En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal. (Openbaring 9:20-21)


En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal. (Openbaring 9:20-21)


Dit is zo’n verootmoedigend gedeelte. Openbaring 9 staat vol oorverdovende beschrijvingen van Gods toorn op de zonde en de zondaren die zich niet van hun zonde afkeren en vertrouwen op de barmhartigheid en genade die Hij hun aanbiedt.

Maar wat zo overweldigend is, aan het einde van dit hoofdstuk waarin we zien hoe het oordeel over de zonde is uitgestort, keren de mensen zich nog steeds niet af van hun afgoderij. Ze blijven hun leven overgeven aan immoraliteit. Het maakt ons zo nederig als we de gevolgen van onze zonden in ons leven te zien, en beseffen dat we zo vaak niet zien hoe gevaarlijk het is. En ik denk aan mijn eigen leven. Ik ben zo geneigd om te zondigen, ook al weet ik dat de zonde tot de dood leidt, dat het tot vernietiging leidt, dat het niet goed is. Ik denk aan alle verleidingen tot afgoderij en immoraliteit, die hier in dit gedeelte genoemd worden. Ik denk aan de seksuele immoraliteit die jou en mij dagelijks omringt en hoe geneigd we zijn om compromissen te sluiten met de zonde, om onze aandacht en genegenheid zelfs aan goede dingen te geven, in plaats van aan de grote God van de schepping, zo worden die goede dingen afgoden. We zijn geneigd om op zoveel verschillende manieren af te dwalen in immoraliteit.

Dit is zo’n verootmoedigend gedeelte. Openbaring 9 staat vol oorverdovende beschrijvingen van Gods toorn op de zonde en de zondaren die zich niet van hun zonde afkeren en vertrouwen op de barmhartigheid en genade die Hij hun aanbiedt.

Maar wat zo overweldigend is, aan het einde van dit hoofdstuk waarin we zien hoe het oordeel over de zonde is uitgestort, keren de mensen zich nog steeds niet af van hun afgoderij. Ze blijven hun leven overgeven aan immoraliteit. Het maakt ons zo nederig als we de gevolgen van onze zonden in ons leven te zien, en beseffen dat we zo vaak niet zien hoe gevaarlijk het is. En ik denk aan mijn eigen leven. Ik ben zo geneigd om te zondigen, ook al weet ik dat de zonde tot de dood leidt, dat het tot vernietiging leidt, dat het niet goed is. Ik denk aan alle verleidingen tot afgoderij en immoraliteit, die hier in dit gedeelte genoemd worden. Ik denk aan de seksuele immoraliteit die jou en mij dagelijks omringt en hoe geneigd we zijn om compromissen te sluiten met de zonde, om onze aandacht en genegenheid zelfs aan goede dingen te geven, in plaats van aan de grote God van de schepping, zo worden die goede dingen afgoden. We zijn geneigd om op zoveel verschillende manieren af te dwalen in immoraliteit.

We bidden U, o God, help ons. Help ons te zien dat afdwalen naar de dood leidt, naar vernietiging. Het heeft zoveel gevolgen in ons leven die we niet willen. Daarom bidden we, o God, voor een geest van bekering in ons. Geef dat we niet blind zullen zijn. God, open onze ogen voor de leegte, ook van de goede dingen in deze wereld waarop we ons vertrouwen willen stellen en als groot zien. God, help ons om alleen op U te vertrouwen. God, verlos ons van afgoderij. God, help ons om te vluchten voor immoraliteit, zoals Uw Woord dat zegt in 1 Korinthe 6:18.

God, als er gedachten, verlangens, woorden en daden zijn die U niet verheerlijken, o help ons dan om ons daarvan af te keren. Help ons om niet in de leugens van deze wereld te trappen, dat immoraliteit, in al haar verschillende vormen, naar iets goeds leidt. We weten, we weten het, we weten dat niet naar niets goeds leidt. Help ons om ons te bekeren, om ons af te keren van de zonde. Geef dat we niet zullen zijn als de mensen die we hier in hoofdstuk 9 zien, die beseffen dat het niet goed is maar toch van U blijven wegvluchten. God, laat dat in ons leven niet zo zijn. Help ons om U vandaag te aanbidden en te volgen met heel ons hart.

We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net


We bidden U, o God, help ons. Help ons te zien dat afdwalen naar de dood leidt, naar vernietiging. Het heeft zoveel gevolgen in ons leven die we niet willen. Daarom bidden we, o God, voor een geest van bekering in ons. Geef dat we niet blind zullen zijn. God, open onze ogen voor de leegte, ook van de goede dingen in deze wereld waarop we ons vertrouwen willen stellen en als groot zien. God, help ons om alleen op U te vertrouwen. God, verlos ons van afgoderij. God, help ons om te vluchten voor immoraliteit, zoals Uw Woord dat zegt in 1 Korinthe 6:18.

God, als er gedachten, verlangens, woorden en daden zijn die U niet verheerlijken, o help ons dan om ons daarvan af te keren. Help ons om niet in de leugens van deze wereld te trappen, dat immoraliteit, in al haar verschillende vormen, naar iets goeds leidt. We weten, we weten het, we weten dat niet naar niets goeds leidt. Help ons om ons te bekeren, om ons af te keren van de zonde. Geef dat we niet zullen zijn als de mensen die we hier in hoofdstuk 9 zien, die beseffen dat het niet goed is maar toch van U blijven wegvluchten. God, laat dat in ons leven niet zo zijn. Help ons om U vandaag te aanbidden en te volgen met heel ons hart.

We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net