Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God. (Markus 10:14)
Lees verder Deuteronomium 6:4—7.
Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God. (Markus 10:14)
Lees verder Deuteronomium 6:4—7.
We kunnen met de apostel Johannes zeggen, “Ik heb geen grotere blijdschap dan hierover dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen” (3 Johannes 1:4). Daarom brengen we ze iedere dag bij Christus, we zijn voortdurend in gebed voor hen.
Zodra ze oud genoeg zijn en de dingen van God kunnen begrijpen, proberen we ze bij Christus te brengen door ze in de waarheid te onderwijzen. Daarom hebben we zondagsscholen, daarom lezen we in ons gezin samen uit de Bijbel, we bidden samen en daarom onderwijzen we ze aan de hand van vragen en antwoorden in de geloofsleer.
Iemand die zegt, “Onderwijs je kinderen niet, ze zullen op Gods tijd tot geloof komen als dat Zijn wil is, laat ze daarom maar los op straat,” die zondigt zeker, zowel tegen zijn kind als tegen de Heere Jezus. We kunnen dan net zo goed zeggen, “Als we een akker moeten oogsten, dan zal dat gebeuren als dat de wil van God is, laat het daarom maar en laat het onkruid maar overal opgroeien en alles bedekken. Probeer het onkruid niet te doden en zaai het goede zaad niet.”
Die gedachte is niet alleen wreed voor onze kinderen, het is ook afschuwelijk onaangenaam voor Christus. Ouders! Ik hoop dat jullie je kinderen bij Christus proberen te brengen door ze de dingen van God te leren. Laat het plan van de verlossing voor jullie kinderen niet vreemd zijn. Laat het nooit van jullie kinderen gezegd worden dat ze niets weten van verzoening nadat ze de leeftijd hebben bereikt dat hun geweten gaat werken om te kunnen oordelen tussen goed en kwaad, dat ze niets begrijpen van het grote plaatsvervangende werk van Christus.
Vertel je kinderen van het leven en de dood, van de hel en de hemel, van het oordeel en de genade, van zijn eigen zonden en het meest kostbare bloed van Christus. Werk met je kinderen nadat je ze dit verteld hebt, overtuig ze, zoals de apostel zijn gemeente overtuigde, met tranen, huilend, zodat ze zich naar de Heere zullen omkeren.
We kunnen met de apostel Johannes zeggen, “Ik heb geen grotere blijdschap dan hierover dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen” (3 Johannes 1:4). Daarom brengen we ze iedere dag bij Christus, we zijn voortdurend in gebed voor hen.
Zodra ze oud genoeg zijn en de dingen van God kunnen begrijpen, proberen we ze bij Christus te brengen door ze in de waarheid te onderwijzen. Daarom hebben we zondagsscholen, daarom lezen we in ons gezin samen uit de Bijbel, we bidden samen en daarom onderwijzen we ze aan de hand van vragen en antwoorden in de geloofsleer.
Iemand die zegt, “Onderwijs je kinderen niet, ze zullen op Gods tijd tot geloof komen als dat Zijn wil is, laat ze daarom maar los op straat,” die zondigt zeker, zowel tegen zijn kind als tegen de Heere Jezus. We kunnen dan net zo goed zeggen, “Als we een akker moeten oogsten, dan zal dat gebeuren als dat de wil van God is, laat het daarom maar en laat het onkruid maar overal opgroeien en alles bedekken. Probeer het onkruid niet te doden en zaai het goede zaad niet.”
Die gedachte is niet alleen wreed voor onze kinderen, het is ook afschuwelijk onaangenaam voor Christus. Ouders! Ik hoop dat jullie je kinderen bij Christus proberen te brengen door ze de dingen van God te leren. Laat het plan van de verlossing voor jullie kinderen niet vreemd zijn. Laat het nooit van jullie kinderen gezegd worden dat ze niets weten van verzoening nadat ze de leeftijd hebben bereikt dat hun geweten gaat werken om te kunnen oordelen tussen goed en kwaad, dat ze niets begrijpen van het grote plaatsvervangende werk van Christus.
Vertel je kinderen van het leven en de dood, van de hel en de hemel, van het oordeel en de genade, van zijn eigen zonden en het meest kostbare bloed van Christus. Werk met je kinderen nadat je ze dit verteld hebt, overtuig ze, zoals de apostel zijn gemeente overtuigde, met tranen, huilend, zodat ze zich naar de Heere zullen omkeren.
Ter overdenking
Christelijke ouders moeten hun kinderen opvoeden “in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere” (Efeze 6:4). Dit zal moeilijker zijn in onchristelijke huwelijken waar alleen de vader of moeder een volgeling van Christus is. Maar het is niet hopeloos (1 Korinthe 7:14), Timotheüs is daarvan het bewijs (Handelingen 16:1; 2 Timotheüs 1:5; 3:15).
Preek nr. 581, 24 juli 1864
Beschikbaar gesteld door Day One
Ter overdenking
Christelijke ouders moeten hun kinderen opvoeden “in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere” (Efeze 6:4). Dit zal moeilijker zijn in onchristelijke huwelijken waar alleen de vader of moeder een volgeling van Christus is. Maar het is niet hopeloos (1 Korinthe 7:14), Timotheüs is daarvan het bewijs (Handelingen 16:1; 2 Timotheüs 1:5; 3:15).
Preek nr. 581, 24 juli 1864
Beschikbaar gesteld door Day One