Door het geloof… [weigerde Mozes] het genot van de zonde te hebben… want hij had het loon voor ogen. (Hebreeën 11:24-26)
Door het geloof… [weigerde Mozes] het genot van de zonde te hebben… want hij had het loon voor ogen. (Hebreeën 11:24-26)
Geloof is niet tevreden met “vluchtige genoegens.” Het is erg hongerig naar vreugde. En het Woord van God zegt: “overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd” (Psalm 16:11). Het geloof zal dus geen zijspoor naar de zonde worden. Het zal niet zo makkelijk opgeven in zijn zoektocht naar maximale vreugde.
De rol van Gods Woord is om het geloofsverlangen naar God te voeden. En door dit te doen ontwent het mijn hart van de bedrieglijke smaak van lust.
In het begin verleidt begeerte me tot een gevoel dat zegt dat ik echt een grote voldoening zou missen als ik het pad van reinheid zou bewandelen. Maar dan neem ik het zwaard van de Geest en begin ik te vechten.
Ik lees dat het beter is om mijn oog uit te rukken dan te begeren (Mattheüs 5:29).
Ik lees dat als we denken aan alles wat rein, liefelijk en welluidend is, de vrede van God met me zal zijn (Filippenzen 4:8-9).
Ik lees dat het bedenken van het vlees de dood brengt, maar dat het bedenken van Geest leven en vrede brengt (Romeinen 8:6).
Ik lees dat begeerten strijden tegen mijn ziel (1 Petrus 2:11), en dat de genietingen van dit leven het leven van de Geest verstikken (Lucas 8:14).
Maar het beste wat ik lees is dat God het goede niet zal onthouden aan wie in oprechtheid zijn weg gaat (Psalm 84:12), en dat zij die een rein hart hebben God zullen zien (Mattheüs 5:8)
Als ik bid voor mijn geloof om voldaan te zijn met Gods leven en vrede, dan schraapt het zwaard van de Geest de zoete laag van de giftige begeerte. Ik zie wat het werkelijk is. En door Gods genade is dan haar verleidende kracht gebroken.
Geloof is niet tevreden met “vluchtige genoegens.” Het is erg hongerig naar vreugde. En het Woord van God zegt: “overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd” (Psalm 16:11). Het geloof zal dus geen zijspoor naar de zonde worden. Het zal niet zo makkelijk opgeven in zijn zoektocht naar maximale vreugde.
De rol van Gods Woord is om het geloofsverlangen naar God te voeden. En door dit te doen ontwent het mijn hart van de bedrieglijke smaak van lust.
In het begin verleidt begeerte me tot een gevoel dat zegt dat ik echt een grote voldoening zou missen als ik het pad van reinheid zou bewandelen. Maar dan neem ik het zwaard van de Geest en begin ik te vechten.
Ik lees dat het beter is om mijn oog uit te rukken dan te begeren (Mattheüs 5:29).
Ik lees dat als we denken aan alles wat rein, liefelijk en welluidend is, de vrede van God met me zal zijn (Filippenzen 4:8-9).
Ik lees dat het bedenken van het vlees de dood brengt, maar dat het bedenken van Geest leven en vrede brengt (Romeinen 8:6).
Ik lees dat begeerten strijden tegen mijn ziel (1 Petrus 2:11), en dat de genietingen van dit leven het leven van de Geest verstikken (Lucas 8:14).
Maar het beste wat ik lees is dat God het goede niet zal onthouden aan wie in oprechtheid zijn weg gaat (Psalm 84:12), en dat zij die een rein hart hebben God zullen zien (Mattheüs 5:8)
Als ik bid voor mijn geloof om voldaan te zijn met Gods leven en vrede, dan schraapt het zwaard van de Geest de zoete laag van de giftige begeerte. Ik zie wat het werkelijk is. En door Gods genade is dan haar verleidende kracht gebroken.
Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org