Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:7)
Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:7)
Psalm 56:4 zegt: “Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U.”
Opmerking: Er staat niet: “Ik vrees nooit.” De vrees slaat toe en de strijd begint. De Bijbel gaat er dus niet vanuit dat ware gelovigen geen angst zullen hebben. In plaats daarvan vertelt de Bijbel hoe we deze angst moeten bestrijden.
1 Petrus 5:7 zegt bijvoorbeeld: “Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.” Er staat niet: “…en je zult geen zorgen meer hebben.” Er staat dat als je zorgen hebt, je ze op God moet werpen. Wanneer modder op je voorruit spat, je even de weg uit het oog verliest en angstig wordt, zet dan je ruitenwissers aan en gebruik de ruitensproeier.
Mijn reactie op iemand die elke dag met angstige gevoelens worstelt is dus deze: het is min of meer normaal. Tenminste voor mij is het normaal, vanaf mijn tienerjaren. De vraag is, hoe bestrijden we ze?
Het antwoord op die vraag is: we bestrijden angsten door te strijden tegen ongeloof en voor geloof in toekomstige genade. En de manier waarop je deze “goede strijd” strijdt is door te mediteren op Gods verzekeringen van toekomstige genade en door de hulp van Zijn Geest te vragen.
De ruitenwissers zijn de beloften van God die de modder van het ongeloof van de ruit wissen en de ruitensproeiervloeistof is de hulp van de Heilige Geest. De strijd om bevrijdt te worden van zonden wordt gestreden “door de Geest en geloof in de waarheid” (2 Thessalonicenzen 2:13).
Het werk van de Heilige Geest en het Woord van de waarheid. Dat zijn de grote geloofsbouwers. Zonder het verzachtende werk van de Heilige Geest schrapen de ruitenwissers van het Woord over de verblindende modder van het ongeloof.
Beiden zijn noodzakelijk — de Geest en het Woord. We lezen de beloften van God en we bidden om de hulp van Zijn Geest. En als de voorruit schoon is en we het welzijn zien wat God voor ons heeft (Jeremia 29:11), dan versterkt ons geloof en worden de slingeringen van angst bijgestuurd.
Psalm 56:4 zegt: “Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U.”
Opmerking: Er staat niet: “Ik vrees nooit.” De vrees slaat toe en de strijd begint. De Bijbel gaat er dus niet vanuit dat ware gelovigen geen angst zullen hebben. In plaats daarvan vertelt de Bijbel hoe we deze angst moeten bestrijden.
1 Petrus 5:7 zegt bijvoorbeeld: “Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.” Er staat niet: “…en je zult geen zorgen meer hebben.” Er staat dat als je zorgen hebt, je ze op God moet werpen. Wanneer modder op je voorruit spat, je even de weg uit het oog verliest en angstig wordt, zet dan je ruitenwissers aan en gebruik de ruitensproeier.
Mijn reactie op iemand die elke dag met angstige gevoelens worstelt is dus deze: het is min of meer normaal. Tenminste voor mij is het normaal, vanaf mijn tienerjaren. De vraag is, hoe bestrijden we ze?
Het antwoord op die vraag is: we bestrijden angsten door te strijden tegen ongeloof en voor geloof in toekomstige genade. En de manier waarop je deze “goede strijd” strijdt is door te mediteren op Gods verzekeringen van toekomstige genade en door de hulp van Zijn Geest te vragen.
De ruitenwissers zijn de beloften van God die de modder van het ongeloof van de ruit wissen en de ruitensproeiervloeistof is de hulp van de Heilige Geest. De strijd om bevrijdt te worden van zonden wordt gestreden “door de Geest en geloof in de waarheid” (2 Thessalonicenzen 2:13).
Het werk van de Heilige Geest en het Woord van de waarheid. Dat zijn de grote geloofsbouwers. Zonder het verzachtende werk van de Heilige Geest schrapen de ruitenwissers van het Woord over de verblindende modder van het ongeloof.
Beiden zijn noodzakelijk — de Geest en het Woord. We lezen de beloften van God en we bidden om de hulp van Zijn Geest. En als de voorruit schoon is en we het welzijn zien wat God voor ons heeft (Jeremia 29:11), dan versterkt ons geloof en worden de slingeringen van angst bijgestuurd.
Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org
