray ertoe geleidt werd om over de Tempel van de Heilige Geest te schrijven, schreef Hij vol eerbiedig ontzag: “Ik zal mediteren en stil zijn tot er iets van die overweldigende heerlijkheid van deze waarheid op mij valt en ik het in geloof zal beseffen: Ik ben Zijn Tempel en diep vanbinnen zit Hij op de troon.” Nadat hij dat geschreven had rees dit gebed op als wierook: “Bevend aanvaard ik nu deze heerlijke waarheid: God de Geest, de Heilige Geest, die de Almachtige is, woont in mij! O Vader, laat me zien wat dat betekend, opdat ik niet tegen U zal zondigen door het te zeggen maar er niet naar te leven.”

Uren nadat ik deze woorden opgeschreven had was mijn geest vervuld met hetzelfde eerbiedige ontzag. Ik heb veel geschreven en gepreekt over de Heilige Geest, want het kennen van Hem is de meest belangrijke werkelijkheid van mijn ervaring. Alles heb ik te danken aan het Geschenk van het Pinksterfeest. Hij kwam tot mij toen ik Hem niet zocht. Ik was druk bezig met de zaken van mijn Hemelse Vader en zocht naar allerlei manieren om zelf het werk te doen waar Hij mij voor geroepen en gezonden had. Maar tijdens mijn zoektocht kwam ik een profeet tegen, ik hoorde een getuigenis en begon dat te zoeken wat ik niet kende. Ik wist dat het iets groters was dan ik al kende. Het kwam langs de weg van gehoorzaamheid en afkeer van menselijke manieren.

En toen het kwam kon ik niet uitleggen wat er gebeurde maar ik was me bewust van onuitsprekelijke dingen, vol heerlijkheid. Dit had directe gevolgen. Er kwam in mijn ziel een diepe vrede, een opwindende vreugde en een nieuw gevoel van kracht. Mijn geest leefde op. Ik voelde dat ik een nieuw vermogen van begrip had ontvangen. Elke kracht was verlevendigt en ook mijn lichaam was sterker. Ik voelde nieuwe veerkracht en levenskracht, nieuwe kracht om vol te houden en de opwinding van een sterke man in grote dingen.

Er gebeurde van alles. Dat wat eerst met ingespannen krachten niet lukte, gebeurde zonder iets te doen. Het was als toen Jezus in de boot stapte, die met al hun roeien niet vooruit was gekomen, “en meteen bereikte het schip het land.” Het was geweldig en heerlijk!

Maar dat wat gebeurde was het minste van al die ervaringen. De wind, het vuur en de tongen maakte het meeste los, maar ze verdwenen en het was de realiteit die bleef die het meest wonderlijke was. Deze ervaringen gaven me de sleutel tot al mijn denken, al mijn dienen en heel mijn leven. Het Pinksterfeest gaf mij de sleutel tot de Schrift. Het heeft mijn voeten bewaard voor de gladde plaatsen van allerlei verschillende soorten kritiek. En de struikelblokken werden stapstenen voor mij. Het onverklaarbare wordt duidelijk als we de aanwezigheid en de wet van de Geest herkennen. Het brengt evenwicht in wetenschap en geeft onderscheidingsvermogen wat mensen ons niet kunnen leren.

Inderdaad, leren zonder de Heilige Geest verblind mensen voor de werkelijkheid van Gods waarheid. Hij die denkt dat hij het woord van God kan begrijpen door het alleen intellectueel te bestuderen wordt enorm misleidt. Geestelijke waarheid wordt geestelijk waargenomen. De ziel ziet met de ogen van het hart en die worden geopend door de Heilige Geest. De kennis die Hij geeft is meer dan informatie, het is kennis die leidt tot vertrouwen, kennis die leven brengt en kennis die liefde inspireert. Diezelfde Geest gaf mij een nieuw begrip en ervaring van gebed. En met die geschenken kwamen de nieuwe geschenken van wijsheid en kracht. Vanaf de eerste dag van mijn Pinksterfeest, werd ik een zoeker en winner van zielen.

De verandering die God teweegbracht in de eerste gelovigen op het eerste Pinksterfeest, wil Hij aan alle gelovigen geven. Verwacht Hem gehoorzaam en biddend, zoals de gelovigen die ons zijn voorgegaan!

Uit The Way to Pentecost, door Samuel Chadwick (1860-1932).