Wat als je doopvisie anders is dan de gemeente waar je nu zit en Bijbelse prediking hoort?

Wat als je doopvisie anders is dan de gemeente waar je nu zit en Bijbelse prediking hoort?


Toen de discpelen de opdracht kregen om de wereld in te gaan om onder alle volken discipelen te maken, die te dopen en hen te leren om alles in acht te nemen wat de Heere Jezus geboden had (Mattheüs 28:19), sprak Hij niet vrijblijvend over zijn opdrachten. De discipelen moesten nieuwe discipelen alles leren en opvolgen wat Jezus geboden had. Onder alles wat Hij geboden heeft, valt ook de doop.

Wanneer we er van overtuigd zijn dat de Heere Jezus van ons vraagt gedoopt te worden, mogen we die opdracht niet omwille van de eenheid naast ons neerleggen. Als Jezus, degene die ons van de hel verlost heeft, in Zijn wijsheid ons iets opdraagt, waarom zouden we het dan niet graag willen opvolgen?

Zelfs al zou het hele lichaam van Christus roepen dat we het Avondmaal op een andere manier en ook onder kinderen zouden moeten bedienen, dan mogen wij daarin niet meegaan om de eenheid te bewaren. Het verkeerde gebruik van het Avondmaal, het onwaardig delen in die instelling van Jezus, was de oorzaak van de zieken en sterfgevallen in de gemeente in Korinthe.

Geestelijke gezondheid en tucht

De gemeente is dus meer dan Bijbelse prediking, al is dat zeker erg belangrijk en koers bepalend. We zien dat er meer is wat de gezondheid van de gemeente bepaald. Zo zien we dat de kinderdoop de gezondheid van een gemeente aantast, misschien niet direct, maar een beetje zuurdeeg door zuurt het hele deeg. Wanneer er kinderen gedoopt worden en beschouwt worden als in Christus, zal de tucht niet meer kunnen functioneren. De gemeente zal gevormd worden door een deel wat (nog) niet wedergeboren is.

Wanneer er vervolgens ouderlingen of diakenen aangesteld moeten worden zullen degenen die nog niet vervuld zijn met Gods Geest, geleidt door hun vlees en eigen inzichten, een keuze moeten maken zodat er leiders aangesteld worden die meer en meer naar de onwedergeboren geest ademen waardoor de gemeente, langzaam maar zeker, oppervlakkig wordt.

Wanneer er kinderen gedoopt worden die niet beschouwt worden als in Christus, maar wel op het erf van het verbond, moeten we met menselijke inzichten een systeem in leven roepen wat we belijdenis doen noemen waarvan we niet op grond van Gods Woord kunnen aangeven wat de voorwaarden daarvoor zijn, met als gevolg dat er niet op grond van persoonlijk geloof en wedergeboorte belijdenis gedaan wordt maar op grond van het verstandelijk beamen van de leer waarna de toegang verleent wordt tot de vorming van de gemeente. Ook hier kan de tucht niet meer functioneren en zullen onwedergeboren mensen die niet vervuld zijn met Gods Geest een stem uit brengen op de ouderling of diaken die zij het liefst naar hun menselijke inzichten zien. Wat ook leidt tot een verdorring van de gemeente.

Kinderdoop leidt dus tot twee soorten gemeenten:

1. Gemeenten die in zekere zin wedergeboorte veronderstellen waardoor de gemeente gevormd wordt door (nog) onwedergeborenen zonder de Heilige Geest die invloed hebben op de geestelijke gezondheid.

2. Gemeenten die geloven dat kinderen op het erf van het verbond geboren worden waardoor de voorwaarden voor belijdenis naar eigen inzicht worden gesteld wat dus vaak leidt tot belijdenis doen van de leer waardoor de gemeente ook weer gevormd wordt door (nog) onwedergeborenen zonder de Heilige Geest die invloed hebben op de geestelijke gezondheid.

De Heere Jezus draagt ons op om iemand die in de gemeente door onbekeerlijke zonde en een aantal waarschuwingen niet werkelijk wedergeboren blijkt als buiten Christus te beschouwen.

Wanneer we kinderen van gelovige ouders als wedergeboren zien – niet als hen die nog uit de macht van duisternis overgezet moeten worden in het Koninkrijk van het de Zoon – zouden we al snel merken dat we in moeilijke situaties terechtkomen wanneer we Jezus’ opdracht om de tucht uit te oefenen in de gemeente opvolgen en dit consequent navolgen ten opzichte van deze kinderen. Dit heb ik in de praktijk niet zien gebeuren en moeten we dus concluderen dat de tucht niet functioneert.

Wanneer we de tucht werkelijk zouden toepassen dan zouden de kinderen in gemeenten die deze kinderen in zekere zin in Christus veronderstellen, ze al snel weer buiten Christus moeten zien en moeten beschouwen zoals geloofsdopers hun kinderen zien.

Ook wanneer er belijdenis gedaan wordt van de leer zien we in de praktijk dat de tucht niet functioneert omdat alleen door het erkennen van ongeloof in het offer van de Heere Jezus en persoonlijke verlossing al blijkt dat diegene nog buiten Christus is. Als de tucht werkelijk toegepast zou worden in deze gemeenten waar belijdenis gedaan wordt van de leer zouden we deze kinderen al snel niet meer als onderdeel van de gemeente kunnen zien wanneer ze zelf toegeven nog niet in Christus te zijn en niet vervuld met de Heilige Geest waardoor ze geen invloed mogen hebben op de vorming en leiding van de gemeente.

We moeten dit serieus nemen

Paulus roept ons om de vorming van de gemeente serieus te nemen en om ons heen zien we (zeker ook in gemeenten waar de doop functioneert maar weer andere aspecten verwaarloosd worden) dat dit onvermijdelijk leidt tot vervlakking en verdorring in de gemeenten.

Een lichaam dat het hoofd niet volgt is minstens een ziek lichaam wat we niet zomaar zo mogen laten doen. Wanneer we om de eenheid opdrachten van Jezus verwaarlozen zal dit vroeg of laat leiden tot groter verlies van zielen, die binnen een naar het schijnt functionerende gemeente langzaam verdorren en vervlakken en hun kinderen daarin meenemen, dan wanneer we nu radicale stappen zetten en de Heere Jezus gaan gehoorzamen.

Moeten we dan weggaan?

Betekent dit dat je je gemeente moet verlaten? In eerste instantie zeker niet! De Heere vraagt van ons dat we met gelovigen samenkomen, en overal waar gelovigen samenkomen die nog niet volkomen verlost zijn, zal er onvolmaaktheid zijn. In andere gemeenten worden weer andere aspecten van Gods Woord verwaarloosd. Dit is de realiteit, er is geen betere gemeente waar je kunt dienen. Maar als handen en voeten mogen we elkaar dienen. Nee, we moeten elkaar dienen. We moeten ons leven geven voor die vervuilde bruid, waarvoor Jezus Zijn leven gaf!

Maar dit betekent niet dat je in het dienen van je gemeente de een opdracht van Jezus mag negeren. Als je er dan dus van overtuigd bent dat Jezus van je vraagt dat je gedoopt wordt, sta dan op, laat je dopen! Het is heerlijk om Jezus in het kleinste te gehoorzamen. En als we dat in het kleinste, in dit grondbeginsel niet kunnen, hoe zullen we het dan doen in de verheffing van de Jordaan? (Jeremia 12:5).

Ja, als we Jezus niet meer lief kunnen hebben dan alles hier op aarde, kunnen we Zijn discipel niet zijn (Lukas 14:26).

Maar bereken ook de kosten, veel gemeenten zullen je niet meer als volwaardig lid erkennen en soms zelfs buitensluiten wanneer je Jezus’ eenvoudige opdracht om gedoopt te worden opvolgt. Dit laat zien hoe belangrijk ook zij de doop vinden en dat het daarom ook van levensbelang is dat we daarbij samen Gods Woord openslaan.

Maar zoals ik al zij, al zou het hele lichaam van Jezus er van overtuigd zijn dat we iets anders moeten doen dan wat Jezus ons opgedragen heeft, dan moeten we toch het Hoofd volgen, niet het lichaam. Het lichaam zal niet voor de eenheid zorgen, alleen het Hoofd en gehoorzaamheid aan het hoofd kan het lichaam bij elkaar houden, anders is het valse eenheid, een eenheid gefundeerd op compromissen. We weten hoe een klein virus een heel lichaam kan aantasten. We mogen dus nooit een opdracht van Jezus als onbelangrijk beschouwen. Maar we volgen Hem, wat Hij ook van ons vraagt!

Zelfonderzoek

Wanneer het hele lichaam van Christus echter overtuigd is van iets waarover wij andere overtuigingen hebben, is het zeker erg verstandig om nog eens heel goed te overwegen of het virus niet in mijn overtuiging zit, dat niet mijn overtuiging het zuurdeeg is wat de gemeente dreigt te doorzuren. Daarom is het heel belangrijk om je overtuigingen over de doop te bespreken met de leiding van de gemeente, met een dominee van je kerkverband en hun onderwijs over dit onderwerp biddend en in overgave aan God te heroverwegen in het licht van de Schrift.

Maak je gang en treden vast in Gods Woord, laat alles wat je doet en laat in overeenstemming zijn met Gods Woord, volg Jezus, waar Hij je ook roept en wat het ook kost.

De meeste martelaren zijn gestorven omdat ze de Roomse mis verwierpen. Ze wilden Jezus in alles volgen, en hadden daar hun leven voor over. Vrijmoedig hielden ze vast aan wat Gods Woord leerde, ook zij kregen te horen dat ze hun moederkerk verachtten, hun wortels verwierpen en voor verdeeldheid zorgden. Maar hun vuur en liefde voor Jezus was groter dan hun liefde voor mensen. Ze moesten God meer gehoorzamen dan de mensen. Ze konden niet anders dan Jezus volgen, want Hij was hun Hoofd, Hij was hun Herder. We volgen de Herder, niet de schapen.

Geloof en haar vruchten

Zeker, gered uit genade en door het geloof alleen is er niet één beleden zonde, dwaling of compromis die ons uit de hemel zou kunnen houden. Maar wat we op dat fundament bouwen, zal verbrand worden wanneer het eigen hooi en stoppels zijn, en dat is het beste geval. Want hoewel we gered worden uit genade en door het geloof alleen wordt geloof zichtbaar in werken. Gehoorzaamheid is een teken van authentiek geloof.

Dit volgen van Jezus kost veel, het kost je leven. Maar Hij wil er alles voor terug geven. Wat we in ons vlees zaaien, zal verderven, wat we in de Geest zaaien zal een oogst van eeuwigheden opleveren (Galaten 6:7-8).

Misschien loop je hier op aarde de gezelligheid van de kudde mis omdat de kudde ver bij de Herder vandaan is, blijf toch altijd bij de Herder, dwaal niet mee, zo zorgen we niet voor eenheid, laat Hem zorgen voor de eenheid, blijf jij bij de Herder, wat er ook gebeurt.

Laten we Jezus volgen, in het kleinste en vruchten voortbrengen die Hem verheerlijken in opofferende liefde voor zijn gebroken en verdeelde lichaam hier op aarde, in het uitzien dat het straks één kudde zal worden en één Herder.

Toen de discpelen de opdracht kregen om de wereld in te gaan om onder alle volken discipelen te maken, die te dopen en hen te leren om alles in acht te nemen wat de Heere Jezus geboden had (Mattheüs 28:19), sprak Hij niet vrijblijvend over zijn opdrachten. De discipelen moesten nieuwe discipelen alles leren en opvolgen wat Jezus geboden had. Onder alles wat Hij geboden heeft, valt ook de doop.

Wanneer we er van overtuigd zijn dat de Heere Jezus van ons vraagt gedoopt te worden, mogen we die opdracht niet omwille van de eenheid naast ons neerleggen. Als Jezus, degene die ons van de hel verlost heeft, in Zijn wijsheid ons iets opdraagt, waarom zouden we het dan niet graag willen opvolgen?

Zelfs al zou het hele lichaam van Christus roepen dat we het Avondmaal op een andere manier en ook onder kinderen zouden moeten bedienen, dan mogen wij daarin niet meegaan om de eenheid te bewaren. Het verkeerde gebruik van het Avondmaal, het onwaardig delen in die instelling van Jezus, was de oorzaak van de zieken en sterfgevallen in de gemeente in Korinthe.

Geestelijke gezondheid en tucht

De gemeente is dus meer dan Bijbelse prediking, al is dat zeker erg belangrijk en koers bepalend. We zien dat er meer is wat de gezondheid van de gemeente bepaald. Zo zien we dat de kinderdoop de gezondheid van een gemeente aantast, misschien niet direct, maar een beetje zuurdeeg door zuurt het hele deeg. Wanneer er kinderen gedoopt worden en beschouwt worden als in Christus, zal de tucht niet meer kunnen functioneren. De gemeente zal gevormd worden door een deel wat (nog) niet wedergeboren is.

Wanneer er vervolgens ouderlingen of diakenen aangesteld moeten worden zullen degenen die nog niet vervuld zijn met Gods Geest, geleidt door hun vlees en eigen inzichten, een keuze moeten maken zodat er leiders aangesteld worden die meer en meer naar de onwedergeboren geest ademen waardoor de gemeente, langzaam maar zeker, oppervlakkig wordt.

Wanneer er kinderen gedoopt worden die niet beschouwt worden als in Christus, maar wel op het erf van het verbond, moeten we met menselijke inzichten een systeem in leven roepen wat we belijdenis doen noemen waarvan we niet op grond van Gods Woord kunnen aangeven wat de voorwaarden daarvoor zijn, met als gevolg dat er niet op grond van persoonlijk geloof en wedergeboorte belijdenis gedaan wordt maar op grond van het verstandelijk beamen van de leer waarna de toegang verleent wordt tot de vorming van de gemeente. Ook hier kan de tucht niet meer functioneren en zullen onwedergeboren mensen die niet vervuld zijn met Gods Geest een stem uit brengen op de ouderling of diaken die zij het liefst naar hun menselijke inzichten zien. Wat ook leidt tot een verdorring van de gemeente.

Kinderdoop leidt dus tot twee soorten gemeenten:

1. Gemeenten die in zekere zin wedergeboorte veronderstellen waardoor de gemeente gevormd wordt door (nog) onwedergeborenen zonder de Heilige Geest die invloed hebben op de geestelijke gezondheid.

2. Gemeenten die geloven dat kinderen op het erf van het verbond geboren worden waardoor de voorwaarden voor belijdenis naar eigen inzicht worden gesteld wat dus vaak leidt tot belijdenis doen van de leer waardoor de gemeente ook weer gevormd wordt door (nog) onwedergeborenen zonder de Heilige Geest die invloed hebben op de geestelijke gezondheid.

De Heere Jezus draagt ons op om iemand die in de gemeente door onbekeerlijke zonde en een aantal waarschuwingen niet werkelijk wedergeboren blijkt als buiten Christus te beschouwen.

Wanneer we kinderen van gelovige ouders als wedergeboren zien – niet als hen die nog uit de macht van duisternis overgezet moeten worden in het Koninkrijk van het de Zoon – zouden we al snel merken dat we in moeilijke situaties terechtkomen wanneer we Jezus’ opdracht om de tucht uit te oefenen in de gemeente opvolgen en dit consequent navolgen ten opzichte van deze kinderen. Dit heb ik in de praktijk niet zien gebeuren en moeten we dus concluderen dat de tucht niet functioneert.

Wanneer we de tucht werkelijk zouden toepassen dan zouden de kinderen in gemeenten die deze kinderen in zekere zin in Christus veronderstellen, ze al snel weer buiten Christus moeten zien en moeten beschouwen zoals geloofsdopers hun kinderen zien.

Ook wanneer er belijdenis gedaan wordt van de leer zien we in de praktijk dat de tucht niet functioneert omdat alleen door het erkennen van ongeloof in het offer van de Heere Jezus en persoonlijke verlossing al blijkt dat diegene nog buiten Christus is. Als de tucht werkelijk toegepast zou worden in deze gemeenten waar belijdenis gedaan wordt van de leer zouden we deze kinderen al snel niet meer als onderdeel van de gemeente kunnen zien wanneer ze zelf toegeven nog niet in Christus te zijn en niet vervuld met de Heilige Geest waardoor ze geen invloed mogen hebben op de vorming en leiding van de gemeente.

We moeten dit serieus nemen

Paulus roept ons om de vorming van de gemeente serieus te nemen en om ons heen zien we (zeker ook in gemeenten waar de doop functioneert maar weer andere aspecten verwaarloosd worden) dat dit onvermijdelijk leidt tot vervlakking en verdorring in de gemeenten.

Een lichaam dat het hoofd niet volgt is minstens een ziek lichaam wat we niet zomaar zo mogen laten doen. Wanneer we om de eenheid opdrachten van Jezus verwaarlozen zal dit vroeg of laat leiden tot groter verlies van zielen, die binnen een naar het schijnt functionerende gemeente langzaam verdorren en vervlakken en hun kinderen daarin meenemen, dan wanneer we nu radicale stappen zetten en de Heere Jezus gaan gehoorzamen.

Moeten we dan weggaan?

Betekent dit dat je je gemeente moet verlaten? In eerste instantie zeker niet! De Heere vraagt van ons dat we met gelovigen samenkomen, en overal waar gelovigen samenkomen die nog niet volkomen verlost zijn, zal er onvolmaaktheid zijn. In andere gemeenten worden weer andere aspecten van Gods Woord verwaarloosd. Dit is de realiteit, er is geen betere gemeente waar je kunt dienen. Maar als handen en voeten mogen we elkaar dienen. Nee, we moeten elkaar dienen. We moeten ons leven geven voor die vervuilde bruid, waarvoor Jezus Zijn leven gaf!

Maar dit betekent niet dat je in het dienen van je gemeente de een opdracht van Jezus mag negeren. Als je er dan dus van overtuigd bent dat Jezus van je vraagt dat je gedoopt wordt, sta dan op, laat je dopen! Het is heerlijk om Jezus in het kleinste te gehoorzamen. En als we dat in het kleinste, in dit grondbeginsel niet kunnen, hoe zullen we het dan doen in de verheffing van de Jordaan? (Jeremia 12:5).

Ja, als we Jezus niet meer lief kunnen hebben dan alles hier op aarde, kunnen we Zijn discipel niet zijn (Lukas 14:26).

Maar bereken ook de kosten, veel gemeenten zullen je niet meer als volwaardig lid erkennen en soms zelfs buitensluiten wanneer je Jezus’ eenvoudige opdracht om gedoopt te worden opvolgt. Dit laat zien hoe belangrijk ook zij de doop vinden en dat het daarom ook van levensbelang is dat we daarbij samen Gods Woord openslaan.

Maar zoals ik al zij, al zou het hele lichaam van Jezus er van overtuigd zijn dat we iets anders moeten doen dan wat Jezus ons opgedragen heeft, dan moeten we toch het Hoofd volgen, niet het lichaam. Het lichaam zal niet voor de eenheid zorgen, alleen het Hoofd en gehoorzaamheid aan het hoofd kan het lichaam bij elkaar houden, anders is het valse eenheid, een eenheid gefundeerd op compromissen. We weten hoe een klein virus een heel lichaam kan aantasten. We mogen dus nooit een opdracht van Jezus als onbelangrijk beschouwen. Maar we volgen Hem, wat Hij ook van ons vraagt!

Zelfonderzoek

Wanneer het hele lichaam van Christus echter overtuigd is van iets waarover wij andere overtuigingen hebben, is het zeker erg verstandig om nog eens heel goed te overwegen of het virus niet in mijn overtuiging zit, dat niet mijn overtuiging het zuurdeeg is wat de gemeente dreigt te doorzuren. Daarom is het heel belangrijk om je overtuigingen over de doop te bespreken met de leiding van de gemeente, met een dominee van je kerkverband en hun onderwijs over dit onderwerp biddend en in overgave aan God te heroverwegen in het licht van de Schrift.

Maak je gang en treden vast in Gods Woord, laat alles wat je doet en laat in overeenstemming zijn met Gods Woord, volg Jezus, waar Hij je ook roept en wat het ook kost.

De meeste martelaren zijn gestorven omdat ze de Roomse mis verwierpen. Ze wilden Jezus in alles volgen, en hadden daar hun leven voor over. Vrijmoedig hielden ze vast aan wat Gods Woord leerde, ook zij kregen te horen dat ze hun moederkerk verachtten, hun wortels verwierpen en voor verdeeldheid zorgden. Maar hun vuur en liefde voor Jezus was groter dan hun liefde voor mensen. Ze moesten God meer gehoorzamen dan de mensen. Ze konden niet anders dan Jezus volgen, want Hij was hun Hoofd, Hij was hun Herder. We volgen de Herder, niet de schapen.

Geloof en haar vruchten

Zeker, gered uit genade en door het geloof alleen is er niet één beleden zonde, dwaling of compromis die ons uit de hemel zou kunnen houden. Maar wat we op dat fundament bouwen, zal verbrand worden wanneer het eigen hooi en stoppels zijn, en dat is het beste geval. Want hoewel we gered worden uit genade en door het geloof alleen wordt geloof zichtbaar in werken. Gehoorzaamheid is een teken van authentiek geloof.

Dit volgen van Jezus kost veel, het kost je leven. Maar Hij wil er alles voor terug geven. Wat we in ons vlees zaaien, zal verderven, wat we in de Geest zaaien zal een oogst van eeuwigheden opleveren (Galaten 6:7-8).

Misschien loop je hier op aarde de gezelligheid van de kudde mis omdat de kudde ver bij de Herder vandaan is, blijf toch altijd bij de Herder, dwaal niet mee, zo zorgen we niet voor eenheid, laat Hem zorgen voor de eenheid, blijf jij bij de Herder, wat er ook gebeurt.

Laten we Jezus volgen, in het kleinste en vruchten voortbrengen die Hem verheerlijken in opofferende liefde voor zijn gebroken en verdeelde lichaam hier op aarde, in het uitzien dat het straks één kudde zal worden en één Herder.

Dit artikel is voortgekomen uit gesprekken in de MijnGeloofsvraag Whatsapp-groep waar we iedere werkdag samen een ingezonden vraag van deelnemers behandelen. Klik hier om deel te nemen →