Zo hangt het dan niet af van hem die wil, ook niet van hem die hardloopt, maar van God Die Zich ontfermt. (Romeinen 9:16)


Zo hangt het dan niet af van hem die wil, ook niet van hem die hardloopt, maar van God Die Zich ontfermt. (Romeinen 9:16)


Dit vers komt middenin een heel zwaar hoofdstuk wat een heerlijk beeld geeft van Gods soevereiniteit over alles, specifiek hier Zijn soevereine ontferming en genade. De reden waarom vers 16 zo belangrijk is, is omdat het ons eraan herinnert dat we Gods ontferming nodig hebben. Elke dag hebben we Zijn ontferming nodig. Ons leven is afhankelijk van Zijn ontferming. We hebben geen adem zonder de ontferming van God. We hebben niets goeds zonder de ontferming van God. We hebben geen redding zonder Zijn ontferming. Zijn redding, zoals we door de hele brief aan de Romeinen hebben gezien, is niet afhankelijk van onze wil, ons werk of onze inspanning. Het is afhankelijk van Gods ontferming, zijn genade door Christus aan het kruis. God heeft in Zijn genade redding mogelijk gemaakt.

Ik kijk naar mijn eigen leven, ik ben gered van mijn zonden en dat is Gods ontferming. En als ik naar mijn gezin kijk, zie ik Gods ontferming. Zo kan ik door gaan en alle bewijzen van Gods genade in mijn leven opsommen. Al het goede in mijn leven komt uit Gods ontfermende hand. Dat geldt ook voor jou. We hebben niets zonder de ontferming van God.

Dit vers komt middenin een heel zwaar hoofdstuk wat een heerlijk beeld geeft van Gods soevereiniteit over alles, specifiek hier Zijn soevereine ontferming en genade. De reden waarom vers 16 zo belangrijk is, is omdat het ons eraan herinnert dat we Gods ontferming nodig hebben. Elke dag hebben we Zijn ontferming nodig. Ons leven is afhankelijk van Zijn ontferming. We hebben geen adem zonder de ontferming van God. We hebben niets goeds zonder de ontferming van God. We hebben geen redding zonder Zijn ontferming. Zijn redding, zoals we door de hele brief aan de Romeinen hebben gezien, is niet afhankelijk van onze wil, ons werk of onze inspanning. Het is afhankelijk van Gods ontferming, zijn genade door Christus aan het kruis. God heeft in Zijn genade redding mogelijk gemaakt.

Ik kijk naar mijn eigen leven, ik ben gered van mijn zonden en dat is Gods ontferming. En als ik naar mijn gezin kijk, zie ik Gods ontferming. Zo kan ik door gaan en alle bewijzen van Gods genade in mijn leven opsommen. Al het goede in mijn leven komt uit Gods ontfermende hand. Dat geldt ook voor jou. We hebben niets zonder de ontferming van God.

We bidden, o God, we zijn volkomen afhankelijk van U voor al het goede in en om ons heen. We kunnen niets om iets goeds te verdienen of te veroorzaken. U bent de bron van alle genade. We hebben U nodig om ons te redden van onze zonde. We hebben U nodig om zegeningen in ons leven te ervaren. Het komt allemaal uit Uw hand en we prijzen U voor Uw ontferming. Als mensen die U hebben leren kennen door Jezus, door Zijn opgeofferde bloed voor onze zonden, prijzen we U voor Uw ontferming.

We prijzen U voor alle bewijzen van genade in ons leven. Dank U, dank U, dank U wel, o God, voor Uw soevereine genade. U had ons die genade niet hoeven bewijzen. U hoefde zich niet te ontfermen. Maar U hebt dat gedaan omdat U barmhartig bent.

O God, ik verneder mijzelf voor U, we vernederen onszelf voor U. We danken U. Dank U, dank U, dank U wel voor al Uw ontferming over ons. En terwijl we danken smeken we om meer genade en ontferming, niet dat U ons al genoeg gegeven hebt, maar omdat we zonder Uw ontferming niets kunnen. We kunnen niet ademen, niet leven zoals U ons geroepen hebt te leven, we kunnen niet ervaren wat U voor ons voorbereidt hebt buitenom Uw ontferming. We zijn volkomen afhankelijk van Uw ontferming.

En we zijn niet alleen afhankelijk van Uw ontferming in ons eigen leven, maar ook in het leven van anderen. We bidden voor de verspreiding van het Evangelie aan de anderen om ons heen. We bidden dat Uw medelijden, Uw liefde en Uw ontferming bekend gemaakt wordt onder meer en meer mensen om ons heen en over de hele wereld. God, gebruik ons leven, Uw ontfermende genade, voor de verspreiding van Uw genade voor anderen. God, we prijzen U als de God van genade. U bent de God die zich ontfermt.

In Jezus’ naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net


We bidden, o God, we zijn volkomen afhankelijk van U voor al het goede in en om ons heen. We kunnen niets om iets goeds te verdienen of te veroorzaken. U bent de bron van alle genade. We hebben U nodig om ons te redden van onze zonde. We hebben U nodig om zegeningen in ons leven te ervaren. Het komt allemaal uit Uw hand en we prijzen U voor Uw ontferming. Als mensen die U hebben leren kennen door Jezus, door Zijn opgeofferde bloed voor onze zonden, prijzen we U voor Uw ontferming.

We prijzen U voor alle bewijzen van genade in ons leven. Dank U, dank U, dank U wel, o God, voor Uw soevereine genade. U had ons die genade niet hoeven bewijzen. U hoefde zich niet te ontfermen. Maar U hebt dat gedaan omdat U barmhartig bent.

O God, ik verneder mijzelf voor U, we vernederen onszelf voor U. We danken U. Dank U, dank U, dank U wel voor al Uw ontferming over ons. En terwijl we danken smeken we om meer genade en ontferming, niet dat U ons al genoeg gegeven hebt, maar omdat we zonder Uw ontferming niets kunnen. We kunnen niet ademen, niet leven zoals U ons geroepen hebt te leven, we kunnen niet ervaren wat U voor ons voorbereidt hebt buitenom Uw ontferming. We zijn volkomen afhankelijk van Uw ontferming.

En we zijn niet alleen afhankelijk van Uw ontferming in ons eigen leven, maar ook in het leven van anderen. We bidden voor de verspreiding van het Evangelie aan de anderen om ons heen. We bidden dat Uw medelijden, Uw liefde en Uw ontferming bekend gemaakt wordt onder meer en meer mensen om ons heen en over de hele wereld. God, gebruik ons leven, Uw ontfermende genade, voor de verspreiding van Uw genade voor anderen. God, we prijzen U als de God van genade. U bent de God die zich ontfermt.

In Jezus’ naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net