De gezonde leer is, overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de gelukkige God. (1 Timotheüs 1:10-11, EV)


De gezonde leer is, overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de gelukkige God. (1 Timotheüs 1:10-11, EV)


Een groot deel van Gods heerlijkheid is Zijn geluk.

Het was ondenkbaar voor de apostel Paulus dat God de oneindige vreugde kon worden ontzegd en nog steeds volledig verheerlijkt kon zijn. Als God oneindig heerlijk was moest Hij ook oneindig gelukkig zijn. Hij gebruikt de uitdrukking: “de heerlijkheid van de gelukkige God” (EV), want het is heerlijk voor God om zo gelukkig te zijn als Hij is.

Gods heerlijkheid bestaat uit het feit dat Hij gelukkiger is dan wij ons ooit kunnen indenken.

Dit is het Evangelie: “het Evangelie van de heerlijkheid van de gelukkige God.” Het is goed nieuws dat God zo heerlijk gelukkig is.

Niemand wil de eeuwigheid doorbrengen bij een ongelukkige God. Als God ongelukkig is dan is het doel van het Evangelie geen gelukkig doel en dat betekent dat het niet eens een evangelie is.

Maar Jezus nodigt ons uit om de eeuwigheid door te brengen met een gelukkige God als Hij zegt: “ga in, in de vreugde van uw heer” (Mattheüs 25:23). Jezus leefde en stierf zodat Zijn vreugde — Gods vreugde — in ons zou zijn en dat onze vreugde vol zou zijn (Johannes 15:11; 17:13). Daarom is het Evangelie “het Evangelie van de heerlijkheid van de gelukkig God.”

Het geluk van God is in de eerste plaats het geluk in Zijn Zoon. Als we dus delen in het geluk van God dan delen we in het genoegen wat de Vader heeft in Zijn Zoon.

Daarom maakte Jezus de Vader aan ons bekend. Aan het einde van Zijn grote gebed in Johannes 17 zei Hij tegen Zijn Vader: “En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen” (vers 26). Hij maakte God bekend zodat Gods genoegen in Zijn Zoon in ons zou zijn zodat dat ook ons genoegen zou worden.

Een groot deel van Gods heerlijkheid is Zijn geluk.

Het was ondenkbaar voor de apostel Paulus dat God de oneindige vreugde kon worden ontzegd en nog steeds volledig verheerlijkt kon zijn. Als God oneindig heerlijk was moest Hij ook oneindig gelukkig zijn. Hij gebruikt de uitdrukking: “de heerlijkheid van de gelukkige God” (EV), want het is heerlijk voor God om zo gelukkig te zijn als Hij is.

Gods heerlijkheid bestaat uit het feit dat Hij gelukkiger is dan wij ons ooit kunnen indenken.

Dit is het Evangelie: “het Evangelie van de heerlijkheid van de gelukkige God.” Het is goed nieuws dat God zo heerlijk gelukkig is.

Niemand wil de eeuwigheid doorbrengen bij een ongelukkige God. Als God ongelukkig is dan is het doel van het Evangelie geen gelukkig doel en dat betekent dat het niet eens een evangelie is.

Maar Jezus nodigt ons uit om de eeuwigheid door te brengen met een gelukkige God als Hij zegt: “ga in, in de vreugde van uw heer” (Mattheüs 25:23). Jezus leefde en stierf zodat Zijn vreugde — Gods vreugde — in ons zou zijn en dat onze vreugde vol zou zijn (Johannes 15:11; 17:13). Daarom is het Evangelie “het Evangelie van de heerlijkheid van de gelukkig God.”

Het geluk van God is in de eerste plaats het geluk in Zijn Zoon. Als we dus delen in het geluk van God dan delen we in het genoegen wat de Vader heeft in Zijn Zoon.

Daarom maakte Jezus de Vader aan ons bekend. Aan het einde van Zijn grote gebed in Johannes 17 zei Hij tegen Zijn Vader: “En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in hen” (vers 26). Hij maakte God bekend zodat Gods genoegen in Zijn Zoon in ons zou zijn zodat dat ook ons genoegen zou worden.

Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org


Beschikbaar gesteld door DesiringGod.org