Verzacht waarschuwingen niet (Jeremia 28:8–9)

Wat hier gebeurt is zo belangrijk om Gods Woord te begrijpen, en specifiek Gods Woord in de mond van degene die het verkondigt. Het probleem is hier dat er profeten waren die vrede verkondigden terwijl dit niet Gods Woord was. Ze zeiden, “Wees gerust, het zit wel goed. Het is niet erg dat we in zonde leven, in afgoderij en immoraliteit.” En als gevolg daarvan zei het volk, “Het zit wel goed met ons.”

En dan komt er een profeet langs die oordeel en onheil profeteert. Maar niemand wil daar naar luisteren. Ze hebben liever een profeet die zegt dat er vrede komt. En wat Jeremia 28 hier zegt is, “Zeker, soms zal het Woord van God vrede zijn, maar het zal blijken of die profeet werkelijk Gods Woord verkondigde als er werkelijk vrede komt.” En het punt hier in Jeremia is dat er nog geen vrede is. Dit is niet de tijd van vrede. Zeker, er zou vrede komen in de toekomst wanneer God Zijn volk uiteindelijk door Jezus herstelt. Maar dit was nog niet de tijd om vrede te verkondigen.

En hoe heeft dit betrekking op ons leven? Denk daarover na. En ik heb weer twee manieren waarop dit op ons leven van toepassing is. Allereerst, in de gemeente en voor degenen die Gods Woord onderwijzen. We moeten voorzichtig zijn. Ja, we moeten vrede verkondigen waar God over vrede spreekt, maar we moeten niet zeggen dat het allemaal wel goed zit terwijl het helemaal niet goed is volgens Gods Woord. Die verleiding moeten we weerstaan.

Als voorgangers en luisteraars moeten we de verleiding weerstaan om de zonde te verbloemen alsof het niet zo erg is. We mogen de woorden van oordeel die duidelijk in Gods Woord staan niet verzachten. Als we zien hoe Jezus op veel verschillende manieren over de hel spreekt in zulke schrikbarende bewoordingen, als we zien dat de Bijbel, de 66 boeken gevuld zijn met duidelijke beelden van Gods oordeel over de zonde en over zondaren, dan moeten we dat niet negeren, we moeten daar naar luisteren. En ja, dan moeten we vluchten naar de vrede die er in Jezus gevonden wordt, maar niet naar de vrede die gevonden wordt in een het verzachten van zonde en oordeel en het verbloemen van de verdorvenheid van ons hart. We moeten de ernst daarvan onder ogen zien zodat het ons tot Jezus drijft als onze Verlosser.

En als we daar, als tweede, over nadenken in ons eigen leven, denk dan aan degenen om je heen die Jezus niet kennen. Denk aan je familieleden, buren en collega’s die Jezus nog niet kennen. Als we niet voorzichtig zijn in onze relatie met hen kunnen we overkomen alsof alles wel goed zit, alsof het leven niet zo ernstig is.

We weten wat de Bijbel zegt. Als zij hun vertrouwen niet op Jezus stellen, zullen ze de eeuwigheid in de hel doorbrengen en het oordeel van God over de zonde moeten dragen. Laten we daarom onze dagen niet doorbrengen met mensen die daar naar op weg zijn en het alleen maar hebben over het weer, sport en alles wat er niet toe doet. Het doet er niet toe in de eeuwigheid. Laten we die tijd besteden om het met hen te hebben over dat wat er eeuwig toe doet. Daarvoor heeft God ons Zijn Woord en Geest gegeven.

Dit is het beeld in het Nieuwe Testament, we zijn verkondigers van Gods Woord. Laten we bidden dat God ons helpt om Zijn Woord te verkondigen.