Eben-Haëzer

Het is onterecht wanneer we veronderstellen dat de Heere zijn machtige daden alleen vroeger deed, dat Hij zich alleen vroeger sterk toonde. Het is onterecht wanneer we veronderstellen dat de Heere vandaag geen wonderen meer verricht, dat Hij zich niet meer sterk toont aan de heiligen die nu op de aarde wonen. Laten we ons dagboek nalezen. Op deze moderne bladzijden kunnen we gelukkig incidenten tegenkomen, verfrissend voor ons en verheerlijkend voor God.

Ben je nooit verlost? Ben je nooit door rivieren gegaan, ondersteund door aanwezigheid van God? Ben je niet ongedeerd door het vuur gegaan? Ben je niet uit zes benauwdheden verlost? Ja, heeft Jehovah, je niet uit de zevende geholpen? Heeft Hij zich nooit aan jou bekendgemaakt? Heeft de God die tot Abraham in Mamre sprak wel eens tot jou gesproken? Heeft de Engel die met Jacob in Pniël geworsteld heeft wel eens met jou geworsteld? Hij stond in de vurige oven met drie heilige kinderen, heeft Hij ooit samen met jou in het vuur gestaan?

O geliefden, Hij heeft zichzelf aan ons geopenbaard zoals Hij dat niet aan de wereld doet. Vergeet die openbaringen niet. Verheug je erin! Heeft God je ooit laten kiezen uit Zijn gunsten? De God die Salomo gaf wat zijn hart verlangde, heeft Hij nooit naar jou geluisterd en je vragen beantwoordt? Die God van overvloed, heeft Hij je nooit verzadigd met vetheid? Heeft Hij je nooit in grazige weiden doen neerliggen? Ben je wel eens naar stille wateren gebracht?

Zeker geliefden, de goedheid van de God van vroeger is aan ons getoond. De openbaringen van Zijn genade aan hen die in heerlijkheid zijn opgenomen, zijn ook aan ons getoond. De verlossende barmhartigheid die zij ervaart hebben, zijn ons niet onbekend.