Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid en spande de hemel uit door Zijn inzicht. Als Hij Zijn stem laat klinken, is er gedruis van wateren aan de hemel. Hij doet dampen opstijgen van het einde van de aarde. Hij heeft bliksemflitsen bij de regen gemaakt. De wind brengt Hij uit Zijn schatkamers tevoorschijn. Ieder mens is dom geworden, zonder kennis, elke edelsmid is beschaamd over zijn beeld. Zijn gegoten beeld is immers bedrog: er zit in hen geen adem. (Jeremia 51:15–17)


Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid en spande de hemel uit door Zijn inzicht. Als Hij Zijn stem laat klinken, is er gedruis van wateren aan de hemel. Hij doet dampen opstijgen van het einde van de aarde. Hij heeft bliksemflitsen bij de regen gemaakt. De wind brengt Hij uit Zijn schatkamers tevoorschijn. Ieder mens is dom geworden, zonder kennis, elke edelsmid is beschaamd over zijn beeld. Zijn gegoten beeld is immers bedrog: er zit in hen geen adem. (Jeremia 51:15–17)


Wat een krachtige vezen waarin we het contrast zien tussen de afgoden en enige ware God over alles, die de aarde door Zijn kracht maakte, die de wereld door Zijn wijsheid grondvestte en de hemel door Zijn inzicht spande. Hij maakt bliksemflitsen bij de regen. Hij brengt de wind uit Zijn schatkamers. Wat een kracht en heerschappij van de enige ware Schepper tegenover de mens die beelden maakt zonder adem, zonder kracht. Waardeloze goden, en toch aanbidden we hen.

Als ik deze verzen lees denk ik aan alle manieren waarop we van alles in ons leven en in de wereld om ons heen verafgoden. Ik zie dit in het hindoeïsme. Zij hebben miljoenen goden. Toen ik in India was, zag ik overal kleine beeldjes — in de auto’s, in de huizen, langs de kant van de weg. Deze waardeloze beelden zijn gemaakt door een goudsmid of anderen die zomaar wat in elkaar gezet hebben, en vervolgens knielen ze neer en aanbidden ze deze beeldjes.

Ik zie dit in India, maar ook in ons leven hier zie ik afgoden. Waar je ook leeft, overal om je heen zijn afgoden. Afgoden, dingen die we aanbidden, waar we onze aandacht en genegenheid aan geven in plaats van God, waar we voldoening van verwachten buitenom God, waar we betekenis in zoeken los van God, waar we onszelf aan toewijden in plaats van de enige ware God die alleen onze aanbidding waard is.

Door deze verzen worden we gedrongen te bidden.

Wat een krachtige vezen waarin we het contrast zien tussen de afgoden en enige ware God over alles, die de aarde door Zijn kracht maakte, die de wereld door Zijn wijsheid grondvestte en de hemel door Zijn inzicht spande. Hij maakt bliksemflitsen bij de regen. Hij brengt de wind uit Zijn schatkamers. Wat een kracht en heerschappij van de enige ware Schepper tegenover de mens die beelden maakt zonder adem, zonder kracht. Waardeloze goden, en toch aanbidden we hen.

Als ik deze verzen lees denk ik aan alle manieren waarop we van alles in ons leven en in de wereld om ons heen verafgoden. Ik zie dit in het hindoeïsme. Zij hebben miljoenen goden. Toen ik in India was, zag ik overal kleine beeldjes — in de auto’s, in de huizen, langs de kant van de weg. Deze waardeloze beelden zijn gemaakt door een goudsmid of anderen die zomaar wat in elkaar gezet hebben, en vervolgens knielen ze neer en aanbidden ze deze beeldjes.

Ik zie dit in India, maar ook in ons leven hier zie ik afgoden. Waar je ook leeft, overal om je heen zijn afgoden. Afgoden, dingen die we aanbidden, waar we onze aandacht en genegenheid aan geven in plaats van God, waar we voldoening van verwachten buitenom God, waar we betekenis in zoeken los van God, waar we onszelf aan toewijden in plaats van de enige ware God die alleen onze aanbidding waard is.

Door deze verzen worden we gedrongen te bidden.

O God, U alleen bent de enige ware God. Door Uw kracht hebt U de aarde gemaakt, door Uw wijsheid hebt U de wereld gegrondvest. Er is niets en niemand zoals U. Enkel en alleen U bent onze aanbidding waard, alle lof, alle eer, alle glorie, alle aandacht en alle genegenheid. Zelfs het allerbeste in deze wereld, mijn vrouw en mijn kinderen, zijn goede gaven uit Uw hand. Daarom wil ik U vereren met deze goede gaven. Ik zoek deze gaven niet buitenom U. Ik wil deze goede gaven, of welke goede gave dan ook, niet buitenom U. O er is zoveel afgoderij, wanneer we van de gaven genieten maar de Gever vergeten, wanneer we de gaven zoeken maar niet de Gever.

Heer, zelfs met goede dingen in ons leven, bescherm ons tegen afgoderij. Help ons om U alleen te aanbidden, lief te hebben en te vertrouwen. Zelfs in onze liefde voor onze familie om ons heen, onze vrienden, de gemeente en onze liefde voor verloren zielen, laat dat allemaal een uitdrukking zijn van onze liefde voor U. Als we genieten van de dingen om ons heen, laat dat ons dan uiteindelijk leiden tot het genieten van U als de Gever van al deze goede gaven.

En dan bid ik ook, o God, dat Uw heerschappij bekend wordt in dit land, maar ook in India. Ik bid voor de Kahar in India, meer dan 8 miljoen van hen aanbidden waardeloze afgoden. O God, toon Uw grootheid, Uw heerschappij over alles. U alleen bent de enige ware God. Die goden hebben niet eens adem. Ze kunnen geen voldoening geven. Ze zijn onze aanbidding niet waard. O God, help de Kahar om te zien dat U alleen alle aanbidding waard bent.

Help ons om te zien dat U alleen alle aanbidding waard bent. God, verlos ons van afgoderij. Neem ons in met Uw heerschappij over alles. U bent uniek, boven alles verheven. Help ons om te leven om U alleen te aanbidden. Laat Uw aanbidding zich verspreiden onder de volken, onder de Kahar in India.

We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net


O God, U alleen bent de enige ware God. Door Uw kracht hebt U de aarde gemaakt, door Uw wijsheid hebt U de wereld gegrondvest. Er is niets en niemand zoals U. Enkel en alleen U bent onze aanbidding waard, alle lof, alle eer, alle glorie, alle aandacht en alle genegenheid. Zelfs het allerbeste in deze wereld, mijn vrouw en mijn kinderen, zijn goede gaven uit Uw hand. Daarom wil ik U vereren met deze goede gaven. Ik zoek deze gaven niet buitenom U. Ik wil deze goede gaven, of welke goede gave dan ook, niet buitenom U. O er is zoveel afgoderij, wanneer we van de gaven genieten maar de Gever vergeten, wanneer we de gaven zoeken maar niet de Gever.

Heer, zelfs met goede dingen in ons leven, bescherm ons tegen afgoderij. Help ons om U alleen te aanbidden, lief te hebben en te vertrouwen. Zelfs in onze liefde voor onze familie om ons heen, onze vrienden, de gemeente en onze liefde voor verloren zielen, laat dat allemaal een uitdrukking zijn van onze liefde voor U. Als we genieten van de dingen om ons heen, laat dat ons dan uiteindelijk leiden tot het genieten van U als de Gever van al deze goede gaven.

En dan bid ik ook, o God, dat Uw heerschappij bekend wordt in dit land, maar ook in India. Ik bid voor de Kahar in India, meer dan 8 miljoen van hen aanbidden waardeloze afgoden. O God, toon Uw grootheid, Uw heerschappij over alles. U alleen bent de enige ware God. Die goden hebben niet eens adem. Ze kunnen geen voldoening geven. Ze zijn onze aanbidding niet waard. O God, help de Kahar om te zien dat U alleen alle aanbidding waard bent.

Help ons om te zien dat U alleen alle aanbidding waard bent. God, verlos ons van afgoderij. Neem ons in met Uw heerschappij over alles. U bent uniek, boven alles verheven. Help ons om te leven om U alleen te aanbidden. Laat Uw aanbidding zich verspreiden onder de volken, onder de Kahar in India.

We bidden dit in Jezus’ naam. Amen.

Overgenomen van Radical.net