En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt. (Openbaring 14:11)


En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt. (Openbaring 14:11)


Hier wordt een beeld geschetst van de hel. En zij die het beest en zijn beeld aanbidden zijn degenen die niet vertrouwen op Christus en de verlossing die er in Hem te vinden is. Degenen die zich niet van hun zonden hebben afgekeerd hebben en zich tot God gekeerd hebben, zijn degenen die naar een eeuwige hel gaan als ze sterven. De taal die hier gebruikt wordt, is oorverdovend, “De rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid.”

Tot in eeuwigheid zou genoeg geweest zijn, toch? Maar de Geest van God zegt, “tot in alle eeuwigheid.” Zo kunnen we er niet omheen dat degenen die zich niet van hun zonden afkeren en op God vertrouwen voor verlossing en Zijn genade, naar een eeuwige, eeuwigdurende hel gaan, tot in alle eeuwigheid, zonder einde. Zonder einde.

Ik denk aan Jonathan Edwards. Wanneer hij preekte spoorde hij de mensen aan om zich de kwelling van verbranding met een gloeiende kool voor te stellen, niet voor een ogenblik, of een dag, maar voor miljoenen en miljoenen eeuwen. En aan het einde van die eeuwen moet je jezelf realiseren dat je nog niet dichterbij het einde bent dan toen het begon. Ze zullen nooit uit die plek bevrijdt worden.

Na miljoenen eeuwen, is het nog steeds slechts het begin van de eeuwigheid. Het zal nooit, nooit, maar dan ook nooit eindigen.

Hier wordt een beeld geschetst van de hel. En zij die het beest en zijn beeld aanbidden zijn degenen die niet vertrouwen op Christus en de verlossing die er in Hem te vinden is. Degenen die zich niet van hun zonden hebben afgekeerd hebben en zich tot God gekeerd hebben, zijn degenen die naar een eeuwige hel gaan als ze sterven. De taal die hier gebruikt wordt, is oorverdovend, “De rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid.”

Tot in eeuwigheid zou genoeg geweest zijn, toch? Maar de Geest van God zegt, “tot in alle eeuwigheid.” Zo kunnen we er niet omheen dat degenen die zich niet van hun zonden afkeren en op God vertrouwen voor verlossing en Zijn genade, naar een eeuwige, eeuwigdurende hel gaan, tot in alle eeuwigheid, zonder einde. Zonder einde.

Ik denk aan Jonathan Edwards. Wanneer hij preekte spoorde hij de mensen aan om zich de kwelling van verbranding met een gloeiende kool voor te stellen, niet voor een ogenblik, of een dag, maar voor miljoenen en miljoenen eeuwen. En aan het einde van die eeuwen moet je jezelf realiseren dat je nog niet dichterbij het einde bent dan toen het begon. Ze zullen nooit uit die plek bevrijdt worden.

Na miljoenen eeuwen, is het nog steeds slechts het begin van de eeuwigheid. Het zal nooit, nooit, maar dan ook nooit eindigen.

God, we bidden. We bidden dat U ons helpt om vandaag te leven in het licht van de ernstige aandrang van de eeuwigheid. God, we bidden dat U ons helpt om te leven met liefde en medelijden voor de mensen om ons heen die op dit moment hun vertrouwen nog niet op U gesteld hebben voor verlossing. God, help ons om het Evangelie met hen te delen. God, gebruik ons leven om hen het Evangelie bekend te maken want we willen niet dat ze dit ervaren. En we weten dat U dat niet wilt. U zegt in 2 Petrus 3:9 dat U hun bekering verlangt. We weten dat U hen dit niet eeuwig wilt laten ervaren. En wij willen niet dat ze dit in alle eeuwigheid ervaren. Redt hen daarom, o God.

God, help ons om het Evangelie te delen. Help ons dan om niet méér om ons eigen gemak te geven dan om een ongemakkelijk gesprek te voeren, of welke reputatie het delen van het Evangelie ook heeft. God, help ons om alles te riskeren zodat ze het Evangelie zullen horen, zodat ze het kunnen geloven.

God, we bidden dat U hun ogen opent zodat ze het geloven. Open onze mond om te spreken en open hun ogen om te geloven. God, we bidden hierom. Gebruik ons leven alstublieft om ervoor te zorgen dat Uw verlossing mensen weerhoudt van deze eeuwige bestemming. God, help ons om vandaag te leven in het licht van de eeuwigheid. Eeuwig geluk is er beschikbaar in Christus, maar een eeuwige hel voor hen die niet op Hem vertrouwen.

In Jezus’ naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net


God, we bidden. We bidden dat U ons helpt om vandaag te leven in het licht van de ernstige aandrang van de eeuwigheid. God, we bidden dat U ons helpt om te leven met liefde en medelijden voor de mensen om ons heen die op dit moment hun vertrouwen nog niet op U gesteld hebben voor verlossing. God, help ons om het Evangelie met hen te delen. God, gebruik ons leven om hen het Evangelie bekend te maken want we willen niet dat ze dit ervaren. En we weten dat U dat niet wilt. U zegt in 2 Petrus 3:9 dat U hun bekering verlangt. We weten dat U hen dit niet eeuwig wilt laten ervaren. En wij willen niet dat ze dit in alle eeuwigheid ervaren. Redt hen daarom, o God.

God, help ons om het Evangelie te delen. Help ons dan om niet méér om ons eigen gemak te geven dan om een ongemakkelijk gesprek te voeren, of welke reputatie het delen van het Evangelie ook heeft. God, help ons om alles te riskeren zodat ze het Evangelie zullen horen, zodat ze het kunnen geloven.

God, we bidden dat U hun ogen opent zodat ze het geloven. Open onze mond om te spreken en open hun ogen om te geloven. God, we bidden hierom. Gebruik ons leven alstublieft om ervoor te zorgen dat Uw verlossing mensen weerhoudt van deze eeuwige bestemming. God, help ons om vandaag te leven in het licht van de eeuwigheid. Eeuwig geluk is er beschikbaar in Christus, maar een eeuwige hel voor hen die niet op Hem vertrouwen.

In Jezus’ naam bidden we. Amen.

Overgenomen van Radical.net