Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, als u mijn Liefste vindt, wat zult u Hem vertellen? Dat ik ziek ben van liefde! (Hooglied 5:8)
Lees verder Psalm 107:17—22.
Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, als u mijn Liefste vindt, wat zult u Hem vertellen? Dat ik ziek ben van liefde! (Hooglied 5:8)
Lees verder Psalm 107:17—22.
Sommige ziekten zijn alleen voor de heiligen, de goddelozen hebben die ziekten nooit gehad. Vreemd genoeg zijn deze ziekten tekenen van een krachtige gezondheid. Wie anders dan de geliefde van de Heere ervaart ooit de zondeziekte waarin de ziel alleen al van het woord overtreding walgt? Wie anders wordt niet betoverd door de verleider? Wie anders vind geen zoetheid in zijn zonde maar keert zich met afschuw en walging af van de gedachte aan ongerechtigheid?
Zo is het ook voor hen, en voor hen alleen, om die zelfziekte te voelen waarbij het hart in opstand komt tegen elke kracht en elk vertrouwen in schepselen. Ze zijn ziek gemaakt voor het zelf, voor zelfverheffing, zelfredzaamheid en het zelf van elk soort. De Heere treft ons steeds meer met die zelfziekte tot we dood zijn voor het zelf en zijn onheilige verlangens.
Dan zijn er ook nog twee soorten liefdesziekten. Het ene soort liefdesziekte is die ziekte die een Christen overvalt als hij vervoerd wordt in een volle vreugde in Jezus. Zoals de bruid, opgetogen over Zijn genade en gesmolten door de tederheid van haar Heer, zegt in Hooglied 2:5: “Sterk mij met rozijnenkoeken, verkwik mij met appels, want ik ben ziek van liefde.” De ziel is buiten zichzelf van vreugde om het geluk en de gelukzaligheid die ontvangen is van Christus. Het lichaam is nauwelijks in staat om de buitengewone en acute verstoring van de gemoedstoestand, door de vreugde die de ziel bezit, te dragen. Ze was zo blij om in de omhelzing van haar Heer te zijn dat ze ondersteund moest worden onder het overweldigende gewicht van haar vreugde.
Een andere soort liefdesziekte, veel anders dan de vorige, is dat de ziel ziek is. Niet omdat het te veel liefde van Christus heeft maar omdat de ziel er niet genoeg van bewust is. Ziek, niet van vreugde maar van een verlangen daarnaar. Ziek, niet door de overvloed van vreugde maar door het verdriet van een afwezige geliefde.
Sommige ziekten zijn alleen voor de heiligen, de goddelozen hebben die ziekten nooit gehad. Vreemd genoeg zijn deze ziekten tekenen van een krachtige gezondheid. Wie anders dan de geliefde van de Heere ervaart ooit de zondeziekte waarin de ziel alleen al van het woord overtreding walgt? Wie anders wordt niet betoverd door de verleider? Wie anders vind geen zoetheid in zijn zonde maar keert zich met afschuw en walging af van de gedachte aan ongerechtigheid?
Zo is het ook voor hen, en voor hen alleen, om die zelfziekte te voelen waarbij het hart in opstand komt tegen elke kracht en elk vertrouwen in schepselen. Ze zijn ziek gemaakt voor het zelf, voor zelfverheffing, zelfredzaamheid en het zelf van elk soort. De Heere treft ons steeds meer met die zelfziekte tot we dood zijn voor het zelf en zijn onheilige verlangens.
Dan zijn er ook nog twee soorten liefdesziekten. Het ene soort liefdesziekte is die ziekte die een Christen overvalt als hij vervoerd wordt in een volle vreugde in Jezus. Zoals de bruid, opgetogen over Zijn genade en gesmolten door de tederheid van haar Heer, zegt in Hooglied 2:5: “Sterk mij met rozijnenkoeken, verkwik mij met appels, want ik ben ziek van liefde.” De ziel is buiten zichzelf van vreugde om het geluk en de gelukzaligheid die ontvangen is van Christus. Het lichaam is nauwelijks in staat om de buitengewone en acute verstoring van de gemoedstoestand, door de vreugde die de ziel bezit, te dragen. Ze was zo blij om in de omhelzing van haar Heer te zijn dat ze ondersteund moest worden onder het overweldigende gewicht van haar vreugde.
Een andere soort liefdesziekte, veel anders dan de vorige, is dat de ziel ziek is. Niet omdat het te veel liefde van Christus heeft maar omdat de ziel er niet genoeg van bewust is. Ziek, niet van vreugde maar van een verlangen daarnaar. Ziek, niet door de overvloed van vreugde maar door het verdriet van een afwezige geliefde.
Ter overdenking
Lijd jij onder een geestelijke ziekte? Christus kwam om diegenen te roepen die bereid zijn om toe te geven dat ze geestelijk ziek zijn (Markus 2:17). Zoals Hij zei van Zijn lichamelijk zieke vriend Lazarus: “Deze ziekte is niet tot de dood, maar is er met het oog op de heerlijkheid van God” (Johannes 11:4).
Preek 539, 8 november 1863
Beschikbaar gesteld door Day One
Ter overdenking
Lijd jij onder een geestelijke ziekte? Christus kwam om diegenen te roepen die bereid zijn om toe te geven dat ze geestelijk ziek zijn (Markus 2:17). Zoals Hij zei van Zijn lichamelijk zieke vriend Lazarus: “Deze ziekte is niet tot de dood, maar is er met het oog op de heerlijkheid van God” (Johannes 11:4).
Preek 539, 8 november 1863
Beschikbaar gesteld door Day One