Het schild van het geloof

Het is een heilige kunst om het schild van het geloof te gebruiken. Laat me je uitleggen hoe dat kan. Je zult er goed mee omgaan als je Gods beloften kunt benoemen tegen de aanvallen van de vijand.

De duivel zegt, “Op een dag zul je arm zijn en verhongeren.” “Nee,” zegt de gelovige terwijl hij zijn schild goed gebruikt, “Hij heeft gezegd: Ik zal je niet loslaten en je niet verlaten (Deuteronomium 31:6). Je brood wordt je gegeven, van water ben je verzekerd” (Jesaja 33:16). “Ja,” zegt Satan, “maar op een dag zul je in de handen van de vijanden vallen.” “Nee,” zegt geloof, “ik vertrouw erop dat Hij Die in mij een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus” (Filippenzen 1:6).

“Ja,” zegt Satan, “maar de laster van de vijand zal je omverwerpen.” “Nee,” zegt geloof, “want de woede van mensen zal God tot lof zijn, wat aan woede overblijft, zal Hij beteugelen” (Psalm 76:10). “Ja,” zegt Satan en hij schiet weer een pijl af, “maar je bent zwak.” “Ja,” zegt geloof en weert af, “maar Gods kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.” (2 Korinthe 12:9).

“Ja,” zegt Satan, “maar je zonde is groot.” “Ja,” zegt geloof terwijl hij de belofte opneemt, “Hij kan ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten” (Hebreeën 7:25). “Maar,” zegt de vijand weer terwijl hij met zijn zwaard een enorme uitval doet, “God heeft je verworpen.” “Nee,” zegt geloof, “Hij haat het verwerpen. De HEERE zal Zijn volk niet in de steek laten, Hij zal Zijn eigendom niet verlaten” (Psalm 94:14).

“Maar uiteindelijk zal ik je toch krijgen,” zegt Satan. “Nee,” zegt geloof terwijl hij de kaken van de vijand dichtslaat, “Hij heeft gezegd: Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken” (Johannes 10:28).

Dat is hoe je volgens mij het schild gebruikt.